• No results found

VWO Leerjaar 1 Twello Programma van Toetsing Onderbouw

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "VWO Leerjaar 1 Twello Programma van Toetsing Onderbouw"

Copied!
25
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

VWO

Leerjaar 1

Twello

2019-2020

Programma van Toetsing Onderbouw

(2)

2

1 Inhoudsopgave

1 Inhoudsopgave ... 2

2 Inleiding ... 3

3 Uimavoeg PTO ... 4

3.1 Algemeen ... 4

3.2 Regels rondom inhaalmomenten ... 4

4 Overgangsnorm Groene Driehoek klas 1 (2019-2020) ... 4

4.1 Algemene bepalingen ... 4

4.2 De overgangsnormen van klas 1 naar 2 ... 5

4.3 Beperking op de toelating van leerjaar 1 naar 2 ... 5

4.4 Rekenen ... 5

4.5 Bespreekzone ... 5

4.6 Doubleren ... 5

4.7 Afstromen ... 6

4.8 Normen voor het oppakken van het hogere niveau ... 6

4.9 Normen voor het laten vallen van het hogere niveau ... 6

5 Afkortingen van de vakken ... 7

6 Programma van toetsen ... 7

6.1 Nederlands (Ne) ... 7

6.2 Engels (En) ... 9

6.3 Wiskunde (Wi) ...10

6.4 Rekenen (Re) ...12

6.5 Frans (Fa) ...13

6.6 Biologie (Bi) ...14

6.7 Geschiedenis (Gs)...15

6.8 Aardrijkskunde (Ak) ...17

6.9 Techniek (Tn) ...18

6.10 Muziek (Mu) ...21

6.11 Lichamelijke Oefening (Lo) ...23

6.12 Beeldende Vorming (Bv) ...24

(3)

3

2 Inleiding

Beste leerling, geachte ouder(s)/verzorger(s),

Voor je /u ligt het PTO (Programma Toetsing Onderbouw) 2019-2020. In dit PTO staan de toetsen, opdrachten enz. die de leerlingen dit jaar gaat maken.

Voor de leerlingen: het lijkt veel maar je hoeft natuurlijk niet alles tegelijk te doen. Je hebt er een heel schooljaar voor. De bedoeling van een PTO is dat jij maar ook je ouder(s) of verzorger(s) een richmavoijn hebben van wat je op het gebied van toetsing dit schooljaar kunt verwachten. Jij en je ouder(s) of verzorger(s) kunnen zo dus altijd zien welke toetsen, opdrachten, werkstukken enz. je in het leerjaar moet doen. Je kunt op deze manier zien wat er nog komen gaat en daardoor beter plannen.

In dit boekje staan de regels die op onze school aan toetsing verbonden zijn. Bovendien staan per vak alle toetsen netjes opgesomd met daarbij de weging (hoe zwaar telt de toets mee). Ook is ook de toetsvorm terug te vinden. Zo zijn er bijvoorbeeld theorietoetsen en vaardigheidstoetsen.

Kortom: het is handig om dit PTO goed te bewaren!

Mocht jij of u nog vragen hebben, dan kunnen kan je/kunt u natuurlijk altijd terecht bij de mentor, de docent of de teamleider. Wij hopen dat het een goed en prettig jaar wordt. Veel succes!

Z. Haveman M. Roelofs

Teamleiders Onderbouw

(4)

4

3 Uitleg PTO 3.1 Algemeen

Het Programma Toetsing Onderbouw (PTO) is een schematisch overzicht van alle toetsen die bij elk vak gegeven worden om tot een afgewogen, valide rapportcijfer te komen. Het PTO waarborgt dat alle door de overheid aan een bepaalde leerweg gestelde criteria op een evenwichtige manier worden getoetst.

Er zijn veel verschillende manieren om het geleerde te toetsen. In het PTO wordt het “type toets”

aangegeven. Als wij in dit document het woord ‘toets’ of ‘toetsen’ gebruiken, is dit steeds het algemene verzamelwoord voor de vele vormen van toetsing die wij gebruiken.

Een toets heeft een bepaalde weging. Deze weging geeft aan hoe zwaar de toets meetelt in het totale gemiddelde van alle toetsen.

Het PTO wordt steeds voor één jaar vastgesteld, op uiterlijk 1 oktober van het lopende schooljaar.

3.2 Regels rondom inhaalmomenten

Om bevorderd te kunnen worden naar een volgend leerjaar dient een leerling het

volledige PTO te hebben afgerond. Als een leerling een toets gemist heeft, moet hij deze zo snel mogelijk moeten inhalen op het eerst volgende inhaalmoment.

We organiseren deze inhaalmomenten in principe buiten de reguliere lessen om op een inhaaluur.

De leerling is zelf verantwoordelijk voor het bijhouden van het aantal gemiste toetsen en het inhalen van deze toetsen. De leerling maakt hiervoor individuele, duidelijke afspraken met de docent.

