• No results found

RAPPORT Rapport van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, als bedoeld in artikel 59, eerste lid, van de Mededingingswet.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "RAPPORT Rapport van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, als bedoeld in artikel 59, eerste lid, van de Mededingingswet."

Copied!
50
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

RAPPORT

Rapport van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, als bedoeld in artikel 59, eerste lid, van de Mededingingswet.

Nummer 4695_1/ 49.R152 /

Betreft zaaknr. 4695_1/ 49.R152 / Kartelgedragingen in de groenvoorzieningssector

1 INLEIDING ... 1

2 ACHTERGROND EN PROCEDURE... 1

3 AARD VAN HET BEWIJS ...2

4 GROENVOORZIENINGSSECTOR...5

5 FEITEN EN OMSTANDIGHEDEN ...7

5.1 Vooroverleg...8

5.1.1 Vooroverleg voorafgaand aan aanbestedingen...8

5.1.2 Selecteren van de Rechthebbende en vaststellen van Inschrijfcijfers tijdens Vooroverleg...11

5.1.3 Het opbouwen van Rechten en selectie van de Rechthebbende...14

5.1.4 Conclusie met betrekking tot Vooroverleg...19

5.2 Reikwijdte van het Vooroverleg... 20

5.3 Eén systeem van Vooroverleg ...24

5.4 Vaststelling van de Deelnemende ondernemingen ... 29

5.5 Duur ...30

5.6 Geografisch gebied waarbinnen het systeem van Vooroverleg bestond...32

5.7 Conclusie naar aanleiding van de feiten en omstandigheden ... 35

6 JURIDISCHE BEOORDELING... 35

6.1 Artikel 6, eerste lid, Mw... 35

6.2 Ondernemingen ...36

6.3 Overeenkomst en/ of onderling afgestemd feitelijk gedrag ...36

6.4 Verboden karakter van de gedraging en afspraak ... 40

6.5 Merkbaarheid...42

6.6 Beoordeling artikel 6, derde lid, Mw...43

6.7 Conclusie beoordeling artikel 6 Mw ...45

6.8 Beoordeling artikel 81 EG-Verdrag ...45

6.9 Conclusie beoordeling artikel 81 EG-Verdrag ...48

7 CONCLUSIE...48

(2)

1 INLEIDING

1. Dit rapport ziet op mededingingsrechtelijk relevante gedragingen van ondernemingen met betrekking tot aanbestedingen van groenvoorzieningswerken. Onder

groenvoorzieningswerken worden in het kader van dit rapport verstaan: activiteiten in het kader van aanleg en onderhoud van groen, zoals inzaaien, beplanten, rooien, maaien, bemesten, onkruidbestrijding, boomverzorging, bladruimen, snoeien en schoffelen; inclusief eventuele hieraan verbonden voorbereidende werkzaamheden, zoals advies, ontwerp, opruimingswerkzaamheden en inclusief eventuele bijkomende werkzaamheden zoals het aanbrengen van straatmeubilair, verhardingen, afrasteringen en beschoeiing; inclusief het in regie uitlenen van werknemers ten behoeve van eerder genoemde werkzaamheden (hierna: “ Groenvoorzieningswerken” ). Een onderneming die actief is in de groenvoorziening wordt hierna ook aangeduid als “ Groenvoorziener” en de sector waarbinnen bovengenoemde activiteiten plaatsvinden wordt hierna aangeduid als “ Groenvoorzieningssector” . 2. Uit onderzoek van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: “ NMa” ) ter zake van

aanbestedingen van Groenvoorzieningswerken blijkt een redelijk vermoeden in de zin van artikel 59, eerste lid, Mededingingswet (hierna: “ Mw” ) dat artikel 6 Mw en artikel 81 EG-Verdrag zijn overtreden door ondernemingen genoemd in bijlage 1 [Vertrouwelijk] bij dit rapport (hierna: “ Deelnemende ondernemingen” )1. Met het oog op daarvoor aan hen op te

leggen sancties is in opdracht van de Raad van Bestuur van de NMa het onderhavige rapport opgemaakt.

3. Uit het onderzoek is gebleken dat de Deelnemende ondernemingen, in elk geval in de periode van januari 1998 tot eind 2001, voorafgaande aan aanbestedingen van Groenvoorzieningswerken in Nederland in wisselende samenstelling deelnamen aan overleggen die als doel hadden het onderling verdelen van werken en het afstemmen van het inschrijfgedrag (hierna: “ Vooroverleg(gen)” ). De afzonderlijke Vooroverleggen hingen met elkaar samen en vormden gezamenlijk één systeem van Vooroverleg tussen de Deelnemende ondernemingen in Nederland.

2

ACHTERGROND EN PROCEDURE

4. Op 16 april 2004 is de NMa een onderzoek gestart naar een mogelijke overtreding van artikel 6 Mw en/ of artikel 81 EG-Verdrag2 door ondernemingen die werkzaam zijn in de

Groenvoorzieningssector.3

1 Bijlage 1 [Vertrouwelijk] maakt integraal onderdeel uit van het onderhavige rapport.

2 De grondslag van bevoegdheid van de NMa met betrekking tot de toepassing van artikel 81, eerste en derde lid, EG-Verdrag zijn de

artikelen 88 en 89 Mw.

(3)

5. Een aantal ondernemingen heeft een geldige kennisgeving in de zin van de Richtsnoeren Clementietoezegging4 gedaan met betrekking tot overtredingen van de Mw en het

EG-Verdrag in het kader van aanbestedingen van Groenvoorzieningswerken. Deze

ondernemingen zullen hierna worden aangeduid als “ Clementieverzoekers” . De verklaringen en gegevens van de Clementieverzoekers zijn betrokken in het onderzoek naar mogelijke overtredingen van artikel 6 Mw en/ of artikel 81 EG-Verdrag met betrekking tot

aanbestedingen van Groenvoorzieningswerken.

6. Gedurende het onderzoek heeft de NMa bedrijfsbezoeken afgelegd bij Deelnemende ondernemingen die geen kennisgeving in de zin van de Richtsnoeren Clementietoezegging hebben ingediend. Ambtenaren van de NMa hebben verklaringen opgenomen van de directeuren en/ of bedrijfsleiders van deze ondernemingen. In een aantal gevallen is inzage gevorderd in schriftelijke gegevens en bescheiden en zijn hiervan kopieën gemaakt. Van de verklaringen en bedrijfsbezoeken zijn verslagen van ambtshandelingen opgemaakt welke zijn opgenomen in het dossier. 5

7. De NMa heeft voldaan aan haar verplichtingen op grond van artikel 11, leden 3 en 4, van Raadsverordening 1/ 2003. Conform artikel 11, derde lid, van Raadsverordening 1/ 2003 heeft de NMa de Commissie op de hoogte gesteld van de eerste formele onderzoeksmaatregel. Conform artikel 11, lid 4 van Raadsverordening 1/ 2003 heeft de NMa de Europese

Commissie in kennis gesteld van het voornemen het onderhavige rapport vast te stellen en is de Europese Commissie voorzien van de voor deze in kennisstelling benodigde informatie.6

3

AARD VAN HET BEWIJS

8. De Clementieverzoekers hebben ondertekende schriftelijke verklaringen met betrekking tot Vooroverleg bij aanbestedingen van Groenvoorzieningswerken in Nederland en de daarbij betrokken ondernemingen aan de NMa overgelegd.7 In dat kader heeft een aantal

Clementieverzoekers gebruik gemaakt van het Meldingsformulier Clementie Bouwsector (hierna: “ Meldingsformulier” ).8 Hierin hebben zij kernachtig verklaard wat de aard van de

4 Richtsnoeren Clementietoezegging met betrekking tot het niet opleggen of verminderen van geldboeten in zaken ingevolge artikel 6

Mededingingswet en artikel 81 EG-verdrag juncto artikelen 56, 57 en 62 Mededingingswet, Stcrt. 1 juli 2002, nr. 122, gewijzigd bij besluit van de dg-NMa van 28 april 2004 en gepubliceerd in Stcrt. 29 april 2004, nr. 82.

5 Mondelinge verklaringen ondertekend na vastlegging door de NMa: Verslag van ambtshandelingen en verklaringen 4695_6/ 5,

4695_1/ 50, 4695_17/ 1.

6 4695_1/ 20 en 4695_1/ 27.

7 Ondertekende schriftelijke verklaringen 4695_2/ 10, 4695_2/ 13, 4695_3/ 16, 4695_4/ 4, 4695_4/ 9, 4695_4/ 15, 4695_4/ 28, 4695_7/ 5,

4695_7/ 9, 4695_7/ 14, 4695_7/ 32, 4695_8/ 1, 4695_8/ 3, 4695_8/ 8, 4695_9/ 1, 4695_9/ 2, 4695_9/ 17, 4695_10/ 1 en 4695_10/ 3 en 4695_10/ 4 en 4695_10/ 10, 4695_12/ 3, 4695_12/ 7, 4695_12/ 8, 4695_12/ 9, 4695_13/ 1, 4695_13/ 3, 4695_14/ 13, 4695_14/ 15, 4695_15/ 10, 4695_15/ 16, 4695_15/ 11, 4695_16/ 2, 4695_16/ 18, 4695_16/ 19 en 4695_18/ 1.

