BPV-opdrachtenbundel. Eco & Wildlife leerjaar 1. Datum 16 september 2021 Versie

(1)

BPV-opdrachtenbundel

Eco & Wildlife leerjaar 1

(2)

BPV-opdrachtenbundel

Inhoudsopgave

Inleiding 3

Doel opdrachten 4

Opdracht 1: Leerdoelen 5

Opdracht 2: Tussenbrief 6

Opdracht 3: Beschrijving bedrijf 7

Opdracht 4: Werkprocessen 8

Werkproces B1-K1-W1 9

Opdracht 5: Specialisatie 17

5.1. Biotoopbeschrijving 17

5.2. Kennis van dieren plantsoorten 17

Opdracht 6: Evaluatie & Reflectie 18

Opdracht 7: Logboek 19

Bijlagen 20

Bijlage 1: Richtlijnen voor BPV verslag 20

Bijlage 2: Voorbeeld opbouw BPV-verslag 22

Bijlage 3: BPV stappenplan 23

Bijlage 4: Reflectieformulier 24

(3)

Inleiding

Naast de lessen op school ga je tijdens de opleiding een aantal stages lopen. Dit noemen wij beroepspraktijkvorming (BPV). Tijdens de BPV leer je in de praktijk hoe je de opgedane kennis en vaardigheden kan toepassen bij een bedrijf of organisatie. Elk leerjaar heb je 1 of meerdere BPV-periodes en loop je zoveel als mogelijk bij verschillende bedrijven stage zodat je het werkveld goed leert kennen. Denk hierbij aan beheerders van bos en natuurgebieden, gemeenten, waterschappen, aannemersbedrijven, recreatiebedrijven, etc.

Uiteraard heb je ook de mogelijkheid om in het buitenland stage te lopen. Dan volg je ook een aanvullend keuzedeel. Neem voor meer informatie contact op met de BPC-coördinator buitenlandse stages.

Bijlage 3: ‘BPV stappenplan’ geeft aan wanneer je wat moet doen. Gebruik hem om te weten wanneer wat af moet zijn.

Tijdens elke BPV-periode krijg werk je aan een aantal BPV-opdrachten die je tijdens de stage zelfstandig gaat uitvoeren onder begeleiding van de stagebegeleider. Het doel van de opdrachten is om je bewust te laten zijn van jouw handelen en het toepassen van de theorie die tijdens de lessen hebt opgedaan in de praktijk. Je werkt aan deze opdrachten tijdens je BPV. Dat betekent ook dat je afspraken maakt met je praktijkbegeleider over wanneer je aan deze opdrachten kunt werken. Je werkt aan de volgende opdrachten:

o Leerdoelen o Tussenbrief

o Beschrijving van het bedrijf

o De werkprocessen en de opdrachten o Specialisatie opdracht

o Evaluatie en zelfreflectie o Logboek

Een deel van de opdrachten kun je zelfstandig uitvoeren, maar een deel moet je ook uitvoeren onder toeziend oog van je praktijkbegeleider. De werkproces-opdrachten moeten ook apart beoordeeld worden door je praktijkbegeleider. Elke opdracht werk je netjes uit volgens de stappen die beschreven zijn. Alle opdrachten verwerk je vervolgens in een net verslag en lever je aan het eind van de BPV-periode in bij je mentor op school.

In het eerste leerjaar heb je te maken met de volgende werkprocessen:

o Het zorgdragen voor natuur, grond en water (oftewel het ondernemen van actie om on- gewenste effecten op de natuur uit te schakelen)

o Het hanteren van gereedschappen van aanleg/inrichting en van beheer en onderhoud in de groene ruimte

o Het communiceren met klanten, gasten en publiek

o Het voorbereiden en afronden van werkzaamheden rondom aanleg/inrichting en onderhoud van een natuurgebied

We wensen je heel veel plezier tijdens je stage! Denk er s.v.p. aan om bijlage 4: ‘Motivatie A4 BPV ervaring’ te maken.

Het BPV team

(4)

Doel opdrachten

Op school krijg je lessen over verschillende onderwerpen van de opleiding Opzichter/Uitvoerder Groene Ruime. Op school worden deze lessen gegeven in een Integrale BeroepsSituatie (IBS).

In de leerlinghandleiding over de IBS lees je alles over de IBS zelf, het aantal uren, de vakken, de toetsen en de opdrachten die bij de IBS horen.

Naast de lessen op school heb je ook BeroepsPraktijkVorming (BPV). De BPV doe je bij een bedrijf of organisatie in de groene ruimte. Denk hierbij aan beheerders van bos en natuurgebieden, gemeenten, waterschappen, aannemersbedrijven, recreatiebedrijven, etc.

Uiteraard heb je ook de mogelijkheid om in het buitenland stage te lopen.

