• No results found

Hun strijd om het behoud van de rechtsstaat

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Hun strijd om het behoud van de rechtsstaat"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

z

0

v:

z

w

z

1-'""·

Maritain, Simon en Dooyeweerd hadden geen restrictieve

staats-opvatting. De overheid behoort zich te Iaten leiden door de

nor-matieve idee van het 'common good' (Maritain, Simon)

respec-tievelijk de 'public social justice' (Dooyeweerd) en tegelijkertijd

door de erkenning van de competentie en verantwoordelijkheid

van andere samenlevingsverbanden. Het denken van de drie

filoso-fen over de rechtsstaat is fundamenteel en dynamisch en heeft

be-tekenis voor de actuele politieke situatie.

H

erman Dooycwcerd 11 H'l4 I '!771 l1eclt zijn btholrckc tiJclgenotcn Jacque<, .'-laritarn (IHf\2-1'!731 en Yves Simon (1905-19611 waar-<,chijnliJk nooit ont-moet. Zii zoudcn

intcrcs-<.untc g~<.,prek<-ipartncr-, zijn

gewccq_ Als student en wctenschappcr Iedden zij in ccn wocligc tijd Zij bc-schouwdcn de

wcrelcloor-logcn en cconomrschc

cri'>cs niet skcht<, als

inci-Nietzsche reed, gcwaar'>chuwd tegcn de cenzijdige rationali<;tische en matc-rialisti'>che ontwikkeling van de Wcs-terse cultuur1 ccn

ontwik-kcling die volgcm hen de moraal aantasttc, hitisch dcnkcn vcrzwaktc en die tot maat'>chappcliJkc en politickc dc,intcgratic zou lciden l:lcsct van crisrs were! in de twintig'>te ceuw overhcerscnd.

Vee! twintigstc-ccuw<,c li-losotcn hcbben de

cultuur-crisrs bestudccrd en

dentcle 'ongelukken', maar- Profdr H.E S. Woldn·"'i nieuwe wijsgcrrge oricnta-als symptomatl'>chc 'instortingwer- tics geprescnteerd. Edmund Hu<,<,erl '>chijnselcn' van de rationalistischc ontwikkeldc zijn fcnomcnologic als cen We<,terse cultuur. ,l\_1aritain, Srnwn en

Dooyewecrd wilden, elk op eigcn wij-ze, de ontwikkeling var1 die urltuur

vvij~gerig anzdy-,ercn

In de vorige eeuw hadden filmolen als Kicrkcgaard, 1\larx, Do<,toJewski en

mcthodische bestudering van de pro-blcmatiek var1 de LchcnSII'ell. De Wiener

Kreis vcrdcdigdc ecn

<,trcng-wctcn-schappelijkc bcnadcring van die pro-blcmatick en bestreed rcligieuze en specula tid -wijsgerigc cui

(2)

wingcn Hct cxi'->tentiali;.;nle

conccn-trecrde zich op de men<; die zijn kctelij-ke lcdwcreld wil tran-;cendcren, die zichzelt wil vcrwerkeliiken e11 die daar-in wordt geconlrontecrd met Z!Jn machtclomheid, ang<,t e11 echec. De

Fr<111k[urter Sclllllc ontwikkelde een 'kriti-<,che theorie' voor de he-,tudering van dehumani<;erende macht<;<,tructuren in de <;Jmenlcvcng. In ge<;prek en conlrun-tatie met lilmolen van hun tijd en uit

het vcrlcden, ontwikkelden ook

1\ britain, Simon en Dooyeweerd hun ideei'n.

Crisis in opvattingen over

rechtsstaat

De cri<;i<; van de cultuur kwam volgem hen onder andere tot uiting in de

ern-;.;tigc vcrwarnng die in hc-t begin van

deze eeuw onder vooraan<;taande juri-;-ten he-,tond over de aard van de rcchh-<;taat Zo verdedigde Ceorg lcllinek een dua\i-,tc<,che <,taar-,kcr, waarin de <;taat enerzqds een \ociak eenheid' olwel ee11 geheel va11 p<,ychische en sociale handelcngen zou ziJ!l en andcrziJch een normatcd c-cchhin<;tituut. ZiJll staat<;-lcer vcel dcrhalvc uiteen in ee11 <,ociale staat-,\ccr en in een <;taatsrcc\w;\ecr1 -een dua\i-,me dat de identiteit van de

rccht~'->taat in gcding bracht

Terecht merkte Han-, Ke\<;en op, dat hij lellinek de vi'>ie op de <,taat werd he-paald door de wetemchappeliJke hcna-dering die men kom. Kelsen ver-ded,gde op zi]n heurt een 'rci11c