(4)

overtreding was. De Meldingsformulieren zijn ondertekend door de rechtsgeldige vertegenwoordiger van de betreffende Clementieverzoeker. Andere Clementieverzoekers hebben in aanvulling op of in plaats van het Meldingsformulier een schriftelijke verklaring afgelegd waarin de aard en de omvang van de overtreding wordt beschreven. Deze laatste verklaringen beschrijven veelal zeer gedetailleerd de gang van zaken tijdens het Vooroverleg en de afspraken die hierbij werden gemaakt. Tevens hebben Clementieverzoekers in de ondertekende schriftelijke verklaringen opgave gedaan van de identiteit van andere ondernemingen die deel hebben genomen aan Vooroverleg voorafgaande aan aanbestedingen van Groenvoorzieningswerken in Nederland, onder meer door het overleggen van lijsten met daarop namen van deze ondernemingen.9

9. De NMa heeft daarnaast aanvullende mondelinge verklaringen afgenomen van (voormalige) directeuren en andere direct bij het verwerven van opdrachten dan wel het Vooroverleg betrokken werknemers van Clementieverzoekers. Deze verklaringen zijn door deze (voormalige) directeuren en werknemers ondertekend en van deze verklaringen zijn verslagen van ambtshandelingen opgemaakt welke zijn opgenomen in het dossier. 10

10. Clementieverzoekers hebben tevens schriftelijke en digitale gegevens aan de NMa overgedragen over concrete aanbestedingen van Groenvoorzieningswerken waarbij Vooroverleg heeft plaatsgevonden. In de eerste plaats betreft het materiaal dat volgens verklaringen van Clementieverzoekers afkomstig is uit de eigen bedrijfsadministraties van de Clementieverzoekers zoals schaduwadministraties11 en handgeschreven aantekeningen12 die

volgens verklaringen van de Clementieverzoekers13 van direct betrokkenen bij Vooroverleg

afkomstig zijn. In de schaduwadministraties hebben ondernemingen nauwkeurig en systematisch geordend bijgehouden welke contacten de betreffende onderneming had met andere ondernemingen in het kader van Vooroverleg. Een aantal Clementieverzoekers heeft verklaard dat de schaduwadministraties die zij in het kader van dit Vooroverleg bijhielden, zijn vernietigd.14 De (handgeschreven) aantekeningen van Vooroverleg, vaak voorzien van

datum en een bedrijfslogo, bevatten doorgaans namen van personen aanwezig bij het

9 Hieronder wordt ook begrepen het invullen en ondertekenen van het Meldingsformulier.

10 Mondelinge verklaringen, ondertekend na vastlegging door de NMa: Verslagen van ambtshandelingen en verklaringen 4695_14/ 17,

4695_2/ 5, 4695_2/ 11, 4695_2/ 14, 4695_15/ 25, 4695_3/ 1, 4695_3/ 5, 4695_3/ 4, 4685_1/ 18, 4695_12/ 6, 4695_7/ 1, 4695_7/ 8, 4695_13/ 8, 4695_15/ 25.

11 4695_2/ 6 en 4695_16/ 2.

12 Ondertekende schriftelijke verklaringen en handgeschreven aantekeningen 4695_3/ 16 tot en met 4695_3/ 91.

13 Mondelinge verklaringen, ondertekend na vastlegging door de NMa: Verslagen van ambtshandelingen en verklaringen 4695_2/ 11

en 4695_3/ 5; en ondertekende schriftelijke verklaringen 4695_3/ 16, 4695_3/ 96 en 4695_16/ 18.

14 Dit gebeurde óf continu na vereffening van werktegoeden en –schulden óf naar aanleiding van de publicaties omtrent de

(5)

betreffende Vooroverleg en/ of namen van ondernemingen die betrokken waren bij de afspraken over de inschrijving op een bepaald werk.

11. In de tweede plaats betreft het Meldingsformulieren en aan de ondertekende schriftelijke verklaringen zoals beschreven in randnummer 8 toegevoegde overzichtslijsten met

omschrijvingen van Groenvoorzieningswerken waarover Vooroverleg heeft plaatsgevonden.15

Op deze overzichtslijsten hebben de Clementieverzoekers aangegeven bij welke

Groenvoorzieningswerken zij betrokken waren bij Vooroverleg en tevens aangegeven welke andere ondernemingen daarbij betrokken waren en welke afspraken zijn gemaakt.16

12. Tevens is bij het onderzoek betrokken een schaduwadministratie van Koop Tjuchem B.V. (hierna: “ KT-administratie” ). Deze is op 13 november 2001 in de vorm van drie ordners van A3-formaat aan de Minister van Justitie overgedragen. Het Korps Landelijke Politiediensten (hierna: “ KLPD” ) heeft vervolgens op 26 november 2001 een gewaarmerkte kopie van de KT-administratie aan de NMa overgedragen.17 In de KT-administratie zijn afspraken tussen

(dochterondernemingen van) Koop Tjuchem en andere ondernemingen vastgelegd. Deze afspraken hebben gedeeltelijk betrekking op aanbestedingen van Groenvoorzieningswerken. De KT-administratie omvat uitvoerige handgeschreven overzichtslijsten van de uitkomsten van Vooroverleggen. In de KT-administratie zijn zeer gedetailleerde gegevens opgenomen over de tijdens Vooroverleggen gemaakte afspraken, zoals de omschrijving van het betreffende Groenvoorzieningswerk, de datum van de afspraak, het aantal ondernemingen dat aan het Vooroverleg deelnam, de naam en aanneemsom van degene die als laatste zou inschrijven op het Groenvoorzieningswerk, de namen van andere aan de Voorverleggen deelnemende ondernemingen en de opgebouwde ‘rechten’ tussen de aan de Vooroverleggen deelnemende ondernemingen.

13. Ten slotte is bij het onderzoek betrokken een schaduwadministratie van de onderneming Seignette Assendelft Beheer BV (hierna: “ S-administratie” ). Deze administratie is door de KLPD bij deze onderneming op 19 maart 2002 in digitale vorm in beslag genomen. De KLPD heeft vervolgens op 11 oktober 2002 een gewaarmerkte kopie van de S-administratie in de vorm van een cd-rom met digitale gegevens aan de NMa overgedragen.18 In de

S-administratie zijn afspraken tussen (dochterondernemingen van) Seignette Assendelft Beheer BV en andere ondernemingen vastgelegd. Deze afspraken hebben gedeeltelijk betrekking op aanbestedingen van Groenvoorzieningswerken. In de S-administratie is in een

15 4695_9/ 1, 4695__9/ 2, 4695__10/ 2 en 4695_10/ 4 en 4695_10/ 10, 4695_13/ 3, 4695_14/ 13, 4695_14/ 15, 4695_14/ 18, 4695_15/ 10,

4695_15/ 11, 4695_16/ 2 en 4695_16/ 19.

16 De Clementieverzoekers hebben hierbij verklaard dat zij deze lijsten hebben samengesteld door de direct bij het Vooroverleg

betrokken werknemers te ondervragen en de eigen bedrijfsadministratie te onderzoeken.

(6)

spreadsheet-werkblad per onderneming aangegeven bij welk Groenvoorzieningswerk welke afspraken zijn gemaakt.

14. Het bewijsmateriaal betreffende concrete aanbestedingen in de Groenvoorzieningssector waarbij Vooroverleg heeft plaatsgevonden (zie randnummers 10 tot en met 13) zal hierna worden aangeduid als “ Projectinformatie” .

15. De door de Clementieverzoekers overgedragen schriftelijke bewijsstukken met betrekking tot de betrokken gedragingen en de overige in het onderzoek vergaarde bewijsmiddelen geven blijk van een grote coherentie en onderlinge consistentie.

4 GROENVOORZIENINGSSECTOR

16. Alle Clementieverzoekers zijn actief in de Groenvoorzieningssector zoals gedefinieerd in randnummer 1. Volgens een bedrijfsvergelijkend onderzoek naar het ‘Groenbedrijf’ uitgevoerd in opdracht van de brancheorganisatie Vereniging van Hoveniers en

Groenvoorzieners19 (hierna: “ VHG” ) bedroeg de omzet20 in de groensector in 2002 EUR 1,47

miljard.21 Deze omzet is per door de onderzoekers gedefinieerd deelsegment opgesplitst. Het

wat betreft omzet belangrijkste deelsegment is ‘tuinen en terreinen’ met een omzet van EUR 855 miljoen. In het deelsegment ‘groot groen’22 is een omzet van EUR 498 miljoen

gegenereerd.23 Naar schatting halen ongeveer 165 ondernemingen het grootste gedeelte van

hun omzet uit ‘groot groen’.24 93 ondernemingen halen volgens deze schatting hun omzet

voor de helft uit ‘groot groen’ en voor de helft uit ‘tuinen en terreinen’.25

19 De VHG definieert ‘hovenierswerkzaamheden’ als de aanleg en het onderhoud van tuinen in opdracht van particulieren, bedrijven,

instellingen of overheden en ‘groenvoorzieningswerkzaamheden’ als de aanleg- en onderhoudswerkzaamheden van openbaar groen in stad en landschap, inclusief op sportterreinen en in bossen. Overigens gebruiken veel Groenvoorzieners de begrippen ‘hovenier’ en ‘groenvoorziener’ veelal als synoniemen. Sommige Groenvoorzieners noemen zichzelf ‘hovenier’ waarbij hun werkzaamheden dan vaak breder zijn dan die van een hovenier volgens de definitie van de VHG (aanleg en onderhoud van tuinen en terreinen) en bijvoorbeeld ook aanleg en onderhoud van openbaar groen binnen gemeentes bevatten. Ook het begrip ‘groenvoorziener’ wordt door marktpartijen vaak breder gehanteerd dan in de definitie van de VHG en omvat dan ook de aanleg van tuinen en terreinen.

20 Exclusief loonkostensubsidies.

21 4695_1/ 22, Groene vingers –rode cijfers? Bedrijfsvergelijkend onderzoek Groenbedrijf 2002, blz. 23.

22 Hieronder worden onder andere gerekend gemeentelijk groen, sport, golf, begraafplaatsen, werken voor ‘Rijkswaterstaat,

provincies en Defensie’, bermen en wegen en civiel. 4695_1/ 22, Groene vingers –rode cijfers? Bedrijfsvergelijkend onderzoek Groenbedrijf

2002, blz. 23.

23 Andere marktsegmenten zoals onderscheiden in het bedrijfsvergelijkend onderzoek zijn tuincentrum/ kwekerij (EUR 79 miljoen),

bomen (EUR 23 miljoen), uitgeleend personeel (EUR 8 miljoen) en overig (EUR 13 miljoen).

24 4695_1/ 22, Groene vingers –rode cijfers? Bedrijfsvergelijkend onderzoek Groenbedrijf 2002, blz. 23.

