• No results found

en DEMOCRATIE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "en DEMOCRATIE "

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Zaterdag 18 januari 1958 • No. 4745

en DEMOCRATIE

Wat men ons schreef

TIEN JAAR V. V.D.

llTe gaan in gedachten terug naar de 24ste

ff januari 1948.

Het is een echte, koude januaridag.

Zelfs in de steden is het · s middags niet druk.

Ieder haast zich zo snel mogelijk naar huis.

Wie zaterdagmiddag in de buurt van het Amster- damse Leidseplein vertoeft, moet het echter wel op- vallen, dat zovelen zich in dezelfde richting be- wegen.

Het doel is Bc:llcvue. Een naam, die bij iedere Amsterdammer of oud-AmsterJammer herinnerin- gen oproept aan een halve eeuw bewogen politieke verg<lderingen en demonstraties.

\V,Hlneer men de zaal binnentreedt en de op- . schriften op de aangebrachte spandoeken leest, be- grijpt men al spoedig, wat er in deze feestdijk gcstemde stampvolle zaal aan de hand is.

Het is de oprichtingsvergadering \'an de nteuwe Volkspartij voor Vrijheid en Democratie.

* * *

Toen, aan het einde van de oorlog, het politieke le\en zich nieuw groepeerde, was de oude Vrijzinnig-Democratische Bond de heer Oud als het w.tre ontgleden.

Tegen het dringende advies van de heer Oud in, die ten hoogste een federatieve samenwerking wenste om daarna de verdere ontwikkeling maar eens aan te zien, besloot de Vrijzinnig-Democratische Bond met enige andere groeperingen op te gaan in de nieuw op te richten Partij van de Arbeid.

Konden oude vrijzinnig-democratische figuren als mr. Joekes, prof. Kranenburg, mej. Tendeloo en an- deren zich in deze kring kennelijk wel thuis voelen, met mr. Oud, die zijn geestelijke verwantschap met Thorbecke onverzwakt was blijven voelen, was dat steeds minder het geval.

Dr. H. M. Ruitenberg, die in "Het ontstaan van de Partij van de Arbeid" de wordingsgeschiedenis dier partij van socialistische zij de heeft beschreYen, erkent trouwens ook, uitvoerig toegelicht, dat de heer Oud nooit de Partij van de Arbeid heeft ge- wild.

,. * * *

De verdere on.twikkeling heeft de heer Oud wel 1:eer in het gelijk gesteld. De Partij van de Arbeid bleek toch wel sprekend te lijken op de oude Sociaal-Democratische Partij, zoals die in de laatste vooroorlogse jaren was geëvolueerd.

Enige malen voelde hij zich zelfs verplicht, open- lijk en naar buiten van afwijkende gevoelens blijk te gc,·cn.

Het was duidelijk, dat er iets m o es t gebeuren.

F.n zo volgde een voor de verdere ontwikkeling van het na-oorlogse liberalisme in ons land achteraf ge- zien historische daad.

Mr. P. J. Oud stuurde aan het "Algemeen Han- delsblad" een artikel, dat in dat blad van 30 augus- tus 1947 werd opgenomen.

Hier, bij dit "Handelsblad"-artikel van de heer Oud, staat de wieg van wat in januari 1948 zou worden geboren, de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie.

RAD I 0 • U I T Z E N D I N G V. V. D.

Luistert op vrijdag, 24 januari, op de zender Hilversum 11 (298 m.), van 19.25-19.35

uur.

In dat artikel gaf mr. Oud uiting aan de "stijgen- de ongerustheid'' in de kring van een ;tantal oud- vrijzinnig-democraten. Steeds meerderen claar vra- gen zich af - aldus de schrijver - of het besluit van de laatste algemene vergadering van de Bond wel een goed besluit is geweest.

De heer Oud bracht in herinnering, dat hijzelf een andere weg had bepleit en toen hij zich bij de meerderheid had neergelegd, duidelijk had laten uit- komen, dat mocht fusie op een teleurstelling uitlo- pen, het wederoprichten van een afzonderlijke orga- nisatie "door de niet-socialistische democraten"' in overweging zou moeten worden genomen.

De schrijver betoogde in het "Handclsblad"-arti- kel vervolgens o.a., dat men de zaak veel te simpd stelde, wanneer men zonder meer sprak van her- oprichting nn de Vrijzinnig-Democratische Bond.

De vraag, die beantwoord zou moeten worden, was zijns inziens, of de tijd niet langzamerhand rijp was geworden voor het oprichten van een vooruit- strevende partij, waarin groepen uit de Partij van de Arbeid (oud-nijzinnig-democratcn), de Partij van de Vrijheid en de "d,tklozen"' zich zouden kun- nen thuis voelen.

* * *

D

eze uiteenzetting van de heer Oud gaf mr. D.

U. Stikker, de voorzitter van de nog jonge Partij van de V rij heid, aanleiding, daarop in een artikel in het "Handelsblad" van 12 september 1947 in positieve zin te reageren.

Ingaande op hetgeen de heer Oud als zijn bezwa- ren tegen de politiek van de P.v.d.A. had aangege- ven, meende de heer Stikker, dat tussen de heer Oud en de leden van de Partij van de Vrijheid slechts weini_g verschil zou bestaan.

Mr. P. J. OUD spreekt op zaterdag 24 jamwri 1948 in Bellevue te Amsterdam gehouden openban:!

bijeenkomst, waarop de Volkspartij voor Vr~jheiJ en Democratie werd opgericht. Li.nks van de spre- ker mr. D. U. Stikker; naast deze mevrouw mr.

E. A. J. Scheltema-Conradi. Geheel rechts nn·. J.

R1ttgers.

(Cliché welwillend afgestaan door het "Alg. Handelsblad")

Tot slot stelde mr. Stikker een politiek gesprek voor, met als einddoel: "een sterke, progressief gezin- de partij, die allen omvat, voor wie de geestelijke vrijheid primair is, de sociale gerechtigheid plicht en die het economisch le"en niet willen zien verstar- ren in het keurslijf van een socialistische dogmatiek, die uiteindelijk in staatsabsolutisme moet eindigen".

Dat gesprek is gevolgd en het einddoel, zoals de heer Stikker dat had aangege\'en, is bereikt.