Het doel van de BPV is het leren in de praktijk. Je leert eigenlijk het werk in de groene ruimte te organiseren. Bij het bedrijf leer je al doende de verschillende aspecten van jouw toekomstige beroep toe te passen door het uitvoeren van BPV-opdrachten waarin werkprocessen zijn opgeno- men. Je voert de opdrachten voor een deel op locatie uit, maar ook op kantoor.

In het eerste leerjaar heb je te maken met de volgende werkprocessen:

o Het zorgdragen voor natuur, grond en water (oftewel het ondernemen van actie om on- gewenste effecten op de natuur uit te schakelen)

o Het hanteren van gereedschappen van aanleg/inrichting en van beheer en onderhoud in de groene ruimte

o Het communiceren met klanten, gasten en publiek

o Het voorbereiden en afronden van werkzaamheden rondom aanleg/inrichting en onderhoud van een natuurgebied

Tijdens de BPV moet je een aantal opdrachten maken. Deze opdrachten zijn bedoeld om je te helpen in je persoonlijke ontwikkeling binnen je opleiding. Deze opdrachten zijn de volgende:

 Leerdoelen

 Tussenbrief

 Beschrijving van het bedrijf

 De werkprocessen en de opdrachten

 Specialisatie opdracht

 Evaluatie en zelfreflectie

 Logboek

Je werkt aan deze opdrachten tijdens je BPV. Dat betekent ook dat je afspraken maakt met je BPV-begeleider over wanneer je aan deze opdrachten kunt werken. Een deel van de opdrachten kun je zelfstandig uitvoeren, maar een deel moet je ook uitvoeren onder toeziend oog van je

(5)

Opdracht 1: Leerdoelen

Om structuur te geven aan jouw persoonlijke ontwikkeling, formuleer je zelf een aantal leerdoelen waar je vervolgens actief aan gaat werken tijdens de BPV. In opdracht 6 reflecteer je hier vervolgens op aan het eind van de BPV. Bespreek deze leerdoelen met zowel je mentor als met je BPV-begeleider. Alleen dan kan jouw BPV-begeleider hier ook rekening mee houden.

Bepaal voordat je BPV begint minimaal 4 leerdoelen. Je kunt deze baseren op de BPV-opdrachten en werkprocessen, maar ook aan de hand van de lessen en integrale opdrachten. Van de leerdoelen die je formuleert, zijn er minimaal 2 vakinhoudelijke leerdoelen en minimaal 2 persoonlijke leerdoelen. Je beschrijft de leerdoelen aan de hand van het SMART principe. Stel jezelf de volgende vragen bij het formuleren:

o Wat wil ík leren?

o Wat vind ík leuk? Wat is mijn passie?

o Waar wil ik later graag wat mee doen?

o Wat is mogelijk bij het bedrijf?

o Wat heb ik in de afgelopen periode geleerd wat ik wil toepassen?

Overleg de leerdoelen met je mentor en met de BPV begeleider. Neem je leerdoelen op in je tussenbrief en in de eindevaluatie van de BPV en reflecteer hier op. Beschrijf deze leerdoelen ook in je verslag.

(6)

Opdracht 2: Tussenbrief

Een tussenbrief is een korte melding richting je mentor over je ervaring in de eerste week op het BPV-bedrijf. Aan de hand van de tussenbrief maakt jouw mentor een afspraak voor een BPV- bezoek.

De tussenbrief schrijf je als een nette, zakelijke brief, waarin je het volgende vermeldt:

 Naam en adres van het BPV bedrijf

 Naam en (mobiele) telefoonnummer van je directe begeleider

 Routebeschrijving naar de werkplek of kantoor

 Een korte indruk van de eerste week

 SMART leerdoelen uit opdracht 1

Stuur deze brief vervolgens per mail naar jouw mentor en neem deze op in je verslag.

(7)

Opdracht 3: Beschrijving bedrijf

In deze opdracht ga je nader kennis maken met het BPV-bedrijf. Het is belangrijk dat je weet hoe een bedrijf organisatorisch in elkaar steekt, zodat je weet wie waarvoor verantwoordelijk is en waarop aangesproken kan worden. Deze informatie is ook relevant als je er aan denkt een eigen bedrijf op te zetten in de toekomst.

Maak een beschrijving van jouw bedrijf waarin je minimaal het volgende opneemt:

o Algemene informatie: welk bedrijf, soort bedrijf, waar ligt het bedrijf, grootte van het bedrijf, etc.

o Geschiedenis van het bedrijf.

o Omvang (hoeveel mensen werken er), soorten functies en bijpassende werkzaamheden, organogram.

o De afdeling waar jij hebt gewerkt.

o De verschillende werkzaamheden die door het bedrijf worden uitgevoerd.

Werk bovenstaande uit in samenhangende beschrijving en laat deze informatie controleren door je BPV-begeleider. Neem het vervolgens op in je verslag en ondersteun het met een aantal toe- passelijke foto´s.