Rcc/Jts-lclnc' die ohjcctid en zuiver zou zijn, en

die vrij wa<; van sociologischc en psy-chologi-,che be-,chouwingen. llitgaan-de van het Kantiaan<,e onllitgaan-der<;cheid tu<,<,en Sci11 111 So//r11, rekende Kc\<,cn het rccht tot her So//r11 Rccht<,normen zag hij primacr als gehoden van <,taaborga-nen, waarvan de plichten van burger-, werdcn atgelcid Ke\<;en heschouwde

( IJV II 'JI

staat en pmitid recht als identiek, met de cnnsequentic de tirannie van ecn mecrderheid als pmitiel rccht te erken-ncn.' l3ij Kclsen was hct karakter van de rechtsstaat in geding

Ke\<;en<, po-,itivisti<;che opvatting werd op een andere manier verdedigd en in haar consequentic-; doordacht door Leon Duguit Volgem Duguit was de -,taat in kcte niet<; meer dan een groep individuen die sterker was dan anderen en die aan hen haar wil oplegdc Ovcrheidsin<,te\lingen waren derhalve

geen 'organen' van de ':.taat als een

pu-bliekrechtelijk verhand. Omdat de -;taat a\-; rccht'>instituut niet hestond, conclu-deerdc Duguit 'De <,taat is doocl' 1

1\laritain maakte evenals kllinek ondcr-scheid lu<;<,en de politieke samcnlcving als een 'souale cenhecd' en de staat, maar vcrwierp lcllineks dualisme. Evenal-, Duguit, en contra Jellinck, ver-dedigdc 1\laritain dat de <,laat geen zelt-standig rcchtsimtituut kon zijn, a\ be<;trced hij Duguih conc\u-,ic van de 'dmle staat' Ook vcrwierp Maritain Kelsens identil icatie van <,~a at en pmi-tid recht, omdat die de rechtsstaat zou do en dcgenerercn .1

Simon hcsprak de gcnoemdc junsten in ziJil politiek-hlmolische ge-,chrilten niet Als lcerling van Maritain zal ik hem ter '>prake hrengcn tcr verduide\ij-king van enkelc gedachten van zijn lccrmee<,ter

Dooyewccrds kritick op de gcnoemde juri<,ten hepcrkte zich nict tot ondcrdc-lcn van hu11 werk, maar richtte zich vooral op de tilosoli<;che achtergrondcn van hun denken. Hi1 analysecrde hun <,taahtheoneen a\<; uitingen van de hu-manistische lcvem- en

wercldhe<;chou-wing, waarin de autonon1ic van de rcde,

geha<;ecrd op het ideaal van de vrijheid van de menselijke per<,oonlijkheid, ten onder gaat in hct door reclc en vrijheid

0

m

>

z

m

z

z

(3)

z

0

z

z

0

opgeroepen ideaal van wctcmchappe-lijke heheersing Die humanistische Ie-vens- en wereldbcschouwing toondc cen onvcrzoenlijkc ant1nomic, die vol-gens Dooyewccrd de kern wa-; van de

crisis in her den ken over de

recht'5taat.'

Politieke gemeenschap en staat

In onzc tijd worden <;taat en samcnle-ving vaak als synonicmen gebruikt. i\1aritain onderschcidde die twee en srrak over de 'pollliwl society' waarvan de staat een dec! is.

In de lijn van de aristotelisch-thomisti-schc traditie, waarin de mens als ecn sociaal wezcn en de roliticke samenle-ving als cen rcalitcit suit}elleris wordt

bc-schouwd, stelde i\1aritain dar de

roliticke samcnleving naar haar aard hct mccst volledige samenlevingsvcr-band is: cen rationele ordc die is gc-richt or rechtvaardighcid, cerbied voor de mcnselijke persoon en hct realisercn van een ware menselijkc gcmeenschar'' De roliticke samenleving is gericht or

het bcvorderen van het 'commo11 good'

voor her gehcle volk, waarin iedcr eco-nomisch rccht op arheid en cigendom heeft en ook burgcrrechten, politieke rechten en culturcle participatiercchten bezit.c Simon heeft het 'collllllOil qood' als volgt omschreven·

c1 tjood is COI1111lOI1 1j, alld Dilly

if,

it is of such

lliJturc <15 to call for commo11 /lllrsuit illld com-moll e11;oymmt It is 1101 "" ,1ddit10r1, or a

mul-ti!rlic!ltioll, but <111 ob;ectiPe rclatior1 of the tlrilllj desimhle to the {lolPers of desire alld attaillme11t u>IJlch distmquishes the COIIIII1011 from the {ll-iP!lte _qood. Public safety is !111 aspect of tire commo11 good, for it cwtc1mly is !l tllilllj u>l11clr hy Ill! lim

lr11s to

he

J>ursued hy commoll effort alld,

if

oh-taillcd, is elljoyed ill commoll ·1

Her 'commoll _qood' is dus niet, zoals in

het liberalisme, een optelsom van

'p!lrti-culau}oods', noch her helang van een

ge-meenschap waaraan mcnsen ondergc-schlkt ziJn, maar een normaticl idee: 'ill-tegrity of l1jc, tire qood md ni;htcous 17llm!lll l1fe