De besprekingen, gevoerd tussen een delegatic uit het hoofdbestuur van de Partij van de Vrijheid en een delegatie uit de groep-Oud hadden succes. Met de stemmen van 189 afgevaardigden tegeil 2 aan- vaardde de huishoudelijke vergadering van de Partij van de Vrijheid op zaterdagochtend 24 januari 194fl het resultaat van het overleg en keurde zij de alge- mene richtlijnen van het ontworpen beginselprogr,tm goetl.

Daarmede was, aangezien van de zijde der groep·

Oud reeds eerder een gelijk besluit was genomen, de samensmelting van beide staatkundige groepcringeil tot de nieuwe

"Volkspartij voor V rijhcid en Democratie"

tot stand gekomen.

Des middags presenteerde de nieuwe partij zich irl het openbaar in de Bellevue-bijeenkomst te Amster- dam, waarop wij in de aanvang reeds doelden.

* * *

0

\-cr de jaren van vrijzinnige verdeeldheid heen greep mr. Oud op deze vcrgadering terug naar de figuur van Thorbecke, die hij aanwees als de geestelijke vader nln liberalen en vrijzinnig-demo- craten beiden.

Daarmede had de heer Oud, zoals wij dat sedert- dien van hem gewend zijn, de pas precies en juist gemarkeerd. De partij zou in het vervolg het ver- zamelpunt zijn van alle werkelijke vrijzinnigen en het predicaat "liberaal" werd weer als erenaam aan- vaard. Maar dan een liberalisme als dat van Thor- becke: vooruitstreYend, de polsslag van de tijd onder- kennend en doelbewust de weg kiezend, welke het voor land en volk de beste acht.

(vervolg op pag. 3)

(2)

~ D DJ:IIOOLU'III

Flitsen van Het Binnenlwf

Speelse politiek van prof. Oud in het belastinCJdebat • Prikke- lend voorstel tot uitstel van de belastinCJverhogingen • Waarschu·

wing aan minister Hofstra • Mr. H. F. van Leeuwen maakt belas- tingbalans op • LanCJe liist van minister Hofstra's belastinCJver- zwaringen.

Onze fractieleider in de Tweede Ka- mer, prof. mr. P. J. Oud, heeft er ttls geroutineerde politicus soms pleizier in zijn politieke tegenstanders voor de cmgewenste consequentie te stellen van hun woorden en daden. Dan blijkt wat

•e waard zijn!

Hij deed dit veertien dagen geleden in het belastingdebat nadat de motie van cle heer Lucas (K.V.P.) was aangenomen em twintig miljoen gulden van de ge-

~eenten en provincies af te nemen, waardoor een verzachting van de voor- arestelde belastingverzwaringen mogelijk

•ou zijn.

De P.v.d.A. voelde daar niets voor en bij verrassing diende haar woordvoerder, dr. ir. Vondeling, een motie in om als- nog het wetsontwerp in te trekken tot verlaging van het aandeel van het Rijk in de premie voor de werkloosheidsver- sekering. Op 19 december . had minister Suurhoff met het aftreden van de rege- ring gedreigd indien dat wetsontwerp 11iet zou worden aangenomen, omdat de l!ehatkist het voordeel van die verlaging niet kon missen.

Dat argument achtte de heer Vonde- ling vervallen nu er plotseling 20 miljoen beschikbaar was gekomen en vandaar :Z.ijn motie tot intrekking van het wets- ontwerp, dat nog aanhangig is bij de Eerste Kamer.

* * ..

Die motie was stekelige politiek van de P.v.d.A. tegenover de K.V.P.

liet was de heer Lucas, tegen de zin van 'cle P.v.d.A., gelukt minister Hofstra W miljoen· te ontfutselen maar dan wilde de P.v.d.A. er eerst ~og wel eens om touwtrekken waarvoor die 20 miljoen xouden worden bestemd. Aan een gerin-

arer~ belastingverhoging wilde de P.v.d.A niet meewerken.

Prof. Romme, de fractieleider van de K.V.P., zei onmiddellijk, dat voor een nader beraad over de bestemming van de 20 miljoen, het aangewezen middel zou zijn de beraadslaging over de belas- tingvoorstellen te schorsen tot een na- der te bepalen tijdstip.

Dat was een venijnige politieke tegen- stoot van prof. Romme, want de P.v.d.A.

wenste natuurlijk geen uitstel van de be- lastingverhoglngen. De K.V.P. had daar wel over gepiekerd. Met het oog op de toenemende werkloosheid zou prof.

Romme dat het verstandigst hebben ge- vonden en de vorige dag had de heer Lucas nog gezegd: "Het zou mij een lief ding waard zijn geweest, indien de ge- achte bewindsman de indiening van deze wetsontwerpen nog een half jaar had uitgesteld".

Maar de P.v.d.A. zou uitstel van de belastingverhogingen van haar sterkste partner in het kabinet natuurlijk nier hebben genomen.

Zenuw-prikkelend was het daarom, zo- wel voor de K V.P. als voor de P.v.d.A., dat prof. Oud rond-uit het formele voor- stel deed de ordelijke weg te volgen en in verband met de motie-Vondeling de beraadslaging over de belastingvoorstel- len te schorsen tot een nadere datum.

• •

wanneer men de zaait zuiver for- meel beschouwt, aldus prof. Oud, heeft de heer Romme natuurlijk gelij!c wanneer hij zegt: hier wordt ineens in het debat iets gebracht, dat met de be- lastingvoorstellen niets te maken heeft.

Maar de fout is begonnen aan de rech- terkant van de Kamer. Ik heb het al gezegd bij de behandeling van de moiie- Lucas, die zoëven is aangenomen. Het was fout hier nauwelijks de kwestie van de financiële verhouding tussen Rijk en gemeenten in het debat te brengen. Dat was volkomen fout. Nu kan men wel proberen te redeneren dat het formeel in orde is, maar het lag precies even ver buiten of binnen de lijn als wat de heer Vondeling voorstelt.