4 Overgangsnorm Groene Driehoek klas 1 (2019-2020) 4.1 Algemene bepalingen

Jaargemiddelde:

Het doorlopend jaargemiddelde is het gewogen gemiddelde van alle meetellende resultaten die voor een bepaald vak tot aan een bepaald moment in het schooljaar zijn behaald. Een jaargemiddelde wordt weergegeven op 2 decimalen.

Eindcijfer:

De eindcijfers van het overgangsrapport worden bepaald door de doorlopende jaargemiddelden voor de verschillende vakken aan het eind van het cursusjaar af te kappen tot één decimaal achter de komma en daarna af te ronden naar hele cijfers.

Voorbeeld 1: een 6,51 wordt na afkappen een 6,5, eindcijfer wordt een 7.

Voorbeeld 2: een 5,49 wordt na afkappen een 5,4, eindcijfer wordt een 5.

Onvoldoendepunten:

Een 5 als eindcijfer leidt tot 1 onvoldoendepunt

Een cijfer 4 of lager als eindcijfer leidt tot 2 onvoldoendepunten Vakadvies:

Alle leerlingen krijgen naast de cijfers ook voor elk vak een vakadvies.

De volgende adviezen kunnen worden gegeven: V, H/V, H, MAVO/H, MAVO, Doubleren, Andere Opleiding.

(5)

5

Voor het geven van de vakadviezen wordt door de docenten gekeken naar motivatie

van de leerling, concentratie in de klas, huiswerkattitude, leertaakgerichtheid, studievaardigheden en zelfvertrouwen bij proefwerken. Daarnaast wordt gekeken naar door de vaksecties geformuleerde vakinhoudelijke criteria

.

4.2 De overgangsnormen van klas 1 naar 2

Toelating in leerjaar 2 gaat in eerste instantie op grond van het cijferbeeld en het vakadvies.

In onderstaande tabellen betekent: G – geschikt, T – twijfelachtig, O – ongeschikt.

G T O

Cijferbeeld 0 of 1 onvoldoendepunt

2 onvoldoendepunten 3 of meer onvoldoendepunten Vakadvies 75% of meer positief 50% of meer, maar

minder dan 75%

positief

Minder dan 50% positief

Toelating volgens:

Toelaten Bespreken Niet toelaten

Cijferbeeld G T G G O T T O O

Vakadvies G G T O G T O T O

4.3 Beperking op de toelating van leerjaar 1 naar 2

Binnen het cluster Nederlands-Engels-Wiskunde mag de leerling ten hoogste voor één vak een onvoldoende eindcijfer behalen. Indien die onvoldoende lager is dan een 4, kan de leerling niet worden bevorderd

.

4.4 Rekenen

Het vak Rekenen wordt beoordeeld met een eindcijfer. In leerjaar 1 telt het vak Rekenen niet mee voor de overgang en wordt er ook geen vakadvies gegeven. In leerjaar 2 telt het vak Rekenen wel mee voor de overgang en wordt er wel een vakadvies gegeven.

4.5 Bespreekzone

Valt een leerling in de “bespreekzone” dan wordt op de overgangsvergadering ook de volgende informatie betrokken bij de overgang:

• De uitslag van een PMTK-test.

• De uitslag van de Saqi.

• De CITO-toetsen.

• Overige gemaakte testen.

• Overige informatie uit het dossier van de leerling.

In de “bespreekzone” is de mening van de meerderheid van de vergadering doorslaggevend. Bij het staken van de stemmen beslist de teamleider.

4.6 Doubleren

Indien een leerling niet kan worden bevorderd, is doubleren in hetzelfde leerjaar mogelijk. Het is niet toegestaan om in hetzelfde leerjaar twee keer te doubleren. Ook is het niet toegestaan om in twee opeenvolgende leerjaren te doubleren. Volgt de leerling een MAVO-opleiding, dan is de 5 jarennorm van toepassing: de leerling mag maximaal 5 jaar over de MAVO-opleiding doen.

(6)

6

4.7 Afstromen

Indien een leerling niet kan worden bevorderd naar het volgende leerjaar op hetzelfde niveau is een gerichte bevordering naar het volgende leerjaar van een lager niveau mogelijk.

Daarvoor worden de cijfers van het huidige niveau omgerekend met behulp van de volgende formule:

jaargemiddelde lagere niveau = jaargemiddelde huidige niveau × 0,8 + 2 (hierbij worden de jaargemiddelden afgekapt op 1 decimaal)

Voorbeeld:

Jaargemiddelde huidige niveau op een bepaald vak is 5.46, deze wordt eerst afgekapt naar 5.4.

Jaargemiddelde lagere niveau = 5.4 x 0.8 + 2 = 6.32. Dit wordt afgekapt naar cijfer 6.3, en dat wordt weer afgerond naar eindcijfer 6.

Bevordering naar het lagere niveau geschiedt op basis van de omgerekende eindcijfers in combinatie met de vakadviezen volgens de overgangstabel.

In alle voorkomende gevallen, waarin deze regeling niet voorziet, beslist de teamleider.

