• No results found

BESLUIT Dienst uitvoering en toezicht Energie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "BESLUIT Dienst uitvoering en toezicht Energie"

Copied!
18
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Dienst uitvoering en toezicht Energie

BESLUIT

Nummer: 100140/ 20

Betreft: Besluit van de directeur van de Dienst uitvoering en toezicht Energie op de bezwaren ingebracht tegen zijn besluit van 14 september 2001, nr. 100140/ 12 inzake de toewijzing van transportcapaciteit op de landsgrensoverschrijdende verbindingen 2001.

I. VERLOOP VAN DE PROCEDURE Primair besluit

1. Bij besluit nr. 00-074 van 16 november 2000 heeft de directeur van de Dienst uitvoering en toezicht Energie (hierna: directeur DTe), op grond van artikel 36, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998 (hierna: E-wet ‘98), onder meer de voorwaarden vastgesteld met betrekking tot de toewijzing van transportcapaciteit op de

landsgrensoverschrijdende verbindingen voor het jaar 2001. Deze voorwaarden zijn onderdeel van de Netcode.

2. In artikel 5.6.1.4 van de Netcode is bepaald dat de directeur DTe de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet kan verzoeken de methode voor vaststelling van de veilig beschikbare landsgrensoverschrijdende transportcapaciteit integraal als onderdeel van de Netcode op te nemen.

3. Bij besluit nr. 00-074 van 16 november 2000 is bepaald dat de toewijzing van transportcapaciteit op de landsgrensoverschrijdende verbindingen geschiedt door middel van veilen. Artikel 5.6.6 van de Netcode geeft weer dat er wordt geveild ten behoeve van jaar-, maand- en sporttransporten. In artikel 5.6.9.3 van de Netcode is aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet de bevoegdheid gegeven nadere voorwaarden te stellen aan de deelnemers aan de veilingen voor jaar- en

(2)

Bezwaar en beroep

4. Tegen de artikelen 5.6.1.4 en 5.6.9.3 van de Netcode is bezwaar gemaakt en later beroep aangetekend door de Vereniging voor Energie, Milieu en Water (hierna: VEMW).

5. VEMW voerde aan dat gelet op artikel 31, derde lid, van de E-wet ’98, de bevoegdheid neergelegd in artikel 5.6.1.4 van de Netcode omgezet moet worden in een plicht voor de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet.

6. Voorts is aangevoerd dat de op grond van artikel 5.6.9.3 van de Netcode aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet verleende bevoegdheid om nadere voorwaarden te stellen aan deelnemers van de veiling zich niet verdraagt met de E-wet ’98.

7. Op 18 oktober 2002 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven (hierna: het College) het beroep van VEMW gegrond verklaard (uitspraak met nummer AWB 01/ 818 18050).

8. Daarbij heeft het College overwogen dat vanaf 1 januari 2001 in artikel 31, derde lid, van de E-wet ’98 de verplichting is opgenomen om in de voorwaarden, bedoeld in het eerste lid, zijnde de Netcode, een regeling op te nemen voor het bepalen van de omvang van de capaciteit voor het transport van elektriciteit over

landsgrensoverschrijdende netten. Het College heeft beslist dat de Netcode binnen 3 maanden na dagtekening van de uitspraak in overeenstemming moet worden gebracht met de E-wet ‘98.

9. Voorts heeft het College overwogen dat artikel 5.6.9.4 van de Netcode niet geschreven is en geen basis vormt voor het opstellen van een veilingreglement zoals dat door de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet is vastgesteld. Ten aanzien van artikel 5.6.9.3 van de Netcode heeft het College overwogen dat onvoldoende duidelijk is welke toegangsvoorwaarden in het veilingregelement mogen worden neergelegd en waarom deze kwestie het beste aan de uitvoerder van de veiling zelf kan worden overgelaten.

(3)

II. REGELING VOOR VASTSTELLING VAN CAPACITEIT

11. Ten aanzien van het opnemen van een regeling voor het bepalen van de omvang van de capaciteit voor het transport van elektriciteit over landsgrensoverschrijdende netten heeft de directeur DTe besloten de in de bijlage bijgevoegde regeling op te nemen in de Netcode. 12. De bovengenoemde regeling wijzigt de huidige bepalingen in de Netcode waarin wordt

verwezen naar een door de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet te publiceren methodiek voor de berekening van de veilig beschikbare landsgrensoverschrijdende transportcapaciteit (voorts in dit hoofdstuk aangeduid als ‘de transportcapaciteit’). Daartoe worden de artikelen 5.6.1, 5.6.2 en 5.6.5.1 van de Netcode gewijzigd, worden aan artikel 5.6.6 twee nieuwe leden toegevoegd en wordt een nieuwe paragraaf 5.7 aan de Netcode

toegevoegd. Daarmee wordt de methode volgens welke de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet de transportcapaciteit bepaald integraal onderdeel van de Netcode.

