• No results found

Een kritisch klimaat?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Een kritisch klimaat?"

Copied!
80
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Een kritisch klimaat?

An Inconvenient Truth

(2)

Een kritisch klimaat?

An Inconvenient Truth in de Nederlandse dagbladen

Masterscriptie

Merijn Scholten

Rijksuniversiteit Groningen

Master Journalistiek

Richting Radio & Televisie

Hoofdbegeleider: drs. Homme Wedman

Tweede lezer: dr. Tity de Vries

21 oktober 2009

(3)

Bron: http://doctorbulldog.files.wordpress.com/2008/07/manbearpig.jpg

‘There is something out there which threatens our very existence and may be the end

to the human race as we know it. I'm talking, of course, about Manbearpig. It is a

(4)

Inhoudsopgave

Inleiding... 5

1. An Inconvenient Truth ... 10

2. Het klimaat voor An Inconvenient Truth ... 15

2.1 Klimaatverandering in historisch perspectief ... 15

2.2 De dagbladen voor An Inconvenient Truth... 28

2.2.1 Kwantitatief... 28

2.2.2 Kwalitatief ... 30

3. Beschrijving van de berichtgeving... 32

3.1 Kwantitatief ... 33

3.2 Kwalitatief ... 44

4. Theoretisch

kader... 57

4.1 Waarom komt iets in de krant?... 57

4.2 Agenda setting ... 63

4.3 Framing... 65

4.4 Hypes ... 67

Conclusie ... 74

(5)

Inleiding

Sinds Al Gore in zijn film An Inconvenient Truth heeft laten zien wat de klimaatverandering voor onze planeet kan betekenen. Sindsdien hoef je niemand meer te overtuigen van de noodzaak daar iets aan te doen. 1

Gerda Verburg, Minister van Landbouw

Het is 1 december 2007 als de Volkskrant een opiniepeiling publiceert van TNS-Nipo: driekwart van de Nederlanders blijkt zich zorgen te maken over de gevolgen van klimaatverandering.2 Het zal de krantenlezer eind 2007 waarschijnlijk niet verrast hebben. Uit

de ‘wildgroei’ aan klimaatneutrale producten en diensten,3 –van beleggen tot kamperen- kon

inmiddels al geconcludeerd worden dat klimaatverandering een plek had veroverd op de maatschappelijke agenda. Toch waren de resultaten bijzonder. Vier jaar eerder nog verscheen in de Volkskrant een rapport van TNS-Nipo met een bijna tegenovergestelde uitkomst: 70 procent van de ondervraagden maakte zich geen zorgen over klimaatverandering; bijna

evenveel als het aantal mensen dat zich vier jaar later wel zorgen zou maken.4 De publieke

opinie was dus drastisch van gedachten veranderd. Maar hoe kwam dat?

Eind vorige eeuw deed de wetenschapper Christine Ader onderzoek naar een thema dat nauw verwant is aan klimaatverandering: milieuvervuiling. Ze concludeerde dat de mate waarin het publiek milieuvervuiling belangrijk vindt beïnvloed wordt door de media. Volgens Ader was het publiek niet zelf in staat om op basis van signalen uit de ‘real-world’ te concluderen dat het

milieu belangrijk is, maar had het de media nodig om daarvan doordrongen te raken.5 Het

door Ader beschreven effect dat media-berichtgeving heeft op de publieke agenda wordt agenda-setting genoemd; een theoretisch begrip dat in 1972 door de wetenschappers Maxwell

McCombs en Donald Shaw werd geïntroduceerd.6 Zij veronderstelden dat de media de

publieke agenda bepalen door aan het ene onderwerp relatief meer aandacht te besteden dan aan het andere onderwerp.

1 http://www.minlnv.nl/portal/page?_pageid=116,1640333&_dad=portal&_schema=PORTAL&

p_news_item_id=22853, 20-06-2009.

2 Marijn van Calmthout, ‘Voor kwart van Nederlanders mag het milieu wat kosten’, Volkskrant, 01-12-2007. 3 Wouter Keuning, ‘Keurmerk voor een gemakkelijke waarheid’, Volkskrant, 04-03-2008.

4 ‘Nederland ziet opwarming aarde niet als probleem’, Volkskrant, 07-10-2003.

5 Christine Ader, ‘A longitudinal study of agenda-setting for the issue of environmental pollution’, Journalism and Mass Communication Quarterly 72 (1995) 2: 310.

(6)

De bevindingen van Christine Ader zijn een gegronde reden te veronderstellen dat de populariteit van klimaatverandering eind 2007 te danken was aan een toename in de media-aandacht voor het onderwerp. Het agenda-setting effect zou ervoor gezorgd kunnen hebben dat klimaatverandering steeg op de publieke agenda. Maar was er ook daadwerkelijk sprake van een toename in de aandacht?

In de kranten in ieder geval wel, zo blijkt uit figuur 1, waarin te zien is hoeveel aandacht drie Nederlandse dagbladen sinds 1999 jaarlijks aan het onderwerp hebben besteed. Die drie kranten zijn de Telegraaf, de Volkskrant en NRC Handelsblad; zij behoren tot de vier grootste.7

Het Algemeen Dagblad ontbreekt, omdat hiervan niet over de gehele periode gegevens beschikbaar zijn. De grafiek toont hoeveel berichten er verschenen waarin het fenomeen klimaatverandering genoemd werd. Ook verwijzingen naar hetzelfde fenomeen -broeikaseffect, global warming en opwarming van de aarde- zijn meegeteld. De grafiek maakt duidelijk dat de aandacht voor klimaatverandering in 2006 en 2007 aanzienlijk toenam.

0 200 400 600 800 1000 1200 1400 1600 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 A a nt al ar ti k e le n

Figuur 1 : Aantal artikelen waarin klimaatverandering voorkomt, in Telegraaf, Volkskrant en NRC.

Aandacht voor klimaatverandering 1998-2007

De kranten kunnen er met hun berichtgeving dus heel wel aan hebben bijgedragen dat eind 2007 driekwart van de bevolking klimaatverandering als een potentieel gevaar zag. Vroeg je echter diezelfde bevolking door wie of wat klimaatverandering zo populair was geworden en de kans was groot zij niet de kranten aanwezen, maar Al Gore. De ‘ijverige padvinder’ met ‘de uitstralig van een hark’ die de verkiezingen verloor in 2000 was de wereld gaan rondreizen met

(7)

een lezing over klimaatverandering.8 In 2006 werd de lezing verfilmd in An Inconvenient Truth

(AIT). De film won twee Oscars en Gore zelf kreeg de Nobelprijs voor de Vrede. Dat was de

Gore die er volgens veel mensen voor had gezorgd dat klimaatverandering op de publieke agenda stond.

Figuur 2 laat zien dat de krantenaandacht en -uitgaande van het agenda-setting effect- daarmee ook de publieke aandacht voor klimaatverandering toenam nadat Gore’s film in Nederland in première was gegaan. Er zou dus inderdaad een verband kunnen zijn tussen Gore’s campagne en de popularisering van klimaatverandering. De Volkskrant is het daarmee eens en zegt in november 2006: ‘Sinds Al Gore Nederland begin oktober overspoelde met zijn Inconvenient Truth, is de aandacht voor klimaatverandering terug van weggeweest.’ 9

0 20 40 60 80 100 120 140 160 180 20 05, Fe b ru a ri Ma a rt Ap ri l Me i J uni Ju li Au g u s tu s S e pt e m ber O k to ber N ov em ber D ec e m ber 20 06, Fe b ru a ri Ma a rt Ap ri l Me i J uni Ju li Au g u s tu s S e pt e m ber O k to ber N ov em ber D ec e m ber 20 07, Fe b ru a ri Ma a rt A p ril Me i J uni Ju li Au g u s tu s S e pt e m ber O k to ber N ov em ber D ec e m ber A ant al a rt ik el e n

Figuur 2 : Aantal artikelen waarin klimaatverandering voorkomt, in Telegraaf, Volkskrant en NRC.