4.8 Normen voor het oppakken van het hogere niveau

In klas 1 kan een leerling vanaf december op elk moment het hogere niveau oppakken.

Een leerling in klas 1 kan het hogere niveau oppakken als de leerling aan de volgende drie voorwaarden voldoet:

• Het jaargemiddelde over alle vakken is minstens 7.50. Daarbij geldt dat één vak een jaargemiddelde mag hebben tussen 5.00 en 6.00, de overige vakken hebben een jaargemiddelde van 6.00 of hoger.

• Binnen het cluster Nederlands, Engels en Wiskunde is maximaal één vak lager dan 7.00.

• Binnen het cluster Nederlands, Engels en Wiskunde is geen enkel vak lager dan 6.00.

Opmerking 1 (geldend voor klas 1 en 2):

Wordt voldaan aan alle voorwaarden om het hogere niveau op te pakken, maar het jaargemiddelde over alle vakken ligt tussen 7.40 tot en met 7.50, dan wordt de leerling (schriftelijk) in bespreking gebracht. Het hogere niveau kan dan opgepakt worden als 75% of meer docenten positief adviseren.

Opmerking 2 (geldend voor klas 1 en 2):

Bij het omrekenen van de cijfers van het huidige niveau naar het hogere niveau worden alle tot nu toe behaalde cijfers op het huidige niveau omgerekend met behulp van de formule: cijfer hogere niveau = (cijfer huidige niveau – 2) : 0,8

.

4.9 Normen voor het laten vallen van het hogere niveau

De teamleider kan op elk moment beslissen of doorgaan op het hogere niveau gewenst blijft. Hierbij gelden de volgende uitgangspunten:

- Eén onvoldoendepunt op het huidige niveau betekent bespreken in team, waarna advies wordt uitgebracht aan ouder(s) en leerling. Daarbij wordt de volgende informatie betrokken:

• De uitslag van gemaakte testen (bvb. PMTK, Saqi, CITO-toetsen, etc.)

• Overige informatie uit het dossier.

-

Twee of meer onvoldoendepunten op het huidige niveau betekent verplicht het hogere niveau laten vallen.

In alle voorkomende gevallen, waarin deze regeling niet voorziet, beslist de teamleider.

(7)

7

5 Afkortingen van de vakken

Hieronder zijn de gebruikte afkortingen met betrekking tot de verschillende vakken verklaard

Ne Nederlands Gs Geschiedenis

En Engels Ak Aardrijkskunde

Wi Wiskunde Tn Techniek

Re Rekenen Bv Beeldende Vorming

Fa Frans Mu Muziek

Lo Lichamelijke Opvoeding Bi Biologie

6 Programma van toetsen 6.1 Nederlands (Ne)

Periode 1 Stofaanduiding Afkorting toets Soort toets

Weging Opmerkingen

september SO Lezen H1 SO1 SO 1 Leerstof Lezen H1 (mag

worden herkanst)

oktober Proefwerk H1 PW1 PW 2 Leerstof H1

november SO Zinsdelen H2 SO2 SO 1 Leerstof Grammatica

Zinsdelen H1 + H2

PW H2 PW2 PW 2 Leerstof H2 (Grammatica

Zinsdelen niet) december SO Lezen H1, H2,

H3

SO3 SO 1 Leerstof Lezen H1/H2/H3

SO woordenschat H3

SO4 SO 1 Leerstof Woordenschat H3

Periode 2 Stofaanduiding Afkorting toets Soort toets

Weging Opmerkingen

januari SO Spelling H3 SO5 SO 1 Leerstof Spelling H3

PW H3 PW3 PW 2 Leerstof H3 (Woordenschat

en Spelling niet)

februari Boekverslag WS1 WS 2 Verslag van een zelfgekozen

boek niveau 1/2

(www.lezenvoordelijst.nl) maart SO woordsoorten

H1 t/m H4

SO6 SO 1 Leerstof woordsoorten H1 t/m

H4

PW H4 PW4 PW 3 Leerstof H4 (Woordsoorten

niet)

april/mei Spreekbeurt MO1 MO 2 Spreekbeurt o.b.v. artikel

mei SO Grammatica H5 SO7 SO 1 Leerstof Grammatica H5

Proefwerk H5 PW5 PW 3 Leerstof H5 (Grammatica

niet)

juni Proefwerk Lezen PW6 PW 3 Eindtoets Lezen over theorie Lezen H1 t/m H6

2017/2018 SO overig SO8 SO 1 Vrije opdracht docent

2017/2018 SO overig SO9 SO 1 Vrije opdracht docent

2017/2018 SO overig SO10 SO 1 Vrije opdracht docent

2017/2018 SO overig SO11 SO 1 Vrije opdracht docent

(8)

8

Toelichting Codes Opmerking

PW = Proefwerk WS = Werkstuk

SO = Schriftelijke Overhoring MO = Mondelinge Overhoring PO = Praktische Opdracht

Leerlingen worden bij iedere schriftelijke toets Nederlands beoordeeld op het onderdeel spellen en formuleren

(9)