Wat is nu eigenlijk redelijk, los van formele kwesties? Ik vfnd, zei prof. Oud, dat het niet anders dan redelijk is, dat de heer Vondeling en zijn vrienden de gelegenheid krijgen in het licht van de nieuwe situatie, die is ontstaan, ook over het punt, dat zij aan het oordeel van de Kamer onderwerpen, een uit- spraak te vragen.

Wat de zaak zelf betreft is het volka- komen duidelijk, dat mijn vrienden en ik er vóór zijn dat het wetsontwerp, dat thans bij de Eerste 1\:amer is, wordt in- getrokken. Wij hebben ons principieel tegen het wet.Sontwerp verklaard en er MIE onze etem tegen uitgebracht een

!ll'eek 4>1 twee geleden.

Toen hebben wij de merkwaardige toestand gehad - en daarom is het uit politiek oogpunt ook van belang, dat daarin klaarheid komt - dat het betreffende wetsontwerp zou zijn ver- worpen als niet van de regeringstafel het ,.onaanvaardbaar" zou zijn gehoord.

Voor die onaanvaardbaarverklaring hebben ook de heer Vondeling en zijn vrienden het hoofd gebogen. Nu denken zij er anders over. Dat blijkt duidelijk.

Nu voelen wij toch, dat het in de poli- tieke toestand waarin wij verkeren, voor ons van het grootste belang is te ver- nemen, dat de grote groep van de P.v.d.A nu op het standpunt staat: nu het op die manier gaat, hebben wij liever dat het Kabinet vertrekt dan dat het op deze wijze voortgaat.

Terwijl de gezichten van de K.V.P.- leden en socialisten steeds meer vertrok- ken, vervolgde prof. Oud met tintelende ironie: Wanneer er nu een groep in de Kamer is, die zo graag het nog eens over wil doen - net als heer Bommel - moet de Kamer dan zo hardvochtig zijn haar daartoe de gelegenheid te onthou- den? De heer Romme heeft daarvoor de juiste weg aangewezen: laten wij de ge- hele beraadslaging schorsen.

Dit lijkt mij goed, mijnheer de voor- zitter, en aangezien ik begrijp, dat het een beetje moeilijk is voor een vertegen- woordiger van een der regeringspartijen daarmee te komen, doe ik van mijn kant - men kan zeker niet zeggen, dat ik daarmee buiten de orde ben - het voor- stel deze beraadslaging te schorsen.

Mr. H. f. VAN LEEUWEN .... spol:ende socialistische

belastingpolitiek ....

Prof. Romme haastte zich te verkla- ren, dat er sprake was van een mis- verstand. Hij zou tegen het voorstel tot schorsing van de beraadslaging stemmen, omdat hij het alleen maar niet juist vond de motie-Vondeling aan de orde te stel- len.

Ook de heer Vondeling verklaarde uiteraard geen enkele behoefte te hebben aan uitstel. Het voorstel-Oud kreeg alleen de steun van de VVD en de communisten, zodat het werd verworpen.

Daarna deed de heer Vondeling het voorstel zijn motie direct aan de orde te stellen.

Daarover zei prof. Oud met speelse ironie en spitse paraatheid: ik heb met mijn voorstel de ordelijke weg bewan- deld en ik dacht, dat de gehele fractie van de PvdA daar wel vóór zou stemmen.

De fractie van de PvdA heeft mij en mijn

H. G·ERRITZEN

HERENMODE

Laan van Meerdervoort 280a • Gevers Deynootpl. 9 Den Haag

)#.

Non Iron Shirts vanaf ••• f_l7.90

DEZE BURGER

volgt met grote aandacht de geschiedenis van de hoojd1·edactew· die van de Nederlandse Antillen weg moet.

Ik veronderstel dat u het voor een democratisch gemoed griezelige historietje kent; het is veel meer een Zuid-Amerikaanse dan een Nederlandse geschiedenis. U moet weten, dat die redacteur de enige journaListieke opposant is tegen de huidige regering aller Antillen, een College regerend over een grondgebied te1· grootte van de Betuwe en over een bevolking ten getale van die vcm Haarlem. U zoudt deze gehele afjai1·e dan ook als potsierlijk van de hand kunnen wijzen, ware het niet dat er koninkrijks- en menselijke, vooral menselijke, belangen in hoge mate bij betrokken zijn.

Een van de eigenaardige bijkomstigheden ervan is, dat de man die in elk opzicht verantwoordelijk is voor deze gang van zaken, de helemaal-hollandse heer meester Van der Meer is. Dit helemaal- hollandse is niet - zoals de N.R.C. onlangs in een hoofdartikel min of meer suggereerde - naar zijn wezen in strijd met 's ministers extravagant optreden tegen een mede-hollander; integendeel, psycho- logisch is dit trop de zèle daarmede verklaard.

Ik geloof dat men dit gehele geval niet los mag beschouwen van de mens. Men moet de loopbaan van deze minister kennen, om veel verklaard te zien van wat nu geschiedt.

Hij kwam, jaren geleden, naar Curaçao in opdracht van de rooms- katholieke missie, doch maakte zich al heel spoedig van deze los om zich als particulier advocaat te vestigen. Kort geleden is hij als vrij- metselaar geïnaugureerd. Hij behoort dus tot het genre der zich-los- makers. Ik heb daar niets op tegen, maar het verklaart véél.

Nog iets: de partij waartoe deze minister behoort, de Democratische (risum teneate!) heeft zich indertijd nadrukkelijk geaffilieerd aan de Nederland.se P.v.d.A. Van het staken van deze vrijwillige band heb ik nimmer vernomen, maar ik 'kan innerlijk aannemen dat onze P.v.d.A. de Curaçaose D.P. ten deze dekt; zelfs al houd ik àns geval- Faas voor ogen.

Alles te samen een onverteerbaar brok voor de maag van

18 .JANUABI 19IRI - PAG. ;a

groep en de heren van de communistische fractie, die in dit geval goed voor de orde opkwamen, echter alleen Jnten staan.

Daaruit blijkt, dat er bij de )leer Von- deling en de zijnen toch geen sprake was van diepe ernst wat dit punt betrof.

Die diepe ernst was bij ons wel aanwezig.

Ik heb niet begrepen waarom de heer Vondeling en de zijnen gestemd hebben tegen mijn voorstel om de ordelijke weg te bewandelen. Goed, zij hebben tegen ge- stemd.