Aandacht voor klimaatverandering 2005-2007

Al Gore publiceert zijn film

De vraag is echter hoe Gore de wereld kon overspoelen. Hij maakte dan wel An Inconvenient

Truth (AIT), de film die het probleem van klimaatverandering op een simpele manier aan een

groot publiek kon presenteren, maar dat publiek was lang niet de driekwart van de bevolking die zich een jaar later over klimaatverandering zorgen maakte: 151.451 zagen de film in de bioscoop.10 Zwartboek –een Nederlandse film die rond dezelfde tijd verscheen- kreeg ruim een

8 Mirjam Prenger, ‘Het slimste jongetje van de klas; Al Gore is steeds bezig zichzelf opnieuw uit te vinden’, Volkskrant, 11-08-2000.

9 Yvonne Doorduyn, ‘Het ideaal is niet in oneliners te slijten; GroenLinks voert een vlekkeloze campagne maar

blijft in peilingen licht verliezen’, Volkskrant, 17-11-2006.

10 http://www.imdb.com/title/tt0497116/business, 20-07-2009, onduidelijk is of de gratis vertoningen die in de

(8)

miljoen bioscoopbezoekers.11 En de low-budget film Nachtrit genereerde in hetzelfde

openingsweekend als An Inconvenient Truth (AIT) dubbel zoveel omzet.12

Gore overspoelde dus niet op eigen houtje ons land met zijn film. Maar hoe verspreidde hij zijn boodschap dan? Of was het niet Al Gore die ons land overspoelde met zijn boodschap, maar de media die ons land overspoelden met de mededeling dat Al Gore een boodschap had? Vaststaat dat de media grote interesse hadden in het verhaal van Al Gore. De première van An

Inconvenient Truth (AIT) kwam op het NOS-Journaal van acht uur; een verslaggever deed live

vanuit Tuschinski verslag.13 Ook de vier genoemde grootste kranten schreven erover. En met

de première was het niet gedaan met de aandacht voor Gore. In de maanden erna bleven er artikelen verschijnen waarin zijn naam genoemd werd in combinatie met klimaatverandering. Al Gore was voor het publiek dan wel de man die klimaatverandering op de kaart had gezet, maar het zou dus goed kunnen dat de media daarin een rol hebben gespeeld. Zij zagen de film als eerste en konden zo het publiek een eerste indruk geven van de film. Wat was die eerste indruk? Lieten de media zich imponeren door Gore’s gelikte betoog? Hoe en hoe vaak werd er over Gore en z’n campagne bericht en welke aanleidingen waren ervoor? Zou het kunnen dat de media met hun berichtgeving ervoor zorgden dat Gore onlosmakelijk verbonden is geraakt met klimaatverandering? En in hoeverre had Gore het wel degelijk aan zichzelf te danken? Over die vragen gaat deze scriptie.

Een analyse van de berichtgeving in alle media -radio, televisie, internet en de kranten- zou zeer omvangrijk zijn. Daarom beperkt dit onderzoek zich tot de krantenberichtgeving. De kranten die onderzocht zijn hebben gezamenlijk een bereik van meer dan vijf miljoen

Nederlanders.14 Zij maken daarmee een significant deel uit van het totale media-aanbod.

Bovendien is hun invloed vermoedelijk nog groter, vanwege de algemeen veronderstelde invloed die kranten hebben op de berichtgeving op radio en televisie.

De hoofdvraag luidt daarom:

Hoe berichtten de kranten over Al Gore en An Inconvenient Truth vanaf 1 april 2006 tot en met 31 maart 2008?

11 1,056,002 bezoekers (bron: http://www.imdb.com/title/tt0389557/business, 20-07-2009). 12 Nachtrit had een omzet van € 65.746, AIT €32.366 (bron: www.imdb.com, 20-07-2009). 13 NOS-journaal (06-10-2006). Tv, NOS, 20.00 u, http://zoeken.beeldengeluid.nl.

(9)

De vraag zal beantwoord worden door krantenartikelen waarin An Inconvenient Truth of Al Gore genoemd wordt kwantitatief en kwalitatief te analyseren. De gekozen periode is twee jaar vanaf de eerste maand dat An Inconvenient Truth genoemd wordt - april 2006, in het NRC. De onderzochte kranten zijn de eerder genoemde vier grootste kranten Telegraaf, Volkskrant,

NRC Handelsblad en Algemeen Dagblad. Op basis van deze inhoudsanalyse zal vervolgens met

(10)

1.

An Inconvenient Truth

An Inconvenient Truth (AIT) is voor het grootste gedeelte een lezing die Al Gore sinds het begin

van de jaren `90 naar eigen zeggen meer dan duizend keer heeft gegeven.15 Zo ook in 2004, na

de première van The Day After Tomorrow, een fictieve film over de gevolgen van klimaatverandering. Filmproducent Laurie David is bij die lezing aanwezig en zodanig onder de indruk dat zij samen met een aantal mensen uit de filmwereld aan Gore voorstelt om er een film van te maken.16 Gore wil het aanvankelijk niet. De diavoorstelling, zo zegt David in een

interview met The Washington Post ‘was his baby, and [..] it felt hard for him to let go’.17 Maar ze

weten Gore te overtuigen en benaderen regisseur Davis Guggenheim om de film te maken.

Op 24 mei 2006 gaat de film in de VS in première.18 Met een omzet van ruim 24 miljoen

dollar wordt het de op-vier-na succesvolste documentaire in de VS.19 Dat geld gaat overigens

naar een non-profit organisatie met als doel het publiek voor te lichten over de gevaren van klimaatverandering.20

Gore en klimaatverandering

Gore’s interesse in het fenomeen klimaatverandering ontstaat, zo vertelt hij in AIT, tijdens een college van Roger Revelle, een van de grondleggers van het onderzoek naar

klimaatverandering.21 Docent Revelle toont zijn klas in de jaren `60 een grafiek met

concentraties koolstofdioxide in de atmosfeer. Gore is onder de indruk van de alsmaar stijgende zig-zaglijn: ‘This was truly startling to me.’22

Halverweg de jaren `70 wordt Gore gekozen in het Amerikaanse Congres. Samen met een aantal anderen organiseert hij de eerste hoorzitting over klimaatverandering. Hij roept Revelle op als hoofdgetuige. In AIT zegt Gore hierover: ‘I thought that would have such a big impact we would be on the way to solving it’s problem, but it didn’t work that way.’ Ook in de jaren `80 raakt Gore teleurgesteld als het hem niet lukt om een wetsvoorstel goedgekeurd te krijgen om de uitstoot van koolstofdioxide te begrenzen.

In 1992 verschijnt Gore’s eerste boek Earth in the Balance waarin hij spreekt over een aantal ecologische problemen waar de wereld mee te maken heeft, zoals klimaatverandering. Het

15 An Inconvenient Truth, film, regie: Davis Guggenheim, 2006. 16 Al Gore, An Inconvenient Truth (London: Bloomsbury, 2006) 10.

17 http://www.washingtonpost.com/wp-dyn/content/article/2006/01/25/AR2006012502230.html, 09-08-2009. 18 Hij was toen wel al getoond op het Sundance Film Festival.

19 http://www.boxofficemojo.com/genres/chart/?id=documentary.htm, 09-08-2009. 20 Gore, An Inconvenient Truth, 10.

(11)

boek haalt de New York Times best-seller lijst.23 In hetzelfde jaar wordt Gore gekozen als

vice-president onder Clinton. In die hoedanigheid helpt hij in 1997 in Kyoto het klimaatverdrag op te stellen. Terug in de Verenigde Staten blijkt er geen draagvlak voor; de VS ondertekenen het Kyoto-verdrag niet.

In 2000 doet Gore mee aan de verkiezingen. Hij krijgt meer stemmen dan Bush, maar verliest in Florida en het presidentschap gaat aan hem voorbij. ‘It was a hard blow’, zegt Gore erover. Hij trekt zich terug uit de politiek en gaat in het bedrijfsleven werken. Bovendien besluit Gore na het verlies van de verkiezingen weer op pad te gaan met de presentatie die hij al in 1991 tijdens het schrijven van zijn eerste boek had samengesteld. Hij actualiseert en –naar eigen zeggen- verbetert de lezing en trekt er de wereld mee rond.

De documentaire

In AIT zien we hoe Gore in een amfiheater zijn lezing houdt, met op de achtergrond een groot videoscherm waarop hij grafieken, foto’s en filmpjes toont om zijn betoog te ondersteunen. Zijn boodschap is helder: de aarde warmt op als gevolg van een stijgende concentratie koolstofdioxide in de atmosfeer. De mens is daarvoor verantwoordelijk en we zullen nu actie moeten ondernemen om catastrofes te voorkomen.

