• No results found

Een voorspoedig en gezond nieuw jaar!

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Een voorspoedig en gezond nieuw jaar!"

Copied!
17
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Een voorspoedig en gezond nieuw jaar!

(2)

Parti¨ ele differentiaalvergelijkingen

(3)

Voorbeelden van parti¨ele differentiaalvergelijkingen zijn:

de warmte-of diffusievergelijking de golfvergelijking

de Laplace- of potentiaalvergelijking

Al deze differentiaalvergelijkingen zijn op te lossen door de variabelen te scheiden. Er ontstaan daarbij een beginwaardeprobleem en een randwaardeprobleem waarvan de eerste kan worden opgelost door gebruik te maken van de zogenaamdeFourierreeksen.

(4)

De warmte-of diffusievergelijking

Is L de lengte van de staaf en u(x , t) de temperatuur van de staaf op tijdstip t en positie x dan kan voor u de volgende

differentiaalvergelijking

ut = α2uxx (0 < x < L, t > 0) (1) worden afgeleid.

Deze differentiaalvergelijking heetwarmtevergelijkingof

diffusievergelijking. De constante α2heetdiffusieconstante. Deze constante hangt voornamelijk af van materiaalkenmerken van de staaf.

(5)

Nemen we aan dat de begintemperatuur van de staaf gegeven is dan u(x , 0) = f (x ) (0 ≤ x ≤ L) (2) en verder dat aan de uiteinden van de staaf dezelfde constante temperatuur heerst, die we nemen als nulniveau van de temperatuur dan

u(0, t) = u(L, t) = 0 (t > 0) (3)

(6)

De parti¨ele differentiaalvergelijking (1) samen met de beginvoorwaarde (3) en de randvoorwaarden (2) heet eenbegin-randwaardeprobleem.

Dit probleem is lineair en homogeen en zou de triviale oplossing hebben als f (x ) = 0 voor 0 ≤ x ≤ L.

(7)

Om dit begin-randwaardeprobleem op te kunnen lossen maken we gebruik van de methode van het scheiden der variabelen.

Substitutie van u(x , t) = X (x )T (t) in (1) leidt tot de gewone differentiaalvergelijking:

T0+ λ α2T = 0 (t > 0) (4)

en het homogene randwaardeprobleem:

( X00 + λ X = 0 (0 < x < L)

X (0) = 0, X (L) = 0 (5)

(8)

Omdat (4) voor elke waarde van λ een niet-triviale oplossing heeft gaan we eerst de vraag beantwoorden voor welke waarden van λ het randwaardeprobleem (5) een niet-triviale oplossing heeft en

onderscheiden daarbij de volgende drie gevallen:

1. λ = 0, 2. λ < 0 en 3. λ > 0.

(9)

Niet-triviale oplossingen, 1

Als λ = 0 wordt de algemene oplossing van de differentiaal- vergelijking gegeven door:

y (x ) = c1x + c2 (c1, c2∈ R).

Substitutie van de randvoorwaarden geeft:

c2 = 0 c1L + c2 = 0

zodat c1 = c2 = 0.

Blijkbaar heeft het randwaardeprobleem (5) voor λ = 0 alleen de triviale oplossing.

(10)

Niet-triviale oplossingen, 2

Als λ < 0, µ = √

−λ wordt de algemene oplossing van de differentiaalvergelijking gegeven door:

y (x ) = c1eµx + c2e−µx (c1, c2∈ R).

Substitutie van de randvoorwaarden geeft:

c1 + c2 = 0

c1eµL + c2e−µL = 0 zodat c1 = c2 = 0.

Blijkbaar heeft het randwaardeprobleem (5) voor λ < 0 alleen de

(11)

Niet-triviale oplossingen, 3

Als λ > 0, µ = √

λ wordt de algemene oplossing van de differentiaalvergelijking gegeven door:

y (x ) = c1cos(µx ) + c2sin(µx ) (c1, c2∈ R).

Substitutie van de randvoorwaarden geeft:

c1 = 0

c1cos(µL) + c2sin(µL) = 0

zodat c1 = c2 = 0 of c1 = 0 en µL = nπ (n ∈ N\{0}).

(12)

Laat λn = n2π2

L2 en laat de functie Xngegeven worden door Xn(x ) = sin(nπx

L ) (n ∈ N\{0})

Voor λ = λn (n ∈ N\{0}) heeft het randwaardeprobleem (5) blijkbaar de niet-triviale oplossingen X = c Xn(c ∈ R\{0}).

λn heet eeneigenwaardevan het randwaardeprobleem (5) en de functie Xn heet deeigenfunctievan (5) bij de eigenwaarde λn (n ∈ N\{0}).

(13)

Nu weten we dat (4) alleen hoeft te worden opgelost voor λ = λn = n2π2

L2 (n ∈ N\{0})

De bij λ = λn horende oplossingen van (4) worden gegeven door T = c Tn (c ∈ R\{0}) waarbij

Tn(t) = e

α2n2π2t

L2 (n ∈ N\{0}).

(14)

Maar dan zijn de functies un = XnTn (n ∈ N\{0}) met

un(x , t) = e

α2n2π2t

L2 sinnπx L oplossingen van (1).

De functies un (n ∈ N\{0}) worden welfundamentaaloplossingen van (1) genoemd.

(15)

Merk op dat de functie u gegeven door

u(x , t) =

X

n=1

cnun(x , t) =

X

n=1

cne

α2n2π2t

L2 sinnπx

L (6)

voor (cn∈ R, n ∈ N\{0}) een oplossing is van (1) samen met de randvoorwaarden (3).

Er wordt door (6) nu ook voldaan aan (2) als

f (x ) =

X

n=1

cn sinnπx L .

(16)

Blijkbaar is f (x ) de som van een sinusreeks

X

n=1

cn sinnπx

L (7)

voor zekere co¨effici¨entenc1, c2, · · · .

Rest ons de vraag te beantwoorden of deze co¨effici¨enten te bepalen zijn en, zo ja, waar ze aan gelijk zijn.

(17)

Opmerkingen

Merk op dat alle termen van (7) oneven functies zijn. Bestaat de som van de reeks dan zal dit ook een oneven functie zijn.

Verder hebben alle termen periode 2L en zal de eventuele som dus ook periodiek zijn met dezelfde periode.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De regio IJsselland heeft voorafgaand aan deze bijeenkomst samen met medewerkers van de toegang en beleidsmedewerkers gekeken naar de uitgangspunten voor onze eigen regio als het

Het blijkt dat Guus niet zozeer geïnte- resseerd is in alle geschikte parameters m, maar in de maximale samenhangende open deelverzameling van C die het punt.. m =

De uitwerkingen van de opgaven dienen duidelijk geformuleerd en overzichtelijk opgeschreven te worden.. Het gebruik van een niet-programmeerbare rekenmachine

Het is van belang dat we een gegeven punt in het vlak kunnen verbinden met de positieve x-as (waar de oplossing u de voorgeschreven oplossing φ moet hebben).. Zoals Maple terecht

OPGAVEN BIJ ANALYSE 2015, LENGTE VAN KROMMEN

[r]

Om hier een idee van te krijgen zou je grote positieve en negatieve waarden (bijvoorbeeld 100 en −100) voor x in kunnen vullen.. In dit geval zie je dan dat voor x groot de functie

Daarvoor was het nodig om eerst wat maattheorie te bespreken en de bekende stelling dat twee ergodische kansmaten gelijk of onderling singulier zijn (Stelling 3.3), te