of the multitude'" Dcze idee mag niet wor-den verward met concrete doelcn die door ecn rcgering wo1·den nagcstrccfd, biJvoorhceld op het gcbied van veilig-heid of onderwijs Die idee is ecn nor-marie! critirium ter heoordeling van

activitciten van ccn gcn1ccnschap. Ill

Bovcndicn transccndccrt hct 'collllllOII IJood' de 'i"nticul,nqoods' nict aileen, maar behoort her bovendicn in dicnst te staan van en rcchtvaardig tc worden verdeeld onder de burgers, met name ten gunstc van de minsthcdeelden, want het 'wllllllOil l}ood' is 'commo11 to the whole mid tl.1e {lrll-ts' 11 Deze laatste wen-ding voorondcrstclt ecn rechtvaardigc vcrdcling, die krachtens de politiekc dcugd van de prudcntia (praktischc wijsheid) kan worden gercalisccrd en die politick maakt tot een cthischc acti-vitcit."

1\laritain bcschouwdc de politicke sa-menlcving als een supcrieure ecnheid die families en andere groepcn omvat en die aan die samenlcvingsverbandcn ccn zo grout mogelijke autonomic moet gunncn. Autonomic wil in dit ver-band zcggen dar elk samcnlevingsvcr-hand zichzelf regccrt en taken vcrricht ovcreenkornstig cigen cornpetcnt1e en verantwoordclijkheid Als zodanig is ecn sociaal pluralisme inherent aan de ware politiekc samenlcving, die samcn-lcvingsverhandcn moeten biJdragcn tot de vitaliteit van de politicke samenlc-ving.1 ~

De staat als instrument

De staat is als dec! van de poliricke sa-mcnleving speciaal helast met het handhaven van wettcn, hct bcvordcren van de publiekc orde en het algcmecn hclang Als zodanig i<. de staat een

(4)

heel van instituties die macht en dwang kunnen uitocfenen en daarin ten dien-<,te van burgers staan. Cezien die spe-cialc taken noemde Maritain de staat ecn superieur dee\ van de politieke sa-menleving: superieur ten opzichte van

andere del en van die <,amenleving. 1

" De staat hehoort de autonomic van andere samenlevingsverhanden te erkennen, maar hij kan ter bevordering van het al-gerneen belang eventueel suhsidiair (helpend) optreden, indien die lagere samenlcvingsvormen hun taken nict aankunnen.

De <,taat hezit het hoog<,te politieke ge-zag, maar heeft dat gczag niet op grand van eigen recht of ter wille van zich-zelf. De staat heeft dat gezag krachtens de politieke sarnenleving waaraan hij

onderge<,chikt is1 hij oefent dat gczag

uit ten dicnste van het 'commoll good'.

Maritain markecrdc zijn standpunt nict aileen ten opzichte van het libcralisme, maar ook ten opzichte van het collccti-visme. Volgem Maritain worden we in onze tijd niet met een 'suhsidiaire staat' gecontrontecrd, maar met een 'absorhe-rende staat' die de politieke

samenlc-Jacques N1aritain

(joto

ANP)

UlV Il"Jl

ving overheerst15 - een situatie die hij

kritiseert: 'The State is HOI a kmd of collective

supmna11' 11'

tvlaritain verdedigdc cen 'instrumcnta-listi'>che' staatstheoric: de staat is geen doc\ in zichzelf, maar cen middel ter vcrhetering van de economie, ter he-strijding van totalitaire dreigingen en tcr hevordcring van sociale rechtvaar-digheid Maar het strcven naar die doe-len houdt het grate risico in dat te vee\ functies van het maatschappelijk Ieven door de staat worden gecontralcerd. Volgens Maritain zouden we die risico's moeten aanvaarden, zolang we de staat niet de fundering hehhen gegeven in de politieke samenleving waarin het volk zijn vrijheden cffectief kan realiseren en zolang de staat niet een instrument

is ten behoeve van het 'common _t}ood of

all' Aileen als aan die voorwaarden zou zijn voldaan, zou de staat de vrijheden van de burgers nict meer bedreigen en de sociale, morele en wetenschappelij-ke ontwikwetenschappelij-kelingen kunnen hevorderen. Dan zou de staat zijn ware instrumente-lc aard kunnen tonen, die niet beru<,t op eigcn prestige, maar op het streven naar

rechtvaardigheid. 17

Instrument van

rechtvaardigheid

Maritain wilde de moderne staat nict

diskwalificeren. Welten hetreffende

werkgelegenheid en arbcid zijn

vcreis-ten voor het realt.,eren van het 'comn1011

good'. De graei van de moderne staat als een juridi.,chc 'machine' met haar wet-ten, macht, discipline en organisatie van het sociaal en economisch Ieven,

noemde hij op zichzelf 'part of 11omwl

proqrcss' Pervertering van die vooruit-gang kan optreden als de staat wordt gc'identificeerd met de politieke samen-leving In dat geval kan men spreken van een paternalistische en soms van