Maar nu de meerderheid van de Kamer, met inbegrip van de PvdA, ml'ent, dat er geen reden voor is de behandeling van de wetsontwerpen te schorsen teneinde de zaak langs ordelijke weg te behande- len, kan de hee;r Vondeling toch niet van mij verwachten, dat ik er aan zal mee- werken zijn motie langs een onordelijke weg aan de orde te stellen.

Het voorstel van de heer Vondeling om zijn motie onmiddellijk in behandeling te nemen, werd met 79 tegen 51 stemmen verworpen. Alleen de communisten steun- den de PvdA.

Voor de waarheid in de politiek was het optreden van de leider vun de op- positie prachtig geweest.

• •

Het belastingdebat i.s dikwijls ver- ward geweest en de voorzitter wist niet goed raad met de volgorde van de stemming over de amendementen, waar- van de aanneming de schatkist in totaal meer zou kosten dan de 20 miljoen, die minister Hofstra beschikbaar wilde stel- len.

De minister zei: ik wil mij niet men- gen in het debat over de volgorde, waarin de amendementen moeten worden behan- deld, doch mij voegen naar de \V•onsen van de Kamer.

Daarop reageerde prof. Oud: M;jnheer de voorzitter. Ik zou een simpele vraag willen stellen, namelijk wie bij het maken van deze wetsontwerpen, bij deze wet- gevende arbeid, de leiding heeft: de rege- ring of de Kamer? De minister moet be- ginnen zich daar goed rekenschap van te geven.

Wanneer de minister meent bepaalde dingen te kunnen doen en bepaalde din- gen niet te kunnen doen, dan moet de minister dit tevoren aan de Kamer zeg- gen: tot aanvaarding van die amende- menten ben ik bereid, tot aanvaarding van andere amendementen ben ik niet bereid.

Naar mijn mening, aldus prof. Oud, geeft de regering de leiding volkomen uit handen wanneer zij tot de Kamer zegt:

ik heb hier een bepaalde pot en ga die maar verdelen. Dat is een systeem van wetgeving, waarvoor ik geen {lrote be- wondering heb en waartegen ik de mi- nister ernstig zou willen waarschuwen.

De voorzitter schorste hierna de ver- gadering voor nader overleg tussen de minister en de financiële specialisten uit de Kamer, waardoor men na heropening te weten kwam welke amendementen voor minister Hofstra onaanvaardbaar waren.

• •

D

e stemming was ook nit't eenvou- dig. Onze fractie had een gedeel- telijke herleving gewenst van de investe- ringsaftrek met ingang van 1 januari 1958 in het belang van de werkgelegenheid.

Dat amendement was verworpen. Het had ook niet de steun gekregen van de KVP, ofschoon de heer Lucas de vorige dag nog had gezegd: "Als ik dan nu enige op- merkingen ga maken over de afzonder- lijke wetsontwerpen, dan stel ik voorop, dat uit de door mij ontwikkelde gedach- tengang voortvloeit, dat ik de grootste be- zwaren heb tegen het voorstel tot tijde- lijke verlenging van de schorsing van de investeringsaftrek".

Consequent wilde onze geestverwant mr.

H. F. van Leeuwen wél stemmen tegen de verlenging van de schorsing van de inves- teringsaftrek, maar hetzelfde wetsontwerp bevatte ook de voortzetting van de ver- vroegde afschrijving.

Daarom moest de heer Van Leeuwen namens onze fractie voor de stemming een korte verklaring afleggen. "Wij zullen onze stem tegen dit wetsontwerp uitbren- gen", zei hij, "omdat het de investerings- aftrek niet bestendigt. Wij betreuren, dat wij daardoor meteen tegen de continue- ring inzake de vervroegde afschrijving stemmen, want daar zijn wij vóór. Deze zaken zijn echter in hetzelfde wetsont- werp geregeld, zodat het nu eenmaal niet anders gaat. Wij vinden dit buitengewoon jammer".

In zijn rede heeft de heer Van Leeu- wen een lijst opgesomd van de se- rie belastingverhogingen onder Hofstra's bewind.

Wij hebben gehad de verhoging van het z.g. bijzondere invoerrecht op benzine, van de suikeraccijns, van de accijns . op gedistilleerd, de verhoging van de ven- nootschapsbelasting, de afschaffing van de investeringsaftrek voor 1957, de ver- hogingen van de omzetbelasting op tele- visie, radio, automobielen en z.g. luxe artikelen, de prijsverhoging van sigaret- ten, die voornamelijk aan de fiscus ten goede kwam, en nu liggen voor ons een (Vervolg op pag. ~>

(3)

(Vervolg van pag. 1)

Onze V.V.D. heeft, ondanks vele moeilijke om- standigheden en ondanks somstijds grote tegenwerking (men denke aan de achterstand in radio en televisie), in deze tien jaren tóch een ge- zonde groei doorgemaakt.

Bij de verkiezingen van 1948 wist zij haar zeteltal in de Tweede Kamer van 6 (voor de Partij van de Vrijheid) op 8 te brengen en de verkiezingen van 1952 brachten nieuwe winst: 9 zetels.

De verkiezingen van 1956 resulteerden in een handhaving van deze 9 zetels, na de Kam<:ruitbrei- ding gekomen op 13.

Ogenschijnlijk een wat teleurstellende uitslag, die stilstand van 1956. Wie echter ziet, welk een zuig- kracht in a ll e richtingen de Partij van de Arbeid in dat jaar bleek te hebben, waardoor de aftakelende protestants-christelijken nieuwe klappen kregen en de K.V.P. ondanks de toetreding van Welter en de zijnen er niet in slaagde, in stemmen- en zeteltal boven de P.v.d.A. uit te komen, mag toch voldoening voelen, dat juist het liberale volksdeel voor deze zuigkracht vrijwel ongevoelig bleek te zijn.

Daar komt bij, dat wij het gevoel hebben, juist onder de jongeren een toenemende aanhang te vin- den. Dat bij de vorming van "studenten parlementen"

bij de jonge studenten voor de "liberale fractie" al- tijd de meeste belangstelling blijkt te bestaan en dat de J.O.V.D. de grootste politieke jongerenorganisatie in ons land is, zijn feiten, die een reëel optimisme voor de toekomst wettigen.

