Een lied van mij voor jou - kinderen
LIEDTEKSTEN - 1
Berend Botje
Berend botje ging uit varen Met z’n scheepje naar Zuid-Laren De weg was recht, De weg was krom Nooit kwam Berend Botje weerom 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7
Waar is Berend Botje gebleven?
Hij is niet hier, hij is niet daar Hij is naar Amerika (Amerika)
Op een klein stationnetje
Op een klein stationnetje ’s morgens in de vroegte Stonden zeven wagentjes netjes op een rij
En het machinistje draaide aan het wieletje Hakke - hakke - puf - puf weg zijn zij
Altijd is Kortjakje ziek
Altijd is Kortjakje ziekMidden in de week maar ’s zondags niet
’s Zondags gaat zij naar de kerk met een boek vol zilverwerk Altijd is Kortjakje ziek
Midden in de week maar ’s zondags niet
Op een grote paddestoel
Op een grote paddestoel rood met witte stippen Zat kabouter Spillebeen heen en weer te wippen Krak zij toen de paddestoel met een diepe zucht Allebei zijn beentjes HOEPLA in de lucht
Maar kabouter Spillebeen hield niet op met wippen Op een andere paddestoel rood met witte stippen Daar kwam vader langbeen aan en die riep toen luid:
“Moet dat stoeltje ook kapot? Spillebeen, schei uit!”
Ik stond laatst voor een poppenkraam
Ik stond laatst voor een poppenkraam o, o, o Daar zag ik mooie poppen staan, zo, zo, zoDe poppenkoopman ging op reis de poppen raakten van de wijs Ze deden allemaal zo, ze deden allemaal zo, ze deden allemaal zo
‘k Zag twee beren
‘k Zag twee beren broodjes smeren O het was een wonder
’t Was een wonder boven wonder Dat die beren smeren konden
Hihihi, hahaha, ‘k stond erbij en ik keek ernaar
‘k Zag drie koeien bootje roeien O het was een wonder
’t Was een wonder boven wonder Dat die koeien roeien konden
Hihihi, hahaha, ‘k stond erbij en ik keek ernaar
‘k Zag vier vliegen kindjes wiegen O het was een wonder
’t Was een wonder boven wonder Dat die vliegen wiegen konden
Hihihi, hahaha, ‘k stond erbij en ik keek ernaar
‘k Zag vijf schapen wortels rapen O het was een wonder
’t Was een wonder boven wonder Dat die schapen rapen konden
Hihihi, hahaha, ‘k stond erbij en ik keek ernaar
Zeg Roodkapje waar ga je henen?
Zeg Roodkapje waar ga je henen, zo alleen, zo alleen?
Zeg Roodkapje waar ga je henen, zo alleen?
‘k Ga naar grootmoeder koekjes brengen in het bos, in het bos
‘k Ga naar grootmoeder koekjes brengen in het bos In het bos zijn de wilde dieren, in het bos, in het bos In het bos zijn de wilde dieren, in het bos
‘k Ben niet bang voor de wilde dieren, ‘k ben niet bang, ‘k ben niet bang
‘k Ben niet bang voor de wilde dieren, ‘k ben niet bang
‘k Zal eens zien of jij niet bang bent, ‘k zal eens zien, ‘k zal eens zien
‘k Zal eens zien of jij niet bang bent, ‘k zal eens zien
Zagen, zagen
Zagen, zagen wiede - wiede - wagen
Jan kwam thuis om een boterham te vragen Vader was niet thuis, moeder was niet thuis
“Piep”, zei de muis in het voorhuis
Een lied van mij voor jou - kinderen
LIEDTEKSTEN - 2
Lang zullen ze leven
Lang zullen ze leven, lang zullen ze leven, lang zullen ze leven in de gloria
In de gloria, in de gloria
Zie ginds komt de stoomboot
Zie ginds komt de stoomboot uit Spanje weer aan Hij brengt ons Sint Nicolaas ik zie hem al staan Hoe huppelt zijn paardje het dek op en neer Hoe waaien de wimpels al heen en al weer
Zij knecht staat te lachen en roept ons reeds toe:
“Wie zoet is krijgt lekkers wie stout is de roe”
O lieve Sint Nicolaas kom ook eens bij mij En rij dan niet stilletjes ons huisje voorbij
Sinterklaas Kapoentje
Sinterklaas KapoentjeGooi wat in mijn schoentje Gooi wat in mijn laarsje Dank u Sinterklaasje
Daar wordt aan de deur geklopt
Daar wordt aan de deur geklopt, zacht geklopt, hard geklopt Daar wordt aan de deur geklopt, wie zou dat zijn?
Wees maar gerust mijn kind, ik ben een goede vrind Want al ben ik zwart als roet, ik meen het toch goed Want ik kom van Sinterklaas Sinterklaas Sinterklaas 'k Heb voor jou, m'n kleine baas, moois in mijn zak.
Ben je wel zoet geweest? Wees dan maar niet bevreesd Kijk, hier zendt Sint Nicolaas, fijn speculaas
Hoor de wind waait door de bomen
Hoor de wind waait door de bomen, hier in huis daar waait de wind Zou de goede Sint wel komen, nu hij het weer zo lelijk vindt?
Nu hij het weer zo lelijk vindt
Als hij komt in donkere nachten op zijn paardje o zo snel als hij wist hoe zeer wij wachten, ja gewis dan kwam hij wel ja gewis dan kwam hij wel.
Hoor wie klopt daar kinderen
Hoor wie klopt daar kind'renHoor wie klopt daar kind'ren
Hoor wie tikt daar zachtjes tegen 't raam
't Is een vreemd'ling zeker, die verdwaalt is zeker Ik zal eens even vragen naar zijn naam
Sint Nicolaas, Sint Nicolaas brengt ons vanavond een bezoek en strooi dan wat lekkers
in de één of and’re hoek
Sinterklaasje kom maar binnen met je knecht
Sinterklaasje kom maar binnen met je knechtwant we zitten allemaal even recht Misschien heeft U nog even tijd voordat U weer naar Spanje rijdt Kom dan nog even bij ons aan
en laat uw paardje maar buiten staan
En we zingen en we springen en we zijn zo blij want er zijn geen stoute kinderen bij
En we zingen en we springen en we zijn zo blij want er zijn geen stoute kinderen bij.
Sinterklaasje bonne, bonne, bonne
Sinterklaasje, bonne, bonne bonnegooi wat in mijn lege, lege tonne gooi wat in de huizen
We zullen grabbelen als muizen Sinterklaasje, bonne, bonne, bonne gooi wat in mijn lege, lege tonne gooi wat in mijn laarsje
dank U, Sinterklaasje.
Dag Sinterklaasje
Dag Sinterklaasjedag dag dag dag Zwarte Piet Dag Sinterklaasje
dag dag luister naar ons afscheidslied.
Een lied van mij voor jou - kinderen
LIEDTEKSTEN - 3
Zie de maan schijnt door de bomen
Zie de maan schijnt door de bomenMakkers staakt uw wild geraas 't Heerlijk avondje is gekomen 't avondje van Sinterklaas Vol verwachting klopt ons hart Wie de koek krijgt, wie de gard Vol verwachting klopt ons hart Wie de koek krijgt, wie de gard
O wat pret zal t'zijn te spelen Met die bonte harlekijn Eerlijk zullen w'alles delen suikergoed en marsepein Maar, o wee, o bittere smart kregen wij voor koek een gard Maar, o wee, wat een bittere smart kregen wij voor koek een gard