Inhoud van de regeling

13. Artikel 5.6.1.1 verplicht de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet om de transportcapaciteit jaarlijks voor 15 november voor het volgende kalenderjaar bekend te maken. Daarbij wordt hij verplicht de transportcapaciteit te berekenen aan de hand van de berekeningsmethode zoals die is neergelegd in paragraaf 5.7. Artikel 5.6.1.2 stelt vervolgens dat de netbeheerder deze berekening voordat de nog beschikbare transportcapaciteit voor de dagveiling wordt bekendgemaakt nogmaals doet teneinde optimaal gebruik te kunnen maken van nieuwe informatie over de situatie van het netwerk, van productiemiddelen en belastingen in Nederland en het buitenland.

14. De nieuwe in paragraaf 5.7 opgenomen berekeningsmethodiek leidt ertoe dat de huidige bepaling 5.6.6.3 over de saldering van importen en exporten nader gepreciseerd moet worden teneinde te garanderen dat de volgens genoemde methodiek te berekenen transport-capaciteit ook daadwerkelijk benut kan worden.

15. Het nieuwe artikel 5.6.6.4 bepaalt dat de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet verplicht is importen en exporten op dezelfde landsgrens (dit betreft dus ofwel de

Nederlands-Belgische landsgrens ofwel de Nederlands-Duitse landsgrens) te salderen. De gehanteerde systematiek voor bepaling van de transportcapaciteit is immers zodanig ingericht dat de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet in alle gevallen

(4)

Derhalve vloeit de verplichting tot salderen van importen en exporten op dezelfde landsgrens logisch voort uit, en hangt deze samen met, de gekozen methodiek voor de berekening van de transportcapaciteit.

Opbouw van de toegevoegde paragraaf 5.7

16. Artikel 5.7.1 beschrijft de berekeningsmethodiek voor de transportcapaciteit. De methodiek beschrijft de stappen die de netbeheerder van het landelijk

hoogspanningsnet achtereenvolgens dient te zetten om de transportcapaciteit als genoemd in artikel 31, lid 3, van de E-wet ’98 te berekenen.

17. Artikel 5.7.2 geeft nadere randvoorwaarden waaraan de in artikel 5.7.1 omschreven berekening van de transportcapaciteit berekeningsmethodiek dient te voldoen. 18. Artikel 5.7.3 beschrijft vervolgens de berekeningsmethodiek voor de reservering van de

capaciteit voor onderlinge hulp en bijstand ten behoeve van de instandhouding van de integriteit van de netten als genoemd in artikel l31, lid 4, sub a, van de E-wet ’98. 19. Tenslotte beschrijft artikel 5.7.4 de gegevens die de netbeheerder van het landelijk

hoogspanningsnet dient te publiceren om aan betrokken partijen inzichtelijk te maken hoe de landsgrensoverschrijdende transportcapaciteit in concrete situaties daadwerkelijk wordt bepaald.

Artikelsgewijze toelichting Artikel 5.7.1

20. De artikelen 5.7.1.1 tot en met 5.7.1.3 bepalen de uitgangspunten voor de

berekeningsmethodiek van de transportcapaciteit. Deze dient jaarlijks voor 15 november voor het volgende kalenderjaar te zijn vastgesteld en bekendgemaakt. Daarbij dient de waarde op uurbasis te worden berekend, aangezien dit de termijn is waarop de kortst mogelijke markt van landsgrensoverschrijdende transportcapaciteit plaatsvindt (te weten de veiling ten behoeve van spottransporten). Tevens dienen afzonderlijke bepalingen plaats te vinden voor veilig beschikbare importcapaciteit en veilig beschikbare exportcapaciteit, aangezien deze niet noodzakelijk aan elkaar gelijk zijn.

(5)

berekeningen te worden meegenomen. De berekeningen dienen te worden gedaan met een volledig beschikbaar net, dus met alle transformatoren, railstations en transformatoren operationeel. Artikel 5.7.1.6 beschrijft hoe de netbeheerder van het landelijk

hoogspanningsnet de berekening dient uit te voeren in voorkomende situaties dat niet aan dit criterium wordt voldaan, bijvoorbeeld in het geval dat netcomponenten in onderhoud zijn. Voorts stelt artikel 5.7.1.5 dat de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet afzonderlijke berekeningen dient te doen voor de wintermaanden. Het is immers een gegeven dat de natuurlijke koeling ten gevolge van de lagere buitentemperatuur tot een hogere capaciteit van de circuits leidt. Ook veel buitenlandse netbeheerders komen om die reden afwijkende (namelijk: hogere) waarden voor de transportcapaciteit gedurende de winterperiode.