Maar AIT is meer dan een diavoorstelling. Gore’s betoog wordt doorsneden met persoonlijke verhalen. In intieme, soms bijna fluisterende voice-overs met achtergrondmuziek vertelt Gore over een aantal belangrijke momenten uit zijn leven. Bijvoorbeeld hoe hij in 1989 zijn zoon op straat aangereden zag worden. De zoon overleefde het ternauwernood. ‘He was so brave’, zegt Gore erover. En het veranderde Gore. Hij stelde zichzelf de vraag: ‘How should I spend my time on this earth?’ In de volgende shots zien we Gore de wereld rondreizen om meer over de aarde te weten te komen: ‘I really dug in trying to learn about it much more deeply.’ Het is een bewuste poging om het publiek voor zich te winnen, zo blijkt uit een interview met de

Volkskrant. Gore zegt daarin over de passage met zijn zoon: ‘Ik heb me aanvankelijk stevig

tegen die passages verzet. Maar ook hier heb ik me laten overtuigen.’24 Want, zo leerde Gore,

bij een live-publiek ontstaat er vrij makkelijke een band, maar in een film moet er meer aan te pas komen. ‘De bioscoopbezoekers moeten met de hoofdpersoon kunnen meeleven om hem te accepteren.’25

23 http://www.senate.gov/artandhistory/history/common/generic/VP_Albert_Gore.htm, 09-08-2009. 24 'Leiden komt onder water', 7 oktober 2006, Volkskrant.

(12)

De andere passage waarvan Gore zich moest laten overtuigen is archiefmateriaal waarop te zien is hoe Gore als 28-jarig Congreslid de eerder genoemde professor Roger Revelle ondervraagt over klimaatverandering. ‘Ik was bang dat het ijdel zou overkomen, en tegen me zou gaan werken [..].’ Maar regisseur Gugenheim hield voet bij stuk: ‘Davis hamerde erop dat de film alleen zou slagen als ik duidelijk kon maken dat ik recht van spreken had.’

De documentaire is dus welbewust in elkaar gezet om het publiek te overtuigen. Om een beeld te schetsen van de gehanteerde stijl die van invloed kan zijn geweest op de impact van de documentaire zullen hieronder enkele passages van de film besproken worden.

Na een mijmering van Gore over een rivier, begint de documentaire met beelden van Gore die op meerdere plekken op de wereld zalen toespreekt. Korte flarden van aandachtig luisterend publiek volgen elkaar op. Daarna applaus en beelden van mensen die zich rond Gore verdringen omdat ze met hem willen praten of op de foto willen. De kijker weet, nog voordat Gore iets over klimaatverandering heeft gezegd: het verhaal wat u nu gaat zien is niet zomaar een verhaal, maar een verhaal dat al gezien is door vele anderen. Zij hebben ervoor geklapt en wilden daarna met de verteller op de foto.

Dan zien we Gore onder applaus de zaal binnenlopen waar hij de lezing gaat houden die in de rest van AIT te zien is. Zijn eerste woorden zijn: ‘I am Al Gore, I used to be the next president of the United States of America.’ Het publiek joelt, lacht en applaudiseert. Gore voegt eraan toe: ‘I don’t find that particularly funny’. Weer een lach. De verteller heeft zelfspot en krijgt daarmee de lachers op zijn hand.

Kort daarna zien we –nog altijd voordat Gore iets heeft gezegd over klimaatverandering- beelden van gesmolten gletsjers, uitgedroogde en brandende aarde en een fabriek die rook uitstoot. Dan korte beelden van New Orleans na de orkaan Katrina. Een overstroomde straat, gillende mensen en een woedende burgemeester Nagin die op een nieuwskanaal roept dat het een ‘major disaster’ is. De kijker is al gealarmeerd, nog voordat duidelijk is wat precies de boodschap is.

(13)

know for sure that just aint’so.’ Een wijze les, vindt Gore: hardnekkig dingen denken te weten die niet zo zijn, dat is een problem. Ook nu nog, want ook tegenwoordig is er een opvatting die sommige mensen hebben ‘that just aint’so’. Die opvatting gaat over global warming en luidt volgens Gore ongeveer als volgt: ‘The earth is so big, we can’t possibly have any lasting harmful impact.’ Het publiek is in de val gelopen. Het heeft gelachen om de onwetendheid van een leraar, maar blijkt nu –tenzij het al overtuigd was van het gevaar van klimaatverandering- zelf net zo onwetend te zijn. 1-0 voor Gore.

Het is slechts één van de handigheden die Gore inzet om zijn publiek te overtuigen. Zo laat hij even later een grafiek zien met CO2-concentraties, die de afgelopen jaren zodanig gestegen is

dat Gore op een lift moet stappen om het huidige niveau aan te wijzen. En het persoonlijke drama van zijn zoon is niet het enige persoonlijke waarover Gore vertelt. In een voice-over vertelt hij over zijn zus die door haar sigarettenverslaving overleed aan longkanker. Dan gaat de lezing door. Gore vervolgt zijn verhaal over klimaatverandering en vertelt dat er geen wetenschappers zijn die aan de menselijke invloed op klimaatverandering twijfelen, maar dat de twijfel die soms de ronde doet bewust gezaaid wordt door mensen die daar belang bij hebben. ‘This has happened before’, zegt Gore en toont een oude reclame van sigarettenfabrikant Camel waarin een dokter het merk aanbeveelt. Zo stelt Gore impliciet mensen die sceptisch zijn over klimaatverandering op een lijn met mensen die de dodelijke gevolgen van roken probeerden te verdoezelen. Met het verhaal van zijn zus nog in het achterhoofd zou je niet graag tot die groep behoren.

Gore bekritiseert ook de journalistiek. Terwijl er volgens een onderzoek dat Gore citeert geen wetenschappelijke twijfel is over klimaatverandering, blijkt uit een analyse van artikelen in de populaire pers dat in 53 procent ervan getwijfeld wordt over de menselijke invloed op klimaatverandering. De helft van de populair journalistiek artikelen zit er dus naast, zo betoogt Gore.

(14)

And that is what is at stake: Our ability to live on planet earth, to have a future as as civilization. I believe this is a moral issue. [..] It is our time to rise again to secure our future.26

De lezing is afgelopen. We zien dezelfde kalme rivier als in het begin. Gore spreek zijn laatste voice-over:

Future generations may well have occasion to ask themselves: What were our parents thinking? Why didn’t they wake up when they had a chance. We have to hear that question from them, now.27

Dan zet de soundtrack van Melissa Etheridge in. Ze maakt het nog één keer duidelijk: ‘I need to wake up’. De aftiteling rolt, afgewisseld met tips voor het publiek om zelf wat aan het probleem te doen.

(15)

2.

Het klimaat voor An Inconvenient Truth

Om de berichtgeving in de Nederlandse dagbladen over AIT in een historisch perspectief te kunnen plaatsen is het zinvol een beeld te schetsen van de periode vóórdat Al Gore zijn film publiceerde. Daarom zal beschreven worden hoe en in welke mate de Nederlandse dagbladen over klimaatverandering berichtten in de loop van de jaren `90 en het begin van de 21e eeuw. Allereerst is het echter van belang om te weten hoe klimaatverandering zich als wetenschappelijk en maatschappelijk fenomeen heeft ontwikkeld, zodat duidelijk wordt in welke fase het maatschappelijke en wetenschappelijke debat over klimaatverandering verkeerde toen AIT verscheen. Het nu volgende is geen uitputtende geschiedschrijving, maar een overzicht van enkele belangrijke momenten in de geschiedenis van klimaatverandering.

2.1 Klimaatverandering in historisch perspectief

De discussie over de menselijke invloed op het klimaat is vrij jong. Logisch, aangezien het gas dat voornamelijk verantwoordelijk wordt gehouden voor een door mensen veroorzaakte

klimaatverandering, CO2, pas sinds de vorige eeuw op veel grotere schaal wordt uitgestoten

(zie figuur 3).

Bovendien is de wetenschap nog maar enkele decennia in staat om met behulp van computers de complexe berekeningen uit te voeren die nodig zijn om onderbouwde voorspellingen te doen over de toekomst van het klimaat - hoe omstreden die voorspellingen overigens ook kunnen zijn.