0

0

-<

m m m

z

z

lfl 0

z

(5)

z

0

::>:

z

u.;

z

r,,

0

0

0

cen totalitairc staat, die nict slcchts vanuit politick gezichtspunt supervi-;ie hedt op hct 'commollt}ood', maar die eco-nomic, wctenschap en andere

maat-'>chappelijke '>ectoren organ1secrt,

controlecrt en beheerst. In totalitairc '>Iaten wordt die vooruitgang verstikt, maar in dcmocratischc '>tatcn bcvat zij risico\ vooral wat de sociale

rcchtvaar-dighcid betrcft." Daarom moet de staat

decentralisatie en 'ontstatclijking' van hct maatschappelijkc Ieven bevorderen, ten cindc de plurifon111teit in de samen-levi ng tc versterkcn. Kortom, de sa-menlcving behoort volgem hem tc

worden gcorganisccrd fwm the hallam'

Hoewel de modcrne staat met zijn velc

organisatorischc en bureaucratischc

ballast hem tegemtond, crkendc

i'vlaritain dat de rcchtsstaat noodzakc-lijk is, a) omdat de politiekc samenlc-ving de staat nodig hceft tcr wille van

sociale rechtvaardigheid en het 'common

c;ood' en b) omdat sociale rechtvaardig-heid van cruciaal belang is voor de mo-dcrne samenlcving.

In het bovenstaandc kwamen we enkelc thomi<;tische gcdachtcn tcgen. De poli-tiekc samcnleving is het mecst

volledi-ge samcnlevingsvcrband. die I

onto-logisch) hierarchisch is geordcnct an-dere samcnlcvingsverbandcn zijn delcn van dat gehccl; de qaat gcldt als het

mcest supericurc dee I.

De politieke samcnlcving wordt

gekwa-1 if icccrd door het bevordcren van het

'commo11 good', tcrwijl de staat daartoe het instrument is. Hoewel hicrarchisch geordend, worden aile samenlcvings-vcrbanden primair gckcnmerkt door au-tonomic.

Structuur van de staat

Dooyewcerd omschrecf de staat a is ecn publiekrechtelijk georganiscerdc gc-meenschap van ovcrhcid en

onderda-nen, die is gebaseerd op een mono-polistische 'zwaardrnacht' over cen

he-paald cultuurgebicd 1" Llit dezc

omschrijving hlijkt, dat hi) de sraats-structuur onderscheidde van die van

andere samenlevingsvcrbanden. De

staat is een organisatie die is gebascerd op een monopolistische 'zwaardmacht'

ljustiticle, politioncle en militairc

machtJ. maar omdat de staat wordt gc-kwalificcerd als een rechtsgemeenschap bchnort het gebruik van die macht te worden gcregulcerd door het recht. Derhalvc 1s de staat volgens Dooyc-weerd historisch (op macht)

gelun-deerd en JUridisch gckwalificeerd

De staat is dus ccn publiekc rechtsge-meenschap van burgers en overhcid. Dat wil zeggen dat nict particuliere he-langen maar het algemcen he lang voor-op staat, dat tcvens ten voordele behoort tc zijn van de belangcn van in-dividuelc burger., en van andere samen-levingsvcrbanden Vandaar dat hij stelt:

The

111icrnal f>olitical actiuily of the State should alu>ays he guided by the idm of f>uhlic social justice'. 211

Dooyeweerd noemdc 'puhlic social justice' het kwalilicerende kcnmerk van dc staat en ondcr<,chciddc het van staats-doelcn. 1-:r ziJn vclcrlci doelcn die cen regering kan stellcn, hijvoorbceld het scheppen van werkgelegenhcid, bezui-nigcn in de gezondheidszorg, maar in haar bcleid ter rcalisering van die doc-len behoorde volgens Dooyewcerd het doen van '{lllhlic social jusllce' richtingge-vend te zijn.

Dooyeweerd verwierp derhalvc een re-stricticve rechtsopvatting als kenrner-kend voor de '>taat. omdat hij het recht beschouwde als cen aspect van de wer-kclijkhcid dat nauw was verweven met andere aspecten, onder andere met bet esthetische en hct cthische aspect. Analy.,e van de samenhang tu'>Scn die

(6)

asrecten kon het inzicht in het juridi-schc asrect verdiercn. Recht is name-liJk niet skchts een kwcstie van 'vergelding', maar zij kan ook een ver-dieping krijgen in esthetische zin waar-in ccn afwcgwaar-ing en han11oniCrwaar-ing van belangen wordt nagestredd. Ook kan hct recht worden 'ontsloten' in ethische zin, opdat die harmoniering van belan-gen kan worden uitgewerkt in hct be-hartigen van het gemcenschappelijk ol algcmeen belang. Op grond van dcze argumenten kan men concludcren, dat politick ook bij Dooyeweerd een ethi-sche strekking hedt.