22. Artikel 5.7.1.7 geeft aan op welke wijze de netberekeningen dienen te worden uitgevoerd. Voor een aantal scenario’s (waaronder verstaan wordt een aantal realistisch gekozen netsituaties waarin uitgegaan wordt van een bepaalde inzet van elektriciteitsproductie en belasting in Nederland en het buitenland) dienen netberekeningen uitgevoerd te worden. De netberekeningen strekken ertoe te beoordelen hoe groot de landsgrensoverschrijdende transporten kunnen zijn zonder dat de enkelvoudige storingsreserve in gevaar komt. Anders geformuleerd: elk scenario leidt tot een maximale waarde voor import en export waarbij (nog steeds) een willekeurig netelement (bijvoorbeeld een circuit of een transformator) kan uitvallen zonder dat de veiligheid en integriteit van het elektriciteitsnetwerk

gecompromitteerd wordt. De artikelen 5.7.1.8 en 5.7.1.9 geven nadere toelichting op de wijze waarop de berekening gedaan dient te worden. Expliciet wordt daarin onder andere vermeld dat de netberekening alleen uit dienen te gaan van uitval van één netcomponent en niet van de mogelijke uitval van een productie-eenheid of een belasting, aangezien dit laatste aspect in de berekening van de capaciteit voor noodzakelijk transport van elektriciteit in het kader van onderlinge hulp en bijstand als beschreven in artikel 5.7.3 wordt meegenomen. 23. De artikelen 5.7.1.10 en 5.7.1.11 hoe de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet op

basis van de netberekeningen van de diverse scenario’s de veilig beschikbare

transportcapaciteit voor import en export bepaalt. Dit komt erop neer dat het scenario dat de grootste beperkingen stelt aan de beschikbare transportcapaciteit uiteindelijk bepalend is voor de door de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet gehanteerde waarde voor de transportcapaciteit. Een dergelijke systematiek garandeert dat de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet in principe in staat is alle door de marktpartijen gewenste landsgrensoverschrijdende transporten te faciliteren (waar deze binnen het spectrum van doorgerekende scenario’s vallen) mits de netto landsgrensoverschrijdende

(6)

24. Tenslotte geeft artikel 5.7.1.12 aan dat het mogelijk is dat de netbeheerder van het landelijke hoogspanningsnet door netbeheerders van buitenlandse netten verzocht wordt om de transporten over de landsgrensoverschrijdende verbindingen te verminderen. Dit kan het geval zijn als netberekeningen van de beheerders van de buitenlandse netten met betrekking tot hun net tot een lagere waarde voor de

transportcapaciteit op een specifieke landsgrensoverschrijdende verbinding komen dan de netbeheerder van het landelijke hoogspanningsnet (de netbeheerder van het

landelijke hoogspanningsnet verricht immers slechts netberekeningen om de netveiligheid in zijn eigen net te handhaven). Ook zal dit kunnen voorkomen in uitzonderlijke gevallen van grote verstoringen van de balans in buitenlandse netten of onvoorziene overbelasting van verbindingen in de buitenlandse netten. In

voorkomende gevallen dient de netbeheerder van het landelijke hoogspanningsnet een afweging te maken tussen het belang van het handhaven van de

landsgrens-overschrijdende transporten en het belang van het tegemoetkomen aan de verzoeken van de netbeheerders van buitenlandse netten. De netbeheerder van het landelijke hoogspanningsnet dient een eventuele verlaging van de landsgrensoverschrijdende transportcapaciteit, indien hij daartoe besluit, op de kortst mogelijke termijn aan marktpartijen bekend te maken en te motiveren.

Artikel 5.7.2

25. Artikel 5.7.2 geeft een aantal nadere randvoorwaarden voor de berekening van de landsgrensoverschrijdende transportcapaciteit. Daarbij stellen de artikelen 5.7.2.1 en 5.7.2.2 dat indien de beschikbare landsgrensoverschrijdende transportcapaciteit beperkt blijkt te zijn door respectievelijk de capaciteit van andere verbindingen dan de buitenlandverbindingen ofwel een daling van de kwaliteit van de transportdienst in de door de Netcode vermelde waarden, de netbeheerder van het landelijk

hoogspanningsnet zich er eerst van dient te vergewissen dat er geen andere

mogelijkheden zijn om de genoemde beperkingen op te lossen dan door het beperken van de landsgrensoverschrijdende transportcapaciteit. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het redispatchen van productiemiddelen teneinde de transporten in het Nederlandse net zodanig te beïnvloeden dat de beperking wordt opgeheven. 26. Artikel 5.7.2.3 stelt dat netcomponenten die instelbaar zijn (hierbij kan bijvoorbeeld

(7)

27. Artikel 5.7.2.4 gaat in op de toelaatbare belasting van netwerkcomponenten gedurende de winterperiode (zie eerder al artikel 5.7.1.5). Aangezien een dergelijke differentiatie van transportcapaciteit in waarden voor de zomerperiode en waarden voor de

winterperiode nog niet plaatsvindt, stelt dit artikel dat de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet hiernaar een kwantitatief onderzoek dient te doen.

28. Artikel 5.7.2.5 geeft nadere randvoorwaarden aan de ten behoeve van de netberekening gehanteerde scenario’s. Het is aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet om het aantal door te rekenen scenario’s alsmede de aard hiervan vast te stellen. Wel geeft deze bepaling een aantal randvoorwaarden met betrekking tot de inzet van productie en belasting in Nederland en het buitenland.

29. Tenslotte geeft artikel 5.7.2.6 nog enkele randvoorwaarden voor de informatie die de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet tenminste dient te betrekken in de hernieuwde berekening van de transportcapaciteit en de transportcapaciteit voor onderlinge hulp en bijstand op de dag vóór de dag dat de dagveiling wordt gehouden (zie hiervoor respectievelijk artikel 5.6.1.2 en 5.6.2.3).

