Vraag nr. 52
van 1 december 1999 van de heer JACKY MAES
Bodemsanering – Benzylchloride – Hulp bij cala-miteiten
Het bodemsaneringsdecreet legt de gemeenten be-palingen op met het oog op de sanering van hun verontreinigde gronden, teneinde het humaantoxi-c o l o g i s humaantoxi-c h , het ehumaantoxi-cotoxihumaantoxi-cologishumaantoxi-ch en het versprei-dingsgevaar in en rond verontreinigde sites weg te w e r k e n . Op basis van voorlopige normen (bv. meten van aanwezige restconcentraties) bepaalt de Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaams Gewest (OVAM) of een sanering al dan niet kan worden stopgezet.
OVAM slaagt er echter momenteel nog steeds niet in om voor benzylchloride saneringsnormen op te nemen in het bodemsaneringsdecreet. Wel verwijst OVA M , op voorstel van V I TO (Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek), naar de zeer strenge terugsaneerwaarde voor tetrachloorme-thaan, maar dit biedt geen verantwoorde oplossing. De gemeentebesturen hebben tot taak ervoor te zorgen dat alle nodige maatregelen worden getrof-f e n , niet alleen om de eventueel betrokken calami-teitenzones te saneren, doch vooral om de volksge-zondheid in het algemeen te vrijwaren. D e r g e l i j k e onvoorziene uitgaven zijn uiteraard niet opgeno-men in een gemeentebegroting, met als resultaat dat verscheidene geplande doelstellingen niet kun-nen worden gerealiseerd binkun-nen het begrotingska-der.
Door het vaak ontbreken van enige hulp of advies vanwege OVAM voelen de gemeentebesturen zich in de steek gelaten.
1. Waarom slaagt OVAM er niet in om sanerings-normen voor benzylchloride op te nemen in het bodemsaneringsdecreet ?
2. Op welke manier kunnen gemeentebesturen door de hogere overheid worden geholpen bij ernstige calamiteiten ? Wat is de rol van OVA M bij dergelijke ongevallen ?
3. Werden reeds stappen ondernomen om aan-spraak te kunnen maken op Europese fondsen voor maatregelen die zijn of moeten worden ge-nomen bij calamiteiten ?
Antwoord
1. Het voorhanden zijn van bodemsaneringsnor-men in het bodemsaneringsdecreet is geen ver-eiste om een uitspraak te kunnen doen over de ernst van een aanwezige bodemverontreiniging. Artikel 7, § 5 van het bodemsaneringsdecreet stelt bovendien dat er, zolang er geen bodemsa-neringsnormen vastgesteld zijn, dient overge-gaan te worden tot bodemsanering indien de bodemverontreiniging een ernstige bedreiging v o r m t . Het is bovendien niet realistisch de wet-geving voortdurend aan te passen aan de cala-miteiten die zich hebben voorgedaan.
In 2000 zal bij de evaluatie van het bodemsane-ringsdecreet en het Vlaams Reglement op de Bodemsanering (Vlarebo) evenwel worden be-keken in hoeverre voor bijkomende stoffen nor-men moeten worden opgenonor-men.
2. Om vraag 2 te beantwoorden, moet er een toe-lichting worden verstrekt bij de aanhef van de vraag.
De Vlaamse volksvertegenwoordiger behandelt twee aspecten, zonder onderscheid te maken naargelang hun aard.
Er is enerzijds het algemeen aspect bodemsane-r i n g. Tebodemsane-rzake webodemsane-rd ebodemsane-r in een wettelijke bodemsane- regle-mentering voorzien via het bodemsaneringsde-c r e e t . Een spebodemsaneringsde-cifiek aspebodemsaneringsde-ct terzake zijn de vei-ligheidsmaatregelen die kunnen worden getrof-fen indien de bodemverontreiniging een onmid-dellijk gevaar vormt.
Dit vormt het raakvlak met het tweede aspect, met name het optreden in het kader van calami-t e i calami-t e n . Dacalami-t dicalami-t niecalami-t overlappend is en incalami-tegen- integen-deel slechts raakvlakken vertoont, heeft het verleden reeds aangetoond. Meer bepaald kan zich een geval voordoen van "acute ernstige be-d r e i g i n g " , zonbe-der be-dat be-dit werbe-d veroorzaakt be-door een calamiteit. Alleen past het in het kader van de procedures van het bodemsaneringsdecreet niet dat dan de klassieke procedure wordt ge-v o l g d , daar dit te lang zou duren, met alle gege-vol- gevol-gen van dien voor het leefmilieu.
Het behandelen van calamiteiten ressorteert onder Binnenlandse Aangelegenheden waar, a f-hankelijk van de omvang van de calamiteit, h e t gemeentelijk dan wel het provinciaal niveau, v i a de Civiele Bescherming, wordt ingeschakeld. I n eerste instantie is de rol van OVAM hierbij be-p e r k t , wat niet wil zeggen dat zij geen logistieke bijdrage kan leveren. In bepaalde uitzonderlijke gevallen en na een calamiteit kan zij een vorm van hulp bieden, meer bepaald tot de situatie opnieuw onder controle is.
Een voorbeeld terzake is de situatie in Bredene, waarbij het gemeentebestuur in het kader van haar bevoegdheden in de context van de open-bare orde zelf maatregelen heeft genomen en die aanvankelijk in gunstige zin evolueerde, maar waarbij na verificatie bleek dat er een acute ernstige bedreiging was. Bijgevolg heeft OVAM veiligheidsmaatregelen genomen op 17 december 1999, die bovendien in het verlengde van de eerder door de gemeente Bredene geno-men veiligheidsmaatregelen lagen.
Op deze wijze heeft elke overheid m.b. t . h a a r bevoegdheidsgebied de adequate acties onder-nomen.