• No results found

13, 1-15 Broeders en zusters, In de liturgie van Witte Donderdag gedenken we twee gebaren van Jezus: de voetwassing en de instelling van de Eucharistie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "13, 1-15 Broeders en zusters, In de liturgie van Witte Donderdag gedenken we twee gebaren van Jezus: de voetwassing en de instelling van de Eucharistie"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

HOMILIE MGR. JOHAN BONNY, BISSCHOP VAN ANTWERPEN COENA DOMINI

Onze-Lieve-Vrouwekathedraal Antwerpen Witte Donderdag 17 april 2014, 20u Ex. 12, 1-8.11-14

1 Kor. 11, 23-26 Joh. 13, 1-15

Broeders en zusters,

In de liturgie van Witte Donderdag gedenken we twee gebaren van Jezus: de voetwassing en de instelling van de Eucharistie. Het zijn de twee belangrijkste gebaren van het Laatste Avondmaal. Van beide gebaren zegt Jezus dat de leerlingen ze moeten voortzetten. Van de voetwassing zegt Hij: ‘als Ik, de Heer, uw voeten heb gewassen dan behoort ook gij elkaar de voe- ten gewassen. Ik heb u een voorbeeld gegeven opdat gij zoudt doen zoals Ik u gedaan heb’ (Joh. 13, 14- 15). En van de eucharistie zegt Hij: ‘telkens als gij dit brood eet en de beker drinkt, verkondigt gij de dood des Heren totdat Hij wederkomt’ (1Kor. 11, 26). In beide gebaren kijkt Jezus over zijn dood en opstanding heen, naar de tijd van de Kerk. Het zijn gebaren waarin Hij de chris- telijke gemeenschap op het oog heeft, zoals ze na Pasen rond Hem zal ontstaan. Hoe kijkt Jezus naar deze gemeenschap?

De voetwassing zoals Jezus haar verricht bij zijn leerlingen, komt uit het huisritueel van een Oosterse of Joodse familie. Wanneer een familie gasten ontving, stond een huis- knecht klaar om hun de voeten te wassen. Na een lange tocht langs stoffige wegen, was dat een nuttig en gewaardeerd gebaar van welkoming. Daarna konden de gasten plaats nemen in de woonruimte voor een gesprek of rond de tafel voor een maaltijd. De voet- wassing heeft iets huiselijks, iets familiaals. Ze laat gasten niet staan als de postbode of een wijkagent in de deuropening, op een hoffelijke afstand. Nee, ze leidt mensen binnen in de intieme leefruimte van een familie. Zo kijkt Jezus naar de kerkgemeenschap: als naar een grote en gastvrije familie. In de kring van Jezus worden wij broers en zussen van elkaar.

In die kring zijn wij geroepen elkaars dienaars te zijn, zoals Hij het was voor zijn leer- lingen. Hoe vertrouwelijk gaan wij met elkaar om? Hoe nauw voelen wij ons in de christe- lijke gemeenschap met elkaar verbonden? Een hartelijke verwelkoming is voor Jezus het eerste waarmerk van een christelijke gemeenschap.

De voetwassing is wel degelijk een wassing. Stoffige voeten moeten weer fris en zuiver worden. Daar komt flink wat water en zeep bij te pas. Jezus weet dat er bij zijn leerlingen nog aardig wat te wassen valt. Geen mens, geen christen stapt door het leven zonder dat zonde en kwaad aan hem blijven kleven. Dat aanklevende vuil belet ons om elkaar te zien zoals we echt zijn en om met een zuiver hart voor God te treden. Van dat aanklevende vuil wil Jezus ons bevrijden. Toch zal de echte wassing niet op Witte Donderdag, maar op Goede Vrijdag plaatsvinden, niet met water maar met bloed. Bij de zegening van de be- ker zegt Jezus tot zijn leerlingen: ‘Drink er allen uit, want dit is mijn bloed van het verbond, voor velen uitgeschonken tot vergeving van zonden’ (Mt. 26, 27-28). Het is Jezus inderdaad niet te

(2)

doen om het stof dat kleeft aan onze voeten, maar om het kwaad dat kleeft aan ons hart.