Artikel 5.7.3

30. Artikel 5.7.3 beschrijft de berekeningsmethodiek voor de reservering van capaciteit voor onderlinge hulp en bijstand ten behoeve van de instandhouding van de integriteit van de netten als genoemd in artikel 31, lid 4, sub a, E-wet ’98. Met de verwijzing naar deze ‘onderlinge hulp en bijstand’ refereert de wetgever aan afspraken die gemaakt zijn binnen de UCTE, het samenwerkingsverband van Europese transmissienetbeheerders, wat ten doel heeft om de integriteit en stabiliteit van de aangesloten netten door het verlenen van onderlinge hulp en bijstand te verhogen. Deze onderlinge hulp en bijstand is nodig in het geval van verstoringen van de balans tussen vraag en aanbod van elektriciteit. In het geval van plotselinge uitval van bijvoorbeeld een grote productie-eenheid of een grote belasting, kan de verstoring van de balans bij niet-tijdige

regelacties tot verstoring van de gehele elektriciteitsvoorziening leiden. De onderhavige reservering ziet erop dat een gedeelte van de transportcapaciteit gereserveerd wordt voor de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet zodat, in het geval van verstoringen veroorzaakt in het buitenland, de netbeheerder van het landelijk

(8)

31. De in de wet beschreven systematiek waarbij de transportcapaciteit voor onderlinge hulp en bijstand in mindering gebracht wordt op de transportcapaciteit, houdt in dat uitval van grote productie-eenheden en belastingen niet in de netberekeningen voor de transportcapaciteit dient te worden meegenomen, maar in afzonderlijke berekeningen van overigens gelijke aard voor de bepaling van de transportcapaciteit voor onderlinge hulp en bijstand. Aldus ontstaat een consistente en samenhangende methodiek waarin netberekeningen voor uitval van een willekeurige component van het netwerk in de methodiek voor de bepaling van de transportcapaciteit opgenomen zijn en waarin netberekeningen voor balansverstoringen (wat inhoudt: willekeurige uitval van een productiemiddel of belasting in Europa) in de methodiek voor de bepaling van de benodigde transportcapaciteit voor onderlinge hulp en bijstand zijn opgenomen. 32. De in artikel 5.7.3 opgenomen systematiek gaat ervan uit dat de beide in de vorige

alinea genoemde netberekeningen worden uitgevoerd. De laagst beschikbare transportcapaciteit bepaalt uiteindelijk de landsgrensoverschrijdende

transportcapaciteit die voor marktpartijen beschikbaar is. Evenwel, de formulering van artikel 31, lid 4, sub a, E-wet ’98 schrijft voor dat er een aftrekking plaatsvindt van de benodigde transportcapaciteit voor onderlinge hulp en bijstand indien netberekeningen uitwijzen dat meer transportcapaciteit gereserveerd dient te worden voor het

handhaven van de integriteit van de netten, dan uit de in artikel 5.7.1 beschreven netberekeningen op basis van (slechts) uitval van een netcomponent volgt. Dit is dan ook de strekking van artikel 5.7.3.6 dat stelt dat slechts indien de netberekeningen ten behoeve van instantane onbalans (uitval van een productie-eenheid of belasting) tot een lagere beschikbare landsgrensoverschrijdende transportcapaciteit leiden dan de in paragraaf 5.7.1 beschreven netberekening, een afzonderlijke reservering voor onderlinge hulp en bijstand gerechtvaardigd is. In alle overige gevallen (zijnde de gevallen waarin de uitval van een willekeurige netcomponent de maximale waarde van de landsgrens-overschrijdende transportcapaciteit bepaalt en niet de uitval van een willekeurige productie-eenheid of belasting) dient deze reservering derhalve gelijk te zijn aan 0 (nul) Megawatt.

(9)

Artikel 5.7.4

34. Tenslotte beschrijft artikel 5.7.4 welke informatie de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet dient te publiceren. Dit betreft de relevante informatie over het net zoals dat in de netberekeningen gemodelleerd is (artikel 5.7.4.2), informatie over de gehanteerde scenario’s (artikel 5.7.4.3), de resultaten van de netberekeningen van de afzonderlijke scenario’s (artikel 5.7.4.4) en de uiteindelijke waarden voor de

transportcapaciteit en de benodigde capaciteit noodzakelijk voor transporten in het kader van onderlinge hulp en bijstand.

35. Ten overvloede merkt de directeur DTe op dat de netbeheerder van het hoogspanningsnet geen gegevens mag publiceren die hem vertrouwelijk ter

beschikking zijn gesteld door buitenlandse netbeheerders en die niet reeds op andere wijze openbaar zijn gemaakt.

III. DE VEILINGVOORSCHRIFTEN

36. De Netcode is door middel van besluit nr. 101429/ 5, d.d. 21 november 20021, zodanig

gewijzigd dat de Netcode in overeenstemming is gebracht met hetgeen het College heeft beslist ten aanzien van de artikelen 5.6.9.3 en 5.6.9.4 van de Netcode.