* * *

H

et is goed, ook bij een jubileum zijn realiteits- zin te behouden. Tot de politieke realiteiten behoort nog altijd de in onze historie van de laatste driekwart eeuw wortelende zeer bijzondere, met geen enkel ander land vergelijkbare partijverdeling.

Nog altijd is het zo, dat de overgrote meerderheid van de rooms-katholieken, daartoe direct of indirect aangespoord door de geestelijkheid, op de speciale katholieke partij stemt; dat de gereformeerden in allerlei schakeringen en een belangrijk deel ook van de overige orthodox-protestanten ook in de politiek confessioneel wenst te stemmen en dat de veelal niet- kerkelijke arbeider het vanzelfsprekend vindt, zijn stem op de soci:Uistm uit tè brengen.

Het mag .onder deze omstandigheden bijna ver- wondering wekken, dat onze liberale V.V.D., zonder die ambtshalve verleende geestelijke steun, zonder machtige vakbonden achter zich en verstoken of vrijwel verstoken van het propagandawapen van radio en televisie, toch nog een half miljoen zelf- standig denkende kiezers en kiezeressen weet te trekken.

Het is niet voor de eerste maal, dat een organisme blijkt te groeien tegen de verdrukking in. Maar het is wel duidelijk, dat die groei naarmate zij zich voortzet meer weerstand ondervindt en dus moei- lijker wordt.

Het is onze plicht, in deze overgangsjaren alles op alles te zetten, om onze oude aanhang te behouden en nieuwe aanhang te kweken, teneinde zo sterk mogelijk te staan, wanneer nieuwe partijverhoudin- gen de oude doorbreken.

Die nieuwe verhoudingen mogen dan een organi- satorisch krachtige en doelbewuste liberale partij aantreffen, welke pas dán de gelegenheid krijgt, haar vleugels wijd uit te slaan.

In deze visie gaat de V.V.D. haar tweede tien- jarige periode met vertrouwen tegemoet.

A.W. A.

Bakker N.V.

MACHINEFABRIEK

en

STAALGIETERIJ

RIDDERKERK

TIUf. OIIH-U41-1541

18 JANUARI 1958 - PAG. I

Gelderland ontplooit een verheugende activiteit

Naderende verkiezingsstrijd kondigt zich reeds aan

Ter inleiding van de verkiezingen voor Provinciale Staten en gemeenteraden wordt in Gelderland mo- menteel een grote activiteit ontwikkeld.

In de eerste plaats heeft de landbouwcommissie een tweetal discussie-avonden georganiseerd en wel te:

GELDERMALSEN op maandag 10 februari des v.m.

10 uur in hotel Stockey. Inleiders de heren F. den Hartogen mr. F. G. van Dijk, leden der Tweede Kamer der Staten-Generaal.

ZUTPHEN op vrijdag 21 februari. Sprekers de he- ren mr. H. van Riel, lid der Eerste Kamer en vice-voorzitter van de V.V.D. en mr. F. G. van Dijk, lid der Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Tijdens deze dagen zal er ruime gelegenheid zijn over tal van vraagstukken betreffende de landbouw in de ruimste zin van gedachten te verwisselen. Een uitvoeriger aankondiging volgt.

Forumavonden Een groot aantal forumavonden is reeds voorbe- reid. Andere volgen nog. Voorlopig kondigen wc aan:

ZELHEM: dinsdag 21 januari 1958.

HATTEM: maandag 27 januari 1958.

VAASSEN: donderdag 6 februari 1958.

DOETINCHEM: dinsdag 4 maart 1958.

ZALTBOMMEL: maandag 10 maart 1958.

ARNHEM: vrijdag 21 februari 1958.

Het forum in Arnhem is samengesteld uit de heren ir. L. G. Oldenbanning (voorzitter), mevr~

H. Modderman-Ribius te Nijmegen en de heren F. L. van der leeuw, 's-Gravenhage; ir. W.

Kooij en mr. N. H. Muller te Arnhem. De avond wordt gehouden om 8 uur in maison André.

Op vrijdag 14 maart belegt de afdeling Arnhem een verkiezingsvergadering in hotel "Royal", waar de heren mr. E. H. Toxopeus, lid der Tweede Kamer te Breda en mr. S. Willinge Gratema, lid der Pro- vinciale Staten te Wapenveld, het woord zullen voe- ren.

Ook de J.O.V.D. is zeer actief. Op zaterdag 11 januari organiseerde de afdeling Arnhem een zeer geslaagde feestavond in de "Sonsbeek Boerderij".

Na een heldere en deskundige inleiding van de landelijk voorzitter der J.O.V.D., de heer H. H. Ja·

cobse, over "De huidige Indonesische politiek:".

volgden- begrijpelijkerwijs- vele vragen.

Het gesprek hierover was zeer levendig.

Het was reeds 11 uur, toen de voorzitter, J. de Pijper, de J.O.V.D. uitnodigde ten dans. Het was een interessante en gezellige avond van de jonge J.O.V.D.

Afgevaardigden van de andere afdelingen in Gel- derland waren aanwezig, mede ter oprichting van het district Oost van de J.O.V.D. Zij waren voor dat week-end de gasten van de Arnhemse J.O.V.D.-ers.

Op vrijdag 14 februari belegt de afdeling Arnhem van de J.O.V.D. weer een bijeenkomst, waar ir. L.

G. Oldenbanning te Arnhem zal spreken over "De na-oorlogse politieke ontwikkeling in Nederland".

L.G. 0.

OUDVALTAAN

Tegen het monster van radio-miabruik

(4)

T

le'1compatibiliteiten voor het

raadslidmaatschap

De Tweede Kamer heeft, aldus onze geestverwant de heer J. C. Hoftij ze r, te Arkel, op 18 december j.l. ten aanzien van de incompatibiliteiten voor het raads- lidmaatschap een beslissing genomen, welke hij (en naar hij veronderstelt velen op het platteland) allerminst kan toe- juichen.

In het belang van een juiste waarne- ming van het raadslidmaatschap heeft de Gemeentewet een aantal betrekkingen op- gesomd, welke niet door een raadslid mo- gen worden bekleed.

