• No results found

4, 16-21 Broeders en zusters, Vandaag zijn we met vele priesters in de kathedraal aanwezig om samen de eucharistie te vieren

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "4, 16-21 Broeders en zusters, Vandaag zijn we met vele priesters in de kathedraal aanwezig om samen de eucharistie te vieren"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

HOMILIE MGR. JOHAN BONNY, BISSCHOP VAN ANTWERPEN CHRISMAMIS

Onze-Lieve-Vrouwekathedraal Antwerpen Witte Donderdag 2 april 2015, 10u Jes. 61, 1-3a.6a.8b-9 / Apok. 1, 5-8 / Lc. 4, 16-21

Broeders en zusters,

Vandaag zijn we met vele priesters in de kathedraal aanwezig om samen de eucharistie te vieren. Midden de Goede Week willen we onze verbondenheid met de diocesane kerkge- meenschap versterken en de beloften van ons priesterschap vernieuwen.

Beste priesters, dank om vandaag zo talrijk aan deze concelebratie deel te nemen. Samen vormen wij het presbyterium van het Bisdom Antwerpen. Het is onze zending om het volk van God te dienen als ‘goede herders’, naar het voorbeeld van Jezus. We doen dit op vele wijzen en op vele plaatsen, ieder volgens zijn talenten en zijn charisma. Telkens zijn andere gemeenschappen en andere mensen aan onze pastorale zorg toevertrouwd.

We leven met hen mee en dragen hen in ons hart. In deze concelebratie mogen wij onze verscheidenheid dankbaar aan de Heer toevertrouwen. Tegelijk bidden we dat de Heer ons nauwer met elkaar mag verbinden als werkers in zijn ene wijngaard.

De traditie wil dat deze concelebratie doorgaat op Witte Donderdag. Wat Jezus op deze dag zegde en deed, heeft voor ons als priesters immers een unieke betekenis. Vanavond zullen we gedenken wat Jezus deed met zijn apostelen bij de aanvang van zijn laatste da- gen. Hij gaf hun zijn levende aanwezigheid in brood en wijn, en Hij waste hun voeten.

Wat de apostelen later aan anderen moesten doorgeven, moesten ze eerst zelf leren ont- vangen. Daar zat overigens het moeilijkste moment voor de apostelen op Witte Don- derdag. Dat zij van Jezus de opdracht kregen om zijn gebaren aan anderen door te geven, dat konden ze nog plaatsen. Maar dat Jezus deze gebaren eerst aan hen voltrok, dat was voor hen pas schrikken en huiveren. Vooraleer zij de eucharistie konden voor- gaan, moesten zij eerst zelf zijn Lichaam en zijn Bloed leren ontvangen, uit de handen van Jezus zelf. Vooraleer zij de voetwassing konden voortzetten, moesten zij zich eerst de voeten laten wassen, door Jezus zelf. Op Witte Donderdag zet Jezus zijn apostelen eerst in de rol van ontvanger, en pas daarna in de rol van bedienaar. Juist daar hadden de apos- telen het moeilijk mee. Als toekomstige leiders waren ze beter in voordoen en uitdelen, dan in meedoen en ontvangen.

De reactie van Petrus is heel typerend. Uitgerekend op het moment dat Jezus zijn voeten nadert, komt Petrus in opstand en veert hij recht: “Heer, wilt Gij mij de voeten wassen?” Jezus gaf hem ten antwoord: “Wat ik doe begrijpt ge nu nog niet maar later zult gij het inzien.” Toen zei Pe- trus tot Hem: “Nooit in der eeuwigheid zult Gij mij de voeten wassen!” Jezus antwoordde hem: “Als gij u niet door Mij laat wassen kunt gij mijn deelgenoot niet zijn.” Daarop zei Petrus tot Hem: “Heer, dan niet alleen mijn voeten maar ook mijn handen en hoofd.” (Joh. 13,1-15). Hoeveel werk Jezus nog zou hebben met het wassen van Petrus, zal pas morgen duidelijk worden. Driemaal zal

(2)

Petrus zijn vriend en Heer verloochenen. Die verloochening was meer dan wat stof op zijn voeten! Na Pasen zal Jezus Petrus nog eens moeten wassen en dan veel grondiger, vooraleer hem in zijn dienstwerk te bevestigen. Het stof dat Jezus toen bij Petrus moest afwassen zat niet meer op zijn voeten, maar in zijn hart en tussen zijn oren!

Beste confraters, geef toe: meestal staan wij achter het altaar, achter de ambo of achter de micro. We zijn gewoon aan de rol van voorganger, celebrant of predikant. En dat is ook nodig. We proberen van die rol het beste te maken, terecht. Op Witte Donderdag zegt Jezus echter tot ieder van ons: ‘Jij bent er wel voor Mij, maar mag Ik er eerst zijn voor jou? Jij geeft wel mijn brood en beker, mijn Lichaam en Bloed aan anderen, maar mag Ik die eerst aan jou geven? Jij helpt wel de voeten van anderen wassen, maar mag Ik eerst jouw voeten raken en wassen? Waar zit het stof in jouw hart of tussen jouw oren, het stof dat alleen Ik kan wassen en zuiveren?’ ‘Wil je nu even blijven zitten’, zegt Jezus,

‘dat Ik tot bij jou kan komen om je opnieuw te raken en te reinigen, daar waar het stof en de sleet van de jaren hun sporen hebben nagelaten.’ Beste priesters, graag nodig ik u uit om na de homilie, samen met mij, de geloften van uw priesterschap te vernieuwen.