Figuur 3 : Wereldwijde uitstoot van CO2 van het jaar 1000 tot het jaar 2000 (Bron: IPCC, 2001)

(16)

overtuigen dat ingrijpen nodig is om te voorkomen dat klimaatverandering tot negatieve gevolgen leidt.

Beginperiode: wel verandering, geen zorgen

De basis voor onderzoek naar klimaatverandering werd halverwege de 19e eeuw gelegd, toen wetenschappers tot de ontdekking kwamen dat bepaalde gassen in de atmosfeer wél het zonlicht doorlaten, maar niet de warmestraling die het aardoppervlak weerkaatst. De aarde ontvangt dus wel warmte, maar raakt deze niet in z’n geheel weer kwijt. De Britse wetenschapper John Tyndall, die beschouwd wordt als één van de grondleggers van het onderzoek naar klimaatverandering,28 verwoordde dat in 1862 als volgt:

As a dam built across a river causes a local deepening of the stream, so our atmosphere, thrown as a barrier across the terrestrial rays, produces a local heightening of the temperature at the earth's surface.29

Deze isolerende functie van de atmosfeer zorgt ervoor dat de aarde niet in een ijsbal verandert en er leven mogelijk is op onze planeet. Dit fenomeen staat bekend staat als het broeikaseffect (zie figuur 4 op de volgende pagina).30

Terwijl de industriële revolutie gestaag doorging stelde de Zweed Svante Arrhenius in 1896 dat

er een relatie is tussen de hoeveelheid CO2 in de atmosfeer en de temperatuur op aarde.

Verbranding van fossiele brandstoffen, waarbij CO2 vrijkomt, zou volgens Arrhenius de

opwarming van de aarde versterken. De mens droeg dus wellicht bij aan een versterking van

het natuurlijke broeikaseffect.31 Zorgen maken deed men zich niet: volgens Arrhenius

berekeningen zou het duizenden jaren duren om de hoeveelheid CO2 in de atmosfeer te

verdubbelen.32 Bovendien was er een wijdverbrijde opvatting dat de natuur zichzelf in balans

hield.33

28 http://earthobservatory.nasa.gov/Features/Tyndall/, 10-06-2009.

29 John Tyndall, Contributions to Molecular Physics in the Domain of Radiant Heat (New York: Appleton, 1873) 117. 30 Spencer. R. Weart, The Discovery of Global Warming (Cambridge: Harvard University Press, 2003) 3.

31 Weart, The Discovery of Global Warming, 7. 32 Ibidem.

(17)

Figuur 4 : Het broeikaseffect.34

In de jaren 1930 kwam het klimaat in de Verenigde Staten in het nieuws. De winters werden zachter en meteorologen concludeerden dat er inderdaad een trend van warmer weer was.

Time Magazine schreef: ‘Weermannen twijfelen er niet aan dat de wereld, in ieder geval voor dit

moment, aan het opwarmen is.’35 Maar ook nu weer maakte men zich geen zorgen.

Metereologen verklaarden dat het weer altijd aan verandering onderhevig is - in cycli van enkele decennia of eeuwen. Bovendien zou het warme weer voor de landbouw zelfs gunstig zijn.36

Klimatologie ontwikkelt zich tot serieuze wetenschap

Eind jaren `50 begint in ieder geval één wetenschapper zich wel degelijk zorgen te maken. Oceanograaf Roger Revelle –de latere inspiratiebron van Al Gore- doet dan een belangrijke

ontdekking. Tot die tijd veronderstelden veel wetenschappers dat de extra CO2 die de mens

door verbranding in de atmosfeer bracht volledig geabsorbeerd werd door de oceanen. Maar in 1957 bewijst Revelle dat die redenering niet opgaat. De uitstoot van de mens kan volgens hem niet oneindig worden gecompenseerd door de zee. En hij maakt zich zorgen: ‘Human

(18)

beings are now carrying out a large- scale geophysical experiment.’37

Revelle bewijst de klimaatwetenschap een belangrijke dienst door in 1957 samen met Charles

David Keeling een CO2 meetstation op te zetten op Hawaii. De metingen die daar tot op de

dag van vandaag gedaan worden hebben een belangrijke rol gespeeld in het klimaatonderzoek. De wetenschappelijke aandacht voor de menselijke invloed op het klimaat komt in de jaren `60 van de vorige eeuw pas echt op gang. Tot die tijd waren de meeste metereologen vooral geïnteresseerd in korte-termijn voorspellingen. Klimatologie werd, afgezien van de

inspanningen van enkelen, niet als een wetenschap beschouwd.38 Maar in het begin van de

jaren `70 verschijnen meerdere studies naar de impact van de mens op het klimaat. Daarin wordt, in tegenstelling tot de uitgesproken vermoedens in de jaren `30, overigens niet gesteld in welke richting het klimaat zich precies zou ontwikkelen. Er wordt voorzichtig gesproken van ‘niet-willekeurige klimaatverandering’.

Het eerste wetenschappelijke artikel waarin wel een richting wordt gegeven aan de verandering van het klimaat door menselijk toedoen verschijnt in 1975. Het heeft de duidelijke title

‘Climatic Change: Are We on the Brink of a Pronounced Global Warming?’.39 Hierin wordt,

zoals de titel suggereert, gezinspeeld op een opwarming van de aarde als gevolg van menselijk handelen.

Aandacht voor het milieu neemt toe

Inmiddels is dan in Nederland de publieke aandacht voor het milieu al sterk toegenomen. Die

aandacht richt zich voor zover bekend nog niet op de effecten van CO2 op het klimaat, maar

legt wel de basis voor een groeiend milieubewustzijn. Een basis die versterkt wordt wanneer de Club van Rome in 1972 het rapport Limits to Growth (vert: Grenzen aan de Groei) publiceert,

waarvan wereldwijd meer dan 12 miljoen exemplaren worden verkocht.40

In 1968 voor het eerst samengekomen in een villa in Rome, tracht de Club van Rome een discussie op gang te brengen over de toekomst van de wereld. De groep particulieren uit onder meer de wetenschap en het bedrijfsleven maakt zich zorgen over de problemen die

37 Roger Revelle and Hans E. Suess, ‘Carbon dioxide exchange between atmosphere and ocean and the question

of an increase of atmospheric CO2 during the past decades’, Tellus 9 (1957): 18-27.

38 F. Kenneth Hare, ‘Preview of Man’s Impact on the Global Environment, Man’s Impact on the Climate &

Inadvertent Climate Modification’, Annals of the Association of American Geographers 62 (1972) 3: 521.

39 Wallace Broecker, ‘Climatic Change: Are We on the Brink of a Pronounced Global

Warming?’, Science 189 (1975) 460-463.

(19)

gepaard gaan met de toenemende welvaart, industrialisatie en bevolkingsgroei. Daarom laat de Club begin jaren 70 een studie uitvoeren door het Massachusetts Institute of Technology (MIT), met als doel ‘het bepalen van de fysieke grenzen en beperkingen die aan de vermenigvuldiging van mens en materiële activiteit op onze planeet gesteld zijn’. De studie

wordt gedaan met behulp van een computersimulatiemodel van het wereldsysteem.41 Grenzen

aan de Groei, het zo goed verkochte rapport waar het onderzoek uiteindelijk in resulteert,

schetst –net als Al Gore in zijn AIT- aan de hand van grafieken en tabellen een alarmerend beeld van de toekomst van de aarde: Door exponentiele groei van de wereldbevolking dreigt er milieuvervuiling, uitputting van de voorraad delfstoffen en voedselschaarste. Althans, zolang er niet verstandig wordt ingegrepen.