25 4695_1/ 22, Groene vingers –rode cijfers? Bedrijfsvergelijkend onderzoek Groenbedrijf 2002, blz. 12 en 21. De overige ondernemingen

(7)

17. Volgens bovengenoemd bedrijfsvergelijkend onderzoek van de VHG geldt dat hoe groter de onderneming van de Groenvoorziener is (met name aanbieders van ‘groot groen’), of hoe meer gespecialiseerd, hoe groter de kans is dat zij hun dienst landelijk dekkend aanbieden.26

Uit bewijsmateriaal afkomstig van Clementieverzoekers blijkt dat de Clementieverzoekers, op één na27, in meerdere provincies28 of (nagenoeg) landelijk dekkend29

Groenvoorzieningswerken uitvoeren.30 Sommige Clementieverzoekers zijn incidenteel ook in

de grensstreken van België en Duitsland actief.31

18. Groenvoorzieningswerken worden zowel door opdrachtgevers uit de publieke sector (bijvoorbeeld gemeentes, provincies, ministeries en Waterschappen) als ook uit de private sector (particulieren, bedrijven en instellingen) geïnitieerd en op de markt gebracht. 19. Voor de realisatie van Groenvoorzieningswerken wordt door de opdrachtgever een

Groenvoorziener ingeschakeld.32 De opdrachtgever gaat vaak – veelal hiertoe verplicht op

basis van regelgeving - door middel van aanbesteding op zoek naar de Groenvoorziener die de meest voordelige offerte indient voor de realisatie van het betreffende werk. In dit rapport wordt onder het begrip ‘aanbesteding’ verstaan de, al dan niet gelijktijdige, uitnodiging van een opdrachtgever aan twee of meer ondernemingen om een offerte in te dienen voor een opdracht tot de uitvoering van een Groenvoorzieningswerk.33 Indien er geen wettelijke plicht

tot aanbesteding bestaat, kan een opdrachtgever ervoor kiezen slechts één onderneming voor de uitvoering van een werk te benaderen (enkelvoudige uitnodiging). Enkelvoudige uitnodiging valt niet onder het begrip ‘aanbesteding’ zoals gehanteerd in dit rapport.

26 4695_1/ 22, Groene vingers –rode cijfers? Bedrijfsvergelijkend onderzoek Groenbedrijf 2002, blz. 19. 27 Ondertekende schriftelijke verklaring 4695_9/ 17.

28 Mondelinge verklaringen, ondertekend na vastlegging door de NMa: Verslagen van ambtshandelingen en verklaringen 4695_12/ 6

en 4695_13/ 8; en ondertekende schriftelijke verklaringen 4695_10/ 4 en 4695_10/ 10, 4695_8/ 1, 4695_8/ 3 en 4695_8/ 8.

29 Mondelinge verklaringen, ondertekend na vastlegging door de NMa: Verslagen van ambtshandelingen en verklaringen 4695_7/ 43,

4695_14/ 17 en 4695_15/ 25; en ondertekende schriftelijke verklaringen 4695_2/ 10, 4695_3/ 16 tot en met 4695_3/ 91, 4695_4/ 28 en 4695_16/ 18.

30 De NMa heeft onderzoek gedaan naar inschrijvingen bij aanbestedingen voor onderhoud van ‘openbaar groen’ binnen gemeentes.

Uit dit onderzoek is gebleken dat ook bij dergelijke werken soms ondernemingen dan wel vestigingen op een afstand van 100 km en meer in hebben geschreven (Voorbeelden hiervan zijn de openbare aanbesteding van het onderhoud in rayon 1 (W&G-00-01) in Maastricht in maart 2000, de meervoudig onderhandse aanbesteding voor onderhoud openbaar groen Venlo-West op 21 januari 2003 van de gemeente Venlo, de openbare aanbesteding onderhoud groenvoorzieningen in de gemeente Heerlen, gebied Hoensbroek van 15 december 1998, 4695_1/ 39, 4695_1/ 16).

31 Mondelinge verklaringen, ondertekend na vastlegging door de NMa: Verslagen van ambtshandelingen en verklaringen 4695_7/ 43

en 4695_13/ 8.

32 Sommige opdrachtgevers hebben intern een afdeling die voor Groenvoorzieningswerken verantwoordelijk is, zoals een

gemeentelijke plantsoenendienst.

(8)

20. Verder zal hierna een onderscheid worden gemaakt tussen ‘meervoudig onderhandse aanbestedingen’ en ‘openbare aanbestedingen’. Aanbestedingen waarbij een opdrachtgever een beperkt aantal ondernemingen uitnodigt om een offerte in te dienen voor een opdracht tot de uitvoering van een Groenvoorzieningswerk zullen hierna worden aangemerkt als “ Meervoudig onderhandse aanbestedingen” . Aanbestedingen waarbij elke onderneming die aan de door de opdrachtgever gestelde selectiecriteria voldoet, een offerte in kan dienen, zullen hierna worden aangemerkt als “ Openbare aanbestedingen” .

21. Kenmerkend voor alle vormen van aanbesteding is het doel dat ermee wordt beoogd, namelijk om verschillende aanbieders onderling te laten concurreren om dezelfde opdracht teneinde een zo gunstig mogelijke prijs-kwaliteit verhouding te verkrijgen. Dit stelt de aanbestedende partij in staat om de meest efficiënte ‘inkoop’ te doen voor de uitvoering van een bepaald werk. De beoogde onderlinge concurrentie tussen de aanbieders komt tot uitdrukking in de verschillende aanbiedingen waartoe zij elk zelfstandig zijn gekomen. Dit ‘model’ veronderstelt dat de aanbieders geen contact hebben met elkaar over de betreffende opdracht. De parameters waarop individuele aanbieders bij de inschrijving onderling concurreren, zoals de inschrijfprijs en onderliggende calculaties, dienen zij strikt voor zich te houden.

22. Het is evident dat de werking van de aanbesteding ernstig wordt verstoord indien aanbieders door onderlinge afstemming in de fase voorafgaande aan de inschrijving de uitslag van de aanbesteding sturen en aldus de mededinging beperken. Immers, de onderlinge

concurrentie die juist kenmerkend is voor een aanbesteding zou op die manier teniet worden gedaan, althans aanzienlijk worden beperkt.

5

FEITEN EN OMSTANDIGHEDEN

23. In paragraaf 5.1.1. zal door middel van verklaringen van de Clementieverzoekers34 en de

Projectinformatie35, waaronder schaduwadministraties, worden aangetoond dat de

Deelnemende ondernemingen voorafgaande aan aanbestedingen van

Groenvoorzieningswerken in wisselende samenstelling deelnamen aan Vooroverleg. In paragraaf 5.1.2. zal door middel van genoemde bewijsmiddelen worden aangetoond dat de afzonderlijke Vooroverleggen alle als doel hadden het onderling verdelen van werken en het afstemmen van het inschrijfgedrag. Tijdens het Vooroverleg werd bepaald welke van de bij het Vooroverleg voor een bepaald werk aanwezige ondernemingen als laagste bij de betreffende aanbesteding zou gaan inschrijven en voor welk bedrag bij de aanbesteding ingeschreven zou worden. In paragraaf 5.1.3. zal worden aangetoond dat tijdens het Vooroverleg tevens werd bepaald welke onderlinge ‘rechten’ de deelnemers aan het Vooroverleg zouden opbouwen. Deze ‘rechten’ bepaalden bij een volgend Vooroverleg de

(9)

selectie van de onderneming die bij de betreffende aanbesteding als laagste zou gaan inschrijven.

24. In paragraaf 5.2 zal door middel van verklaringen van Clementieverzoekers en de

Projectinformatie worden aangetoond dat Vooroverleg voorafgaande aan aanbestedingen van Groenvoorzieningswerken voorkwam bij nagenoeg alle soorten

Groenvoorzieningswerken, bij nagenoeg alle Meervoudig onderhandse aanbestedingen, en voorts bij Openbare aanbestedingen indien voldoende duidelijk was wie de potentiële inschrijvers waren.

25. In paragraaf 5.3 zal door middel van bovengenoemde bewijsmiddelen worden aangetoond dat de afzonderlijke Vooroverleggen met elkaar samenhingen en één systeem van

Vooroverleg vormden tussen de Deelnemende ondernemingen waarin afstemming over werkverdeling en over het inschrijfgedrag plaatsvond.

26. Vervolgens zal in paragraaf 5.4 worden ingegaan op de vaststelling van Deelnemende ondernemingen. In paragraaf 5.5 zal worden aangetoond dat het systeem van Vooroverleg bestond in de periode van januari 1998 tot eind 2001. In paragraaf 5.6 zal op basis van verklaringen van de Clementieverzoekers en de Projectinformatie worden vastgesteld dat het systeem van Vooroverleg bestond in heel Nederland.

5.1 Vooroverleg

5.1.1 Vooroverleg voorafgaand aan aanbestedingen

27. Voorafgaande aan de inschrijving op aanbestedingen in de Groenvoorzieningssector vond Vooroverleg plaats tussen de in het betreffende Groenvoorzieningswerk geïnteresseerde ondernemingen. De samenstelling van het Vooroverleg voor een bepaald werk was afhankelijk van de in dat werk (potentieel) geïnteresseerde ondernemingen of de door de opdrachtgever van het betreffende werk uitgenodigde ondernemingen. Het Vooroverleg vond zodoende plaats in een steeds wisselende samenstelling van aanwezige ondernemingen. De individuele Vooroverleggen werden afzonderlijk georganiseerd, en kregen op verschillende manieren vorm, bijvoorbeeld als bijeenkomst, telefonisch, of een combinatie van beide. Het voorgaande wordt hieronder aangetoond op basis van verklaringen van (werknemers van) Clementieverzoekers en Projectinformatie.