9

6.2 Engels

Toelichting Codes Opmerkingen

TT=theorietoets

PO=praktijkopdracht/vaardigheidstoets

Rapportcijfer komt tot stand op basis van voortschrijdend gemiddelde

TOETSEN

PERIODE STOFAANDUIDING

EXAME NEENH EID

SOORT TOETS

WEGIN

G OPMERKINGEN

September t/m januari

Overhoringen van het huiswerk (o.a. dictee, SO)

TT 1 Door docent zelf vorm te

geven (Gemiddelde van alle deeltoetsen samen)

oktober Eindtoets Unit 1 TT 2 All right

Herkansen mogelijk voor wie dat wil. Let op: laatste cijfer telt.

december Leesboekje 1 PO 1 SO

december Eindtoets Unit 2 TT 2 All right

januari Eindtoets Unit 3 TT 2 All right (indien toets

afgenomen na 1e rapport:

weging 3x)

Januari Leestoets 1-2-3 PO 1 All right

februari Luistertoets 1-2-3 PO 1 All right

maart Eindtoets Unit 4 TT 3 All right

maart Schrijftoets 1-2-3 PO 1 All right

maart Leesboekje 2 PO 1 SO

mei Eindtoets Unit 5 TT 3 All right

mei Luistertoets 4-5-6 PO 2 All right

juni Eindtoets Unit 6 TT 3 All right

Einde schooljaar

Leestoets in de proefwerkweek PO 2

Januari t/m juni

Overhoringen van het huiswerk (o.a. dictee, SO)

TT 1 Door docent zelf vorm te

geven (Gemiddelde van alle deeltoetsen samen) TOETSEN

PERIODE STOFAANDUIDING

EXAME NEENH EID

SOORT TOETS

WEGIN

G OPMERKINGEN

September t/m januari

Overhoringen van het huiswerk (o.a. dictee, SO)

TT 1 Door docent zelf vorm te

geven (Gemiddelde van alle deeltoetsen samen)

oktober Eindtoets Unit 1 TT 2 All right

Herkansen mogelijk voor wie dat wil. Let op: laatste cijfer telt.

december Leesboekje 1 PO 1 SO

december Eindtoets Unit 2 TT 2 All right

januari Eindtoets Unit 3 TT 2 All right (indien toets

afgenomen na 1e rapport:

weging 3x)

Januari Leestoets 1-2-3 PO 1 All right

februari Luistertoets 1-2-3 PO 1 All right

maart Eindtoets Unit 4 TT 3 All right

maart Schrijftoets 1-2-3 PO 1 All right

maart Leesboekje 2 PO 1 SO

mei Eindtoets Unit 5 TT 3 All right

mei Luistertoets 4-5-6 PO 2 All right

juni Eindtoets Unit 6 TT 3 All right

Einde schooljaar

Leestoets in de proefwerkweek PO 2

Januari t/m juni

Overhoringen van het huiswerk (o.a. dictee, SO)

TT 1 Door docent zelf vorm te

geven (Gemiddelde van alle deeltoetsen samen)

(10)

10

6.3 Wiskunde (Wi)

PTO Wiskunde vwo/vwo+ leerjaar 1 2019-2020

periode 1

korte omschrijving Omschrijving stof Afkorting Toets

Soort toets

Weging

sept PW H1: Figuren

Vlakke figuren Lijnen

Cirkels

Ruimtefiguren Balk

Prisma en piramide

PW1 PW 2

okt PW H2: Getallen

Bewerkingen De ggd en het kgv Breuken

Negatieve getallen

Negatieve getallen optellen en aftrekken

Assenstelsels

PW2 PW 2

nov PW H3: Hoeken

Kijkhoeken

Hoeken meten en tekenen Hoeken berekenen

Hoeken berekenen in driehoeken en vierhoeken Driehoeken tekenen

PW3 PW 2

dec PW H4: Formules

Negatieve getallen vermenigvuldigen

Negatieve getallen delen Negatieve breuken Woordformules Formules met letters Grafieken en formules

PW4 PW 2

jan PW H5: Rekenen in de praktijk

Decimale getallen De rekenmachine Rekenen in alledaagse situaties

Procenten Verhoudingen

PW5 PW 2

periode 2

korte omschrijving Omschrijving stof Afkorting Toets

Soort toets

Weging

feb PW H6: Formules en letters

Kwadraten

Kwadratische formules Grafieken

Rekenen met letters Herleiden

Herleiden van breuken

PW6 PW 3

mrt PW H7: Vlakke figuren

Symmetrie

Spiegelen in de ruimte Vierhoeken

Bijzondere lijnen Hoeken berekenen

PW7 PW 3

apr PW H8: Herleiden en machten Herleiden

Haakjes wegwerken PW8 PW 3

(11)

11 Machten

De wetenschappelijke notatie

Machten en letters Machten van machten

mei PW H9: Meten

Oppervlakte-eenheden Rekenen met lengten en oppervlakten

Aanzichten De cirkel Inhouden

PW9 PW 3

juni PW H10: Procenten en grafieken

Berekeningen met procenten

Procentuele verandering Omgaan met grafieken Soorten grafieken Evenredigheden Periodieke grafieken

PW10 PW 3

* Het kan zijn dat er een proefwerk komt te vervallen aan het eind van het schooljaar. Dat is

afhankelijk van de lengte van het schooljaar Dit zal in de sectie worden overlegd en duidelijk

aan de leerlingen worden medegedeeld.