IV. BESLUIT

37. De directeur DTe verklaart de onder randnummer 5 en 6 genoemde bezwaren van VEMW gegrond.

38. De directeur DTe is van oordeel dat bovenstaande wijziging van de voorwaarden ex artikel 31, lid 1, sub a van de E-wet 1998 in overeenstemming is met de belangen als bedoeld in artikel 36, lid 1 en de eisen als bedoeld in artikel 36, lid 2, van de E-wet ‘98.

39. Gelet op het bovenstaande, besluit de directeur DTe tot wijziging van de Netcode, zoals hieronder opgenomen.

40. De tekst van de artikelen 5.6.1.1, 5.6.1.2, 5.6.1.3, 5.6.2.1, 5.6.2.2, 5.6.2.3 en 5.6.5.1 wordt vervangen en luidt zoals opgenomen in de bijlage van dit besluit. Artikel 5.6.1.4 komt te vervallen en een nieuw artikel 5.6.6.4 wordt toegevoegd. Voorts wordt na artikel 5.6.17.2 een nieuwe paragraaf 5.7 met de titel ‘Methodiek voor de bepaling van de veilig beschikbare

(10)

landsgrensoverschrijdende transportcapaciteit’ ingevoegd. De artikelen 5.7.1.1 tot en met 5.7.4.6 luiden zoals opgenomen in de bijlage van dit besluit.

41. Verder besluit de directeur DTe dat de netbeheerder van het landelijke hoogspanningsnet de veilig beschikbare landsgrensoverschrijdende transportcapaciteit voor het jaar 2003 en de capaciteit voor noodzakelijk transport van elektriciteit in het kader van onderlinge hulp en bijstand ten behoeve van de instandhouding van de integriteit van de netten voor het jaar 2003 conform het gestelde in artikel 5.6.1 en 5.6.2 en de in paragraaf 5.7 beschreven methodiek dient te berekenen en de uitkomsten daarvan, dit in afwijking van het gestelde in artikel 5.6.1.1 en 5.6.2.2, voor 15 januari 2003 openbaar dient te maken.

42. Voor wat betreft de bezwaren gericht tegen de artikelen 5.6.9.3. en 5.6.9.4 verwijst de directeur DTe naar zijn besluit 101429/ 5 van 21 november 2001 (Saatscourant, 2002, nr. 227, p. 22).

43. Dit besluit wordt bekendgemaakt in de Staatscourant en het wordt geplaatst op de internetpagina van de DTe (www.nma-dte.nl).

44. Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking in de Staatscourant.

Datum:

drs. J.J. de Jong

De directeur van de Dienst uitvoering en toezicht Energie

Tegen dit besluit kan degene wiens belang daarbij rechtstreeks is betrokken, binnen 6 weken na

(11)

Bijlage:

5.6: Buitenlandtransporten

5.6.1

Veiling beschikbare landsgrensoverschrijdende transportcapaciteit

5.6.1.1 De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet maakt na overleg met de

beheerders van de buitenlandse delen van de landsgrensoverschrijdende verbindingen jaarlijks voor 15 november de op basis van artikelen 5.7.1 en 5.7.2 berekende veilig beschikbare landsgrensoverschrijdende transportcapaciteit voor elektriciteit voor het volgende kalenderjaar op uurbasis openbaar.

5.6.1.2 De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet maakt ten hoogste één dag voor de in artikel 5.6.8 genoemde dag waarop de capaciteit voor spottransporten wordt

bekendgemaakt opnieuw een zo nauwkeurig mogelijke op basis van de artikelen 5.7.1 en 5.7.2 berekende waarde voor de veilig beschikbare landsgrensoverschrijdende

transportcapaciteit voor de betreffende dag van transport op uurbasis openbaar.

5.6.1.3 De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet maakt eventuele wijzigingen van de in artikel 5.6.1.1 genoemde veilig beschikbare landsgrensoverschrijdende

transportcapaciteit zo spoedig mogelijk openbaar.

5.6.2 Onderlinge hulp en bijstand

5.6.2.1 De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet reserveert op de

landsgrensoverschrijdende verbindingen de conform artikel 5.7.3 berekende capaciteit

voor noodzakelijk transport van elektriciteit in het kader van onderlinge hulp en bijstand ten behoeve van de instandhouding van de integriteit van de netten.

5.6.2.2 De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet maakt jaarlijks voor 15 november de grootte van de in artikel 5.6.2.1 genoemde reservering voor het volgende kalenderjaar op uurbasis openbaar.

5.6.2.3 De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet maakt ten hoogste één dag voor de in artikel 5.6.8 genoemde dag waarop de capaciteit voor spottransporten wordt

(12)

5.6.5

Veilen van de veilig beschikbare landsgrensoverschrijdende transportcapaciteit

5.6.5.1 De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet wijst de in artikel 5.6.1.1 genoemde

veilig beschikbare landsgrensoverschrijdende transportcapaciteit toe door middel van veilingen, na aftrek van respectievelijk:

a. de hoeveelheid capaciteit die de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet conform artikel 5.6.2.1 reserveert om noodzakelijk transport van elektriciteit in het kader van onderlinge hulp en bijstand ten behoeve van de instandhouding van de integriteit van de netten te kunnen uitvoeren:

b. de hoeveelheid capaciteit die de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet conform artikel 5.6.3.1 reserveert ter uitvoering van een besluit van de directeur DTe op grond van artikel 26, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998;

c. de hoeveelheid capaciteit die de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet conform artikel 5.6.4.1 reserveert om de verbintenissen uit overeenkomsten, gesloten met de aangewezen vennootschap als bedoeld in artikel 96 van de Elektriciteitswet 1998, na te komen.