Informatie over het land (alleen voor buitenlandse stage)

Je kunt deze opdracht al maken voordat je op stage gaat. Dan weet je al iets meer van het land af.

Maak een korte, overzichtelijke beschrijving van het land waar je stage gaat lopen:

o algemene informatie: grootte, inwonersaantal, geschiedenis, politieke situatie

o maak een beschrijving van het gebied waar je stage zich afspeelt: toerisme, natuurgebieden, belangrijke plaatsen

o maak een beschrijving van het biotoop: klimaat, geologie, plantengroei

o flora en fauna: maak een korte beschrijving van de dieren en planten in het gebied van je stageplek

(8)

Opdracht 4: Werkprocessen

Werkprocessen zijn handelingen/activiteiten die jij moet kunnen doen bij het uitoefenen van je beroep. Een werkproces (WP) kun je zien als een bundel van diverse kennis en vaardigheden om een bepaald aspect van je vak goed uit te kunnen voeren. In het eerste leerjaar werk je aan vier werkprocessen. Tijdens de BPV-periode ga je al lerende hier mee aan de slag door verschillende activiteiten/werkzaamheden te doen waarin de werkprocessen terug komen.

In het eerste leerjaar zijn 4 werkprocessen van toepassing:

o WP1 “draagt zorg voor flora, fauna, bodem en water”

o WP2 “hanteert gereedschappen en/of machines ten behoeve van aanleg/inrichting en beheer/onderhoud”

o WP3 “communiceert over het werk”

o WP4 “voorbereiden en afronden van werkzaamheden rondom aanleg/inrichting en beheer/onderhoud”

Je mag zelf bepalen aan welke welkprocessen je werkt tijdens de verschillende BPV-periodes (deze heb je in overleg met je stagebegeleider aangekruist op de bijlage bij het voorstelformu- lier). De opdrachten zijn geformuleerd vanuit de werkprocessen die horen bij jouw opleiding. Aan het eind van het eerste leerjaar moet elk werkproces tenminste éénmaal voldoende zijn uitgevoerd. Je mag ook zelf kiezen binnen welke activiteit het werkproces wordt uitgevoerd. Een activiteit kan ook meerdere werkprocessen omvatten (deze moet je dan wel apart van elkaar uitwer- ken).

Per 50 uur BPV maak je tenminste één werkprocesopdracht. Als je BPV-periode in totaal 180 uur duurt, betekent dit minimaal 3 werkprocesopdrachten.

Allereerst volgt een algemene omschrijving van het werkproces. Daarna wordt de opdracht gegeven en de eisen waaraan de opdracht moet voldoen. Ook is er een stappenplan, zodat je wordt begeleid bij de uitvoering van de opdracht. Na afloop van de activiteit laat je de BPV-begeleider het beoordelingsformulier invullen en ondertekenen. De beoordelingsformulieren zijn te vinden in de Studiewijzer BPV in Eduarte. Tenslotte voeg je de originele beoordelingsformulieren toe aan je portfolio en werk je het overzicht van je BPV-voortgang bij. Je levert je volledige portfolio in in de inlevertaak in de Studiewijzer BPV.

Voor een toelichting op deze opdrachten voor je BPV-begeleider, zie bijlage 8.

(9)

Werkproces B1-K1-W1

Draagt zorg voor flora, fauna, bodem en water

BEROEPSCONTEXT

Je hebt gekozen voor de specialisatie Eco & Wildlife. Voor deze specialisatie leer je over de samenhang tussen dieren, vegetatie en hun omgeving. Je leert verschillende biotopen en ecosys- temen kennen, waarin deze relaties zichtbaar worden. Een biotoop is een gebied waar een levensgemeenschap (alle planten en dieren, die in een systeem functioneren) zijn natuurlijke balans vindt.

Bij het zorgdragen voor de natuur moet je de verschillende planten diergroepen herkennen en begrijpen wat hun betekenis in het biotoop is. Je hebt kennis nodig over de bodem als leefmilieu voor plant, dier en mens. Je moet rekening houden met de natuurlijke balans en de werking van verschillende natuur-kringlopen. Het is belangrijk om vanuit deze basiskennis te werken als je in de natuur iets gaat aanleggen, onderhouden en/of beheren. Tijdens de stageperiodes ga je in de praktijk de kennis toepassen en uitbreiden.

Denk bij activiteiten voor dit werkproces aan bijvoorbeeld:

• Inventariseren van flora en fauna.

• Grond- en watermonsters nemen en kwaliteit bepalen.

• Groenwerkzaamheden uitvoeren (snoeien, beplanten, maaien, etc).

• Aanleggen en onderhouden van voorzieningen (informatieborden, picknickbanken, oeverbeschoeiing, etc).

• Aanleggen en onderhouden van (half)verharding.

