• No results found

De Derde Kamer van de Commissie, samengesteld uit:

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "De Derde Kamer van de Commissie, samengesteld uit:"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE

Briefwisseling: Waterloolaan 115 1000 Brussel Lokalen : Hallepoortlaan 5-8

1060 Brussel

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS

---

A.R. M80946 B.R. 6270

Beslissing van 13 maart 2009

De Derde Kamer van de Commissie, samengesteld uit:

de heer P. DRAULANS, voorzitter,

mevrouw H. MELOTTE en de heer P. VERHAEGHE, leden, bijgestaan door mevrouw M. STEYAERT, secretaris a.i., spreekt de volgende beslissing uit in de zaak van:

de heer Sébastien X.

geboren op ../../1981

De Commissie nam kennis van de stukken, onder meer van:

- het verzoekschrift van 22 september 2008, neergelegd op het secretariaat van de Commissie op 25 september 2008, waarbij de verzoeker toekenning heeft gevraagd van een hulp van € 6.000, intresten inbegrepen;

- het verslag opgemaakt door de verslaggeefster op 16 december 2008 overeenkomstig artikelen 11 en 12 van het K.B. van 18 december 1986;

- het door de afgevaardigde van de Minister van Justitie op 7 januari 2009 neergelegd advies;

- de op 9 januari 2009 en op 16 januari 2009 door de advocaat van verzoeker neergelegde schriftelijke reacties.

De Commissie hoorde in haar openbare zitting van 10 februari 2009 de verslaggeefster in haar verslag over de feitelijke toedracht van de zaak en over de middelen van de partijen.

(2)

De verzoeker is niet verschenen noch iemand voor hem. Hij werd niet uitgenodigd omdat hij de Commissie niet schriftelijk verzocht om gehoord te worden.

De afgevaardigde van de Minister van Justitie is niet verschenen noch iemand voor hem.

*

* *

I. Feiten

Het vonnis van de Rechtbank van Eerste Aanleg te ... d.d. 14 januari 2008 citeert: “De feiten waarvoor beklaagde thans vervolgd wordt hebben zich voorgedaan te

… op 30 juli 2005 omstreeks 03u00 buiten de herberg “I…”. Na een woordenwisseling tussen beklaagde en X. Sébastien in de herberg zet de ruzie zich verder op straat. De beklaagde krijgt een vuistslag van een onbekende en geeft als reactie een vuistslag aan X. Sébastien.”

II. Vervolging

Bij vonnis van de Rechtbank van Eerste Aanleg te ... d.d. 14 januari 2008 werd Jean - François Z. op strafrechterlijk gebied veroordeeld tot een werkstraf van 100 uren en een geldboete.

Op burgerlijk gebied werd hij veroordeeld tot betaling van € 4.838,21 aan verzoe- ker.

Dit vonnis is in kracht van gewijsde getreden.

III. Middelen tot schadeloosstelling

- Uit inlichtingen verstrekt door gerechtsdeurwaarder Jennen blijkt dat uitvoering lastens de dader onmogelijk is gebleken. De roerende goederen van de dader hebben geen waarde. Hij bezit geen onroerende goederen. Beslag onder derden is niet aangewezen.

- Verzoeker verklaart dat hij noch over een familiale noch over een rechtsbijstands- verzekering beschikt.

(3)

IV. Medische gevolgen

Uit het deskundig verslag van Dokter D. Van Hauteghem :

“Op 30 juli 2005 kreeg betrokkene een vuistslag ter hoogte van de rechter oogkas. Er was geen bewustzijnsverlies en betrokkene kwam niet ten val. Betrokkene werd door een vriend overgebracht naar de Kliniek der Zusters van B… te .... Hij verbleef in het ziekenhuis van 30.07.05 tot 03.08.05.

Er werd door Dokter Torfs een attest van arbeidsongeschiktheid afgeleverd voor de periode 29.07.05 tot en met 31.08.05 maar betrokkene hervatte reeds het werk op 22.08.05. … .

Vanaf november 2005 werd betrokkene arbeidsongeschikt verklaard na onderzoek in de dienst Algemene Inwendige Geneeskunde en Fysische Geneeskunde wegens klachten van uitgesproken vermoeidheid. Betrokkene bleek niet te voldoen aan de criteria voor chronisch vermoeidheidssyndroom. Op 19.01.06 consulteerde betrokkene de dienst Neurologie U.Z. ... met klachten van vermoeidheid, sinds jaren bestaand maar de laatste 4 maanden beduidend toegenomen, alsook beduidende concentratiestoornissen sinds een aantal maanden, tintelingen ter hoogte van de voeten en excessief zweten.