(12)

12

6.4 Rekenen (Re)

Stofaanduiding Afkorting toets Soort toets

Weging Opmerkingen Blok 1 Getallen en

cijfers

PW 1 PW 1

Blok 2 Breuken, decimale getallen en procenten

PW 2 PW 1

Blok 3 Lengte, inhoud en oppervlakte

PW 3 PW 1

Toelichting Codes Opmerking

PW = proefwerk

(13)

13

6.5 Frans (Fa)

Periode 1

Stofaanduiding Afkorting

toets

Soort toets Weging Opmerkingen

Voca/grammatica Chap. 1 SO1a SO 1

Voca/grammatica Chap. 1 SO1b SO 1

Kennistoets Chap. 1 KT1 Pw 2

Voca/grammatica Chap. 2 SO2a SO 1

Voca/grammatica Chap. 2 SO2b SO 1

Kennistoets Chap. 2 KT2 Pw 2

Vaardigheidstoets Chap. 1+2 VT12 Va 1

Voca/grammatica Chap. 3 SO3 SO 1

Kennistoets Chap. 3 KT3 Pw 2

Praktische opdracht Chap. 4 PO4 PO 2

Periode 2

Stofaanduiding Afkorting

toets

Soort toets Weging Opmerkingen

Voca/grammatica Chap. 5 SO5 SO 1

Kennistoets Chap. 5 KT5 Pw 3

Vaardigheidstoets Chap. 3+5 VT35 Va 2

Voca/grammatica Chap. 6 SO6 SO 1

Kennistoets Chap. 6 KT6 Pw 3

Voca/grammatica Chap. 7 SO7 SO 1

Kennistoets Chap. 7 KT7 Pw 3

Vaardigheidstoets Chap. 6+7 VT67 Va 2 Toetsweek

Praktische opdracht Chap. 8 PO8 PO 2

Extra opdrachten PO18 PO 1 Hele jaar door,

verzamelkolom max. 6 cijfers

Toelichting Codes Opmerking

Pw = Proefwerk (Theorietoets) Va = Vaardigheidstoets SO = Schriftelijke overhoring

(14)

14

6.6 Biologie (Bi)

Stofaanduiding Afkorting toets Soort toets

Weging Opmerkingen Organen/orgaanstelsels PW H1 PW 2

Botten SO H2 SO 1

Bewegen PW H2 PW 2

Het oog SO H3 SO 1

Zintuigen PW H3 PW 2

Ethogram muizen PO H4 PO 1

Gedrag PW H4 PW 3

SO H5 SO 1

Planten PW H5 PW 3

SO H6 SO 1

Je omgeving PW H6 PW 3

PRACTICA PR PR 2 Samengesteld cijfer *

Opmerking

* Er worden maximaal 6 practica afgenomen. Deze deeltoetsen geven één samengesteld cijfer.

(15)

15

6.7 Geschiedenis (Gs)

Methode: Feniks, geschiedenis voor de onderbouw & e.a.m.

TOETSEN

PERIODE LEERSTOF/ OPDRACHT/

HANDELING

TOETS AFKORTING

TIJD

(min) TOETSWEGING TOETSSOOR T

september Les- en leerstofvoorbereiding:

Hoofdstuk 1 Prehistorie

§1 en 2

SO1 25 1x SO

september - oktober

Proefwerk Prehistorie:

Hoofdstuk 1 §1 t/m 4

PW1 50 2x PW

oktober - november

Les- en leerstofvoorbereiding:

Hoofdstuk 2 Grieken

§1, 2 (blz.35), 5 Let op: gedeeltelijk!

SO2 25 1x SO

november - december

Les en leerstofvoorbereiding:

Hoofdstuk 3 Romeinen §1 en 2

SO 3 25 1x SO

december - januari

Proefwerk Romeinen:

Hoofdstuk 3 §1, 2, 3, 5

PW2 50 2x PW

januari - februari

Les- en leerstofvoorbereiding:

Hoofdstuk 4 Vroege Middeleeuwen

§1 en 2

SO4 25 1x SO

(16)

16

NB1: Vaardigheden worden in proefwerken telkens herhaald, óók van voorgaande jaren!