Deze incompatibiliteiten kunnen wij, al- dus onze briefschrijver, in drie g1·oepen verdelen.

Groep 1 omvat de betrekkingen, welker bekleders belast zijn met het uitoefenen van toezicht op handelingen der gemeen- tebesturen (ministers, commissarissen der Koningin, leden van Gedeputeerde Sta- ten).

Groep :Z omvat de betrekkingen, welke uitgesloten zijn, omdat .de bekleders daar- van in een of andere vorm van het ge- meentebestuur afhankelijk zijn (politie, ambtenaren enz.).

Groep 3 tenslotte omvat de betrekkingen

·welke wegens hun aard onverenigbaar zijn met het raadslidmaatschap. (griffier der Staten, onderwijzer van het lager of middelbaar onderwijs, enz.).

Op genoemde datum nu besliste de Ka- mer, dat onderwijzers in dienst van de ge- meente n i e t , de onderwijzers bij het b~izonder onderwijs w e 1 lid van de ge- meenteraad mogen zijn.

Het moet hem van het hart, dat het beter ware geweest, als deze aangelegen- heid helemaal niet aan de orde was ge- steld.

Wij krijgen nu de figuur, dat o.m. in de kleinere gemeenten onderwijzers van het bijzonder onderwijs in de gemeenteraden gaan verschijnen en mede gaan beoorde- len, wie er. hoofd of onderwijzer op de lagere school (scholen) in zijn gemeente wordt.

Wordt hier, zo vraagt hij, niet iets scheef getrokken?

Prof. Oud, zo geeft de schrijver toe, heeft volkomen gelijk, als hij stelt, dat de onderwijzer bij het openbaar onderwijs in groep 2 thuis hoort. Het zou volkomen onjuist inzicht van zaken zijn, de raads- zetels voor deze mensen. open tè stellen.

Maar waarom de onderwijzer bij het bij- zonder onderwijs in deze de hand toe te steken?

Tevens kunnen de echtgenoten van hen, die in een der genoemde groepen vallen lid van de gemeenteraad worden. "Op het gevaar af voor conservatief uitgekreten te worden", stelt hij de vraag: Kunnen deze mensen altijd objectief zijn? En is het wel zo aanbevelenswaard, dat de vrouw van een ambtenaar of de man van een ambtenaresse in een gemeente van bijv. 4000 zielen in de Raad komt?

Met belangstelling wacht onze brief- schrijver dan ook de behandeling van deze aangelegenheid in de Eerste Ka- mer af.

. Nadat onze geachte briefschrijver

d~t geschreven had, verscheen in ons vorige nummer, het Kamero~erzicht (Parlementaire Flitsen), dat o.a. aan de. b~handeling van deze aangelegen- hetd tn de Tweede Kamer was gewijd.

De heer Haftijzer zal daarin gezien hebben, dat prof. Oud - en terecht o.i. - zich op het standpunt stelde, dat het van oudsher een gezond be- ginsel was, dat wie ondergeschikt is a.an het gemeentebestuur, geen deel behoort uit te maken van dat bestuur.

Vand.aar zijn amendement, om on- derwijzers in dienst van de gemeente, uit te sluiten van het lidmaatschap van de gemeenteraad. En dat niet op grond van kun onderwijzerschap, maar op grond van het feit, dat zij door de raad worden benoemd en ontslagen.

Zo zal ook een leraar aan een ge- meentelijke H.B.S. (zoals die in de grote steden ·voorkomen), geen lid van de .raad kunnen z~jn, maar een leraar aan een Rijks-H.B.S. uiteraard wel.

Wat de kwestie van de echtgeJWte van een zelf uitgeslotene betreft, gaf de heer Oud toe, dat er invloed van de huwelijkspartner zou kunnen zijn, Maar er kunnen zovéél invloeden zijn en dáár kan toch niet allemaal reke-

~ tnee worden gehouden.

Hie·r was trouwens ook de positie van de vrouw in het geding, hetgeen wel bleek uit het feit, dat de vrouwe- lijke afgevaardigden van a l l e frac- ties dit amendement van prof. Oud ste1mden.

Een vreemde schaats

Een geestverwant in Utrecht vestigt·

onze aandacht op een wel wat vreemde schaats, welke het College van B. en W.

van Utrecht (waarin geen V.V.D.-er zit) onlangs heeft gereden.

Op een besloten persconferentie vóór de opening van de tentoonstelling "Beitel en Palet" in het Centraal Museum te Utrecht, heeft de directrice (een hoofd- ambtenares dus) zich een uitlating tegen het algemeen kiesrecht laten ontvallen.

Prompt was een der socialistische raadsleden, mevrouw Frederiks-Van de Berg, erbij, om verontwaardigde vragen aan B. en W. te stellen of deze het juist achtten, "dat een ambtenaar in functie in het openbaar zijn/haar mening kenbaar maakt over het geldende kiesstelsel".

B. en W. van Utrecht antwoordden daarop: "Wij achten het onjuist, dat een ambtenaar in functie in het openbaar zijn/haar mening kenbaar maakt over het geldende kiesstelsel".

Men kan het wat ver gezocht, zelfs te betreuren, vinden, dat een hoofdambte- naar in een gesprek of conferentie over een kunsttentoonstelling, het algemeen kiesrecht erbij haalt, maar deze algemeen gestelde uitspraak van B. en W. van Utrecht gaat ons toch bepaald te ver.

Wij zijn het eens met het "Utrechtsch Nieuwsblad", dat hierover o.a. schreef:

Geen enkele politieke partij in Neder- land heeft wijziging van het algemeen kiesrecht op haar program staan. Het is dus geen partijpropaganda om er een me- ning over te uiten. Men kan ook niet zeg- gen, dat kritiek op het algemeen kies- recht, fascistisch, communistisch of an- derszins subversief is.

Men kan hoogstens zeggen, dat tegen- standers ervan in dit opzicht achterlopen;

niet eens zover trouwens, want een halve eeuw geleden was het algemeen kiesrecht nog lang geen uitgemaakte zaak.

Het blad vroeg zich o.a. af, op welke bepaling B. en W. hun afkeuring baseren.