Zo zien we op welkc manier Dooyc-wccrd de staat beschouwde als de

pu-bliekrechtelijkc organisatic van de

samenlcving. Hij beschouwde de staat du-, als ecn op een bepaalde manier ge-organiseerde gemecnschap en niet als een instrument (Maritain) Hocwel hij

de bcgrippen 'slate' en 'hody Jwitlic' soms

door elkaar gcbruikte, maaktc hij ook onder<.cheid tussen de -,taat cnerzijds en 'i/Jc body pohlic as r1 w!Jolc' of 'the ll'holc of

lnnll!lll society' anderzijd<..21 Hct identiek

beschouwcn van die twee was volgens hem ecn gevolg van een totalitairc <,taat<.opvattingn Zijn onderscheid tu<,-<.en politieke samenlcving en staal ver-schilt echter van dat van Maritain. Mipl'> inziens beschouwdc Dooye-weerd de politieke samenleving als het geheel van aile burger<. en van hun sa-mcnlcvingsvcrbanden op ecn bepaald cultuurgebied. Die <.amenleving wordt op ecn bepaalde manicr door de -,taat georganiseerd Vervolgens richtte hij zich vooral op de structuuranalyse van de slaat Over de politieke samenleving sprak hij als het geheel van nieHtatelij-ke <.amenlcvingsverbanden, elk met een eigen competcntic die hij markccrde ten opzichte van de competentie van de staat."

( IJV 11·'!1

Andere competenties

Die vcrscheidenheid van competentte-slcren werd door Dooyeweerd gcfun-deerd op het neocalvinistische bcginsel van de 'soevereiniteit in cigcn kring' Op grond van dat bcginscl beschouwdc hij gezin, school, bedriif, kerk, staat en andere samcnlcvingsverbanden als

re-aliteiten sui (jeHeris, die naar hun cigen

aard moeten worden onderscheiden. Hij erkende dat Cod de hoogste soeve-rein is, aan wie aile andere vormen van socvereiniteit ondergcschikt zijn. Die erkenning brengt met zich mee dat er geen aardsc instantie bcstaat waaraan

andere samenlevingsverbanden hun

soevereiniteit of competentic ontlenen. Vandaar dat hij <.prak van een politieke samenlcving waarin gedifferentiecrde samcnlevingsverhanden, hoewel met el-kaar verwevcn, naast elel-kaar bestaan.

Anders dan !\laritain be-,chouwde

Dooyeweerd de ordening van die <,a-menlcving niet hierarchisch, maar hori-zontaal. Ook al bestaan aile niet-statelijke samenlevingvcrbanden op hct grondgebied van de <,taat en vallcn ziJ onder de jurisdictie van de staat, zij be-houden hun cigen aard en bchoren lbinnen de grenzen van de wet) hun ei-gen competentie te realiscren. Boven-dien kan de eigen kwalificatie van de staat ecn middel zijn tcr hcstrijding van zowcl liherale a!, 'absorberende' staat-opvattingen. v

0

c

0

z

z

0

z

Wat de horizontalc en hic-rarchische ordening van de samenlcving betreft, is nog een nuancering gcwenst. lk merkte op dat Maritain en Simon een hicrarchische

or-Politiek heeft ook

bij Dooyeweerd een

ethische strekking.

dening van de politieke samenleving kcnnen, maar dat samenlcvingsverban-den primair worsamenlcvingsverban-den gekenmerkt door autonomie. I ndien ecn bepaald sa men-levingwerband in het vervullen van zijn

(7)

z

0

~

z

z

0

0

taken tekortschict, hestaat de mogelijk-hcid dat de staat subsidiair optreedt Als criterium voor het wanneer en hoe van dat optreden van de ovcrheid geldt het 'common good' van de politieke sa-menleving

Hoewel uitgaande van de 'soevereiniteit in eigen kring' en van een horizontale ordening van de samenleving, kende ook Dooyeweerd de gedachte van

sub-sidiariteit. Hij crkende dat de

kwalihce-rende functie van de staat een actieve maatschappelijke rol van de regering

vereist. Met een beroep op de 'public

so-cial justice' is de overheid bijvoorbeeld bevoegd (krachtcns rechterlijke uit-spraak) ouder., uit de ouderlijke macht te ontzetten, burgers onder curatele te plaatsen, bedrijven voorschriften op te leggen in verband met de belangen van consumenten, werknemcrs en hct mi-lieu. Hoewel bij Maritain, Simon en Dooyeweerd de invloedcn van vcrschil-lcnde denktradities te bespeuren zijn, zijn de verschillen tussen hun visies op de ordening van de samenleving in rc-latie tot de politieke praktijk mijns in-ziens niet meer dan accentverschillen. Spraken Maritain en Simon over het 'common good' als kenmcrkend voor de politieke samenleving en hij gevolg voor de staat, Dooyeweerd sprak nict over een kwalihcatie van de politieke samenlcving, maar wei over de kwalifi-cerende functie van de staat: 'publtc social justice' en daarop gebaseerd over alge-meen belang Dooyeweerd nam de kwalificatie 'common t}ood' voor de staat niet over, omdat men mijns inzicns met een beroep op het 'common goo£1', in hct bijzondcr in totalitatre staten, slechte doclen zou kunnen rechtvaardigen. Daarom zou Dooyewcerd dat beroep altijd relateren aan het kwalihcerend structuurbeginsel van de staat als een