5.6.6 Categorieën van transporten

(13)

5.7: Methodiek voor de bepaling van de veilig beschikbare

landsgrensoverschrijdende transportcapaciteit

5.7.1

Berekeningsmethodiek voor de veilig beschikbare

landsgrensoverschrijdende transportcapaciteit

5.7.1.1 De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet bepaalt de in artikel 5.6.1.1 genoemde veilig beschikbare landsgrensoverschrijdende transportcapaciteit voor elektriciteit (voorts in deze paragraaf aangeduid als: ‘de transportcapaciteit’) op basis van de onderstaande methode.

5.7.1.2 De transportcapaciteit wordt op uurbasis vastgesteld.

5.7.1.3 De transportcapaciteit wordt separaat voor importen en exporten vastgesteld. 5.7.1.4 De transportcapaciteit wordt bepaald door middel van netberekeningen met

inachtneming van het in artikel 5.7.2 gestelde op basis van een volledig beschikbaar net, waaronder verstaan wordt het samenstel van Nederlandse netten op een

spanningsniveau van 220 kV of hoger, inclusief de landsgrensoverschrijdende verbindingen.

5.7.1.5 De transportcapaciteit wordt afzonderlijk vastgesteld voor de winterperiode, waaronder verstaan wordt een aaneensluitende periode van 100 dagen waarvoor geldt dat de belastbaarheid van de netcomponenten maximaal is ten gevolge van natuurlijke koeling.

5.7.1.6 De transportcapaciteit wordt afzonderlijk vastgesteld voor de perioden waarin één of meer landsgrensoverschrijdende verbindingen vanwege onderhoud niet of gedeeltelijk beschikbaar zijn. In dit geval dient de transportcapaciteit conform het gestelde in artikel 5.7.1.4 op basis van een op de te onderhouden netcomponenten na volledig

beschikbaar net te worden vastgesteld.

5.7.1.7 De in artikel 5.7.1.4 en 5.7.1.6 genoemde berekeningen vinden plaats voor diverse scenario’s. In elk scenario wordt de maximale waarde voor de importcapaciteit en de exportcapaciteit bepaald door de landsgrensoverschrijdende transporten maximaal te verhogen onder handhaving van de enkelvoudige storingsreserve voor de

landsgrensoverschrijdende verbindingen.

5.7.1.8 De in artikel 5.7.1.7 genoemde verhoging van de landsgrensoverschrijdende transporten gebeurt door de productie van alle Nederlandse productiemiddelen die in het

(14)

5.7.1.9 Onder de in artikel 5.7.1.7 genoemde ‘enkelvoudige storingsreserve voor de landsgrens-overschrijdende verbindingen’ wordt verstaan het handhaven van de normale

bedrijfstoestand onder uitval van een willekeurig lijncircuit, kabelcircuit of (dwarsregel)transformator voor zover van belang voor de bepaling van de transportcapaciteit.

5.7.1.10 De veilig beschikbare landsgrensoverschrijdende transportcapaciteit voor import wordt gelijk gesteld aan de laagste waarde van de in artikel 5.7.1.7 genoemde maximale importcapaciteit voor elk van de scenario’s.

5.7.1.11 De veilig beschikbare landsgrensoverschrijdende transportcapaciteit voor export wordt gelijk gesteld aan de laagste waarde van de in artikel 5.7.1.7 genoemde maximale exportcapaciteit voor elk van de scenario’s.

5.7.1.12 In het geval dat een beheerder van een buitenlands net op basis van netberekeningen voor zijn net de netbeheerder van het landelijke hoogspanningsnet verzoekt een lagere waarde voor de maximale transportcapaciteit op een landsgrensoverschrijdende verbinding te hanteren dan de waarde die overeenstemt met de in artikel 5.7.1.10 of 5.7.1.11 genoemde veilig beschikbare landsgrensoverschrijdende transportcapaciteit, kan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet de in de artikel 5.7.1.10 of 5.7.1.11 bedoelde veilig beschikbare landsgrensoverschrijdende transportcapaciteit conform het verzoek aanpassen. Daarbij stelt de netbeheerder van het landelijke hoogspanningsnet vast in hoeverre deze aanpassing tot een verhoging van de

transportcapaciteit van andere landsgrensoverschrijdende verbindingen leidt en past hij de veilig beschikbare landsgrensoverschrijdende transportcapaciteit dienovereen-komstig aan.