NB2: Slechts in incidentele gevallen én na overleg met de sectie kunnen eventueel herkansingen gegeven worden.

maart - april

Proefwerk Vroege

Middeleeuwen: Hoofdstuk 4:

§1 t/m 4

PW3 50 2x PW

april - mei

Les- en leerstofvoorbereiding:

Hoofdstuk 5 Late Middeleeuwen

§4 en 5

SO5 25 1x SO

mei - juni

Proefwerk Late

Middeleeuwen: Hoofdstuk 5

§4 en 5

Hoofdstuk 6 §2 en 4

PW4 50 2x PW

TOELICHTING CODES SO

PW

Schriftelijke overhoring Proefwerk

(17)

17

6.8 Aardrijkskunde (Ak)

Stofaanduiding Afkorting toets Soort toets

Weging Opmerkingen Les- en

leerstofvoorbereiding H1

SO1 SO 1x

Les- en

leerstofvoorbereiding H1

PW1 PW 2x

Les- en

leerstofvoorbereiding H2

SO2 SO 1x

Les- en

leerstofvoorbereiding H2

PW2 PW 2x

Les- en

leerstofvoorbereiding H3

SO3 SO 1x

Les- en

leerstofvoorbereiding H3

PW3 PW 2x

Topografie Nederland plaatsen

TONLa SO 1x

Topografie Nederland overig

TONLb SO 1x

Stofaanduiding Afkorting toets Soort toets

Weging Opmerkingen Les- en

leerstofvoorbereiding H5

SO4 SO 1x

Les- en

leerstofvoorbereiding H5

PW4 PW 2x

Les- en

leerstofvoorbereiding H6

SO5 SO 1x

Les- en

leerstofvoorbereiding H6

PW5 PW 2x

Les- en

leerstofvoorbereiding H7

SO6 SO 1x

Les- en

leerstofvoorbereiding H7

PW6 PW 2x

Topografie Europa plaatsen

TOEUa SO 1x

Topografie Europa overig TOEUb SO 1x Topografie Wereld

plaatsen

TOWEa SO 1x

Topografie Wereld overig TOWEb SO 1x

(18)

18

6.9 Techniek (Tn)

PERIODE STOFAANDUIDING

TOETS AFKORTING

SOORT TOETS

WEGIN

G OPMERKINGEN

5 weken Periode 1

Pr1 Tek1 Opdr1

T1

PO PO TO

combi

1 1 +/-1

1

Rijdende blikje Isometrisch tekenen 1.1 + 1.2

5 weken Periode 2

Pr2 Tek2 Opdr2

T2

PO PO TO

combi

1 1 +/-1

1

Tangram puzzel Tangram puzzelstukje tekenen 2x

2.1 + 2.2

5 weken Periode 3

Pr3 Tek3 Opdr3

T3

PO PO TO

combi

1 1 +/-1

1

solderen isopaint 2.3 + 2.4

5 weken Periode 4

Spaghetti brug bouwen Ontwerp tekening brug

(19)

19

Pr4

Tek4 Opdr4

T4

PO PO TO

combi

1 1 +/-1

1

Presentatie brug

5 weken Periode 5

Pr5 Tek5 Opdr5

T5

PO PO TO

combi

1 1 +/-1

1

Fidget spinner Verslag gereedschap 3.1 + 3.2

5 weken Periode 6

Pr6 Tek6 Opdr6

T6

PO PO TO

combi

1 1 +/-1

1

Band plakken Tandwielen en overbrengingen -

5 weken Periode 7

Pr7 Tek7 Opdr7

T7

PO PO TO

combi

1 1 +/-1

1

Zenuwspiraal + ontwerptekening Opr 7 + 8 + 9 van 1.3 1.3 + 1.4

(20)

20

TOELICHTING CODES

PO = Praktische Opdrachten TO = Theoretische opdrachten

CIJFERS

Aan het einde van de periode wordt het (tot dan toe) gemaakte werk ingeleverd en krijgen leerlingen voor de onderdelen van deze periode apart een cijfer. De opdrachten worden niet becijferd maar hier krijgt de leerling één pluspunt of een minpunt voor. Het T-cijfer dat in SOM komt te staan is het gemiddelde van de twee deelcijfers en het pluspunt of minpunt voor de gemaakte opdrachten over één periode.

Als het werk niet af is aan het einde van de periode wordt dit WEL becijferd. Alleen in het geval van ziekte en/of geldige redenen voor absentie wordt hier bij het cijfer rekening mee gehouden.

PERSOONLIJKE PROJECTEN (als vervanging van één of meerdere periode(s))

Wanneer één of meerdere leerlingen met een goed idee komen voor een extra project, dan kunnen ze dit uitvoeren tijdens de reguliere technieklessen. Dit cijfer vervangt dan een gedeelte van het reguliere programma.

De eisen voor dit extra project worden aangegeven door de lesgevende docent.

Cijfer wordt gebaseerd op het gemaakte werkplan en de uitvoering van het project.

Wanneer één of meerdere leerlingen hier niet met voldoende inzet aan werken wordt dit project stopgezet en gaat/gaan zij verder met het reguliere programma.

(21)

21

6.10 Muziek (Mu)

In de onderbouw krijgen alle Brugklassen en alle tweede klassen (op dit moment) 1 uur per week muziek aangeboden.

Daarnaast is muziek ook een van de keuzemogelijkheden bij de flexuren.