Broeders en zusters, in deze eucharistie zegenen wij de olie voor de bediening van de sa- cramenten in ons bisdom. Het zijn drie oliën: de olie voor de catechumenen, de olie voor de ziekenzalving en het heilig Chrisma voor de bediening van het doopsel, het vormsel en de wijdingen. Omdat de meeste vormelingen vandaag nog op school zijn, hebben we voor deze viering een aantal zieke en bejaarde personen uitgenodigd. Enke- len van hen zullen tijdens deze viering het sacrament van de ziekenzalving ontvangen.

Beste zieken en bejaarden, wanneer ons leven verzwakt of aftakelt, komt een gevoel van eenzaamheid over ons. Vele vrienden of familieleden van vroeger zijn er niet meer. We hebben de indruk er opnieuw alleen voor te staan. Toch is er Iemand die ons dan niet in de steek laat. ‘Wanneer je levenskracht vermindert, zal Ik bij je blijven’, zegt Jezus.

‘Wanneer gevoelens van eenzaamheid je triestig stemmen, zal Ik je mijn vriendschap laten voelen’, zegt Hij. De ziekenzalving is daarvan het teken. Zacht en krachtig als zalf, wil Jezus doordringen in je hart en er blijven wonen. We bidden vandaag voor alle zieken die tijdens het komende jaar de ziekenzalving zullen ontvangen. We vragen dat Jezus hen met zijn vriendschap mag sterken en troosten.

Beste jongeren, vormelingen en misdienaars, die vandaag in de kathedraal aanwezig zijn.

Sommigen van jullie zijn al gevormd, anderen zullen na Pasen het sacrament van het vormsel ontvangen. Jullie zijn niet ziek of bejaard, gelukkig maar. Toch komt Jezus met zijn vriendschap ook naar jullie. Hij wil doordringen in jullie hart en er blijven wonen.

Bij het vormsel zal ik of een priester die mij vertegenwoordigt je zalven met heilig Chris- ma en daarbij zeggen: ‘Sven of Silke, ontvang het zegel van de heilige Geest, de gave Gods’. Je wordt gezalfd met de heilige Geest. Zoals olie in steen, zal de heilige Geest diep in je doordringen. Hij zal je nooit meer alleen laten. Je zal Hem voortaan persoonlijk mogen aanspreken en je door Hem laten leiden. Beste vormelingen, beste kinderen en jongeren, in deze viering bidden we dat jullie bezielde en bekwame christenen mogen worden. Je- zus heeft jullie nodig. De Kerk heeft jullie nodig. Wees niet bang om te doen wat de hei- lige Geest in jullie hart legt. Dat is het mooiste wat je van je leven kan maken! Amen.

+ Johan Bonny

Bisschop van Antwerpen

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

7 Jezus antwoordde en zeide tot hem: Wat Ik doe, weet gij nu niet, maar gij zult het later verstaan.. 8 Petrus zeide tot Hem: Gij zult mijn voeten niet wassen in

Zoals Jezus niet voor zichzelf alleen is gestorven, is Hij ook niet voor zichzelf alleen ver- rezen.. Het nieuwe leven waarmee Hij op Pasen wordt bekleed, is niet voor Hem alleen

Abiraham Rayappan nogmaals: “Er zijn solidariteitsacties, Soep op de Stoep, Koffiestop, maar ook de inzet voor vluchtelingen, mensen in nood, samen- werking tussen kerkelijke

Zoals Jezus zich in het eerste boek aan Teofilus voorneemt om naar Jeruzalem te gaan (Lucas 9, 51), omdat Hij zo Gods bezoek verwezenlijkt (19, 44) en omdat het niet past dat

Zo kwam Hij bij Simon Petrus, die echter tot Hem zei: “Heer, wilt Gij mij de voeten wassen?” Jezus gaf hem ten antwoord: “W at Ik doe, begrijpt ge nu nog niet, maar later zult gij

Jezus geeft het goede voorbeeld Toen Jezus de voeten van alle leerlingen gewassen had, deed hij zijn kleren weer aan?. Hij ging bij de leerlingen zitten en zei: ‘Begrijpen jullie

- 6-8 jaar: De kinderen bedenken hoe ze hun liefde voor Jezus willen laten zien.. - Ze maken hiervan een tekening bij de voet

zei deze: ‘U wilt toch niet mijn voeten wassen, Heer?’ 7 Jezus antwoordde: ‘Wat ik doe, begrijp je nu nog niet, maar later zul je het wel begrijpen.’ 8‘O nee,’ zei