De Ambtenarenwet zwijgt over dit soort zaken.

Het materiële ambtenarenrecht moet men grotendeels zoeken in de reglemen- ten, die op grond van die wet tot stand zijn gekomen. Daar is echter niets, dat ook maar wijst op een dergelijk verbod van meningsuiting.

Ook wij, zo schrijft het U. N., zouden niet willen, dat ambtenaren hun functie gingen gebruiken om politieke propagan- da te bedrijven, en wanneer een ambte- naar alszodanig openlijk kritiek uit op de overheid, ontstaat er al gauw een on- mogelijke situatie. Dat kan ieder aan- voelen.

Maar wanneer het College van B, en W.

van Utrecht een eigen mening over het geldende kiesstelsel, pro of contra, voor ambtenaren in functie taboe verklaart, dan bestaat er toch wel behoefte aan een lijstje met verboden onderwerpen!

Het is, wij zijn dat met onze· brief- schrijver en met het "Utrechtsch Nieuws- blad" eens, een netelig onderwerp, waar- aan beter niet teveel aan moet worden getornd.

En zeker niet op de generaliserende wijze, als door B. en W. van Utrecht, op instigatie van een socialistisch raadslid, is geschied.

Nederlands Euromarkt-échec

Ir. G. van Weezenbeek te Dordrecht schrijft ons:

De door onze Regering als kandidaat voor het Euromarkt-presidium naar vo- ren gebrachte figuur bracht het in Parijs niet verder dan tot tweede vice-president.

Zo hebben wij ons eerste Euromarkt- échec dus al geleden.

De N.R.Crt. zei ervan. dat de Neder- landse kandidaat als "u:tgesproken land- bouwfiguur" door de partnerlanden min- der geschikt werd geacht voor het voor- zitterschap.

Ook wie weinig verwachtingen heeft van het Euromarkt-avontuur, moet het betreuren, dat onze Regering, toen zij eenmaal een kandidaat voor deze veel·

eisende post meende te moeten gaan stel- len, geen aanzienlijk capabeler figuur naar voren heeft gebracht.

Gezien het in de beide Kamers van de

Volksvertegenwoordiging gebleken sterke verlangen van ons volk naar een grotere economische samenwerking der zes lan- den van Klein-Europa, is het geleden échec in de eerste plaats een échec voor de Regering, die de te zwakke kandida- tuur stelde.

Het is niet te verstaan, dat een Kabinet, dat bij voortduring wordt geconfronteerd met de gevolgen van de fouten, die het zelf maakte, uit zijn midden een figuur meent te kunnen aanwijzen als kandidaat voor een zo uitzonderlijk zware interna- tionale post.

Een dergelijke struisvogelpolitiek kan ons aanzien in de wereld alleen vermin- deren.

Het voert tot niets goeds, uilen van de lokale politieke markt buiten de grenzen als valken te presenteren.

Het Gemeentebestuur van Rotterdam toonde, toen het onlangs een beroep deed op een vooraanstaande figuur uit het be- drijfsleven, heel wat meer realiteitszin dan onze landsregering deed, nu het ging om een kandidaat voor de zó moeilijke Euromarktpost.

Aldus ir. Van Weezenbeek van wie onze lezers in de loop van d~ tijd wel

1·e~ds begrepen hebben, dat hij geen vnend of bewonderaar van (thans oud-) minister Mansholt is.

Toch willen wij uit eigen ervaring vaststellen, dat minister Mansholt in de Kamer zijn zaken altijd zeer goed bleek te kennen en te beheersen. Mi- ni.ster Mansholt t•erstond zijn vak, waarmee w~j dan zowel op zijn parle- mentaire optreden als op zijn agmri- sche kennis doelen.

Uiteraard neemt deze erkenning niets weg van de zeer ernstige be- zwaren, die wij - met ir. Van Wee- zenbeek - tegen de socialistische ach- tergrond van de politiek van minister Mansholt altijd hebben gehad.

Wat de niet benoeming van dr.

Mansholt tot president van de Euro- markt-commissie betreft, zal men in- derdaad de voorkeur hebben gegeven aan een meer allround econoom dan aan een uitgesproken agrarische fi- guur.

Heel. V. enD.

18 JANUARI l~ - PA~ 4

<Vervolg van pag. 2)

nieuwe verhoging van de omzl'lbelasting op sigaretten, een verder verhoging van de omzetbelasting op televisie, auto's en motorrijwielen en de banden daarvan, en de afschaffing van de investPringsaftrek voor 1958.

Als ik het goed heb uitgerck•·nd, aldus de heer Van Leeuwen, betekl'nt een en ander een verhoging op jaarbasis van 664 miljoen gulden. De op ongeve•·•· 500 mil- joen berekende belastingveringing van 1955, die evenwel allerminst tot op- brengstvermindering leidde, is hiermee niet alleen geneutraliseerd, maar naar de andere zijde in niet geringe mate over- gecompenseerd.

Deze constatering houdt op zichzelf nog geen kritiek in. Zeker niet in de mond van iemand, die de handhaving van een goed evenwicht tussen inkomNten en uit- gaven van primair belang acht. Indien men is vóór · belastingverlàging als het kan, dient men ook voor belastingver- hóging ie zijn als het weer moet.. Althan~

wanneer de bezuinigingsmogelijkheden zijn uitgeput, waaraan sterk mof't worden

getwijfeld. ·

• •

Maar wanneer men tot d" nwrk- -"·,:lardige constatering komt, ver- volgde de heer Van Leeuwen, dat, ten- einde een berekend gat in de dt•kking der begrotingsuitgaven van 107 miljoen te stoppen, nu belastingverhoging•·n worderr voorgesteld, die op jaarbasi5 263 miljoen zullen opbrengen, komt het p,evoel van kritiek toch wel sterk op. Er komen dan van die bijgedachten in 's mensen hoofd op en met name komt de socialistische be- lastingpolitiek hier doorheen spoken.

Volgens een herziene raming zouden de door het Rijk geïnde belastingmidde- len dit jaar 7795 miljoen opbrengen. Op grond van de ontvangstcijfers betreffen- de de eerste tien maanden, aldus onze

g~cstvcrwant, durf ik veilig een op- brengst van 8 miljard te voorspellen.

