• No results found

Na de voetwassing zegt Hij: “Als ik, de Heer en Leraar, uw voeten heb gewassen dan behoort ook gij elkaar de voeten te wassen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Na de voetwassing zegt Hij: “Als ik, de Heer en Leraar, uw voeten heb gewassen dan behoort ook gij elkaar de voeten te wassen"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

HOMILIE MGR. JOHAN BONNY, BISSCHOP VAN ANTWERPEN WITTE DONDERDAG - COENA DOMINI

Onze-Lieve-Vrouwekathedraal Antwerpen – 5 april 2012 Broeders en zusters,

Op de avond voor zijn lijden en dood, terwijl Jezus voor de laatste keer samen is met zijn leerlingen, stelt Hij twee gebaren: de voetwassing en de instelling van de eucharistie.

Van beide gebaren vraagt Jezus dat zijn leerlingen ze zouden voortzetten. Na de voetwassing zegt Hij: “Als ik, de Heer en Leraar, uw voeten heb gewassen dan behoort ook gij elkaar de voeten te wassen. Ik heb u een voorbeeld gegeven opdat gij zoudt doen zoals ik u gedaan heb”. En tijdens het laatste avondmaal zegt Hij: “Doet dit tot mijn gedachtenis. (...) Telkens als gij dit brood eet en deze beker drinkt, verkondigt gij de dood des Heren totdat Hij weder- komt”. Als leerlingen van Jezus staan we onder een dubbele opdracht: om elkaar de voe- ten te wassen en om de eucharistie te blijven vieren. Het lijkt evident, maar het is niet eenvoudig om beide opdrachten tegelijk trouw te blijven.

Enerzijds ontmoet ik christenen die veel waarde hechten aan een verzorgde eucharistie en aan de werkelijke tegenwoordigheid van Jezus in de eucharistie. Zij kunnen soms hard oordelen over christenen die zich minder aangetrokken voelen tot de eucharistie, maar zich wel actief inzetten voor anderen. Anderzijds ontmoet ik christenen die zich erg engageren ten bate van mensen in moeilijke of bedreigde situaties en hun handen daadwerkelijk uit de mouwen steken. Zij kunnen zich soms heel misprijzend uitlaten over christenen die zich minder verregaand inzetten voor anderen, maar zich wel thuis voelen in de eucharistie. Ik ontmoet inderdaad beide groepen van christenen, ook in ons bisdom. Ik beluister hen in per- soonlijke gesprekken en lees hun publicaties. In beide groepen herken ik iets van de echt- heid van het Evangelie en van het christen-zijn. Alleen zou ik soms aan beide groepen willen vragen: heb je wel heel de vraag van Jezus gehoord? Tijdens het laatste avondmaal, in het uur van het afscheid, heeft Jezus twee vragen gesteld: dat wij de eucharistie zouden vieren zoals Hij het voordeed met brood en beker, en dat wij elkaar zouden dienen zoals Hij het leerde in de voetwassing.

De eucharistie is een ritueel gebaar, dat teruggaat op de Joodse viering van het paas- maal. We nemen het brood en we nemen de beker met wijn zoals Jezus het ons heeft voor- gedaan en we herhalen dezelfde woorden die Jezus toen gezegd heeft. De trouwe herhaling van Jezus’ eigenste gebaren en eigenste woorden is hierbij essentieel. Omdat we Hem willen erkennen en ontmoeten in het gebaar dat Hij ons heeft voorgedaan. Omdat wij geloven dat Hij werkelijk onder ons aanwezig is, als de Levende Heer, wanneer wij van dit brood eten en uit deze beker drinken. Uit deze viering wordt de kerkgemeenschap geboren: een gemeen- schap van mensen door Jezus verzameld en gevoed, om Hem te volgen en van Hem te getui- gen.