5.7.2

Randvoorwaarden voor de berekeningsmethodiek

5.7.2.1 Indien de transportcapaciteit wordt beperkt door de capaciteit van verbindingen in het net die niet tot de landsgrensoverschrijdende verbindingen behoren, zal deze beperking eerst zoveel mogelijk door operationele middelen worden opgelost alvorens de

transportcapaciteit wordt beperkt.

5.7.2.2 Indien de transportcapaciteit wordt beperkt doordat de kwaliteit van de transportdienst als beschreven in artikel 3.2 van de Netcode niet kan worden gehandhaafd, zal deze beperking eerst zoveel mogelijk door middel van inzet van operationele middelen dienen te worden opgelost alvorens de transportcapaciteit wordt beperkt.

5.7.2.3 Stuurbare netelementen, waaronder mede verstaan worden dwarsregeltransformatoren, worden in de berekeningen zodanig bedreven dat een zo hoog mogelijke

(15)

5.7.2.4 De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet bepaalt de belastbaarheid van de netcomponenten gedurende de in artikel 5.7.1.5 bedoelde winterperiode aan de hand van een kwantitatief onderzoek.

5.7.2.5 De in artikel 5.7.1 genoemde scenario’s beschrijven de transporten in het net op basis van een aantal samenhangende uitgangspunten en verschillen onderling in de keuze van belasting en belastingverdeling over het net en in de keuze van productie en productieverdeling over het net, waarbij ook de inzet van productie in het buitenland wordt beschouwd. De scenario’s zijn realistisch, waaronder verstaan wordt dat zij elk afzonderlijk een mogelijke en zinvolle combinatie van belasting- en productieverdeling beschrijven. Voor wat betreft de belasting en belastingverdeling over de netten in het buitenland wordt voor alle scenario’s uitgegaan van de situatie die zo goed mogelijk overeenkomt met de te verwachten situatie bij een volledig beschikbaar net.

5.7.2.6 Ten behoeve van het in 5.6.1.2 en 5.6.2.3 gestelde berekent de netbeheerder van het landelijke hoogspanningsnet de veilig beschikbare landsgrensoverschrijdende transportcapaciteit en de capaciteit voor noodzakelijk transport van elektriciteit in het kader van onderlinge hulp en bijstand ten behoeve van de instandhouding van de integriteit van de netten in overeenstemming met de in de artikelen 5.7.1 tot en met 5.7.3 beschreven methode op basis van de hem ter beschikking staande meest actuele informatie, waaronder mede verstaan worden de verwachte belastbaarheid van de netcomponenten voor de betreffende dag. Hiertoe past hij zo nodig de gehanteerde scenario’s aan mede op basis van de hem ter beschikking staande informatie omtrent de beschikbaarheid van productiemiddelen in Europa.

5.7.3

Berekeningsmethodiek voor de reservering voor onderlinge hulp en

bijstand

5.7.3.1 De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet bepaalt de in artikel 5.6.2.1 genoemde capaciteit voor noodzakelijk transport van elektriciteit in het kader van onderlinge hulp en bijstand ten behoeve van de instandhouding van de integriteit van de netten (voorts in deze paragraaf aangeduid als: ‘de transportcapaciteit voor onderlinge hulp en bijstand’) op basis van de onderstaande methode.

5.7.3.2 De transportcapaciteit voor onderlinge hulp en bijstand wordt op uurbasis vastgesteld. 5.7.3.3 De transportcapaciteit voor onderlinge hulp en bijstand wordt separaat voor importen

en exporten vastgesteld.

(16)

netten op een spanningsniveau van 220 kV of hoger, inclusief de landsgrensoverschrijdende verbindingen.

5.7.3.5 Voor elk van de in artikel 5.7.1 genoemde scenario’s wordt conform het in artikel 5.7.1 en 5.7.2 gestelde de transportcapaciteit bepaald met uitval van een willekeurige productie-eenheid of belasting van een enkele aangeslotene, niet zijnde netbeheerder, voor zover van belang voor de bepaling van de transportcapaciteit en zonder uitval van overige elementen in het net en onder handhaving van de normale bedrijfstoestand.

5.7.3.6 Indien de laagste waarde van de conform artikel 5.7.3.5 berekende transportcapaciteit voor de verschillende scenario’s, afzonderlijk berekend voor import en export, lager is dan de op basis van artikel 5.7.1.10 respectievelijk 5.7.1.11 bepaalde waarde voor de veilig beschikbare landsgrensoverschrijdende transportcapaciteit, bedraagt de

transportcapaciteit voor onderlinge hulp en bijstand het verschil tussen de op basis van artikel 5.7.1.10 respectievelijk 5.7.1.11 bepaalde waarde voor de veilig beschikbare landsgrensoverschrijdende transportcapaciteit en de hiervoor genoemde laagste waarde van de conform artikel 5.7.3.5 berekende transportcapaciteit. In de overige gevallen bedraagt de transportcapaciteit voor onderlinge hulp en bijstand 0 MW.

5.7.4

Te publiceren gegevens

5.7.4.1 De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet publiceert op haar website alle voor de in artikelen 5.7.1 tot en met 5.7.3 genoemde berekeningen van belang zijnde gegevens, met inbegrip van tenminste de hieronder genoemde gegevens.