BPV-OPDRACHT

Voer tijdens je stage een of meerdere activiteiten uit waarmee je laat zien dat je dit werkproces beheerst. Maak de BPV-opdracht volgens het stappenplan dat hieronder is weergegeven. Werk álle stappen uit in een net verslag van maximaal 4 pagina’s. Onderbouw de activiteiten die je uit- voert voor deze opdracht met foto’s die je maakt (of laat maken). Dit verslag is dan een bewijs- stuk voor in je portfolio.

Na afloop van de activiteit laat je je BPV-begeleider onderstaande beoordeling invullen en deze ondertekenen. Het resultaat neem je over op het voortgangsoverzicht BPV.

EISEN AAN DE BPV-OPDRACHT

• De uit te voeren activiteit(en) kan (kunnen) te maken hebben met één van de volgende IBS’en:

o Aanleg o Onderhoud o Inventariseren

o Mens en de Groene Leefomgeving

• Je moet daadwerkelijk (een deel van) de activiteit zelf uitvoeren. Je kijkt niet alleen mee met je begeleider.

STAPPENPLAN

1. Overleg met je BPV-begeleider welke activiteit past binnen deze BPV-opdracht.

2. Beschrijf waarom deze activiteit uitgevoerd moet worden. Beoordeel ook de afwijkingen aan de flora en fauna.

(10)

3. Beschrijf vakkundig de beginsituatie en het gewenste resultaat. Geef de locatie weer op een kaart.

4. Bepaal welke gereedschappen en materialen nodig zijn om de activiteit uit te voeren en schat de duur van de activiteit in.

5. Voer de activiteit uit.

6. Beschrijf hoe je rekening houdt met flora en fauna bij de werkzaamheden.

7. Beschrijf hoe je rekening hebt gehouden met de omgeving en de eigenschappen van bodem, grond en (plant)materiaal.

BEOORDELING DOOR BPV-BEGELEIDER

Criteria O

0 M

1 V 2

G 3 De student heeft…

1. …met BPV-begeleider overlegd over de activiteit 2. …afwijkingen aan de flora en fauna juist beoordeeld

3. …de uitgangspunten en het gewenste resultaat duidelijk beschreven

4. …zelf de juiste gereedschappen en materialen bepaald en de duur goed ingeschat

5. …de activiteit correct en naar wens uitgevoerd 6. …zichtbaar rekening gehouden met de flora en fauna

7. …de werkzaamheden aangepast aan de omgeving en de eigenschappen van bodem, grond en (plant)materiaal

Aantal behaalde punten:

Eindresultaat (zie toelichting)

Opmerking (toelichting op score):

Handtekening BPV-begeleider:

(11)

Hanteert gereedschappen en/of machines ten behoeve van aan- leg/inrichting en beheer/onderhoud

BEROEPSCONTEXT

Je hebt gekozen voor de specialisatie Eco & Wildlife. Voor deze specialisatie leer je over de samenhang tussen dieren, vegetatie en hun omgeving. Je leert verschillende biotopen en ecosys- temen kennen, waarin deze relaties zichtbaar worden. Als je aan het werk bent in de groene ruimte gebruik diverse gereedschappen en machines. Als je in de natuur iets gaat aanleggen, onderhouden en /of beheren is het van belang de juiste gereedschappen op de juiste manier te hanteren. Tijdens de stageperiodes kom je in aanraking en ga je aan het werk met deze gereedschappen en diverse machines.

Je maakt gereedschappen gebruiksklaar, checkt de instellingen en signaleert eventuele mankementen en/of storingen. Je controleert de noodzakelijke veiligheidsvoorzieningen en neemt zo nodig maatregelen.

• Groenwerkzaamheden uitvoeren (snoeien, beplanten, maaien, etc).

• Het maken van voorzieningen (informatieborden, picknickbanken, oeverbeschoeiing, etc).

• Het aanleggen en onderhouden van (half)verharding.

• Het aanleggen en onderhouden van een landschapselement (amfibieënpoel, heemtuin, houtwal, heg, etc).

• Werkzaamheden waarbij je gebruik maakt van een motorzaag en/of een bosmaaier.

BPV-OPDRACHT

o Aanleg o Onderhoud

• Stap 4 en 5 moeten tenminste als voldoende (V) beoordeeld worden, om deze opdracht als voldoende of goed te kunnen afsluiten.

STAPPENPLAN

1. Overleg met je BPV-begeleider welke activiteit past binnen deze BPV-opdracht.

2. Beschrijf de machine of het gereedschap, en voor welke activiteit je deze inzet.

3. Controleer vooraf de aanwezigheid en werking van de noodzakelijke veiligheidsvoorzieningen. Indien er een checklist is, vul je deze zelf in.