(2)

De voetwassing is geen ritueel gebaar van dezelfde orde. Wanneer Jezus de voeten van zijn leerlingen wast, stelt Hij een heel menselijk gebaar: een gebaar van dienstbaarheid, dat normaal door een slaaf of een huisknecht wordt verricht. Anders dan de eucharistie, moet de voetwassing niet letterlijk herhaald worden. Integendeel, de voetwassing moet dagelijks vertaald worden in nieuwe gebaren van dienst, van steun, van hulp of van solidariteit. Omdat de vragen en noden van mensen elke dag anders zijn, moet ook de voetwassing elke dag een andere gestalte aannemen. Het gebaar van de voetwassing is overigens niet zo onschuldig als het er uitziet. Het is niet zomaar een vriendendienst. Wanneer Jezus de voeten van zijn leer- lingen wast, weet Hij dat Judas Hem zal overleveren, dat Petrus Hem drie keer zal verraden en dat de anderen zullen inslapen of de vlucht nemen. De voetwassing is een gebaar van eenzijdige liefde, van liefde voorbij de wederdienst of de dankbaarheid. Daartoe roept Jezus ons in de voetwassing op: om te geven zonder berekening, voorbij de wederkerigheid. En dat is veel gevraagd!

Hoe verhouden de eucharistie en de voetwassing zich tot elkaar? Niet als ‘toen vierden ze de eucharistie’ en ‘nu moeten wij elkaar de voeten wassen’. Ook niet als ‘de eucharistie is het sacrament voor de gelovigen’ en ‘de voetwassing is een aansporing voor al wie zich wil inzetten’. Neen. We doen onrecht aan het getuigenis en de vraag van Jezus als we de twee gebaren uit elkaar halen. Wie Jezus wil kennen en volgen, heeft zowel de eucharistie als de voetwassing nodig. De waarheid van het Evangelie zit niet in het één of het ander, maar in het één met het ander. Juist daarom is de waarheid van het Evangelie zo’n complexe en moeilijke waarheid.

De tijd van Jezus is niet afgelopen met zijn dood op het kruis. Integendeel. Met Pa- sen is de tijd van Jezus pas voorgoed begonnen. Voor ons is de tijd van Jezus de tijd van de eucharistie en de tijd van de onberekende dienstbaarheid. Zo zullen we Hem herkennen en met Hem verbonden blijven: wanneer we alles doen wat Hij ons heeft voorgedaan.

Amen.

+ Johan Bonny Bisschop van Antwerpen

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

‘Galmuggen en gaasvliegen kunnen eveneens heel goed bij lindebomen worden inge- zet, daarin zit geen verschil’, besluit Willemijns. Peter Willemijns Tanja

Daarnaast is het percentage HBO-afgestudeerden dat op zoek is naar een andere functie in de sector cultuur en overige dienstverlening hoger dan bij de overheid als geheel, en

Berekeningen door De Nederlandsche Bank (DNB, 2014) 15 laten zien dat een loonimpuls die niet het gevolg is van de gebruikelijke mechanismen binnen de economie

Wensen van ouderen | “Participatie en eigen kracht beleid”: mensen stimuleren te handelen vanuit hun eigen kracht (empowerment), onder meer door hun sociaal netwerk te benutten

In beide gebaren kijkt Jezus over zijn dood en opstanding heen, naar de tijd van de Kerk.. Het zijn gebaren waarin Hij de chris- telijke gemeenschap op het oog heeft, zoals ze na

Vandaag bidden we voor de bis- schop en de priesters van ons bisdom: dat wij bemiddelaars van Gods barmhartigheid mogen zijn voor al wie vandaag op ons dienstwerk rekent..

Abiraham Rayappan nogmaals: “Er zijn solidariteitsacties, Soep op de Stoep, Koffiestop, maar ook de inzet voor vluchtelingen, mensen in nood, samen- werking tussen kerkelijke

Zoals Jezus zich in het eerste boek aan Teofilus voorneemt om naar Jeruzalem te gaan (Lucas 9, 51), omdat Hij zo Gods bezoek verwezenlijkt (19, 44) en omdat het niet past dat