5.7.4.2 De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet publiceert de volgende gegevens ten behoeve van de netberekeningen:

a. de topologie van het volledige net dat gebruikt is voor de netberekeningen. b. technische gegevens omtrent het net waaronder tenminste begrepen worden de

impedantie en de mogelijke instellingen van alle in de netberekening meegenomen componenten.

c. het toegekend vermogen in MVA van de in de netberekening meegenomen componenten gedurende het jaar.

d. de uitgangspunten, berekeningen en kwantitatieve resultaten van het in artikel 5.7.2.4 genoemde onderzoek.

e. specificatie van het onder 5.7.1.6 bedoelde onderhoud waaronder tenminste begrepen wordt de periode waarin het onderhoud plaats vindt en een aanduiding van de netcomponenten die ten gevolge van het onderhoud niet beschikbaar zijn. 5.7.4.3 De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet publiceert de volgende gegevens

ten behoeve van de gehanteerde scenario’s:

a. de uitgangspunten op basis waarvan elk scenario is opgesteld.

(17)

c. de gemodelleerde productie voor elk knooppunt in het net voor elk scenario. d. de aangenomen verhoging en verlaging van de productie zoals in artikel 5.7.1.8

genoemd.

5.7.4.4 De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet publiceert de volgende

tussenresultaten afzonderlijk voor zowel de situatie met een volledig beschikbaar net als de perioden waarin onderhoud aan de landsgrensoverschrijdende verbindingen

plaatsvindt en afzonderlijk per scenario en afzonderlijk voor de netberekeningen ex artikel 5.7.1 en de netberekeningen ex artikel 5.7.3:

a. de maximale transportcapaciteit beschikbaar voor import en export.

b. de verdeling van de landsgrensoverschrijdende transporten over de verschillende landsgrensoverschrijdende verbindingen (per circuit) in de ongestoorde situatie en na de enkelvoudige storing die de landsgrensoverschrijdende transportcapaciteit beperkt, met aanduiding van de enkelvoudige storing en de instelling van de regelbare componenten (waaronder mede begrepen de

dwarsregeltransformatoren).

c. in het geval dat een andere component dan een landsgrensoverschrijdende verbinding beperkend blijkt voor de transportcapaciteit de belasting van dit element voor en na de enkelvoudige storing alsmede een verklaring waarom deze beperking niet door middel van operationele middelen kan worden opgelost. d. in het geval dat de transportcapaciteit wordt beperkt doordat de kwaliteit van de

transportdienst niet kan worden gehandhaafd, als genoemd in artikel 5.7.2.2, een kwalitatieve en kwantitatieve beschrijving van de oorzaak hiervan alsmede een verklaring waarom deze beperking niet door middel van operationele middelen kan worden opgelost.

e. alleen ten behoeve van de netberekeningen ex artikel 5.7.3: de transportcapaciteit voor onderlinge hulp en bijstand en, in het geval deze niet gelijk is aan 0 MW, tevens een kwantitatieve beschrijving van de balansverstoring die leidt tot de betreffende waarde.

5.7.4.5 De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet publiceert op uurbasis de

volgende resultaten afzonderlijk voor zowel de situatie met een volledig beschikbaar net als de perioden waarin onderhoud aan de landsgrensoverschrijdende verbindingen plaatsvindt:

a. de veilig beschikbare landsgrensoverschrijdende transportcapaciteit voor import als bedoeld in artikel 5.7.1.10.

b. de veilig beschikbare landsgrensoverschrijdende transportcapaciteit voor export als bedoeld in artikel 5.7.1.11.

(18)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De directeur van de Dienst uitvoering en toezicht Energie (hierna: directeur DTe) heeft besloten op dit besluit de uitgebreide openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.5 van

stelt ten aanzien van alle netbeheerders elektriciteit gezamenlijk ingevolge artikel 41, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998 voor de periode 2001 – 2003 een x-factor vast

Bij besluit van 29 maart 2001 met kenmerk 100239/ 19 (hierna: splitsingsbesluit) heeft de directeur DTe de tarieven vastgesteld die Intergas van 1 april 2001 tot 1 januari 2002

04 Gelet op het bovenstaande, stelt de directeur DTe de periodieke vergoeding voor het onderhoud van de aansluiting, die door Delta Netwerkbedrijf ten hoogste in het jaar 2000

04 Gelet op het bovenstaande, stelt de directeur DTe de periodieke vergoedingen voor het onderhoud van de aansluiting, die door Westland Energie Infrastructuur ten hoogste in het

DTe stemt in met het voorstel met betrekking tot de nettarieven voor de tweede helft van het jaar 2003 van Eneco Edelnet Delfland B.V., zoals bedoeld in randnummer 8, voor zover

Gelet op het patroon dat in de beluisterde gesprekken, de beluisterde voicelogs en in de klachten terugkeert, een en ander bezien in samenhang met de door Durion gegeven

Bij schrijven van 12 mei 2005 (met kenmerk 102002/6.B401) heeft de Juridische Dienst van de NMa ARN op de hoogte gesteld van zijn oordeel dat de aanvraag buiten de reikwijdte van