(12)

4. Voer de activiteit uit en hanteer de machine of het gereedschap op effectieve en zorgvuldige wijze.

5. Beschrijf hoe je de veiligheidsvoorschriften hebt opgevolgd.

6. Maak de machine of het gereedschap na afloop van de activiteit weer gebruiksklaar.

7. Indien je mankementen en/of storingen hebt gesignaleerd, maak je hiervan melding.

Criteria O

0 M

1 V 2

1. …met BPV-begeleider overlegd over de activiteit

2. …vooraf de aanwezigheid en werking van de noodzakelijke veiligheids-voorzieningen gecontroleerd

3. …de machine of het gereedschap op effectieve wijze toegepast 4. …de machine of het gereedschap op zorgvuldige wijze toegepast 5. …de veiligheidsvoorschriften opgevolgd

6. …de machine of het gereedschap na afloop weer gebruiksklaar gemaakt

(13)

Communiceert over het werk

BEROEPSCONTEXT

In het kader van de specialisatie Eco & Wildlife is het belangrijk dat je leert communiceren met klanten/opdrachtgevers, publiek, gasten en/of derden. Afhankelijk van de relatie met de ge- sprekspartner communiceer je op verschillende manieren. Met je opdrachtgever/BPV-begeleider praat je immers anders dan met een groep gasten die je meeneemt op excursie. Als je werkt voor een opdrachtgever (bijvoorbeeld Staatbosbeheer of een Natuur & Milieu educatief centrum) moet je na kunnen gaan wat de wensen zijn, waar de verantwoordelijkheden liggen en wat precies de verwachtingen zijn. Om aan de verwachtingen te voldoen, moet je klachten kunnen op- lossen.

Als je met mensen werkt moet je flexibel zijn en in kunnen schatten wat de beste manier is om in de specifieke situatie te communiceren. Daarnaast moet je rekening kunnen houden met cul- tuurverschillen. In het werkveld van Eco & Wildlife moet je uiteindelijk mensen mee kunnen nemen in de natuurlijke omgeving waarbij je jouw kennis deelt en ze enthousiast maakt. Tijdens de BPV-periodes ga je hiermee aan de slag.

• Het ontwikkelen en uitvoeren van een eenvoudige activiteit in de groene ruimte.

• Een voorlichting geven aan geïnteresseerden in de groene ruimte.

• Mensen te woord staan / vragen beantwoorden als gids of medewerker groen.

• Een opdracht van je BPV-bedrijf in kaart brengen door wensen en verwachtingen uit te werken.

BPV-OPDRACHT

o Mens en de Groene Leefomgeving

STAPPENPLAN

1. Overleg met je BPV-begeleider welke activiteit past binnen deze opdracht.

2. Inventariseer in de voorbereiding van deze activiteit de wensen van de klant/opdrachtgever.

3. Bespreek de mogelijkheden en onmogelijkheden met de klant/opdrachtgever.

(14)

4. Voer de activiteit uit en presenteer jezelf als ter zake kundig.

5. Evalueer hoe je bent omgegaan met de standpunten/houding van de klant/opdrachtgever.

6. Evalueer hoe je rekening hebt gehouden met de wensen van de klant/opdrachtgever.

Criteria O

0 M

1 V 2

2. …de wensen van de klant/opdrachtgever goed geïnventariseerd

3. …aandachtig geluisterd en begrip getoond voor de standpunten/houding van de ander

4. …zich als ter zake kundig gepresenteerd aan het publiek 5. …informatie op een begrijpelijke en correcte manier uitgelegd 6. …vragen op een correcte wijze beantwoord

7. …tijdig de hulp van een collega ingeroepen

(15)

Voert voorbereidende en afrondende werkzaamheden rondom aanleg/inrichting en onderhoud/beheer uit

BEROEPSCONTEXT

In het kader van de specialisatie Eco & Wildlife leer je, naast het gebruik van gereedschappen en machines, het communiceren met mensen en het zorgdragen van de natuur, ook hoe je een plan schrijft om werkzaamheden uit te voeren die te maken hebben met de inrichten en onderhoud van de groene ruimte. Je overlegt hiervoor met de opdrachtgever en brengt het terrein en de omgeving in beeld. Bij het maken van je plan houd je rekening met grond, water, flora en fauna en de samenhang tussen deze elementen.

Je zorgt ervoor dat het terrein/de omgeving netjes wordt achtergelaten na de activiteit en je voert restmateriaal af. Daarnaast onderhoud je gereedschappen en machines en verricht je alle benodigde administratieve handelingen (denk aan registratie uren, inzet machines, gebruikte materialen).

• Het maken van een planning/plan van aanpak van werkzaamheden rondom aanleg en onderhoud van een eenvoudig landschapselement (amfibieën poel, heemtuin, houtwal, heg, etc). Deze planning voer je daadwerkelijk uit.

• Het maken van een bestek gebaseerd op de wensen van de opdrachtgever. Het bestek voer je daadwerkelijk uit.

• Het maken van een eenvoudig inrichtings-, onderhouds- en/of beheerplan gebaseerd op de wensen van de opdrachtgever. Het plan voer je daadwerkelijk uit.

