• No results found

Vraag nr. 102 van 2 februari 2005 van mevrouw SABINE POLEYN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 102 van 2 februari 2005 van mevrouw SABINE POLEYN"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 102 van 2 februari 2005

van mevrouw SABINE POLEYN Dynamo² – Evaluatie

Basis- en secundaire scholen kunnen voor welbe-paalde projecten financiële ondersteuning van de overheid vragen tot maximaal 2.000 euro per pro-ject, via het Dynamo²-project.

Deze Dynamo²-subsidielijn bestaat sinds 1994. We zijn inmiddels ruim tien jaar verder. Wij vonden geen informatie die wijst op een recente evaluatie. 1. Hoeveel projecten werden de voorbije vijf

jaar ingediend en hoeveel werden er effectief gesteund ?

2. Binnen welke werkvelden vielen deze projecten te situeren (het groene werkveld, het democratische werkveld, het gezonde werkveld, het bedrijvige werkveld, het muzisch-creatieve werkveld) ? 3. Op welke manier zijn de toegewezen projecten

verdeeld over de onderwijsvormen ?

4. Maken scholen in de praktijk meermaals gebruik van het Dynamo²-aanbod ?

5. Bestaat er een evaluatie van Dynamo² ? Antwoord

1. De voorbije vijf jaar werden in het totaal 2.313 projectaanvragen ingediend, waarvan er 1.272 ondersteund werden (55%). Onderstaande tabel geeft de aantallen per schooljaar weer:

Dynamo² Aantal Aantal

project ondersteund aanvragen 2004/2005 492 209 2003/2004 420 234 2002/2003 404 185 2001/2002 526 304 2000/2001 471 340 Totaal 2313 1272 gemiddeld/jaar 462,6 254,4

De terugloop van het aantal aanvragen in 2002/2003 heeft te maken met de invoering van een nieuw criterium, namelijk dat projec-ten enkel in teamverband kunnen worden inge-diend. Hierdoor verlaagde het aantal aanvragen maar steeg tegelijk de inhoudelijke kwaliteit van de projecten. Deze beslissing werd genomen om enerzijds de kwaliteit van aanvragen te verho-gen en anderzijds om te vermijden dat een pro-ject slechts door één leerkracht gedragen wordt (viel deze in het verleden weg, dan viel ook de werking in de school stil)

Als bijlage vindt de Vlaamse volksvertegen-woordiger een uitgebreid overzicht van de ver-deling per werkveld.

2. De projecten kunnen ingediend worden binnen vijf werkvelden. Deze komen overeen met de ontwikkelingsdoelen, eindtermen en vakover-schrijdende eindtermen uit het basis- en secun-dair onderwijs. De werkvelden zijn:

– muzisch-creatieve werkveld: kunstprojecten, cultuur, muzische vorming en creativiteit (toneelopvoeringen, creatieve dagen, beelda-teliers, …);

– democratische werkveld: projecten rond bur-gerzin (mondiale vorming, pesten, inspraak, …);

– groene werkveld: milieuprojecten (afvalver-werking, speelplek, natuurbehoud, …); – gezonde werkveld: projecten rond

gezond-heid en voeding (voeding, veiliggezond-heid, bewe-ging, relaties, …);

– bedrijvige werkveld: projecten rond onderne-mingszin (productontwikkeling, economie, industrie, …).

(2)

uitgegaan van de criteria die in de Dynamo2-brochure beschreven staan (onder andere team-werking, actieve deelname van de leerlingen, continue werking en continue werking, zie vol-ledige lijst als bijlage 2). Bij elke jurering wordt steeds bekeken of het ingediende voorstel aan-sluiting vindt bij de onderwijsvorm en het type. Een toneelvoorstelling maken met leerlingen uit het kleuteronderwijs vraagt bijvoorbeeld een andere thematiek en aanpak dan eenzelfde idee met leerlingen uit het TSO (technisch secundair onderwijs – red.) realiseren. Het overgrote deel van de projecten (66%) wordt ingediend door en goedgekeurd voor het basisonderwijs, wat overeenkomt met de reële verhouding van het totale aantal basis- versus secundaire scholen in Vlaanderen. Daarnaast kunnen ook hogescho-len en centra voor permanente vorming project-voorstellen indienen.

4. Ongeveer de helft van de aanvragen komt van scholen die jaarlijks of tweejaarlijks een nieuw voorstel indienen. 50% van de aanvragen komt jaarlijks van een "nieuwe" school, welke nog geen aanvraag in het verleden indiende. Vaak dienen scholen ook meer dan één voorstel in – bijvoorbeeld een project voor de eerste en de derde graad.

6. Scholen krijgen na de toezegging van het onder-steunde bedrag een evaluatiebundel, welke ze samen met een financieel verslag indienen op het einde van het project. Deze inhoudelijke en financiële evaluatie wordt steeds nagelezen door een medewerker van de Cultuurcel (zie bij-lage 3). Daarnaast wordt het project zelf ook om het half jaar geëvalueerd in de Dynamo2

-stuurgroep. Hierin zitten vertegenwoordigers van verschillende departementen en admi-nistraties die gelinkt zijn aan de werkvelden (Onderwijs, Cultuur, Economie, Leefmilieu, Volksgezondheid, …), vertegenwoordigers van ondersteunende organisaties binnen de Vlaamse en federale overheid (Kleur Bekennen, MOS) en vertegenwoordigers van de onderwijskoepels. De stuurgroep bespreekt de te volgen strategie van het Dynamo2-project voor de komende jaren: wat moet er bijgestuurd worden, welke mogelijkheden liggen nog open, hoe kan het project zo goed mogelijk bekend gemaakt wor-den …

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Programmatie OKAN Anderstalige kleuters Modulaire

 Laat alleen onderzoek toe dat handvatten levert voor de praktijk.  Organiseer

De relaties met mijn informanten, van de eerste groep, heb ik opgebouwd op basis van vertrouwen. Deze relaties zouden zo een ruimte waarborgen waarbinnen de vrouwen zo vertrouwd

Voor de inhoudelijke en strategische verkenning zijn gesprekken gevoerd met de beoogde partners in de jeugdzorg en jeugdhulpverlening in de regio Leiden, met

In de afgelopen jaren is veel kennis opgebouwd en zijn instrumenten ontwikkeld rond het beter onder- steunen van gezinnen met een migratieachtergrond, of andere ouders en jeugdigen

Traditioneel waren credit risk en market risk leidend voor financiële instellingen, maar deze zijn voorbijgestreefd door operational risk vanwege de sterke toename van

Om leerkrachten een duwtje in de goede richting te geven, creëerden we Alfred, een online tool voor kleuterleerkrach- ten met tips over kwaliteitsvolle, talige interacties in de

Het gaat om onderwerpen, gedachten en gevoelens die volgens hen relevant zijn in relatie tot het thema ‘bezielde professionaliteit van sociaal werkers’. Stap 3 Mind-map/woordweb