28. Arcadis Planrealisatie BV (hierna: “ Arcadis” ) heeft schriftelijk verklaard dat Vooroverleg voorafgaande aan aanbestedingen van Groenvoorzieningswerken plaatsvond: “ Uit het verslag

van het interne onderzoek blijkt dat APR [Arcadis Plan Realisatie] in de periode 1996 tot 2002 betrokken was bij vooroverleg met andere aannemers […]” . Arcadis heeft aangegeven dat het

(10)

Na ontvangst van een uitnodiging tot inschrijving werd door ieder van de uitgenodigde aannemers getracht te achterhalen wie eveneens een uitnodiging had ontvangen.”36

29. Koop Holding BV (hierna: “ Koop” ) heeft schriftelijk verklaard dat Vooroverleg voorafgaande aan aanbestedingen van Groenvoorzieningswerken plaatsvond: “ Bovenstaande doet niets af

aan het feit dat wij na recent diepgaand onderzoek hebben moeten vaststellen, dat door onze groenbedrijven incidenteel (veelal bilateraal) vooroverleg is gevoerd. […] De groep waarbinnen afspraken werden gemaakt was telkens van andere samenstelling.”37

30. Dura Vermeer Groep NV (hierna: “ Dura Vermeer” ) heeft eveneens schriftelijk verklaard dat Vooroverleg voorafgaande aan aanbestedingen van Groenvoorzieningswerken plaatsvond. Concreet heeft Dura Vermeer verklaard: “ In de groenvoorziening had de afstemming betrekking

op de aanbesteding van groenwerkzaamheden.”38 Dura Vermeer heeft tevens verklaard dat het

bijeenroepen van deelnemers aan het Vooroverleg per keer en niet in het kader van ‘vaste clubs’ gebeurde: “ De vergaderingen, de plaats van vergadering en de wijze van vergaderen heeft

derhalve een zeer ‘ad-hoc’ karakter. Voor zover Dura Vermeer bekend, waren er overigens geen vaste (jaarlijkse) bijeenkomsten of ‘clubs’ van ondernemingen in de groenvoorziening.”39

31. De directeur van Krinkels BV (hierna: “ Krinkels” ) heeft verklaard dat Vooroverleg

voorafgaande aan aanbestedingen van Groenvoorzieningswerken plaatsvond. Het contact tussen Groenvoorzieners kon telefonisch plaatsvinden of in de vorm van bijeenkomsten: “ Ook de vestigingsleiders van Krinkels B.V. weten, als er een aanbesteding bekend wordt gemaakt,

op basis van marktkennis, wie er geïnteresseerd [zou] kunnen zijn in dat werk. Een gerede partij legt contact met andere gegadigden. Een gerede partij kan zijn een bedrijf dat werkhonger heeft of reeds klant is van die opdrachtgever. Er is altijd wel een partij die meer belangstelling heeft in het werk dan de concurrent en dat is degene die dan als eerste contact opneemt met andere

gegadigden. De vorm van contact kan alles zijn, telefonisch of bijvoorbeeld tijdens een andere aanbesteding waar je even met elkaar praat en dan hoor je wie geïnteresseerd zijn. Uit die contacten, het voelen van wat de concurrent wil, kon uitkomen dat verder overleg tot niets zou leiden, er volgden dan dus geen afspraken. Maar het kwam ook voor dat na die eerste contacten tot een overleg gekomen moest worden om uit te maken wie het werk voor welke prijs kon gaan maken.”40

32. Een werknemer van Oranjewoud Beheer BV (hierna: “ Oranjewoud” ), direct betrokken bij Vooroverleg en verantwoordelijk voor de inschrijving op aanbestedingen van

Groenvoorzieningswerken namens Oranjewoud in Noord-Holland, heeft verklaard dat

36 Ondertekende schriftelijke verklaring 4695_16/ 18 (00375020000005). 37 Ondertekende schriftelijke verklaring 4695_14/ 13.

38 Ondertekende schriftelijke verklaring 4695_10/ 10 (00037077000003). 39 Zie voetnoot 38 (00037077000004).

(11)

Vooroverleg voorafgaande aan aanbestedingen van Groenvoorzieningswerken plaatsvond:

“ Na afloop van de inlichtingen was er altijd wel een bedrijf dat het initiatief nam om, meestal op de dag voor de aanbesteding, bij elkaar te komen om te bespreken hoe we met de aanbesteding zouden omgaan, een ‘voorbesteding’.” In dezelfde verklaring wordt bevestigd dat er sprake was

van een steeds wisselende samenstelling van ondernemingen: “ In heel Noord Holland had je

15 of 20 hoveniersbedrijven die je per gemeente in een steeds andere samenstelling tegenkwam. In steeds andere samenstelling omdat niet iedere gemeente in Noord-Holland dezelfde bedrijven voor onderhandse aanbestedingen uitnodigde.”41

33. H4A Groen BV (hierna: “ H4A” ) heeft schriftelijk verklaard dat Vooroverleg voorafgaande aan aanbestedingen van Groenvoorzieningswerken plaatsvond: “ H4A Groen BV heeft meegedaan

aan de capaciteitsverdeling van werken. Dit omvat vele werken die in de periode van 1 januari 1998 tot eind 2001 zijn aanbesteed door opdrachtgevers.”42 De verklaring van H4A bevestigt dat

sprake was van een wisselende samenstelling: “ In principe is in steeds wisselende samenstelling

met deze bedrijven [andere Groenvoorzieners] afspraken gemaakt.”43

34. Ook Heijmans NV (hierna: “ Heijmans” ) heeft schriftelijk verklaard dat Vooroverleg

voorafgaande aan aanbestedingen van Groenvoorzieningswerken plaatsvond: “ Bij nagenoeg

alle meervoudige onderhandse aanbestedingen vond er vooroverleg plaats tussen de betrokken bedrijven binnen de sector Groen.” .44 Heijmans geeft aan dat de samenstelling van de

deelnemers aan het Vooroverleg doorgaans tijdens de dag van Inlichtingen werd bepaald en derhalve wisselde: “ Doorgaans werden de geïnterviewden [direct bij het verwerven van opdrachten dan wel het Vooroverleg betrokken werknemers van Heijmans] door andere

bedrijven voor vooroverleg benaderd, danwel troffen partijen zich tijdens bestektoelichtingen. Het vooroverleg werd gehouden op het kantoor van de initiatiefnemer van het overleg. Het vooroverleg vond doorgaans plaats vlak voor de inschrijving.”45

35. De onafhankelijk van elkaar afgelegde verklaringen in randnummers 28 tot en met 34 bevestigen en versterken elkaar, zijn onderling consistent en worden tevens bevestigd door verklaringen van (werknemers van) andere Clementieverzoekers. 46 Voorts bevestigen de

schaduwadministraties en de handgeschreven aantekeningen van Vooroverleg,47 waarin per

onderneming en per project is vastgelegd welke afspraken tijdens het Vooroverleg zijn

41 Mondelinge verklaring, ondertekend na vastlegging door de NMa: Verslag van ambtshandelingen en verklaring 4695_3/ 5. 42 Ondertekende schriftelijke verklaring 4695_13/ 1.

43 Zie voetnoot 42.

44 Ondertekende schriftelijke verklaring 4695_4/ 4 (00040007000197). 45 Zie voetnoot 44 (00040007000198).

46 Mondelinge verklaringen, ondertekend na vastlegging door de NMa: Verslagen van ambtshandelingen en verklaringen 4695_3/ 5,

4695_1/ 18, 4695_12/ 6 en 4695_15/ 25; en ondertekende schriftelijke verklaringen 4695_4/ 4, 4695_8/ 1, 4695_8/ 3 en 4695_8/ 8, 4695_9/ 1 en 4695_9/ 17, 4695_12/ 8, 4695_18/ 1, 4695_15/ 16 en 4695_16/ 18.

(12)

gemaakt, dat voorafgaande aan aanbestedingen van Groenvoorzieningswerken Vooroverleg plaatsvond. Op basis van bovenvermelde bewijsmiddelen staat vast dat voorafgaande aan de inschrijving op aanbestedingen Vooroverleg plaatsvond tussen de in een

Groenvoorzieningswerk geïnteresseerde ondernemingen. De samenstelling van het Vooroverleg wisselde afhankelijk van de in dat werk (potentieel) geïnteresseerde ondernemingen of de door de opdrachtgever van het betreffende werk uitgenodigde ondernemingen. De individuele Vooroverleggen werden afzonderlijk georganiseerd, en kregen op verschillende manieren vorm, bijvoorbeeld als bijeenkomst, telefonisch, of een combinatie van beide.

5.1.2 Selecteren van de Rechthebbende en vaststellen van Inschrijfcijfers tijdens Vooroverleg

36. In paragraaf 5.1.1. is aangetoond dat er Vooroverleg plaatsvond voorafgaande aan

aanbestedingen van Groenvoorzieningswerken. Uit de navolgende onafhankelijk van elkaar afgelegde verklaringen van (werknemers van) Clementieverzoekers en de Projectinformatie48

blijkt dat tijdens het Vooroverleg werd bepaald welke van de bij het Vooroverleg voor een bepaald werk aanwezige ondernemingen als laagste bij de betreffende aanbesteding zou gaan inschrijven (hierna: “ de Rechthebbende” ) en voor welk bedrag bij de aanbesteding ingeschreven zou worden (hierna: het Inschrijfcijfer” ).49 De afzonderlijke Vooroverleggen

hadden derhalve als doel het onderling verdelen van werken en het afstemmen van het inschrijfgedrag.

37. Heijmans heeft met betrekking tot de Groenvoorzieningssector schriftelijk verklaard dat tijdens het Vooroverleg de Rechthebbende en het Inschrijfcijfer werden bepaald. “ Na afloop [van de dag van inlichtingen] werd door één van de geïnteresseerde ondernemingen voorgesteld

een vooroverleg te organiseren. Dit initiatief was meestal afkomstig van een onderneming die belang had bij het werk in kwestie. Vervolgens werd er tijdens een “ ad hoc” overleg afgesproken wie het werk mocht uitvoeren” .50 Heijmans heeft verder verklaard: “Tijdens het vooroverleg

werden prijs- en marktverdelingsafspraken gemaakt. De inschrijvingsprijzen van de betrokken bedrijven werden in onderling overleg bepaald.”51

38. Ballast Nedam Infra BV (hierna: “ Ballast Nedam” ) heeft met betrekking tot Groenvoorzieningswerken schriftelijk verklaard dat het doel van het Vooroverleg

voorafgaande aan aanbestedingen het vaststellen van de Rechthebbende en het Inschrijfcijfer

48 Zie randnummer 14.

49 Hieronder worden ook Vooroverleggen geschaard waar Groenvoorzieners gepoogd hebben om de Rechthebbende en het

Inschrijfcijfer te bepalen, maar dit mislukt is (zie bijvoorbeeld randnummer 31).