• Het maken van een planning/plan van aanpak voor groen werkzaamheden en voert restmateriaal verantwoord af. Deze planning voer je daadwerkelijk uit.

BPV-OPDRACHT

• De uit te voeren activiteit(en) moet te maken hebben met één van de volgende IBS’en:

o Aanleg o Onderhoud

o Mens en de Groene Leefomgeving o Inventariseren

• Je moet daadwerkelijk (een deel van) de activiteit, onder begeleiding, zelf uitvoeren. Je kijkt niet alleen mee met je begeleider.

STAPPENPLAN

1. Overleg met je BPV-begeleider welke activiteit past binnen deze opdracht

2. Stel een werkplan op voor de activiteit en bepaal welke gereedschappen en materialen nodig zijn om de activiteit uit te voeren. Schat ook de duur van de activiteit in.

3. Maak het terrein waar de activiteit plaats vindt toegankelijk en schoon het terrein op.

(16)

BPV-opdrachtenbundel 4. Voer de activiteit uit.

5. Vul de benodigde formulieren in en zorg dat alle administratie op orde is.

6. Laat het terrein netjes achter en voer restmateriaal volgens voorschrift af.

7. Beschrijf hoe je rekening houdt met de consequenties voor de omgeving en de wensen en verwachtingen van de klant/opdrachtgever.

8. Controleer en evalueer je eigen werkzaamheden van deze activiteit.

Criteria O

0 M

1 V 2

2. …een werkplan opgesteld voor de activiteit, zelf de juiste gereedschappen en materialen bepaald en de duur goed ingeschat

3. …het terrein toegankelijk gemaakt en opgeschoond

4. …de activiteit correct uitgevoerd en zijn eigen werkzaamheden gecontroleerd 5. …de benodigde formulieren correct en leesbaar ingevuld en gezorgd dat de administratie op orde is

6. …het restmateriaal volgens voorschriften afgevoerd en het terrein netjes achtergelaten

7. …rekening gehouden met de consequenties voor de omgeving en de wensen en verwachtingen van de klant/opdrachtgever

(17)

Opdracht 5: Specialisatie

Binnen de opleiding Groene Ruimte heb je gekozen voor een specialisatie Eco & Wildlife. Om deze specialisatie goed terug te laten komen tijdens je stage, werk je ook aan een aantal specialisatie-opdrachten. Het doel hiervan is dat je meer verdieping krijgt in jouw gekozen studierich- ting.

5.1. Biotoopbeschrijving

Maak een beschrijving van het biotoop waarin je BPV-bedrijf zich bevindt en neem daarin minimaal het volgende op:

1. Maak een overzichtskaart van je omgeving (gebruik hiervoor de informatie die je in de les gehad hebt over het maken van kaarten).

2. Beschrijf de levensgemeenschap aan de hand van 10 karakteristieke planten en dieren 3. a. Benoem de abiotische factoren die van invloed zijn op je biotoop.

b. Beschrijf waarop deze hun invloed uitoefenen.

4. a. Beschrijf de menselijke invloed op het biotoop.

b. Beschrijf of dit zorgt voor verstoring en/of verbetering voor deze levensgemeenschap? Leg uit waarom.

5.2. Kennis van dieren plantsoorten

Verdiep je in de dieren plantsoorten die op of rondom je BPV bedrijf aanwezig zijn.

Omschrijf van 5 dier- of plantsoorten de volgende punten waarbij je een link legt met jouw stage- bedrijf:

- Uiterlijke kenmerken van de dier- of plantsoort

- Habitat waarin de diersoort voorkomt / biotoop beschrijving van de plant

- Voedselvoorkeur van de diersoort / ecologische functies van de plantensoort (bv. bodem verbeterend / welke soorten van de soort afhankelijk zijn)

- Gedrag van de diersoort / eetbaarheid, geneeskrachtig of giftigheid van de plantensoort - Voortplanting van de diersoort of plantensoort

(18)

Opdracht 6: Evaluatie & Reflectie

De eerste opdracht ging over het formuleren van enkele leerdoelen. Tijdens de stage heb je hier aan gewerkt. Om te laten zien dat je hier ook echt wat van geleerd hebt, schrijf je een reflectie.

Naast deze reflectie op je leerdoelen, evalueer je ook de gehele BPV en het bedrijf. Je kunt voor deze opdracht gebruik maken van hoofdstuk 17 uit het boek: “Greep krijgen op je opdrachten en projecten”.

Gebruikt bijlage 5: ‘Reflectieformulier’.