Alle leerlingen in de onderbouw worden op de volgende onderdelen getoetst (waarbij het cijfer medebepaald wordt door de klasgenoten, zie toelichting Ad 10).

1) Iedere leerling zal worden beoordeeld op de wijze van presentatie van een spreekbeurt.

2) Iedere leerling zal worden beoordeeld op de wijze van het zingen voor de klas.

3) Iedere leerling zal worden beoordeeld op het vervaardigen en bespelen van een instrument.

4) Iedere leerling zal worden beoordeeld op het schrijven van een muziekstuk.

5) Iedere leerling zal worden beoordeeld op het bespelen van een 6-delig drumstel.

6) Iedere leerling zal worden beoordeeld op het schrijven van een muzikaal fantasieverhaal.

7) Iedere leerling zal worden beoordeeld op het vervaardigen van kleurencover voor een CD.

8) Iedere leerling zal worden beoordeeld op het samen kunnen werken in een groep.

9) Iedere leerling zal worden beoordeeld op het eigen aandeel tijdens de lessen.

Toelichtingen:

Ad 1: Bij dit onderdeel wordt op het volgende gelet:

a) HOE VERTEL JE? (Spreek je grotendeels uit het hoofd, kijk je regelmatig om je heen?)

b) WAT VERTEL JE? (Vertel je grotendeels bekende informatie, is je verhaal boeiend en interessant genoeg om te volgen?)

c) HOE LANG VERTEL JE? (De spreekbeurt moet 2 minuten duren, waarna je de spreekbeurt moet gaan afronden. Is je spreekbeurt korter dan 2 minuten dan wordt het cijfer met 1 punt verlaagd)

Ad 2: Bij dit onderdeel wordt op het volgende gelet:

a) HOE VERKOOP JE JE LIED? (denk bijvoorbeeld aan een pruik, of een dansje (presentatie).

b) WAT ZING JE? (moeilijkheidsgraad, het mag geen rap zijn).

c) HOE ZUIVER ZING JE? (muzikaliteit).

Iedereen die voor dit onderdeel een 9,5 of een 10 scoort mag meedoen met “het Grote Songfestival van de Groene Driehoek”)

Ad 3: Bij dit onderdeel wordt op het volgende gelet:

a) Originaliteit van het instrument

b) Presentatie tijdens het beschrijven van de ontwikkeling van dat instrumentt c) Muzikaliteit tijdens bespelen van het instrument.

Ad 4: Bij dit onderdeel wordt op het volgende gelet:

a) Originaliteit bij het bedenken van een nog niet bestaande muzieknotatie voor 3 toonhoogtes b) Muzikaal correcte weergave van het eigen geschreven muziekstuk.

Ad 5: Bij dit onderdeel wordt op het volgende gelet:

a) Uitleg van de muzieknotatie en de namen van de ritmes.

b) Muzikaal correcte weergave van de oefening uit het boek.

c) Improvisatiegedeelte, dat helemaal zelf mag worden ingevuld.

Ad 6: Bij dit onderdeel wordt op het volgende gelet:

a) Lengte van het verhaal (tussen een halve en een hele A-4 pagina) b) Fantasie in het verhaal

c) Voordracht van het verhaal

(22)

22

d) Layout van het verhaal

Ad 7: Bij dit onderdeel wordt op het volgende gelet:

a) Aandacht die is besteed aan het ontwerp.

b) Is het een bruikbaar vierkant ontwerp voor een CD hoesje?

Ad 8: Bij dit onderdeel wordt op het volgende gelet:

a) De wijze waarop de leerling samen met zijn groep aan de opdrachten van een TOP-2000 lied heeft gewerkt.

b) De wijze waarop de leerling samen met zijn groep het TOP-2000 lied hebben meegezongen en of meegedanst.

Ad 9: Bij dit onderdeel wordt op het volgende gelet:

a) De wijze waarop de leerling zelf tijdens de les heeft meegewerkt aan alle opdrachten en vragen.

b) De wijze waarop de leerling zelf tijdens de les heeft meegezongen en/of meegedanst tijdens de ten gehore gebrachte muziekstukken.

Ad 10: Alle leerlingen geven elkaar ook hun eigen beoordelingen dat samen met het cijfer van de docent het uiteindelijke cijfer gaat bepalen.

Alle leerlingen hebben de mogelijkheid om één van de opdrachten te weigeren, zonder dat die opdracht hoeft te worden ingehaald. (Dat heeft te maken met het feit dat sommige leerlingen het op die leeftijd heel moeilijk vinden om met alle ogen van de klasgenoten op zich gericht een lied voor de klas door een microfoon te zingen, of een spreekbeurt te moeten houden of zich te presenteren met een muziekinstrument.)

Men mag dan de zogenaamde joker inleveren (pagina 93 brugklasboek of pagina 193 van het Tweede Klasboek). Daarmee vervalt dan de opdracht en dus ook de toetsing.

Mocht een leerling echter toch alle opdrachten hebben volbracht, dan zal die leerling aan het einde van het schooljaar worden beloond met een extra cijfer 10 in de cijferlijst.