50 Ondertekende schriftelijke verklaring 4695_4/ 28.

(13)

was: “ Veelal ging het om het vaststellen van een rechthebbende en het gezamenlijk vaststellen

van het laagste inschrijfcijfer, veelal op basis van de door de opdrachtgever afgegeven raming.”52

39. Dura Vermeer heeft eveneens schriftelijk verklaard dat het doel van het Vooroverleg in de Groenvoorzieningssector was de selectie van de Rechthebbende en vaststelling van het Inschrijfcijfer. Dura Vermeer heeft verklaard: “ Het per project belegde vooroverleg had tot doel

om tot overeenstemming te komen over de “ rechthebbende” of “ gegadigde” en meestal ook het inschrijfcijfer. De “ rechthebbende” was degene die het recht kreeg om binnen de kring van aan het vooroverleg deelnemende ondernemingen als laagste in te schrijven. Het inschrijfcijfer voor de “ rechthebbende” werd doorgaans vastgesteld door de deelnemende ondernemingen.”53

40. Oosterhof-Holman Beheer BV (hierna: “ Oosterhof-Holman” ) heeft met betrekking tot Groenvoorzieningswerken eveneens schriftelijk verklaard dat het Vooroverleg in de

Groenvoorzieningssector tot doel had de Rechthebbende te selecteren en het Inschrijfcijfer vast te stellen. Concreet heeft Oosterhof-Holman verklaard: “ Vervolgens werd er voorafgaand

aan de betreffende aanbesteding een afspraak gepland met de andere (derde) bouwbedrijven. In dit vooroverleg, dat meestal 1 of 2 uur voor de aanbesteding plaatsvond, werd onderling het inschrijfgedrag afgestemd. Het doel was om onderling vast te stellen welk bouwbedrijf het recht zou krijgen om het laagste inschrijfcijfer neer te leggen met betrekking tot een aanbesteding, met als uiteindelijke doel het onderling verdelen van projecten onder de deelnemende bouwbedrijven. Naast het laagste inschrijfcijfer werd tevens een “ tegoed” bepaald voor de niet aannemende partijen.”54

41. H4A heeft eveneens schriftelijk verklaard dat het Vooroverleg voorafgaande aan de aanbesteding van Groenvoorzieningswerken zag op de selectie van de Rechthebbende en vaststelling van het Inschrijfcijfer . Voorafgaande aan de aanbestedingen van

Groenvoorzieningswerken “ werd een afspraak belegd, waarbij bepaald werd wie het werk wilde

uitvoeren […] Vervolgens werd de inschrijfsom vastgesteld, waarbij getracht werd te allen tijde onder de raming van de opdrachtgever te blijven.”55

42. Ook Arcadis heeft schriftelijk verklaard dat Vooroverleg voorafgaande aan aanbestedingen van Groenvoorzieningswerken zag op het vaststellen van een Rechthebbende en het vaststellen van het Inschrijfcijfer: “ Uit het verslag van het interne onderzoek blijkt dat APR [Arcadis Plan Realisatie] in de periode 1996 tot 2002 betrokken was bij vooroverleg met andere

52 Ondertekende schriftelijke verklaring 4695_12/ 8 (00034015000006).

53 Ondertekende schriftelijke verklaring 4695_10/ 1 (00037009000010). Dura Vermeer heeft in een ondertekende schriftelijke

verklaring (4695_10/ 10, 00037077000003) expliciet aangegeven dat deze beschrijving van toepassing is op de Groenvoorzieningssector.

54 Ondertekende schriftelijke verklaring 4695_8/ 3 (00312003000003). Oosterhof Holman heeft in een ondertekende schriftelijke

verklaring (4695_8/ 8) expliciet aangegeven dat deze beschrijving van toepassing is op de Groenvoorzieningssector.

(14)

aannemers waarbij in gezamenlijk overleg de aanbiedingsprijs voor de aanbestedende opdrachtgever werd bepaald, alsmede welke aannemer deze prijs zou aanbieden ter aanbesteding.”56

43. Het feit dat Vooroverleg voorafgaande aan aanbestedingen van Groenvoorzieningswerken zag op het vaststellen van de Rechthebbende en het vaststellen van het Inschrijfcijfer wordt ook bevestigd door de Projectinformatie (zie randnummer 14). Uit de handgeschreven aantekeningen waarin direct betrokken werknemers van Oranjewoud de in Vooroverleggen gemaakte afspraken hebben vastgelegd, blijkt dat tijdens Vooroverleggen in de

Groenvoorzieningssector de Rechthebbende en het Inschrijfcijfer zijn vastgesteld. 57 Dit is

door een van deze werknemers van Oranjewoud aan de hand van zijn eigen handgeschreven aantekeningen58 bevestigd: “ Hierop heb ik geschreven de ramingen van de bedrijven wat het moest kosten. Daaronder staan de schrijfcijfers die zijn vastgesteld op de manier zoals ik net heb verteld. Eerst werd er dus gekeken wat mag het kosten en daarna werden de schrijfcijfers vastgesteld. Over de volgorde van inschrijving vanaf de tweede werd vaak geloot. Niemand wilde graag als hoogste inschrijven. […] Ik heb opgeschreven “ Medewerking gegeven aan A. de Winter” . Als er medewerking werd gegeven dan betekende dat dat je respect toonde,59 zoals ik heb aangegeven. […] De cijfers achter de namen van de bedrijven zijn weer het gevolg van een loting. “ Aanneemsommen terug” betekende dat die op een staffel terecht kwamen zoals ik heb verteld. Dit was een eenmalig werk, een herinrichting van een park, geen onderhoud.”60

44. De onafhankelijk van elkaar afgelegde verklaringen en de schriftelijke bewijsstukken weergegeven in randnummers 37 tot en met 43 bevestigen en versterken elkaar en zijn onderling consistent. Ze worden tevens bevestigd door verklaringen van andere Clementieverzoekers61 en door de afspraken vastgelegd in de KT-administratie en de

S-administratie.62 Op grond van deze bewijsmiddelen staat vast dat tijdens het Vooroverleg de

56 Ondertekende schriftelijke verklaring 4695_16/ 18 (00375020000005).

57 Handgeschreven aantekeningen die werknemers van Oranjewoud tijdens Vooroverleggen in de Groenvoorzieningssector hebben

gemaakt: 4695_3/ 16 tot en met 4695_3/ 91.

58 Handgeschreven aantekeningen: 4695_3/ 35 en 4695_3/ 75.

59 Over het ‘respect tonen’ heeft deze medewerker van Oranjewoud het volgende verklaard (zie ook randnummer 55): “ In het groenonderhoud was het usance dat een bedrijf dat al ergens werkte, voorrang kreeg bij het verkrijgen van dat werk. […] Je moest het werk dus eigenlijk hebben voor meerdere jaren om je investering eruit te krijgen. Dat weet iedereen en daarom kreeg dat bedrijf ‘respect’. Het systeem van respecteren van een bedrijf dat een bepaald onderhoudswerk al deed, was in het groen al heel erg lang gebruikelijk. We probeerden elkaar zoveel mogelijk te laten zitten op de plekken waar iedereen zat.” Mondelinge verklaring, ondertekend na vastlegging door de NMa:

Verslag van ambtshandelingen en verklaring 4695_3/ 5.

60 Mondelinge verklaring, ondertekend na vastlegging door de NMa: Verslag van ambtshandelingen en verklaring 4695_3/ 5. 61 Mondelinge verklaringen, ondertekend na vastlegging door de NMa: Verslagen van ambtshandelingen en verklaringen 4695_3/ 5,

4695_2/ 14 en 4695_1/ 18; en ondertekende schriftelijke verklaringen 4695_9/ 1, 4695_14/ 13 en 4695_14/ 15.

62 De KT-administratie en de S-administratie zijn originele schaduwboekhoudingen waarin onder andere afspraken betreffende

(15)

Rechthebbende en het Inschrijfcijfer werden bepaald. Hierdoor bepaalden de Deelnemende ondernemingen wie op welke manier op een Groenvoorzieningswerk in zou schrijven en wie bij welk werk als laagste van de betrokkenen mocht inschrijven. De afzonderlijke

Vooroverleggen hadden derhalve alle als doel het onderling verdelen van werken en het afstemmen van het inschrijfgedrag.

5.1.3 Het opbouwen van Rechten en selectie van de Rechthebbende

45. In paragraaf 5.1.2 is aangetoond dat tijdens het Vooroverleg de Rechthebbende werd bepaald. Hieronder zal worden aangetoond dat de aan het Vooroverleg deelnemende ondernemingen de Rechthebbende in beginsel bepaalden op basis van ‘rechten’ die de deelnemers aan het Vooroverleg bij eerdere Vooroverleggen onderling hadden opgebouwd (hierna: “ Recht” of “ Rechten” ). De deelnemers die tijdens een Vooroverleg een andere onderneming als Rechthebbende aanwezen, bouwden hierdoor tegenover de Rechthebbende wederom Rechten op die bij toekomstige Vooroverleggen konden worden ingezet. Een Recht kan dan ook worden gezien als de ‘prijs’ die de Rechthebbende ‘betaalt’ voor de mogelijkheid, gegeven door de overige deelnemers aan het Vooroverleg, als laagste bieder in te schrijven. Dit Recht betekent voor deze overige deelnemers een ‘vordering’ op de Rechthebbende, om als laagste bieder in te schrijven op een ander werk en werd ingezet bij toekomstige

Vooroverleggen. Dit had tot gevolg dat elke deelnemer in beginsel op basis van opgebouwde Rechten bij een toekomstig werk Rechthebbende zou worden. Van de methodiek van opbouwen en inzetten van Rechten bestonden enkele varianten, zoals tourbeurtsysteem, omzetgerelateerde verrekening en onderling ‘respecteren’. Het onderling ‘respecteren’ vond met name plaats bij bestaande onderhoudswerken, terwijl tourbeurtsysteem en

omzetgerelateerde verrekening met name bij groenaanleg voorkwamen. De onderling opgebouwde Rechten werden door deelnemers in schaduwadministraties bijgehouden. Het voorgaande blijkt uit de verklaringen van (werknemers van) Clementieverzoekers zoals hieronder weergegeven in randnummers 46 tot en met 60 en de Projectinformatie zoals weergegeven in randnummer 61.