En het rapport, dat in Nederland vooral bekend wordt als het Rapport van de Club van Rome, noemt ook -zij het erg beknopt- de mogelijke invloed van CO2 op het klimaat. In een grafiek is te zien hoe de concentratie koolstofdioxide in de atmosfeer zich tot 2000 volgens de MIT-wetenschappers zal ontwikkelen.42 Een voorspelling die er overigens voor wat betreft het jaar

2000 niet ver naast zit.43

Wat die CO2 exact kan aanrichten laat het rapport in het midden, maar dát het schade aan kan

richten, daar lijken de auteurs van overtuigd, zoals blijkt uit de volgende passage:

Indien in de energebehoefte van de mens in de toekomst wordt voorzien door kernenergie in plaats van fossiele brandstoffen, zal de toename van atmosferische CO2 tenslotte tot stilstand komen, naar te hopen valt voordat het enig aantoonbaar ecologisch of klimatologisch gevolg heeft gehad.44

In Nederland, waar het milieu zoals gezegd al op publieke aandacht kon rekenen, is Grenzen

aan de Groei een verkoopsucces. Er worden hier naar schatting 250 à 300 duizend exemplaren

van verkocht.45 De populariteit van het rapport in Nederland is volgens wetenschapper (en

latere minister) Jacqueline Cramer niet alleen te wijten aan het al aanwezige milieubewustzijn, maar ook aan de verslechtering van de Nederlandse economie sinds het einde van de jaren `60. Die verslechtering heeft veel mensen aan het denken gezet. De gedachte dat de snelle

41 C.W. Schouten, De groei begrensd (Den Haag: SMO, 1983) 9.

42 Dennis Meadows, De grenzen aan de groei: Rapport van de Club van Rome (Utrecht: Het Spectrum, 1973) 70. 43 In het rapport wordt voorspeld dat de CO2 concentratie zoals die sinds 1958 in Mauna Loa op Hawaii wordt

gemeten in 2000 380 deeltjes per miljoen zal bedragen. In werkelijkheid was dit 369.40 (bron: ftp://ftp.cmdl.noaa.gov/ccg/co2/trends/co2_annmean_mlo.txt , 15-06-2009).

(20)

economische groei van na de oorlog niet in hetzelfde tempo door kan gaan vindt dan ook goede aansluiting bij de strekking van Grenzen aan de Groei.46

Politiek wordt groener

De aandacht voor het milieu onder de Nederlandse bevolking en het Rapport van de Club van Rome zorgen ook in de politiek voor een toenemend milieubewustzijn. Waar in de jaren `60 alleen de PSP serieus aandacht besteedde aan milieuvervuiling, spreken begin jaren `70 ook veel andere partijen zich over de kwestie uit.47

Bovendien verschijnt kort na het verschijnen van Grenzen aan de Groei een rapport dat is samengesteld door de Commissie van Zes, onder leiding van de vooraanstaande politicus Sicco Mansholt. De zes vertegenwoordigers van drie progressieve Partijen (PvdA, D’66 en PPR) die in de commissie zitten pleiten in het rapport voor een matiging van de groei. Zij spreekt zelfs van ‘nulgroei’, oftewel geen groei.48

Het voorstel van de Commissie van Zes om de economie niet verder te laten groeien wordt niet door de regering omarmd. Wel wordt in 1972 voor het eerst een officiële regeringsnotitie gepubliceerd waarin de contouren van een toekomstig milieubeleid worden geschetst. Daarin wordt onder andere voorgesteld kwaliteitsnormen voor het milieu vast te stellen en het milieuonderzoek te intensiveren.49

Nog een lange weg te gaan voor de klimaatklokkenluiders

Het milieubewustzijn is mede dankzij het Rome-rapport dan wel groter geworden in maatschappij en politiek; een consensus over een eventuele klimaatverandering en de rol die de mens daarin speelt is er nog lang niet. Sterker nog –het rapport leidt ook tot veel scepsis: de voorspellingen die op basis van het computermodel gedaan worden zijn volgens velen overdreven en het door de Club van Rome geschetste toekomstbeeld zou te zwartgallig zijn. De Werkgroep Toekomst, een initiatief van de Stichting Maatschappij en Onderneming, brengt naar aanleiding van het Rapport een aantal wetenschappers samen om aanbevelingen voor Nederland te doen. Zij concluderen in 1973 over de klimatologische effecten die het Rome-rapport noemt, dat de omvang ervan omstreden is en het van groot belang is dat er via

46 Jacqueline Cramer, De Groene Golf (Utrecht : Jan Van Arkel, 1990) 36-37. 47 Ibidem, 38.

(21)

gericht onderzoek betrouwbare gegevens ter tafel komen.50

Tien jaar later, in 1983, concludeert diezelfde Werkgroep Toekomst in een nieuw rapport: ‘Onze kennis met betrekking tot dit soort vraagstukken schiet ondanks veel wetenschappelijke inspanningen nog steeds tekort.’51

Hoewel opgemerkt moet worden dat de Werkgroep Toekomst een initiatief is van het bedrijfsleven en daarmee baat zou kunnen hebben bij scepsis over de invloed van de mens (en de industrie) op het klimaat, zou het inderdaad nog heel wat jaren duren voordat er met enige zekerheid over klimaatverandering zou worden gesproken.

De doorbraak

Maar de wetenschap heeft ondertussen niet stilgezeten. Zo verschijnt in 1981 een artikel in het wetenschappelijk tijdschrift Science, waarin NASA-wetenschappers tot de conclusie komen dat de gemiddelde temperatuur op aarde tussen 1960 en 1980 met 0.2 graden celsius gestegen is. Ze brengen deze stijging in verband met een door mensen veroorzaakt broeikaseffect en noemen als potentiële effecten in de 21e eeuw droogte en een stijging van de zeespiegel als gevolg van erosie van de ijskap van Antartica.52 The New York Times wijdt een artikel aan de

NASA-bevindingen met de kop ‘Study finds warming trend that could raise sea levels’. Het is voor het eerst dat het broeikaseffect de voorpagina van The New York Times haalt.53

Toch duurt het nog tot 1988 voordat klimaatverandering structureel wereldwijde aandacht krijgt. Op 23 juni van dat jaar legt NASA-wetenschapper James Hansen voor het Amerikaanse Congres een verklaring af over de resultaten van een onderzoek dat zijn team heeft verricht naar het broeikaseffect. Hansen, die ook al betrokken was bij het onderzoek dat 7 jaar eerder de voorpagina van The New York Times haalde, vertelt de Congresleden dat de aarde in 1988 warmer is dan hij ooit is geweest. Bovendien, zo betoogt Hansen, kan met 99 procent zekerheid gesteld worden dat de opwarming van de aarde kan worden toegeschreven aan het broeikaseffect. En dit zou, zo houdt hij het Congres voor, zelfs op de korte termijn al de kans

op weersextremen zoals een hittegolf kunnen vergroten.54 Een mediagenieke uitspraak,

aangezien er op dat moment in de VS een hittegolf heerst.

50 Stichting Maatschappij en Onderneming,Werk voor de toekomst (Den Haag: SMO, 1976) 25. 51 Schouten, De groei begrensd, 76.

52 James Hansen et al., ‘Climate impact of increasing atmospheric carbon dioxide’, Science 213 (1981): 957-966.

53

Weart, The Discovery of Global Warming, 143.

54 http://image.guardian.co.uk/sys-files/Environment/documents/2008/ 06/23/

(22)

Terwijl de zomer voortduurt zorgt de extreme hitte in de VS voor de ernstigste bosbranden van de eeuw en daalt het waterpeil van de Mississippi zo sterk dat de binnenvaart wordt stilgelegd. De media zijn dan ook zeer geïnteresseerd in het verhaal van Hansen. Niet eerder was er zoveel aandacht voor klimaatverandering in de VS, als in dat jaar.55

Intergovernmental Panel on Climate Change

Een artikel dat Hansen en zijn NASA-collega’s in 1988 hebben geschreven sluit af met de aansporing global warming te erkennen, zodat begonnen kan worden met het beanwoorden van

de vele vragen die er nog zijn.56 De constatering dat er nog veel onbekend is over

klimaatverandering is typerend voor de vele rapporten die vanaf dat moment over het onderwerp verschijnen. Maar hoewel er tot op de dag van vandaag sceptici zijn die de broeikas-theorie op één of meerdere punten afwijzen, zou je kunnen stellen dat de erkenning die Hansen en de zijnen vroegen er in 1988 daadwerkelijk is gekomen. In dat jaar wordt door de VN namelijk het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) opgericht. De organisatie wil beleidsmakers en geïnteresseerden van objectieve informatie voorzien over klimaatverandering en doet dat door analyse van al het relevante wetenschappelijk onderzoek dat over klimaatverandering verschijnt. Het IPCC doet zelf dus geen onderzoek.