De opdrachten 1 t/m 8 worden gewogen met de waarde 1.

Opdracht 9 wordt gewogen met de waarde 2.

(23)

23

6.11 Lichamelijke Oefening (Lo)

Stofaanduiding Afkorting toets Soort toets

Weging Opmerkingen Spel:

Doelspelen Netspelen Terugslag Spelen

Pr1 PO 1

Amavoetiek:

Lopen Springen Werpen

Pr2 PO 1

Turnen:

Springen Zwaaien Acrogym

Pr3 PO 1

Zelfverdediging:

Judo

Pr4 PO 1

Zwemmen:

Snorkelen 12 minuten Survival

Pr5 PO 1

Toets Softbal SO1 SO 1 Spelregels en tactiek

Toets Korfbal SO2 SO 1 Spelregels en tactiek

Toets Volleybal SO3 SO 1 Spelregels en tactiek

Vakgebonden criteria:

Inzet, zelfstandig werken,

samenwerken, kleding

Pr6 PO 1

Toelichting Codes Opmerking

PO = Praktijk SO = Schriftelijk

De praktijkonderdelen en toetsen zijn verplicht. Het zijn handelingsdelen. Deze moeten worden

afgesloten met een voldoende.

Indien een onderdeel niet voldoende is afgesloten, dan dient dit alsnog afgesloten te worden. Uiteraard wordt er rekening gehouden met bijzondere

omstandigheden, ziekte/blessures. In overleg met de docent wordt dan naar een oplossing gezocht.

Een vervangende opdracht behoort tot de mogelijkheden…...

Weersomstandigheden kunnen het programma beïnvloeden, evenals de beschikbaarheid van accommodaties.

(24)

24

6.12 Beeldende Vorming (Bv)

PERIODE STOFAANDUIDING

TOETS AFKORTIN G

SOORT TOETS

WEGIN

G OPMERKINGEN

September- Oktober

Periode 1: Beeldende kunst en beeldaspecten.

Abstract en figuratief.

Praktische Opdrachten

PO1 PO 2

Per blok zijn er minimaal 2 en max 5 PO ’s. De docent stelt vast welk aantal haalbaar en verplicht is. Dit kan per klas en incidenteel per leerling verschillen.

Het gemiddelde cijfer van de PO ’s wordt in SOM gezet.

Oktober- december

Periode 2

Beeldaspect Structuur;

Praktische Opdrachten

Toets blok 1-2

PO2

T1

PO

TT

2

1

Beeldaspecten kunnen vanaf periode 2

onderling gewisseld worden.

Januari - maart

Periode 3

Beeldaspect Kleur;

Praktische Opdrachten

Toets blok 3

PO3

T2

PO

TT

2

1

*

(digitaal) Portfolio wordt in periode 3 en/of periode 4 gecontroleerd.

(25)

25

Presentatie portfolio* PO5 PO 1*

maart – juni / juli

Periode 4

Beeldaspecten; licht en vorm

Praktische Opdrachten

Toets Blok 4*

Presentatie portfolio*

Vrij werk*

PO4

T3

PO6

PO7

PO

TT

PO

PO

2

1*

1*

1*

*

(digitaal) Portfolio kan in periode 3 en/of periode 4 gecontroleerd worden.

*

Vrij en extra werk kan meetellen met een cijfer mits de leerling alle door de docent verplicht gestelde PO’ s heeft ingeleverd.

TOELICHTING CODES

PO = Praktische Opdrachten TT = Theoretische Toets

* weegt mee als er een cijfer staat;

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In het PTO hebben de docenten beschreven welke toetsen je de komende periode krijgt en hoe ze meetellen voor je cijfer.. Het is mogelijk dat er kleine wijzigingen gemaakt

• Proefwerken worden minimaal twee weken van tevoren opgegeven (zowel mondeling als in magister).. • Proefwerken moeten binnen twee weken nagekeken en met de klas

Alle leerlingen in de onderbouw worden op de volgende onderdelen getoetst (waarbij het cijfer medebepaald wordt door de klasgenoten, zie toelichting Ad 10). 1)

Ook is er zo gelijkheid in toetsing en onderwijsprogramma bij parallelgroepen, zijn doorlopende leerlijnen beter zichtbaar en is het voor loot-leerlingen duidelijker welke toetsen er

Om tot goede resultaten te komen, is het belangrijk dat je proactief handelt, precies weet wat voor de volgende toets geleerd moet worden en je huiswerk goed leert plannen..

Als sectie willen wij komend schooljaar gaan richten op een goed en duidelijk toets beleid, dit is een jaar lang hard werken, maar daarna hopen we een goede en duidelijke toets

Deze feedback – super!, goed, voldoende of aandachtspunt - wordt genoteerd in Magister, maar telt niet mee voor de bevordering.. We gebruiken daarvoor een rubric, deze staat op de

Stofaanduiding Toetsvorm Gewicht Opmerkingen 101 Woordenschat (woordenlijst) en. grammatica