46. Ballast Nedam heeft ten aanzien van het opbouwen van Rechten in het Vooroverleg

voorafgaande aan aanbestedingen van Groenvoorzieningswerken schriftelijk verklaard dat de Rechthebbende de andere aan het Vooroverleg deelnemende onderneming in de toekomst ter wille zou zijn bij de verwerving van een ander werk: “ Tussen de betrokken deelnemers aan

het Overleg bestond een “ understanding” dat de partij aan wie het werk werd gelaten, de andere betrokkenen terwille zou zijn in de toekomst bij het verkrijgen van een ander werk.”63 Ballast

Nedam heeft verder verklaard dat de Rechten in beginsel uit werk bestonden: “Er werden in

beginsel geen reken- of andere vergoedingen vastgesteld.”64

(16)

47. Heijmans heeft schriftelijk verklaard dat er met betrekking tot aanbestedingen van Groenvoorziening veelal een roulatiesysteem (volgordesysteem) werd toegepast tussen ondernemingen die regelmatig aan dezelfde Vooroverleggen deelnamen: “ [Er] werd een

roulatiesysteem gehanteerd tussen de belangrijkste aanbieders (volgordesysteem) indien een aantal ondernemingen elkaar in dezelfde samenstelling regelmatig opnieuw trof. De belangrijkste aanbieders kwamen achtereenvolgens aan de beurt en hielden zelf een omzetstaffel bij.”65

48. Een werknemer van Oranjewoud die zelf betrokken was bij Vooroverleg voorafgaande aan aanbestedingen van Groenvoorzieningswerken heeft verklaard dat bij aanleg van

Groenvoorzieningswerken sprake was van een ‘tourbeurtensysteem’ waarbij de ene keer de ene Groenvoorziener aan de beurt was en de volgende keer een andere Groenvoorziener: “ Bij

de aanleg van groen […] werd op basis van een […] tourbeurtensysteem bepaald wie het werk ging krijgen: de ene keer was ik aan de beurt, de andere keer jij. Je bouwde een tegoed op, op basis van de aanneemsommen. Zo kwam iedereen een keer aan de beurt. Dat werd bijgehouden aan de hand van een rekening-courant systeem. Ik hield een staffeltje bij. Voordat ik naar een voorbesteding ging, keek ik in mijn administratie of ik aan de beurt was. Iedereen deed op zijn manier zijn huiswerk, dus wist iedereen tijdens het overleg wel wie er aan de beurt was.”66

49. Dura Vermeer heeft schriftelijk verklaard dat de Rechthebbende bij aanleg van

Groenvoorzieningswerken in beginsel op basis van in het verleden opgebouwde Rechten of omzettegoeden werd geselecteerd: “ Veelal werd preferentie gebaseerd op basis van in het

verleden opgebouwde claims. Met name indien overleg plaatsvond tussen ondernemingen, die elkaar vaak tegenkwamen bij aanbestedingen, werden de claims, die uitgedrukt werden in omzettegoeden, punten, aantal werken, […] etc. bijgehouden in staffels. Degene die tijdens eerder vooroverleg op basis van deze staffels de meeste tegoeden had opgebouwd, kwam in beginsel in aanmerking om “ rechthebbende” te zijn. De overige aan het overleg deelnemende

ondernemingen, die niet “ rechthebbende” werden, bouwden op die manier tegoeden op. […] Soms werd preferentie gegeven, zonder dat daar claims (tegoeden of “ vergoedingen” ) tegenoverstonden, maar enkel omdat door onderhandelingen werd vastgesteld dat een bepaalde onderneming “ aan de beurt” was om een werk te verrichten, of omdat vastgesteld werd dat andere ondernemingen in de toekomst aan de beurt zouden zijn.“67

50. Arcadis heeft schriftelijk verklaard dat de selectie van de Rechthebbende bij

Groenvoorzieningswerken gebaseerd was op Rechten die in eerdere Vooroverleggen waren opgebouwd: “ Vervolgens werd er geconcurreerd of afgesproken tussen de aannemers wie deze

laagste inschrijving mocht doen. Dit gebeurde veelal door het aan elkaar toekennen van rechten. Deze rechten hadden de vorm van verrekenbare tegoeden die konden worden afgelost of ingezet bij een volgende aanbesteding. […] Zoals uit het algemene onderzoek in 2004 al was gebleken,

65 Ondertekende schriftelijke verklaring 4695_4/ 28.

(17)

probeerde APR [Arcadis Plan Realisatie] haar verrekenbare tegoeden zo snel mogelijk te egaliseren. Dit was inherent aan het systeem dat in het vooroverleg werd gehanteerd om te bepalen wie de laagste aanbiedingsprijs zou indienen. De aannemer die een verrekenbaar tegoed had op de andere deelnemers aan het vooroverleg, kon een deel van dit tegoed inbrengen en daarmee zijn kans verhogen om de aanbesteding aan zich te trekken.”68

51. H4A heeft schriftelijk nader toegelicht hoe de Rechten in de Groenvoorzieningssector werden bepaald: “ Tot slot [na selectie van de Rechthebbende en vaststelling van het Inschrijfcijfer]

werden de staffelrechten bepaald, die van belang waren voor het bepalen van de rechten bij de volgende aanbestedingen. Stel de inschrijfsom werd bepaald op € 600.000,-- en er waren 6 aannemers die inschreven op een werk. Iedereen had op deze manier recht op 1/ 6 deel van het werk, zijnde € 100.000,--. Op de staffel werd zodanig door de 5 aannemers die het werk niet hadden € 100.000,-- als tegoed op werk opgeschreven voor een volgende keer. Let op: dit was slechts een recht op werktegoed en heeft niets te maken met een uitkering van geld naar elkaar toe.”69

52. Een variant van het opbouwen van Rechten bij Vooroverleg bij Groenvoorzieningswerken hield in dat de opbouw en verrekening van Rechten door middel van wederzijds ‘respect’ plaats zou vinden. Het ‘respecteren’ hield in dat de onderneming die een werk bij dezelfde opdrachtgever reeds vóór de aanbesteding uitvoerde in beginsel als laagste op het werk mocht inschrijven. ‘Respecteren’ kwam met name voor bij bestaande onderhoudswerken. Tijdens het Vooroverleg werd dan afgesproken dat de overige geïnteresseerde aannemers de ‘zittende’ Groenvoorziener zouden ‘respecteren’. De betreffende Groenvoorziener zou op zijn beurt ‘respect verlenen’ voor een ander werk.

53. De directeur van Ballast Nedam Infra Specialiteiten, een dochteronderneming van Ballast Nedam actief in Groenvoorzieningswerken, heeft verklaard dat bij het Vooroverleg ten aanzien van de aanbesteding van Groenvoorzieningswerken in gemeentes waar bedrijven al langer werkzaam waren, sprake was van ‘respecteren’: “ Op bepaalde plekken waar bedrijven

heel veel jaren zaten was het gebruikelijk dat je elkaar respecteerde op de plek waar je zat. […] Als ik iemand eraf schreef, dus niet respecteerde, in een bepaalde gemeente, dan kwam die op mijn plek zijn verhaal halen. Op die manier was er wederzijds respect. […] Het respecteren ging werk voor werk, in de zin dat je iemand ergens anders respecteerde als die jou op jouw plek

respecteerde.”70

54. Heijmans schriftelijk verklaard dat tijdens het Vooroverleg met betrekking tot de

aanbesteding van reeds bestaande onderhoudswerken in de Groenvoorziening sprake was van ‘respecteren’ van de ‘zittende aannemer’. “ Onderhoudsprojecten werden niet anders

68 Ondertekende schriftelijke verklaring 4695_16/ 18 (00375020000006). 69 Ondertekende schriftelijke verklaring 4695_13/ 1.

(18)

behandeld dan andere projecten, met dien verstande dat, waar mogelijk, de zittende aannemer werd gerespecteerd. Het gevolg daarvan in de praktijk was, dat in beginsel slechts nieuwe onderhoudsprojecten voor toekenning op basis van een verrekeningssysteem in aanmerking kwamen. […] Het respecteren van de zittende aannemer hield in dat bedrijven in beginsel hoger inschreven op een onderhoudsproject dat een onderneming reeds in portefeuille had en dat opnieuw werd aanbesteed” . 71

55. De verklaring van een werknemer van Oranjewoud, rechtstreeks betrokken bij Vooroverleg voorafgaande aan aanbesteding van Groenvoorzieningswerken, bevestigt de usance van het ‘respecteren’ bij bestaande onderhoudsprojecten van Groenvoorzieningswerken: “ In het

groenonderhoud was het usance dat een bedrijf dat al ergens werkte, voorrang kreeg bij het verkrijgen van dat werk. […] Je moest het werk dus eigenlijk hebben voor meerdere jaren om je investering eruit te krijgen. Dat weet iedereen en daarom kreeg dat bedrijf ‘respect’. Het systeem van respecteren van een bedrijf dat een bepaald onderhoudswerk al deed, was in het groen al heel erg lang gebruikelijk. We probeerden elkaar zoveel mogelijk te laten zitten op de plekken waar iedereen zat.”72 Een andere werknemer van Oranjewoud, die in Friesland betrokken was bij