publieke rechtsgemeenschap 'public

so-cial justice'. Maar zou mishruik van de idee van het 'common good' niet evenzeer mogelijk zijn in verband met de idee van de 'ptiblic social justice':

Actuele betekenis

Welke betckenis kunnen we tockennen aan de staatstheorieen van Maritain, Simon en Dooyeweerd in de tegcn-woordige discussie over de sociaal-eco-nomische orde? Hct gaat sinds de val van hct communisme in die discussie niet meer over staatsplanning of kapita-listischc marktordening, maar over de vraag welk type marktordening wense-lijk is. In zijn rccente en lucide studie heschrijft Michel Albert twee typen ka-pitalisme24 Het cne is het 'neo-Ameri-kaanse model' (Vercnigde Staten en Croot-13rittannie), waarin het gaat om korte-termijnvisie, individueel succes, snellc winsten, lage bela.,tingen en veel consumptieve hestedingcn. Cevolgen van dat model zijn onder andere een twecdeling van de samenleving: rijken die rijkcr en armen die armer worden, met als gevolg hoog gekwalificeerde gezondheidszorg en ondcrwijs voor welgestelden en slechte puhlieke ge-zondheidszorg, minder onderwijs en

gebrekkige publicke voorzieningen

voor de middenklasse en voor armen. Het andere type is het 'Rijnlandse mo-del' (Noordwest-Europa), waarin het gaat om lange-termijnvisie, sociale ze-kerheid, spaarzin, gemeenschapsheset, hoge belastingen, consensuworming, investeren in de tockomst. Cevolgen van dat model zijn vergeleken met het eerstgenoemde model: mindcr hnancie-lc ongelijkheid, meer publieke voorzie-ningen, betere arheidsvoorwaarden, meer sociale zekerheid en zorg voor het natuurlijk milieu. In sociaal opzicht scoort het 'Rijnlandse model' heter dan het 'neo-Amerikaanse model', toch staat

(8)

het eerste model onder druk van het tweede. Hct 'Rijnlandse model' zou minder dynamisch, minder stimulerend voor de burger'> en tc kostbaar zijn. De corrigerendc taak van de overheid, het in stand houden van puhlieke voorzie-ningen en van de sociale zekerheid ko-men op de tocht te staan. Bovendien staat in de Westeuropese Ianden de ver-zorgingsstaat onder druk;

immateriele goederen te bevorderen. De staat, hct belangrijkstc instrument van de politicke samenleving, zegt Maritain, 'specializes iH the i11terests of the

whole'25 Dooyeweerd stelt: 'The State may

promote the interests of science and the jim arts, educatioH, puhlic health, trade, agriculture and industry popular morality and so on '21Zij hadden dus geen restrictieve

staatsop-vatting De overhcid be-de terugtrebe-denbe-de staat, be-

de-regulering en privatisering zijn sleutelbegrippen ge-worden.

Maritain, Simon en

hoort zich in dat alles te

Iaten leiden door de

nor-matieve idee van het

'com-mon good', respectievelijk de 'public social )!<Slice' en te-gelijkertijd door de erken-ning van de competentie en verantwoordelijkheid van andere samenlevings-verbanden. Zij kan van die

erkenning hlijk geven

door middel van hct

scheppen van voorwaar-den ter realisering van die

Dooyeweerd

zouden een

Zonder het 'Rijnlandse

model' te verheerlijken,

ongebreidelde

zouden Maritain, Simon en Dooyeweerd mijns in-ziens voor dat model kie-zen en een ongebreidelde markteconomie scherp kri-tiseren, met het argument dat de rechtsstaat in gc-ding is. Hocwel beducht voor te vee! staatsinvloed

markteconomie

scherp kritiseren

met het argument

dat de rechtsstaat in

het geding is.

in de samenlcving (gevaar van totalita-risme), verdedigden zij dat de staat het 'common _qood', respectievelijk de 'public

socicd JUstice' hehoorde te hevorderer.