Ter gelegenheid van een consultatie op 06.03.06 op de dienst Neurologie U.Z. ... maakte betrokkene melding van hoofdpijn (continue drukkende pijn rechts frontaal) ontstaan na 1 week na een vechtpartij in de zomer van 2005…. . Op de specifieke vraag van betrokkene of deze hoofdpijn het gevolg kan zijn van het trauma capitis doorgemaakt in de zomer van 2005, werd gesteld dat het een posttraumatische hoofdpijn met tension hoofdpijnkenmerken betrof.

Sinds 23.10.2006 werd betrokkene arbeidsongeschikt bevonden wegens depressie waarvoor behandeling met Prothiaden. De laatste maanden is hij 17 kg vermagerd.

… .

Het klinisch psychiatrisch onderzoek bij X. Sébastien toont een man met een licht verstandelijke handicap die door zijn beperkte intellectuele vermogens over onvoldoende adaptatiemogelijkheden beschikt. Daardoor kan het wel zijn dat betrokkene minder gemakkelijk dan iemand anders het gebeuren van 30.07.05 en de implicaties ervan verwerkt, maar er zijn in het klinisch psychiatrisch onderzoek onvoldoende argumenten voor een posttraumatische stressstoornis.

De verstandelijke handicap wordt niet direct herkend en geeft daardoor aanleiding tot misverstanden. Zo kan men bij X. Sébastien een verminderde arbeidsprestatie onderkennen (cfr. zijn werk in het vleesverwerkend bedrijf dat hij onlangs opgestart is, en dat erg moeilijk verloopt). Als men de verstandelijke handicap niet herkent, dan ligt het bijna voor de hand om dit mindere presteren te gaan linken aan het agressie-incident.

Betrokkene zelf doet dit, zonder oogmerk van ziektewinst, ook effectief (hij spreekt van een hogere vermoeidheid sinds het incident)

De werkelijkheid is evenwel dat zijn verstandelijke handicap, die uiteraard geen causaal verband heeft met het ongeval, zo belangrijk is dat men tewerkstelling in een gewoon circuit in vraag moet stellen. Als betrokkene het nu moeilijk heeft op zijn recent werk, heeft dit geen uitstaans met het agressie-incident, maar is dit gewoon het gevolg van zijn beperkte intrinsieke mogelijkheden.”

(4)

Ter gelegenheid van de feiten van 30 juli 2005 liep hij volgende letsels op:

• een breuk van de voorwand en de buitenste zijwand van de rechter kaaksinus met beperkte bloeding in de sinus;

• een breuk van de buitenste zijwand van de rechter oogkas;

• een nagenoeg onverplaatste breuk van het neusbeen.

Zowel de periode van arbeidsongeschiktheid vanaf november 2005 als de periode van arbeidsongeschiktheid vanaf 23.10.2006 staan niet in causaal verband met de feiten van 30.07.2005

Er was een tijdelijke volledige arbeidsongeschiktheid van 30.07.05 tot en met 21.08.05.

Tijdelijke gedeeltelijke invaliditeit:

- 25 % van 22.08.05 tot en met 15.09.2005;

- 15 % van 16.09.05 tot en met 15.10.2005;

- 10 % van 16.10.05 tot en met 15.11.2005;

- 5 % van 16.11.05 tot en met 31.12.2005;

- 3 % van 01.01.06 tot en met 31.12.2006.

De letsels kunnen worden geconsolideerd op 01.01.2007.

Vanaf datum van consolidatie bestaat er een blijvende invaliditeit van 2 % zonder bijkomende inspanningen voor het slachtoffer

De esthetische schade kan worden bepaald als 2 op de schaal van 1 tot 7. Bij gerichte navraag verklaart het slachtoffer uitdrukkelijk dat hij afziet van verdere plastische heelkundige interventies om de esthetische schade te corrigeren.”

V. Begroting van de schade door de verzoeker (conform bovenvermeld vonnis: zie II.)

1. materiële schade € 453,21

- administratiekosten € 62,50 - verplaatsingskosten € 23,40 - medische kosten € 363,91 - apotheekkosten € 3,40

2. TAO

- morele schade € 1.282,50 - economische schade huisman € 402,50

3. BAO € 1.800,00

4. esthetische schade € 900,00

€ 4.838,21

Daarenboven vraagt verzoeker:

- intresten € 648,93

- rechtsplegingsvergoeding € 200,00

- expeditie € 25,65

- deurwaarderskosten € 185,53

€ 5.898,32

(5)

VI. Beoordeling door de Commissie

Het verzoekschrift aan de Commissie is regelmatig naar de vorm en het werd tijdig neergelegd. Aan de ontvankelijkheidsvoorwaarden werd voldaan. De kansen op verhaal tegenover de dader zijn quasi onbestaande.