De IPCC-rapporten

De vier rapporten die het IPCC sinds de oprichting heeft gepubliceerd zijn elke keer nieuwswaardig gebleken. Het eerste verscheen in 1990 en het meest recente rapport is van 2007. In de rapporten wordt met steeds grotere stelligheid gesteld dat de aarde opwarmt, dat

de mens daar aan bijdraagt door de uitstoot van CO2 en dat het een zeespiegelstijging tot

gevolg kan hebben.

In het eerste rapport, dat in 1990 verschijnt, stelt het IPCC er zeker van te zijn dat er een natuurlijk broeikaseffect bestaat. Over de gemeten temperatuurstijging van 1890 tot 1990 zegt het IPCC dat het een gevolg van natuurlijke schommelingen zou kunnen zijn, maar dat het ook gedeeltelijk door mensen veroorzaakt kan zijn. Volledig uitsluitsel daarover zal volgens het rapport nog minimaal tien jaar duren. In het rapport worden verder voorspellingen gedaan over de temperatuur en de zeespiegel in het jaar 2100 (zie figuur 5 op pagina 24 voor een

55 Alex Evans and David Steven, ‘Climate Change : The State of the Debate’ (In opdracht van The London

Accord, 1997) 8.

56 James Hansen et al., ‘Global Climate Change as Forecast by Goddard Institute for Space Studies Three

(23)

overzicht van de vier verschenen IPCC rapporten).57

In het tweede rapport uit 1995 is het IPCC al wat uitgesprokener over de invloed van de mens. Het spreekt van een significante verandering in de gemeten temperatuur in de voorgaande eeuw en stelt dat het onwaarschijnlijk is dat de gemeten trend van opwarming een

volledig natuurlijke oorzaak heeft.58 Het IPCC erkent in het rapport dat er veel nog niet

precies duidelijk is, maar roept beleidsmakers op zich daardoor niet te laten afschrikken. Dat er onzekerheid is betekent niet dat de wereldgemeenschap maatregelen moet uitstellen:

Delaying such measures may leave a nation or the world poorly prepared to deal with adverse changes and may increase the possibility of irreversible or very costly consequences.59

In 2001 verschijnt het derde IPCC rapport. Daarin stelt de klimaatgroep dat er nieuwe en sterkere bewijzen zijn dat het grootste gedeelte van de opwarming van de aarde die in de 50

jaar daarvoor is gemeten, toegeschreven kan worden aan activiteiten van de mens.60 Verder

concludeert de klimaatgroep dat in alle mogelijke scenarios de CO2 concentraties, de

temperatuur op aarde en de zeespiegel zullen stijgen. Door de verandering van het klimaat wordt de kans op extreme neerslag groter geacht, waardoor de kans op overstromingen, landverschuivingen en lawines toeneemt.

Het vierde rapport verschijnt in 2007, terwijl AIT nog in de bioscoop draait. Het rapport noemt het ‘unequivocal’ -zonder twijfel61- dat het klimaat opwarmt en stelt dat met het huidige

klimaatbeleid de uitstoot van broeikasgassen de volgende decennia zal blijven groeien.62 Hoe

langer gewacht wordt met het terugbrengen van de uitstoot, hoe kleiner de kans is dat een lager CO2 -stabilisatieniveau wordt bereikt en hoe groter de kans op ernstigere gevolgen voor

het klimaat.63

57 Intergovernmental Panel on Climate Change, IPCC First assessment report : overview, (WMO, 1990). 58 Intergovernmental Panel on Climate change, Second Assessment Report,

http://www.ipcc.ch/pdf/climate-changes-1995/ipcc-2nd-assessment/2nd-assessment-en.pdf, 22.

59 Ibidem, 28.

60 Intergovernmental Panel on Climate change, Third Assessment Report: Summary for policymakers,

http://www.ipcc.ch/ipccreports/tar/vol4/pdf/spm.pdf.

61 http://www.merriam-webster.com/dictionary/unequivocal, 20-06-2009. 62 International Panel on Climate Change, Fourth Assessment Report: Synthesis report,

http://www.ipcc.ch/publications_and_data/publications_ipcc_fourth_assessment_report_synthesis_report.htm, 72.

(24)

1990 1995 2001 2007 Temp.

In 2100 + 1.0 tot 5° C + 1.0 to 3.5° C + 1,4 tot 5,8° C + 1.1 tot 6,4° C Zeespiegel

In 2100 + 30 tot 100 cm + 50 tot 95 cm + 9 tot 88 cm + 18 tot 59 cm

Invloed van de mens ‘The unequivocal detection of the enhanced greenhouse effect is not likely for a decade or more.’64 ‘The balance of evidence suggests a discernible human influence on global climate.’65 ‘Most of observed warming over last 50 years likely due to increases in greenhouse gas concentrations due to human activities.’66 ‘Most of the observed increase in global average temperatures since the mid-20th century is very likely due to the

observed increase in anthropogenic GHG

concentrations.’67 Figuur 5 : De vier IPCC rapporten op een rij: Voorspellingen ten opzichte van 1990.

Ondertussen in Nederland

Terug naar Nederland, waar de economische situatie in de loop van de jaren `70 alleen maar slechter is geworden en de aandacht voor het milieu halverwege de jaren `80 drastisch is afgenomen. De matiging van de economische groei, waar het populaire Rapport van de Club van Rome begin jaren `70 tot opriep, is een pijnlijke realiteit geworden. Begin jaren `80 is de werkloosheid zelfs opgelopen tot ongeveer 15% van de werkende bevolking. De economische stagnatie lijkt milieuproblemen, zoals een eventuele klimaatverandering te overschaduwen.68

Maar 1988 is ook voor Nederland belangrijk. In dat jaar neemt het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en milieuhygiëne (RIVM) het initiatief tot het nationaal onderzoeksprogramma Mondiale Luchtverontreiniging en Klimaatverandering. Bovendien publiceert hetzelfde RIVM het rapport Zorgen voor Morgen, waarin voorspellingen worden gedaan over de kwaliteit van het milieu in Nederland tot het jaar 2010. Het zorgwekkende beeld dat geschetst wordt maakt indruk. Premier Lubbers spreekt dat het milieu één van de vier pijlers zou moeten worden van het regeringsbeleid.

RIVM

Zorgen voor Morgen, het rapport dat het RIVM in 1988 publiceert is de eerste milieuverkenning

die het instituut publiceert. Sindsdien verschijnt er elke paar jaar een milieuverkenning en

publiceert het RIVM meerdere rapporten over CO2 -uitstoot en klimaatverandering. De

64 Intergovernmental Panel on Climate Change, IPCC First Assessment Report : overview. 65 Intergovernmental Panel on Climate change, Second Assessment Report, 22.

(25)

RIVM-rapporten kunnen beschouwd worden als een belangrijke bron van informatie in Nederland, aangezien het Rijksinstituut onder meer enkele ministeries van advies voorziet.69.

Net als het IPCC spreekt het RIVM in haar rapporten met steeds grotere stelligheid over klimaatverandering. In 2000 schrijft het RIVM in de vijfde milieuverkenning:

Grootschalige problemen zoals klimaatverandering, landdegradatie en watertekorten kunnen catastrofale gevolgen hebben voor de sociaal-economische ontwikkeling, met gevolgen voor de gezondheid.70

Vijf jaar later spreekt het RIVM over de gevolgen van klimaatverandering, in een rapport dat volledig aan het onderwerp gewijd is:

Klimaatverandering heeft waarschijnlijk wereldwijd gevolgen voor de natuur. [..] Het tempo van de temperatuurstijging is voor veel planten en dieren waarschijnlijk te hoog om zich te kunnen aanpassen of te kunnen verhuizen. [..] De voortgaande klimaatverandering zal in de toekomst meer effecten hebben op de natuur dan nu al zichtbaar is. Algemeen voorkomende planten en dieren breiden zich uit, gevoelige soorten sterven uit.71

In 2005 verschijnt ook het RIVM-rapport met de titel Hoeveel warmer mag het worden?. Hierin staat onder meer een tabel waarin geschetst wordt hoeveel mensen er wereldwijd getroffen zullen worden door overstromingen als gevolg van klimaatverandering: in het beste geval enkele miljoenen, in het slechtste geval circa 300 miljoen.72 Het zijn cijfers die als alarmerend

opgevat zouden kunnen worden.