Deze 200 miljoen, die er tus1wn zit, vor- men dus een meevaller, dil' ons 19M!

minder slecht doPn ingaan dan gedacht.

De meerderheid van de Kamer heeft echter het hoofd gebogen voor minister Hofstra en de 107 miljoen op tafel gelegd, die de minister op kasbasis in 1!!58 beslist wilde hebben. De meerderheid heeft al- leen van de gemeenten en provin"ies 20 miljoen afgenomen om de si~aretten la- ger in prijs te houden en het percentage van de vervroegde nfschrijving te hand- haven.

Men heeft in het belang van de werk- gelegenheid geen 20 miljoen (volgens mi- nister Hofstra, maar 15 miljoPn volgens de heer Van Leewen) aan de schatkist willen onttrekken voor een gedeeltelijke herleving van de invest.erin~s:tftrek. Men is nu geschrokken van de helaas weer sterk gestegen wer~;!oosheid.

V. v.D.

PROFI<~SSOR I~INDEBOO~l t

Maandagmiddag stierf, in de trein van Amsterdam naar Groningen, ten- gevolge van een hartverlamming, on- ze geestverwant, prof. dr. J. Linde- boom.

Kerkhistoricus van groot fonnaat, leerling van wijlen de Leidse hoogle- raar prof. Pijper, werd hij op 32-jarige leeftijd benoemd tot hoogleraar aan de universiteit te Groningen. Tot aan zijn emiritaat in 1952 was hij daar als enig vertegenwoordiger der vrijzinni- ge richting lid der theologische facul- teit. Door zijn fenomenale kennis en niet minder door zijn beminnelijke, meelevende persoonlijkheind oefende hij grote invloed uit op de Groningse theologische academia.

Ging van de aanvang af Linde- booms belangstelling naar de historie uit - getuige zijn meesterlijke disser- tatie over Erasmus - , niet minder boeide hem het heden. Dat zijn kijk op het actuele medebepaald werd door zijn gedegen kennis van het ver- leden, gaf aan zijn bevordering daar- van slechts te groter waarde. "Bezon- ken" was eigenlijk het enige wat men van zijn inzicht over allerlei - inder- daad de meeste uiteenlopende - vra- gen van het hedendaagse leven kon zeggen. Ieder gesprek met hem hier- over was daarom een verkwikking en omdat ik zo menig gesprek, juist ook in de trein Groningen-Amsterdam vica versa met hem mocht voeren, trof mij het bericht van zijn heengaan in de trein méér nog dan anders het geval zou zijn geweest. Van het begin van zijn korte predikantsloopbaan af mocht ik mij tot zijn v~ienden reke- nen, maár juist in de jaren na de be- VTijding waren die treingesprekken zo geregelde verschijnselen, dat ik zijn plotseling verscheiden mede hier- om als een zwaar persoonlijk verlies gevoel door hei weten dat ik die voortaan zal moeten missen.

Zijn grondige kennis van het verle- den en vooral ook van de geestelijke structuur daarvan heeft er ongetwij-

feld mede toe geleid, dat Lln:l..l>oom.

afkomstig uit een rechtzinnig milieu.

zulk een overtuigd aanhanger van het liberalisme werd als hij zich op elk levensgebied heeft getoond. Bovenal man van de studeerkamer, !;l.ond hij nochtans met beide benen in het volle leven. Tussen alle w.?ten.3chappelijke publicaties - vaak in omvangdjke boekwerken uitkomende - versche- nen week aan week o.a. in Vdje Ge- luiden zijn altijd boeiende lwschou- wingen over actuele vragen van de meest verscheiden aard. En het zal voor zijn vrienden wel steeds een raadsel geweest zijn, hoe deze altijd werkzame mens nog altijd tijd vond, hun zijn voortdurend medekven te betonen door na elk artikel dat hij van hen onder ogen kreeg, een betui- ging van instemming, een raadgeving of een aanmoediging te zenden. Iedet·

pleit voot· een principieel liberalisme had zijn aandacht en, practicus als deze geleerde was, het was deze diep- gewortelde sympathie voor het Libe- ralisme, welke hem noopte zich niet te onttrekken aan hetgeen ook in par- tijverband van hem werd gevraagd.

Jaren lang immers had hij ziting in ons hoofdbestuur en in onze vroegere partijformaties ontmoette men hem geregeld in commissievergaderingen waar bezinning op de principiële grondslagen van het Liberalisme aan de orde was.

Liberaal Nedet·land heeft dom· het heengaan van professor Lindeboom, over wiens laatste levensweken de donkere schaduw viel van het ver- scheiden van zijn enige zoon, een zwaar verlies geleden. Het gedenke in grote dankbaarheid wat deze fijne, aristocratische - en daarom in hart en nieren: democratische - geest, de- ze geleerde en beminnelijke mens, vertegenwoordiger bij uitstek van het Nederlandse, erasmiaanse liberalisme, meer dan een halve eeuw lang voor de liberale partij heeft betekend!

G. A. de Ridder

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Hierop kwam de ELDR in het midden van de jaren negentig, net als andere Europartijen, met nieuwe initiatieven om de samenwerking tussen de lidpartijen verder te

Als je een brede acade- mische opleiding gaat volgen omdat je toch niet precies weet wat je wilt, - zoals ikzelf ooit gedaan heb - dan moet je op het eind natuurlijk

Niet veellater wordt David Lopes Dias aangegeven door een gefrustreerde ambtenaar.. Zogenaamd wegens Schutzhcift wordt hij door de

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

Op 18 april 1951 richtten deze landen de Europese gemeenschap voor kolen en staal

We kunnen al die mensen die zich in de afgelopen jaren hebben ingezet voor het feit dat wij hier nú zo vitaal staan heel dankbaar zijn.. Op dit moment wil ik in het bijzonder mijn

Het Programma Bosreservaten onderzoekt deze spontane bosdyna- miek in niet meer beheerde bossen.. Hoe zijn de bosreservaten

Bij de cijfers is het ook van belang om te benoemen of deze betrekking hebben op de directe emissies van landbouw en veehouderij, of dat ook de indirecte uitstoot die onder