Reflectie op leerdoelen:

Je schrijft de reflectie per leerdoel. Dit hoeft niet uitgebreid, maar moet wel tenminste de volgende punten bevatten:

o Heb je geleerd wat je wilde leren met dit leerdoel?

o Hoe en wanneer heb je hieraan kunnen werken (welke werkzaamheden, etc.)?

o Wat ging goed binnen dit leerdoel? Gebruik ook feedback van jouw collega’s.

o Wat ging niet zo goed binnen dit leerdoel? Gebruik ook feedback van jouw collega’s o Vind je dat je dit leerdoel nu onder de knie hebt? Waarom wel/ (nog) niet?

o Welk volgende leerdoel kun je nu formuleren op basis van jouw ervaring? Deze kun je meenemen naar je volgende stage.

Evaluatie van de BPV:

Beschrijf voor de reflectie van je stage en het BPV-bedrijf tenminste de volgende punten:

o Wat heb je nog meer geleerd op vakinhoudelijk en persoonlijk gebied?

o Wat vond je het leukste van de stage?

o Wat vond je het minst leuk van de stage?

o Wat vond je van de begeleiding van het bedrijf? Beschrijf wat goed was aan de begeleiding en geef een tip voor de begeleiding.

o Wat zijn positieve punten van het BPV-bedrijf?

o Wat kan beter bij het BV-bedrijf?

o Voldeed het BPV-bedrijf aan de verwachtingen die je had?

o Zou je bij dit bedrijf willen werken? Waarom wel/niet)

Werk de reflectie en de evaluatie netjes uit en verwerk dit in je verslag.

(19)

Opdracht 7: Logboek

Tijdens je BPV houd je een logboek bij in Eduarte (inclusief urenregistratie). Daarnaast houd je zelf ook een logboek bij, die je opneemt in je portfolio. Als je het uitgebreid hebt bijgehouden in Eduarte, kun je dat gebruiken in je portfolio.

Werkzaamheden die iedere week terugkomen vermeld bovenaan. Per week beschrijf de nieuwe of spannende werkzaamheden/gebeurtenissen. Je hebt bijvoorbeeld een zeearend gezien of voor het eerst gebosmaaid. Denk hierbij aan de volgende punten:

 Jouw taak en rol

 De werkzaamheden, incl. inzet van machines, gereedschappen, etc.

 Het aantal uren

 De locatie

 Betrokken personen

 Het resultaat

Hoe je het logboek bijhoudt, mag je zelf bepalen. Daar zijn verschillende manieren voor. Je kunt het bijvoorbeeld in een tabel bijhouden, maar het is ook toegestaan om een blog bij te houden.

Overleg jouw ideeën eerst even met je mentor. Voor een stage in het buitenland is een blog ver- plicht.

Afhankelijk van hoe je deze opdracht maakt, neem je dit op in het BPV-verslag.

(20)

Bijlagen

Bijlage 1: Richtlijnen voor BPV verslag/portfolio Je verslag moet de volgende onderdelen bevatten:

Aanwijzingen:

• Bedenk van te voren wat je gaat schrijven. (begin niet meteen te schrijven).

• Beschrijf de onderdelen informatief, geef aan dat je de kennis beheerst.

• Schrijf je tekst eerst op in trefwoorden.

• Sla direct na het openen van een leeg document het lege document op, zodat het een bewaarplaats en een naam krijgt.

• Sla regelmatig je werk op.

• Bewaar na afloop je werk op harde schijf en USB-stick en/of zet het in je portfolio.

• Gebruik de MBO Geldermalsen schrijfwijzer voor het opstellen van het verslag.

• Zet je werk in je portfolio en maak een backup!

1. Titelblad

• Titel en ondertitel en voorletter en achternaam auteur(s), zoals op kaft; bovendien:

• Klas en leerjaar

• Opdrachtgever (naam bedrijf / school + naam van de persoon) 2. Voorwoord

• Aanleiding voor verslag en dankwoord 3. Inhoudsopgave

• Automatische inhoudsopgave in Word gebruiken

• Paginanummers staan geheel rechts 4. Inleiding

• Doel verslag en probleemstelling

• Tot wie richt je je

• Verantwoording voor de opbouw en globale inhoudsbeschrijving 5. Hoofdstukken, paragrafen en subparagrafen (indien nodig)

• Gebruik vaktermen en leg ze uit.

• Maak niet te lange zinnen en gebruik spellingcontrole.

• Niet teveel hoofdstukken en (sub)paragrafen, logische volgorde

• Genummerde hoofdstuktitels in vet / en aangepaste lettergrootte bijv.14 / gebruik kop 1

• Genummerde paragraaftitels vet (hele kop), beginnen met hoofdletter / gebruik kop 2

• Subparagraaf titels cursief, eerste letter een hoofdletter / gebruik kop 3

• Zie schrijfwijzer MBO Geldermalsen

(21)

BPV-opdrachtenbundel 8. Literatuurlijst

• Als je literatuur hebt gebruikt, vermeld je deze in de literatuurlijst. Zie de schrijfwijzer MBO Geldermalsen voor de richtlijnen.