De wetgeving betreffende de hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden verleent aan de slachtoffers geen subjectief recht op "schadeloosstelling", maar wel op het eventueel bekomen van een "hulp", gesteund op het principe van de collectieve solidariteit. Uit de aard zelf van de hulp volgt dat de "volledige vergoeding" van het door de slachtoffers geleden nadeel niet wordt gewaarborgd.

Bij het beoordelen van een hulp dienen de voorschriften van de artikelen 31, 31bis, 32, 33 en 33bis van de wet van 1 augustus 1985 nageleefd te worden.

- Verzoeker vraagt het bedrag toegekend bij vonnis van de Rechtbank van Eerste Aanleg te ... d.d. 14 januari 2008, vermeerderd met de intresten, de rechtsplegingsvergoeding, kosten van expeditie en deurwaarders-kosten.

- De Commissie verzekert geen integrale schadeloosstelling. Ze kan, naar billijkheid, een financiële hulp toekennen voor de schadeposten die limitatief zijn opgesomd in artikel 32, § 1, van de wet van 1 augustus 1985.

- De schadepost ‘verlies economische waarde huisman’ werd daarbij niet opgenomen en komt dus niet in aanmerking voor vergoeding.

- Eenzelfde opmerking geldt overigens met betrekking tot de intresten.

Het behoort immers tot de constante rechtspraak van de Commissie – en deze vloeit voort uit de bedoeling van de wet – dat intresten niet voor vergoeding in aanmerking komen.

Er kan op gewezen worden dat de zienswijze van de Commissie ten aanzien van de intresten bevestigd werd bij arrest nr. 165.787 van de Raad van State, afdeling administratie, d.d. 12 december 2006 (G. Bijnens t./ Belgische Staat).

- Er wordt een hulp gevraagd van € 200 voor de rechtsplegingsvergoeding. Hierbij moet worden opgemerkt dat de RVP niet kan beschouwd worden als een procedurekost in de zin van artikel 32 §1, 6de van de wet.

- Rekening houdend met bovenvermelde opmerkingen kent de Commissie een hulp toe als volgt:

- materiële schade € 85,90 - medische kosten € 367,31 - TAO morele schade € 1.282,50

- BAO € 1.800,00

- esthetische schade € 900,00 - procedurekosten € 211,18

€ 4.646,89

(6)

OP DIE GRONDEN,

De Commissie,

Gelet op de artikelen 17 § 1, 39 tot 42 van de gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 tot regeling van het taalgebruik in bestuurszaken, de artikelen 31 tot 37bis van de wet van 1 augustus 1985, zoals gewijzigd door de wetten van 26 maart 2003 en 22 april 2003, de programmawet van 27 december 2004 en de artikelen 28 tot 34 van het K.B. van 18 december 1986.

Verklaart het verzoek ontvankelijk.

Kent de verzoeker een hulp toe van € 4.646.

Aldus uitgesproken te Brussel, in openbare zitting en in de Nederlandse taal op 13 maart 2009.

De secretaris a.i., De voorzitter,

M. STEYAERT P. DRAULANS

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het doet ons goed te constateren dat de Wtza hieraan een belangrijke bijdrage en verbetering levert, omdat zorgaanbieders die zorg leveren die geheel wordt betaald uit het pgb

Wat ter wereld ziet God dan toch in de mens, Dat Hij wordt de ‘Man aan het kruis’.. De Farizeeërs samen, ja ze kijken

Het verzoekschrift aan de Commissie is regelmatig naar de vorm en het werd tijdig neergelegd. De wetgeving betreffende de hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden verleent

- het verzoekschrift van 25 april 2008, neergelegd op het secretariaat van de Commissie op 29 april 2008, waarbij de verzoekster toekenning heeft gevraagd van een hulp van

Verzoeker was op weg naar huis toen hij plots werd aangesproken door een onbekende man die naar een sigaret vroeg.. Op het moment dat verzoeker in zijn zak tastte, kreeg hij plots

► Wat de professionele schade tijdelijke ongeschiktheid verklaart verzoeker dat hij ten gevolge van zijn echtscheiding niet meer beschikt over de gevraagde aanslagbiljetten.

Zij ging hierop in doch stelt dat werd afgesproken dat noch haar borsten noch haar vagina ooit op een foto mochten te zien zijn.. Bij het maken van de foto’s drong de beklaagde

In de commissie Ruimte is de vraag gesteld wat de verhouding is tussen het Milieubeleidsplan en het feit dat de gemeente bij bestemmingsplannen (bouw van woningen) in een