Het rapport toont ook een tabel waarin mogelijke gevolgen van opwarming van de aarde in Nederland zouden kunnen zijn (figuur 6). Ook hieruit zou men een zorgwekkend beeld kunnen opmaken. Wanneer gekeken wordt naar het ernstigste scenario, dan wordt bijvoorbeeld gesproken van hittegolven met hoge mortaliteit. Evengoed kan de tabel ook als minder zorgwekkend worden geïnterpreteerd, wanneer gekeken wordt naar het gunstigste scenario: hittegolven met lage mortaliteit en zelfs een toename van het zomertoerisme in Nederland.

69 http://www.vrom.nl, 21-06-2009.

70 RIVM, Nationale Milieuverkenning 5: 2000-2030 (2000), samenvatting op

http://www.rivm.nl/bibliotheek/digitaaldepot/samenvattingmv5.pdf, 18.

(26)

Figuur 6 : Toekomstscenario's RIVM.73

Internationale samenwerking

Na het optreden van Hansen voor de Amerikaanse senaat in 1988 heeft het broeikaseffect bij het internationale publiek naam gemaakt. Daarbij heeft de oprichting van het Intergovernmental Panel on Climate Change en het eerste rapport dat zij in 1990 publiceert gezorgd voor een zekere consensus onder een grote groep wetenschappers. Het is nu aan de internationale gemeenschap om te bepalen welke actie er wordt ondernomen.

Een van de eerste stappen daartoe wordt gezet in 1992, als de Verenigde Naties in Rio de Janeiro de Earth Summit organiseren. Vertegenwoordigers van 172 regeringen praten er over de toekomst van de aarde en sluiten een verdrag: The United Nations Framework Convention on Climate Change. Het verdrag is in Nederland vooral bekend als ‘het klimaatverdrag’ en is gericht op het stabiliseren van de concentraties broeikasgassen in de atmosfeer, om zo een ongewenste klimaatverandering te voorkomen.74 Het verdrag is in eerste instantie niet bindend

en stelt geen eisen aan de landen die het ondertekend hebben. Kyoto

Het klimaatverdrag van Rio krijgt in 1997 een concrete invulling, wanneer het Kyoto-protocol

73 MNP/RIVM, Hoeveel warmer mag het worden? (2005) 30.

(27)

wordt opgesteld. Het is het resultaat van uiterst moeizame onderhandelingen: de Europese Unie wil dat in 2010 wereldwijd de uitstoot van broeikasgassen is teruggebracht met 15 procent ten opzichte van het niveau van 1990, terwijl de Verenigde Staten er slechts naar willen streven in 2012 de uitstoot op het niveau van 1990 te hebben. De deelnemende ontwikkelingslanden pleiten zelfs voor een reductie van 35 procent in 2020.

Uiteindelijk komt er een compromis: in 2012 moet de uitstoot van broeikasgassen zijn

teruggebracht met 5,2 procent ten opzichte van het niveau van 1990.75 Maar daarmee is het

Kyoto-protocol er nog niet. Het zal nog een paar jaar duren voordat het grootste gedeelte van de deelnemende landen het hebben ondertekend, en nog eens enkel jaren voordat voldoende landen het protocol hebben geratificeerd.

De weg naar het daadwerkelijk van kracht worden van het Kyoto-verdrag is er een van veel en moeizame diplomatie. Alleen na ratificatie van het verdrag door 55 procent van de betrokken landen die ook minstens 55 procent van werelduitstoot van broeikasgassen leveren, treedt het verdrag in werking. Het duurt meerdere klimaatconferenties voordat die doelstelling is bereikt. Nadat de klimaatconferenties in Buenos Aires (1998) en Bonn (1999) geen tastbaar resultaat hebben opgeleverd, is de hoop gevestigd op de klimaattop die in 2000 in Den Haag gehouden wordt. Onder leiding van Minister Pronk van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM) komen 7000 deelnemers van 182 regeringen bijeen om concrete afspraken over het Kyoto-protocol te maken. Maar de top wordt als een mislukking beschouwd. Minister Pronk, lid van de Commissie Mansholt die in 1972 voor nulgroei pleitte, verklaart in een persbericht:

It is extremely disappointing that political leaders were unable to work it out here and finalize guidelines for reducing greenhouse gas emissions, especially when the public had such high expectations.76

Uiteindelijk wordt het Kyoto-protocol in 2005 toch van kracht, maar grote afwezigen zijn de Verenigde Staten en Australië. Hoewel nota bene Al Gore als vice-president het akkoord in 1998 namens de VS ondertekende, bleek dit een symbolische handtekening: De VS weigeren het protocol te bekrachtigen uit angst voor negatieve gevolgen voor hun economie. Australië ratificeert in 2007 alsnog, de VS heeft dat tot op heden nog niet gedaan.

(28)

2.2 De dagbladen voor An Inconvenient Truth

In de vorige paragraaf is gebleken dat Nederlandse journalisten op het moment dat AIT in Nederland in première ging al heel wat informatie tot hun beschikking hadden over klimaatverandering en de gevolgen die dat voor Nederland en de wereld zou kunnen hebben. De rapporten van het IPCC en het RIVM schetsten een alarmerend beeld van de toekomst van het klimaat. Dit alarmerende beeld moest wel gedestilleerd worden uit rapporten die meestal geen zekerheden presenteerden maar veelal conclusies trokken met verschillende mates van ‘waarschijnlijkheid’ en bovendien voortdurend benadrukten dat er veel ook niet duidelijk was.

In de komende paragraaf zal beschreven worden hoe en hoeveel de dagbladen die onderwerp zijn van dit onderzoek over klimaatverandering schreven.

2.2.1 Kwantitatief

Figuur 7 laat zien hoeveel berichten er verschenen over het fenomeen klimaatverandering in de tien jaar voordat AIT verscheen.77 De grafiek toont hoe het aantal artikelen stijgt nadat Al

Gore zijn film heeft gemaakt. Een stijging die overigens in het jaar daarvoor al is ingezet. Van de Telegraaf en het Algemeen Dagblad zijn slechts over een deel van de periode gegevens beschikbaar. 0 100 200 300 400 500 600 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 A ant al ar ti k el en NRC Volkskrant Telegraaf AD

Figuur 7 : Aandacht voor klimaatverandering in de dagbladen.

Aandacht voor klimaatverandering 1996-2008

Al Gore publiceert zijn film

Voor een preciezer beeld van het verloop van het aantal berichten waarin het fenomeen klimaatverandering genoemd wordt, is in figuur 8 te zien hoeveel berichten er verschenen in

77 De berichten zijn geselecteerd door in LexisNexis te zoeken op ‘klimaatverandering’, ‘opwarming van de

(29)

De Volkskrant en het NRC van 1 januari 1996 tot en met 31 december 2005. Het AD en de

Telegraaf zijn hierin weggelaten, omdat van beide kranten niet over de gehele periode gegevens

beschikbaar zijn. 0 50 100 150 200 250 300 350 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 A ant al ar ti k e le n Volkskrant NRC

Figuur 8: Klimaatverandering in Volkskrant en NRC Handelsblad (1996-2005)

Volkskrant en NRC over klimaatverandering

De grafiek laat een golfbeweging zien. In 1998 is er aanzienlijke daling in het aantal artikelen waarin het fenomeneen klimaatverandering aan bod komt: 112 artikelen, terwijl er het jaar daarvoor nog 182 artikelen waren waarin waarin klimaatverandering genoemd werd. Dit kan wellicht verklaard worden door het feit dat 1997 het jaar was waarin het Kyoto verdrag getekend werd. In 1998 en 1999 mislukten de klimaatconferenties van Buenos Aires en Bonn. In 2000 is er een sterke stijging, van 110 naar 190. Het is het jaar waarin de klimaattop in Den Haag gehouden werd. Bovendien verschijnt er een nieuwe Milieuverkenning (nummer 5). De stijging die in 2000 is begonnen, zet door in 2001. In dat jaar publiceert het Intergovernmental Panel on Climate Change haar derde rapport. Bovendien zijn er twee klimaatconferenties, waar belangrijke stappen gezet worden om het Kyoto-protocol te kunnen ratificeren.

In 2002 en 2003 neemt de aandacht weer wat af, maar in 2004 stijgt deze tot 239 artikelen - bijna het niveau van 2001. In 2004 presenteert het European Environment Agency een klimaatrapport en op een nieuwe klimaattop in Buenos Aires wordt voor het eerst gepraat over klimaatdoelstellingen nadat het Kyoto-protocol in 2012 afloopt.