Een ongebreidelde markteconomie

hlokkeert het bevorderen van het 'com-man good', respectievelijk de 'public social justice'. Vanuit concurrentie- en

winst-motieven kunnen bedrijven werkne-mers uitbuiten, hun gezondheid hedrei-gen, energie verspillen en het natuurlijk mlieu schaden. Zowel Maritain en Simon als Dooyewecrd vcrdedigden dat de ovcrheid in zulke gevallen de plicht tot interventie heeft. Niet aileen als er schade wordt aangericht of drcigt te worden aangericht heeft de overheid de bevoegdheid op te treden, maar zij

heeft een positieve opdracht: het

'com-mon good' en tegelijkertijd een

rechtvaar-dige verdeling van materiele en

C[)V I 11'!4

competenties en

verant-woorde I i jkheden. 27

Maritain, Simon en Dooyeweerd wor-den wei getypcerd als conservatievc denkers, onder andere omdat aan hun filosofie een geprofileerde religieuze (thomistische, respectievclijk calvinisti-sche) Ievens- en wereldbeschouwing ten grondslag ligt; een Ievens- en we-rcldheschouwing die de nodigc 'ijkpun-ten' hevat die hct filosofisch denken reguleren. De typering 'conservatief' is als kritiek mijns inziens ten dele te-recht, namelijk voor zover een gebor-neerdhcid van denkcn kan worden aangetoond. Die geprofileerde levens-cn wercldbeschouwinglevens-cn hebhen hen echtcr ook ge't'nspireerd en hchhen on-der anon-dere in hun politieke filosofie motiverend en dynamiserend gewerkt. Met name hun denken over de rechts-staat is fundamcnteel en dynamisch en

-<

m m m

z

m

z

3;:

0

z

(9)

z

I~

L.

z

LW

z

LW LW LW

>-0

0

hceh ccn bclangriJke bctekenis voor de actuclc politieke situatic.

Profdr H.E.S Woldring IS hoog/erililr

fJo/llie-ke ji/osofie <1<111 de Vt·!Je U11iuersllell te Amslerd,n11.

No ten

C kllrnck, Al/,jn!lemc Stilllhlclnt Berlin t l<iT1ng

I 'i 1·1 • 111·1 I I SO·\ HI

H. Kel<.cn. ,41/,;ciHCIJJt' Sidlli<./ch!c Bnlnl Zlinch

Cchlcn. I'J25. 12[H21

L l )ugurl Lc .!1011 ~oud/, lc ,ln•il IJJ.Ii!'l,/ucl d ld

lrlln'>-{oJJJidiJoJJ ,/c /(1111 Pan-. AlcJn, Jl)(l.S 38, /H-7() J ,1\bntJJ!l, ,\Jrnr dn,/ !he St.1/c C:lw_ugo The

LlnJvcrc,rty ot C:hrcago Pre<;<;, 1951 16-l/n 29n, I i9.

'1 H Dooyewccrd. De dl~h 111 Jc J,!lllliiJJJ<;/J~cl'e

<-ltidh-/en in /Jc1 /1(_/1/ CC!IO" w/1'11/IS/hcJlf ~'ll'-IIIOfOi/ll' Cl:

kl'IIJih-//Jconc Amc,tcrdam. Ten Have 1 l)i 1 '1-..J-(J ( ·j

H Dooycweerd, Dt >IIIJ,/ om hd .;;out't'JfiJJ!IcJhhc~;JJ/'

1n ,lc lllo,/nirc u·d1h- en sl<~111dcn .r'\mqcrclam Pan~ 1')511

J ,\bnttllfl, 1/Jidcm. 10

I 1\luritJ1n, 1/Jdnu, 5-t--55

Y R S1mon T/1c TldaiiiOJJ of Nlllllld! LnP 1\

Pll!fo,o{lhCJ 's R.cfln IJOII<, Nev . .- York hndhom Lln1ver<,Jty Pre<,<,, 1 ~)lJ2, ()() Ct Y R Sn11011, A Cmcru/ Thm1y of Aut/Jo!!l_)' Notre Dome I ondon Lln1vero.;ity ot 1'\otre Dame Pre<,<,, l9HO. 28-2()

() f. J\1anta!ll, ('/lrl'>lidiiJI)' 1111,/ /)('IIIOtrdLY ,nd T/1c R.i~Jhl' oj i\l11n .nd NdiHrrd L111P, 1ntrod ]_)A CallJgher SJn hanu<,co: /gnatiu~ Pre<><>, 19H6, 95

I 0 U Th R Rourke ilnd Cl:. Cochran The

ComnlOn ( :ood and rconOllliC )u<,trcc RellcLtJon<, on the Thought ol Yvc<, R ~rnwn

The Rn'Hu' o/ J\J/Iiil~ l.lV 2 JCJl) 1 ·, 211-252 Cl R .r....klnerny, /\rl did Pn!JICIILl' Sl!d!c~ Ill the n1(lJiljht oj .lt!quc' ,\ldnldJJJ. Notre Dame: llnlver<,Jty ol Notre Dame Press, 1lJ.SH, 87_()1

11 _1. 1\b.ntalll. fhi~inn, (H. Cl C.P O'Donnell '1\lantain and the Future o! Democratic Authonty' PA Redpath. nl., From T!edr~jhl to

f)uu'JI. The CHlllulll V!~rmr of luu{uc• AldrJirJIII Amcncan 1\L:mtain ;\<,<,OCJatJon PuhlicatJon<, Notre DJme. University or Notre Dame Pre<,<,,