Vooroverleg voorafgaande aan aanbestedingen van Groenvoorzieningswerken, heeft eveneens verklaard dat ondernemingen van elkaar verwachtten dat zij op ‘hun’ werken gerespecteerd zouden worden en dat dit het uitgangspunt van het Vooroverleg was:

“ Uitgangspunt van de vooroverleggen waar één van de partijen een zittende aannemer was, [was] dat je respect probeerde te geven. Ik ging altijd met die intentie naar dat soort vooroverleggen. Want als ik respect toonde dan kreeg ik dat ook als ik zelf om respect vroeg. De anderen dachten daar ook zo over. […] het was respect voor respect. Je ging er van uit dat als je respect gaf dat je dat ook kreeg als je er om vroeg”73

56. De directeur van Gebroeders Van Kessel BV (hierna: “ Van Kessel” ) heeft verklaard dat het initiatief voor het Vooroverleg vaak genomen werd door de Groenvoorziener die het werk al een paar jaar deed. Deze ‘zittende aannemer’ vroeg de andere ondernemingen om respect:

“ De aannemer die een werk graag wilde hebben, nam contact op met de andere ondernemingen en vroeg respect. In hoofdzaak was dat de aannemer die het werk al een paar jaar deed, ook wel de ‘zittende aannemer’.[...] Als ik iemand ergens respect gaf, verwachtte ik ook dat die

onderneming mij later respect gaf. Met de omzet werd niet zo precies geteld. Als ik iemand respect had gegeven voor een werk voor 1 miljoen, was het meestal niet mogelijk om daar vier kleinere werken voor terug te krijgen. Het was meer zo dat je afwisselend aan de beurt kwam. Het werd per werk bekeken, wie wat kreeg.”74

71 Ondertekende schriftelijke verklaring 4695_4/ 28.

(19)

57. Dura Vermeer heeft eveneens schriftelijk verklaard dat Groenvoorzieners elkaar bij aanbestedingen van bestaande onderhoudswerken in het algemeen ‘respecteerden’: “ Aangezien onderhoudswerkzaamheden in de regel langlopende contracten zijn, zijn de bedrijven

die deze werkzaamheden uitvoeren zeer afgestemd op de wensen en de eisen van de opdrachtgever waar het gaat om personeel en materieel. […] Het was dan ook zeer “ onwenselijk” voor deze bedrijven dat een onderhoudsopdracht ineens aan een ander zou worden gegund. Binnen de groenbedrijven bestond derhalve een jarenlange cultuur waarbinnen langdurige

onderhoudscontracten door andere groenbedrijven worden ‘gerespecteerd’.”75

58. Een voormalig directeur van Seignette Assendelft Beheer BV (hierna: “ Seignette” ) heeft verklaard dat sprake was van een cultuur van elkaar ‘respecteren’ bij bestaand

onderhoudswerk. Concreet heeft de voormalig directeur van Seignette verklaard: “ Er was een

soort gentlemen’s agreement: Bij onderhoudswerk liet je een zittende aannemer zitten, je gaf elkaar respect. Daar werden afspraken over gemaakt. Je wist vrijwel zeker dat je respect terugkreeg als je iemand anders respect gaf.”76

59. Een incidenteel voorkomende variant bij de opbouw en inzet van Rechten was de verrekening van rekenvergoedingen. Heijmans heeft schriftelijk verklaard dat bij Vooroverleg incidenteel ook Rechten in de vorm van rekenvergoedingen werden opgebouwd: “ Tevens werd er meer

incidenteel een verrekeningssysteem gehanteerd waarbij door de opdrachtverkrijgende partij aan de overige inschrijvers een rekenvergoeding vergoed (bijvoorbeeld door middel van verrekening) werd.”77

60. Een direct bij het Vooroverleg betrokken werknemer van Oranjewoud heeft eveneens

verklaard dat Rechten soms in de vorm van ‘rekenvergoedingen’ werden geregistreerd. Op de vraag wat er met het tegoed van de rekenvergoeding gebeurde, heeft hij verklaard dat het streven was om deze rekenvergoedingen bij toekomstige aanbestedingen te verrekenen: “ Tussen de prijs waarvoor de laagste inschrijver het wilde maken en het door ons vastgestelde

inschrijfcijfer zat een verschil. De rekenvergoeding. Dat bedrag werd verdeeld onder de andere aannemers, dat werd een tegoed op de laagste inschrijver. […] Ik hield die bedragen bij. Het is altijd alleen gebruikt voor nieuw werk. Het streven was om de tegoeden in evenwicht te houden.

[…] Ik heb wel eens een tegoed moeten betalen in plaats [van] dat het werd weggestreept. Het

streven was echter dat de vergoedingen tegen elkaar werden weggestreept.”78

61. De verklaringen van Clementieverzoekers dat tussen Deelnemende ondernemingen Rechten werden opgebouwd en ingezet worden bevestigd door aantekeningen in de Projectinformatie bij specifieke Groenvoorzieningswerken. Zo staat bij een groenproject in de KT-administratie

75 Ondertekende schriftelijke verklaring 4695_10/ 10 (00037077000004).

76 Mondelinge verklaring, ondertekend na vastlegging door de NMa: Verslag van ambtshandelingen en verklaring 4695_1/ 18. 77 Ondertekende schriftelijke verklaring 4695_4/ 8.

(20)

vermeld: “ Afspr = Respect vlgs nieuwe groen regeling” .79 Bij een ander groenproject in de

KT-administratie staat vermeld: “ Werk door GZ aan Gebr. Van Kessel weggegeven. Afspr.

Wederzijds respect.”80 In de S-administratie staat bij een groenproject vermeld: “ Preferentie gegeven aan Oranjewoud. Seig [Seignette] volgende werk.”81

62. Bovenvermelde onafhankelijk van elkaar afgelegde verklaringen82 bevestigen en versterken

elkaar en zijn onderling consistent. Ze worden tevens bevestigd door verklaringen van andere Clementieverzoekers en door de afspraken neergelegd in de KT-administratie en de

S-administratie. 83 Op basis van deze bewijsmiddelen staat vast dat de aan het Vooroverleg

deelnemende ondernemingen de Rechthebbende in beginsel bepaalde op basis van Rechten die de deelnemers aan het Vooroverleg bij eerdere Vooroverleggen onderling hadden opgebouwd. De deelnemers die een andere onderneming als Rechthebbende aanwezen, bouwden hierdoor tegenover de Rechthebbende wederom Rechten op die bij toekomstige Vooroverleggen konden worden ingezet. Een Recht kan dan ook worden gezien als de ‘prijs’ die de Rechthebbende ‘betaalt’ voor de mogelijkheid, gegeven door de overige deelnemers aan het Vooroverleg, als laagste bieder in te schrijven. Dit Recht betekent voor deze overige deelnemers een ‘vordering’ op de Rechthebbende, om als laagste bieder in te schrijven op een ander werk en werd ingezet bij toekomstige Vooroverleggen. Dit had tot gevolg dat elke deelnemer in beginsel op basis van opgebouwde Rechten bij een toekomstig werk

Rechthebbende zou worden. Van de methodiek van opbouwen en inzetten van Rechten bestonden enkele varianten, zoals tourbeurtsysteem, omzetgerelateerde verrekening en onderling ‘respecteren’. Het onderling ‘respecteren’ vond met name plaats bij bestaande onderhoudswerken, terwijl tourbeurtsysteem en omzetgerelateerde verrekening met name bij groenaanleg voorkwamen. De onderling opgebouwde Rechten werden door deelnemers in schaduwadministraties bijgehouden.

5.1.4 Conclusie met betrekking tot Vooroverleg

63. Op grond van het bovenstaande staat vast dat voorafgaande aan aanbestedingen van Groenvoorzieningswerken Vooroverleg plaatsvond (zie paragraaf 5.1.1). De afzonderlijke Vooroverleggen hadden alle als doel het onderling verdelen van werken en het afstemmen van het inschrijfgedrag. Tijdens het Vooroverleg werden de Rechthebbende en het Inschrijfcijfer bepaald (zie paragraaf 5.1.2). Tijdens het Vooroverleg voorafgaande aan de

79 Schaduwboekhouding 4695_1/ 35 (blz. 381). 80 Schaduwboekhouding 4695_1/ 35 (blz. 285). 81 Schaduwboekhouding 4695_1/ 17 (rij 1076).

82 Het betreft ondertekende schriftelijke verklaringen en mondelinge verklaringen van (voormalige) directeuren en andere direct bij

het verwerven van opdrachten dan wel het Vooroverleg betrokken werknemers, ondertekend na vastlegging door de NMa in Verslagen van ambtshandelingen.

83 De KT-administratie en de S-administratie zijn originele schaduwboekhoudingen waarin onder andere afspraken betreffende

(21)

aanbestedingen van Groenvoorzieningswerken werden tevens onderlinge Rechten opgebouwd tussen de bij het betreffende Vooroverleg voor een bepaald werk aanwezige ondernemingen. De Rechten werden onderling ingezet en in beginsel verrekend bij toekomstige werken (zie paragraaf 5.1.3).

5.2 Reikwijdte van het Vooroverleg

64. Uit de hieronder aangevoerde verklaringen van (werknemers van) Clementieverzoekers en de Projectinformatie blijkt dat het in paragraaf 5.1 beschreven Vooroverleg bij aanbestedingen van Groenvoorzieningsactiviteiten voorkwam bij nagenoeg alle soorten

Groenvoorzieningsactiviteiten, bij nagenoeg alle Meervoudig onderhandse aanbestedingen, en voorts bij Openbare aanbestedingen indien voldoende duidelijk was wie de potentiële inschrijvers waren.