9. Bijlagen

• Alleen bijlagen opnemen die hoofdtekst ondersteunen

• Verwijs in tekst naar bijlagen

Schrijf het verslag in correct Nederlands. Als je dyslectisch bent, laat het dan door anderen le- zen. Gebruik één zakelijk lettertype (bijv. Arial, lettergrootte 11). Lever het verslag via de mail in.

(22)

Bijlage 2: Voorbeeld opbouw BPV-verslag

Kaft (foto, BPV verslag, naam BPV bedrijf, naam student, datum)

Titelpagina (foto, naam BPV bedrijf, naam school, naam student, naam coach, naam BPV bege- leider, klas, leerjaar, BPV periode, datum)

Voorwoord (medewerkers noemen, dankwoord) Inhoudsopgave

1. Inleiding (1/2 A4tje, aanleiding / doel verslag, waar heb je BPV gelopen, welke periode, opbouw van het verslag, leerdoelen en verwachtingen)

2. Beschrijving bedrijf (inleiding stuk tekst over bedrijf, ligging, grootte etc.) 2.1 Geschiedenis

2.2 Functies, organogram, werkzaamheden 2.3 Vrijwilligers en stagiaires

3. Beschrijving van de werkzaamheden 4. Biotoopbeschrijving

5. Kennis van diersoorten 5.1 Dier 1 (korte inleiding)

5.1.1 Uiterlijke kenmerken 5.1.2 Habitat

5.1.3 Voedsel 5.1.4 Voortplanting

5.2 Dier 2 (korte inleiding) etc….

5.2.1 Uiterlijke kenmerken 5.2.2 Habitat

5.2.3 Voedsel

5.2.4 Voortplanting

6. Werkproces 1 ‘Draagt zorg voor natuur, grond en water’

6.1 Beoordeling van BPV begeleider

7. Werkproces 2 ‘Hanteert gereedschappen ten behoeven van aanleg/inrichting en beheer/onderhoud’

1.1 Beoordeling van BPV begeleider

(23)

Bijlage 2: BPV Beoordelingsformulieren (tussentijdse beoordeling) Bijlage 3: BPV Beoordelingsformulieren (eind beoordeling)

Bijlage 3: Urenrapportage Bijlage 3: BPV stappenplan Vóór de start van de BPV

Stap 1 Erkend adres zoeken en goed laten keuren bij coach (www.stagemarkt.nl) Stap 2 Contact opnemen met BPV bedrijf

Stap 3 Kennismakinggesprek om werkzaamheden, werktijden, werkprocessen, opdrachten, etc.

te bespreken

Stap 4 BPV voorstelformulier invullen en inleveren bij BPV bureau en coach. Dan wordt de POK in 3-voud aangemaakt. Dit moet 4 weken voor de aanvang van de BPV gebeuren.

Stap 5 POK’s laten ondertekenen door BPV bedrijf

Stap 6 1 ondertekende POK inleveren bij BPV bureau, 1 zelf houden, 1 voor het bedrijf. Opsturen als PDF naar administratie.

Eerste week van de BPV

Stap 7 BPV opdrachten doornemen met praktijkbegeleider Stap 8 Starten met invullen van het urenrapportage formulier Tweede week van de BPV

Stap 9 Tussenbrief naar coach sturen

Stap 10 Starten met het maken van de stageopdrachten Derde of vierde week van de BPV

Stap 11 Tussentijdse beoordeling door de praktijkbegeleider laten invullen Laatste week van de BPV

Stap 12 Eindbeoordeling door de praktijkbegeleider laten invullen en ondertekenen, opsturen naar de administratie.

Stap 13 Urenrapportageformulier door praktijkbegeleider laten ondertekenen Stap 14 Alle BPV opdrachten in een net BPV verslag verwerken

Stap 15 Ondertekende beoordelingsformulieren en urenrapportage aan BPV verslag toevoegen Einde laatste week van de BPV / begin schoolweek

Stap 16 BPV verslag en verslag bedrijfsgebonden opdracht inleveren bij coach Stap 17 Ondertekende urenrapportage gaat via Eduarte: moet compleet zijn!

(24)

BPV-opdrachtenbundel Bijlage 4: Reflectieformulier

Beschrijven van de opdracht/context

 Situatie: kun je de situatie/opdracht beschrijven?

………

 Taak: wat was precies je taak in die situatie?

………

 Actie: welke acties heb je ondernomen?

………

 Resultaat: wat was het resultaat van je acties?

………

Beoordelen van de eigen prestatie

 Hoe beoordeel je je eigen prestatie?

………

 Wat zou je de volgende keer anders doen?

………

Bijdrage aan je eigen ontwikkeling

 Welke competenties/zaken heb je geleerd van deze opdracht?

………

 Heb je door de opdracht nieuwe leervragen gekregen?

………

 Wat betekent het uitvoeren van de opdracht voor je ontwikkeling als beroepsbeoefenaar?

Aan welke competenties moet je bv. nog werken?