19()0, 7.f-7(J

12 Y.R Sn1wn, lhdcm, l)f.().S. Cl D.Th Koyz1<:.,

Tou'dd d Chm/11111 /)nliOllrJIIl Pl!irdlrsm ;\ ( 'omf1drlliiPf Study o{ Ncotkmr1~/ 11nJ ( ·diJlnJt<l Poliltlr!l Tl1coric'i D1<,\ Dept ol ( ;overnmcnt und lntnnationul Stud1e<:., The Llniver<,Tty o! Notre

Dt~nH:. lndianu 1~)86, 5i-7I

111 Maritarn. T!Je Al1111 1111d thr SL/Ic ()-12. Y R Simon Phrlo.:,ophy ol l)cmocr;:~tic Covcrnrnent Notre Dame London. Un1vcr.:,ity ot !\.'otic l)ame. 19(J3, 15 YR Simon,;\ Cmerdl T/Jcory o{

i\Hiho11ty. ~otrc Dumc·'London· llnrvcr<,Jly ol

f\:otrc I lome pre" I 'JHO. 7 I I .17 I .l'J U. D.T Kovzr<,, Yve<, R S1mon <, ( 'ontrrhutiOil to A StructurJI Polnrcal PlurJ]r<,m' .1\..1 I) Torre cd Frccdtll/1 IJJ t/Jc ,\lo,/cm Wor/,/ fdu)HC~ ,\LIIildlll, 1/r'c~

I< _~..,-m1orr, 1\lt1Jim1cr I rUin Amcnt;:~n 1\lantJin ,..'\<,<,ouatJon Puhl1cation Notre I )a me 1\otrc [),1n1c UniVlT<,ILV Pre<;<, ! l),I)C) 11S-11lJ J-1-1 1\larita1n. fhdem 12-13

15} t'dantaTn /hiLi em I I· 15 II> I. 1\turnain, tl~dnu I1 171 .l\..1antaln f}1ii/t'J11, I H· I'J

IS I 1\ lunta1 n /!Jidcm I '!·211

19 ~ l Dooyc\vecrd, ;\ Nt'IJ' ( lllit)HC oj T/Ju,Jt'liuli

T!Jou:JI't vol Ill· Th1 StrHliJIIt''i of /idiPJ,/JirJiily of

Ti.·mflilJill Red illy Am<:.terchm fl<lrl'> ThrlJdclphia The Prc<,hytt-rran and Rclormcd Puhl Comp

1957,-1-12-41--1-20 I-I !)uovewccrd fhdw1, -1--1-(J 21 Contra D Th. KoyzT<, 1/Jr,icm 157

22 I-I Doovev .. Tcrd, f/1ulcm, .+)1 -11(1 21 H. Dooycweerd 1/ltticm, -1--11, --t-1-(J

211\l. Alhc1t Kdflild/i,mt lOililll hl/ll!,di<,~IIC .-\m<,tcr-darw'Antv,:erpcn: (:on tact, r !J92

25/ 1\lanta1n, f!1dw1, 12

26 I-I Dooye\\Ccrd, /hdwJ, -1-45--t H1

27 Voor ccn Ultwcrking VJI1 d1e vcrantv,:oordclljk-held, Zle J P Balkencnde ( )J'CI PCIIIIJ/U'oodc/,;khcd

m ClOJIOIIJJC IPdlllll' 1111Jllg or 1. Am<:.terdam· Vrl]c Llnivcr<:.Jtcrt. 1()~J3

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Desondanks is er momenteel ook sprake van een ontwikkeling naar een ‘publieksdemocratie’; burgers trekken zich van de ingesleten structuren van de democratie niet zo veel meer

• De essentie van de natie is dat alle individuen veel met elkaar gemeen hebben, schrijft Renan, en ook dat allen heel wat “vergeten” zijn.. Voorbeelden van

• ▶ Wijzigen van de Grondwet om rechterlijke toetsing van wetten aan het EVRM te beperken en toetsing door de wetgever te versterken. Net zoals in

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

Maar wij waren niet gerust, dat er vol- doende waarborgen zouden zijn, dat dit zelfbeschikkingsrecht inderdaad ook tot zijn recht zou kunnen komen en in de Wet

Daarmee strekken die hande- lingen van de aannemer immers nog niet tot nako- ming van zijn tweede verbintenis tot (op)levering van het tot stand gebrachte werk: zij hebben enkel

De meest interessante categorie bij het omgaan met regels is, naar mijn mening, het grijze gebied tussen het volgen en breken van regels. Dit komt in de literatuur onder

Anders dan Rechtbank Den Bosch oordeelde Rechtbank Groningen echter dat indien asielzoekers de HTL op eigen initiatief verlaten zonder formeel afstand te doen van het recht