65. Op basis van onafhankelijk van elkaar afgelegde verklaringen van Clementieverzoekers 84 en

de Projectinformatie85 staat vast dat Vooroverleg plaatsvond bij nagenoeg alle soorten

Groenvoorzieningsactiviteiten, zoals bij werken voor aanleg86 en onderhoud87, bij

uiteenlopende activiteiten binnen de bebouwde kom88 en buiten de bebouwde kom89 en voor

84 Zie onderstaande voetnoten 87 tot en met 96. 85 Zie onderstaande voetnoten 87 tot en met 96.

86 Zie bijv. Projectinformatie: 4695_10/ 4 (00037068000003-04), 4695_8/ 8, 4695_16/ 19 (00375001000006-07), 4695_3/ 88,

4695_3/ 89, 4695_13/ 3, 4695_2/ 10, 4695_12/ 3, 4695_14/ 15; en mondelinge verklaringen, ondertekend na vastlegging door de NMa: Verslagen van ambtshandelingen en verklaringen 4695_1/ 18, 4695_2/ 14, 4695_3/ 4 en 4695_13/ 8; en ondertekende schriftelijke verklaringen 4695_4/ 28 en 4695_10/ 10.

87 Zie bijv. Projectinformatie: 4695_8/ 8, 4695_9/ 17, 4695_2/ 10, 4695_12/ 3, 4695_1/ 35 (blz. 29), 4695_3/ 82, 4695_3/ 83, 4695_10/ 4

(00037068000003-04), 4695_13/ 3, 4695_14/ 15; en mondelinge verklaringen, ondertekend na vastlegging door de NMa: Verslagen van ambtshandelingen en verklaringen 4695_1/ 18, 4695_2/ 14, 4695_3/ 4, 4695_3/ 5 en 4695_13/ 8; en ondertekende schriftelijk verklaringen 4695_4/ 28 en 4695_10/ 10.

88 Zie bijv. Projectinformatie: 4695_4/ 15, 4695_9/ 17, 4695_10/ 4 (00037068000003-04), 4695_14/ 15, 4695_16/ 19

(00375001000006-07), 4695_2/ 10; en mondelinge verklaringen, ondertekend na vastlegging door de NMa: Verslagen van ambtshandelingen en verklaringen 4695_2/ 14, 4695_14/ 17, 4695_15/ 25; en ondertekende schriftelijk verklaringen 4695_4/ 8, 4695_10/ 10 en 4695_12/ 7.

89 Zie bijv. Projectinformatie: 4695_10/ 4 (00037068000003-04), 4695_10/ 2 en 4695_10/ 10, 4695_16/ 19 (00375001000006-07),

(22)

verschillende soorten opdrachtgevers,90 zoals Rijkswaterstaat,91 gemeenten,92

waterschappen,93 provincies94 en instellingen95.

66. Vooroverleg vond plaats bij nagenoeg alle Meervoudige onderhandse aanbestedingingen. Dit blijkt uit de navolgende verklaringen van Clementieverzoekers.

67. Heijmans heeft schriftelijk verklaard dat bij alle Meervoudig onderhandse aanbestedingen Vooroverleg plaatsvond:96 “ Het vooroverleg vond plaats zodra zich een onderhandse

aanbesteding voordeed. De frequentie van het overleg in een bepaalde regio werd dus bepaald door het aanbod van werken op de betreffende (lokale) markt. Eventuele verschillen tussen de regio’s voor wat betreft de frequentie van vooroverleg kunnen door het aanbod van werken worden verklaard.”97

68. H4A heeft schriftelijk verklaard dat de potentiële inschrijvers in geval van Meervoudig onderhandse aanbestedingen in de regel Vooroverleg voerden. Concreet heeft H4A verklaard: “ In het geval van een onderhandse aanbesteding werd zo snel mogelijk uitgezocht welke bedrijven

een uitnodiging voor dat betreffende werk hadden. Met deze aannemers werd kort voor de aanbesteding een afspraak belegd, waarbij bepaald werd wie het werk wilde uitvoeren. […] Nagenoeg altijd kwam uit dit overleg een aannemer naar voren die het werk mocht maken.”98

69. Een werknemer van Oranjewoud, betrokken bij Vooroverleg voorafgaande aan

aanbestedingen van Groenvoorzieningswerken in Noord-Holland, heeft verklaard dat bij nagenoeg alle Meervoudig onderhandse aanbestedingen99 Vooroverleg plaatsvond en dat dit

ook algemeen bekend was. Concreet heeft hij verklaard: “Ik denk wel dat er bij alle

onderhandse aanbestedingen die ik mee heb gemaakt een voorbesteding was. Als het een keer niet is gebeurd dan was dat een uitzondering. […] Het systeem van voorbestedingen zoals ik dat heb beschreven, werkte zo in de hele regio waarvoor ik verantwoordelijk was. […] Of het nu groen was of niet, bij ons in de regio wist bij de civiel- en cultuurtechnische werken iedereen dat je op de dag

90 Zie bijv. Projectinformatie: 4695_13/ 3, 4695_10/ 10 en 4695_10/ 2, 4695_1/ 17 (o.a. rij 476), 4695_2/ 10, 4695_1/ 35 (blz. 139, 140, 141,

354 en 605), 4695_8/ 8 en 4695_16/ 19.

91 Zie bijv. Projectinformatie: 4695_10/ 4 (00037068000003-04), 4695_13/ 3, 4695_2/ 10 en 4695_14/ 15.

92 Zie bijv. Projectinformatie: 4695_10/ 4 (00037068000003-04), 4695_8/ 8, 4695_16/ 19 (00375001000006-07), 4695_13/ 3,

4695_2/ 10 en 4695_14/ 15.

93 Zie bijv. Projectinformatie 4695_10/ 4 (00037068000003-04), 4695_13/ 3, 4695_2/ 10 en 4695_14/ 15. 94 Zie bijv. Projectinformatie 4695_8/ 8 en 4695_1/ 35.

95 Zie bijv. Projectinformatie 4695_16/ 19 (00375001000006-07), 4695_13/ 3 en 4695_2/ 10. 96 Ondertekende schriftelijke verklaring 4695_4/ 4 (00040007000197).

97 Ondertekende schriftelijke verklaring 4695_4/ 28. 98 Ondertekende schriftelijke verklaring 4695_13/ 1.

99 Oranjewoud schrijft in beginsel niet op openbare aanbestedingen in. Zie mondelinge verklaring, ondertekend na vastlegging door

(23)

van inlichtingen afsprak om voor de aanbesteding bij elkaar te zitten om af te spreken wie als laagste mocht inschrijven.”100

70. Arcadis heeft schriftelijk eveneens verklaard dat het Vooroverleg bij nagenoeg alle

Meervoudig onderhandse aanbestedingen plaatsvond: “ Het vooroverleg had als regel plaats bij

alle ‘meervoudig onderhandse’ aanbestedingen. Het was ‘common practice ‘ en APR [Arcadis

PlanRealisatie] deed aan deze praktijk mee, vooropgesteld dat zij een uitnodiging tot inschrijving

had ontvangen.”101

71. Voorts vond bij openbare aanbestedingen Vooroverleg plaats indien potentiële inschrijvers met voldoende zekerheid ingeschat konden worden. Dit blijkt uit de navolgende

onafhankelijk van elkaar afgelegde schriftelijke verklaringen van Clementieverzoekers en mondelinge, ondertekende en in verslagen van ambtshandelingen vastgelegde verklaringen van directeuren van Clementieverzoekers.

72. H4A heeft schriftelijk verklaard dat bij Openbare aanbestedingen Vooroverleg plaatsvond indien voldoende duidelijk was welke ondernemingen geïnteresseerd waren: “ Indien een

goede inschatting te maken was van welke aannemers in zouden schrijven op het werk werd getracht om deze aannemers bij elkaar te roepen en werd kort voor de aanbesteding een overleg vastgesteld om te proberen ook hier een laagste inschrijver vast te stellen.”102

73. Koninklijke Volker Wessels Stevin (hierna: “ KVWS” ) heeft schriftelijk verklaard dat bij openbare aanbestedingen Vooroverleg plaatsvond.103 De directeur van de

dochteronderneming Van Kessel heeft toegelicht dat de Groenvoorzieners bij openbare aanbestedingen op basis van marktinformatie een inschatting moesten maken welke ondernemingen in het betreffende werk geïnteresseerd zouden kunnen zijn om elkaar respect te kunnen geven: “ Bij de openbare aanbestedingen moest je gokken wie in de

aanbesteding geïnteresseerd zou kunnen zijn. Het was niet nodig om bij de Dag van Inlichtingen te kijken. Je weet wie van de regionale spelers in een bepaalde regio actief is. Je volgt

aanbestedingsuitslagen en weet hoe de ondernemingen in hun capaciteit zitten. Soms had ik twee enveloppen bij me. Als ik bij de aanbesteding zelf nog andere mensen zag, gooide ik een andere envelop in de bus. Daarom ging je ook altijd calculeren, zelfs al had je iemand anders respect gegeven.”104

74. Heijmans heeft schriftelijk verklaard dat bij Openbare aanbestedingen Vooroverleg alleen plaatsvond indien voldoende bekend was welke ondernemingen in het werk geïnteresseerd

100 Mondelinge verklaring, ondertekend na vastlegging door de NMa: Verslag van ambtshandelingen en verklaring 4695_3/ 5. 101 Ondertekende schriftelijke verklaring 4695_16/ 18 (0037502000005.)

102 Ondertekende schriftelijke verklaring 4695_13/ 1.

103 Ondertekende schriftelijke verklaring 4695_15/ 10 (00035010000033).

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Op bovenvermelde datum heeft de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin

Op bovenvermelde datum heeft de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin

In het navolgende is achtereenvolgens in gegaan op de gevolgen van de voorgenomen concentratie van de overname van (i) Reggefiber Wholesale door KPN op de markt voor lage

Daarnaast bestaan er verticale relaties tussen activiteiten van partijen op verschillende markten, namelijk tussen enerzijds de markten voor ontbundelde toegang en voor lage kwaliteit

Op 28 juni 2006 heeft de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de

Op bovenvermelde datum heeft de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin

Evenals in eerdere besluiten 11 kan in deze zaak in het midden worden gelaten of de markt voor de verkoop van dagelijkse consumptiegoederen via supermarkten een nationale of

In de tweede plaats heeft de Commissie in deze Richtsnoeren een algemene aanname geformuleerd, die er van uit gaat dat afspraken tussen ondernemingen met een gezamenlijk