Met zijn bloed op het kruis heeft Hij vergeving en verzoening gebracht. Hoe kijkt Jezus naar de kerkgemeenschap? Hij ziet haar als een gemeenschap van mensen die elkaar ver- geving schenken en nieuwe kansen geven. Mag Jezus in deze dagen onze zonden verge- ven? Met die vraag knielt Hij voor zijn leerlingen en voor ons neer.

De voetwassing is het werk van de huisknecht. Al wat bij de voetwassing hoort, komt trouwens uit de achterkeuken: een linnen schort, een waskom en water. Bovendien vraagt de voetwassing om bewegingen waarin huisknechten meer geoefend zijn dan heren: zoals bukken, knielen, wassen en afdrogen. De leerlingen hebben het er moeilijk mee. Petrus komt zelfs in opstand. Hoe kan Jezus zich verlagen tot een huisknecht? Hoe kan Hij het werk overnemen van een dienaar, die daarvoor betaald of onderhouden wordt? Ook hier is het Jezus al om de kerkgemeenschap te doen. Hoe kijkt Hij naar de gemeenschap die zijn leerlingen zullen vormen na Pasen? Hij ziet haar als een dienende gemeenschap, waar- in mensen voor elkaar beschikbaar zijn en voor elkaar zorg dragen. De wereld heeft geen nood aan ronkende woorden en grote theorieën. De wereld heeft evenmin nood aan red- ders en verlossers. De wereld heeft wel nood aan dienaars die in alle bescheidenheid de schort aantrekken en het werk doen dat moet gebeuren. Met zulk een dienaarschap is weinig eer te behalen. Het wordt misprezen en versmaad. Toch was dat de rol die Jezus zichzelf toebedeelde en die Hij aan zijn leerlingen doorgaf. ‘Met minder dan wat Ik jullie heb geleerd, kun je Mij niet eren’, zegt Jezus (cf. Joh. 13, 8-9.12-17).

Broeders en zusters, evenzeer als de instelling van de Eucharistie is de voetwassing een kerkstichtend gebaar van Jezus. Beide gebaren mogen we in deze viering van Witte Don- derdag schroomvol ontvangen en nadoen. Zo hopen we in de buurt te blijven van Jezus en hoe Hij vooruit keek naar zijn leerlingen en de kerkgemeenschap.

Amen.

+ Johan Bonny

Bisschop van Antwerpen

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

‘Je moet het toch maar doen!’: zo kijken we vanavond naar Jezus die zijn laatste dag ingaat, met dankbare verwondering.. En niet en- kel

Bij de voetwassing zijn ze vooral getroffen door het onverwachte teken dat Jezus stelt: dat Hij - de Heer - zich vernedert om als een huis- knecht hun voeten te wassen.. Petrus

Vandaag bidden we voor de bis- schop en de priesters van ons bisdom: dat wij bemiddelaars van Gods barmhartigheid mogen zijn voor al wie vandaag op ons dienstwerk rekent..

Op de avond voor zijn lijden en dood, terwijl Jezus voor de laatste keer samen is met zijn leerlingen, stelt Hij twee gebaren: de voetwassing en de instelling van de eucharistie..

zegt de paasboodschap: omdat Jezus zijn roeping door de Vader ten einde toe heeft volbracht, en diezelfde roeping aan zijn leerlingen heeft doorgegeven. o ‘Als christen tegen

Zoals Jezus niet voor zichzelf alleen is gestorven, is Hij ook niet voor zichzelf alleen ver- rezen.. Het nieuwe leven waarmee Hij op Pasen wordt bekleed, is niet voor Hem alleen

Die ook Zijn eigen Zoon niet gespaard heeft, maar heeft Hem voor ons allen overgegeven, hoe zal Hij ons ook met Hem niet alle dingen schenken?’ Wij hebben een ander voorbeeld in

Al tijden stond het mij tegen dat ik als docent Frans in het voortgezet onderwijs niet in staat ben kinderen in de vele jaren die ze bij ons in de klas zitten een redelijk woord-