(30)

artikelen). Het is het jaar waarin het Kyoto-protocol van kracht wordt.

2.2.2 Kwalitatief

Het totale aantal artikelen waarin het fenomeen klimaatverandering voorkomt is zo groot dat een analyse van alle artikelen te arbeidsintensief zou zijn in verhouding tot het doel: een beeld krijgen van de posities van de verschillende kranten ten aanzien van klimaatverandering. Daarom zal aan de hand van enkele artikelen en eerder verschenen onderzoek een beeld geschetst worden.

Volkskrant

Naar de positie van de Volkskrant ten aanzien van klimaatverandering is in het verleden al onderzoek gedaan. Lonneke Groen onderzocht het in haar scriptie over klimaatverandering in

Elsevier en de Volkskrant. Zij concludeerde dat in 2001 in circa tachtig procent van de artikelen

over klimaatverandering ervanuit gegaan wordt dat dit waarschijnlijk of zeker door de mens

wordt veroorzaakt.78 Een percentage dat overigens nogal fluctueert want in 2005 is het

volgens Groen zo’n veertig procent.

Over de gevolgen van klimaatverandering plaatst de Volkskrant onder andere op 1 november

2005 een artikel met de kop ‘Toenemend gevaar voor overstromingen’.79 Daarin wordt een

rapport van het Milieu- en Natuurplanbureau (MNP) geciteerd dat stelt dat de effecten van klimaatverandering aan het einde van de 21e eeuw problematisch zullen worden. Ondanks dit slechte nieuws is de toon van het artikel zakelijk.

NRC

Op 18 januari 1996 verschijnt in het NRC een artikel met de kop ‘Wereld warmer, eigen schuld’. In het artikel gaaat wetenschapsjournalist Karel Knip uitgebreid in op het tweede IPCC-rapport dat eind 1995 is verschenen. De titel suggereert duidelijk dat Knip de gedachte

dat het klimaat verandert door toedoen van de mens ondersteunt.80 Op 7 juli 2001 schrijft

dezelfde Karel Knip een artikel waarin hij vooruitblikt op een klimaatconferentie die er aan komt. Het artikel heeft de titel ‘Het ergste komt nog: De onontkoombare opmars van het broeikaseffect’ en opent met de volgende zinnen: ‘Het klimaat verandert. Hoe kan dat en wat staat ons te wachten?’.81 Bovendien schrijft Knip op 5 maart 2005 een opiniërend artikel in de

krant met de kop ‘Het internationale klimaatbeleid is een fiasco - de zeespiegel stijgt

78 Lonneke Groen, Masterscriptie Uva: Klimaatverandering in de Volkskrant en Elsevier: 2001-2006, 2006, 31. 79 ‚Toenemend gevaar voor overstromingen’,Volkskrant, 01-11-2005.

(31)

onherroepelijk’. In het stuk laakt Knip het Kyoto-protocol, dat kort daarvoor van kracht is geworden. Volgens de auteur is het protocol zo uitgehold, dat het niets meer betekent. Hij maakt zich zorgen: ‘De mondiale opwarming zal niet stoppen, de zeespiegel zal stijgen, klimaatzones zullen veranderen en de armste landen zullen de eerste slachtoffers worden.’82

Het moge duidelijk zijn dat het NRC al ruim voordat AIT uitkwam de gedachte heeft omarmd dat het klimaat verandert door toedoen van de mens. Ook het idee dat dit tot problemen kan leiden wordt onderkend.

Telegraaf

Op 11 december 2004 publiceert De Telegraaf een artikel met de titel ‘Klimaatramp niet te stoppen’. Hierin wordt gemeld dat de wetenschappelijke wereld op één lijn lijkt te staan als het gaat om klimaatverandering. Het artikel spreekt van een ramp die zich snel zal voltrekken: ‘Landijs op Groenland en de noordpool zal in rap tempo smelten waardoor de zeespiegel enorm zal stijgen. IJsberen zullen nog voor het einde van deze eeuw uitsterven omdat er onvoldoende zee-ijs meer over is.’83 De Telegraaf, zo valt hieruit op te maken, heeft in ieder

geval al ruim voor AIT uitkwam naar de lezer gecommuniceerd dat klimaatverandering een gevolg is van menselijk handelen. Bovendien wordt de lezer ervan overtuigd dat de klimaatverandering ernstige gevolgen heeft.

AD

Ook het Algemeen Dagblad erkent het door mensen veroorzaakte broeikaseffect, zij het in minder alarmerende bewoordingen. Op 21 maart 2006 schrijft de krant: 'Van broeikasgassen was al bekend dat ze de voornaamste oorzaak zijn van de opwarming van de aarde. Hierdoor verandert het klimaat, smelten poolkappen en stijgt de zeespiegel.’84

Er kan dus geconcludeerd worden dat alle vier de kranten voor de première van AIT op de hoogte waren van het fenomeen klimaatverandering. Bovendien erkenden ze minimaal een keer dat klimaatverandering negatieve gevolgen kan hebben, zoals een zeespiegelstijging. En dan is het 24 mei 2006 en gaat AIT in de Verenigde Staten in première.

82 Karel Knip, ‘Het internationale klimaatbeleid is een fiasco – de zeespiegel stijgt onherroepelijk’, NRC Handelsblad, 05-03-2005.

83 ‘Klimaatramp niet te stoppen’, Telegraaf, 11-12-2004.

(32)

3. Beschrijving

van

de

berichtgeving

‘Gore is de laatste weken overal in de Amerikaanse media door een nieuwe film’, schrijft NRC

Handelsblad op 17 mei 2006.85 De film die Gore ‘portretteert in zijn strijd tegen de opwarming

van de aarde’ is volgens het bericht ‘positief, soms zelfs juichend ontvangen’. Het is de tweede keer dat AIT in een van de vier grootste Nederlandse dagbladen genoemd wordt. Een maand eerder al maakte hetzelfde NRC melding van de film. Op 19 april citeert de krant een van haar weblogs, dat spreekt van de ‘comeback’ van Al Gore met ‘een documentaire die gaat over de gevaren van het broeikaseffect’. ‘An Inconvenient Truth is’, zo citeert het artikel de New

Yorker, ‘niet de meest amusante film van het jaar, maar misschien wel de belangrijkste’.86

De toon is gezet: Al Gore is terug, met een belangrijke film die juichend is ontvangen. Toch blijft Nederland die zomer nog bijna helemaal gevrijwaard van Al Gore’s Ongemakkelijke Waarheid; tot oktober dat jaar verschijnen er in de vier grootste dagbladen slechts 12 niet-opiniërende artikelen waarin van de film gewag wordt gemaakt; gemiddeld een half artikel per krant per maand. Van een eventueel Al Gore-effect is in Nederland dan ook nog niets te merken. De aandacht voor klimaatverandering neemt tussen april en augustus van dat jaar zelfs af.87

De grote krantenaandacht laat in Nederland dus nog even op zich wachten, maar AIT heeft de grote oversteek gemaakt. Het is het begin van een lange reeks berichten waarin Al Gore of zijn

film worden genoemd: 652 in de twee daarop volgende jaren.88 Ter vergelijking; in de twee

jaar nadat Michael Moore in 2004 de documentaire Fahrenheit 9/11 publiceerde –wereldwijd de

best bezochte bioscoopdocumentaire ooit 89- werden Moore en zijn film in dezelfde kranten

100 keer genoemd.

Een uitzonderlijke hoeveelheid dus. Maar hoe verliep deze berichtgeving?

85 Tom Jan Meeus, ‘Smeltende gletsjer Montana liegt niet’, NRC Handelsblad, 17-05-2006. 86 ‘Al Gore’, NRC Handelsblad, 19-04-2006.

87 In april verschijnen er 41 berichten in de vier kranten waarin klimaatverandering genoemd wordt, in augustus

zijn dat er nog maar 31.

88 Deze selectie is tot stand gekomen door in LexisNexis te zoeken op ‘an inconvenient truth’, of ‘een

ongemakkelijke waarheid’ in combinatie met ‘film’. Daarnaast is gezocht op ‘al gore’ in combinatie met één van de volgende woorden: ‘film’, ‘documentaire’, ‘klimaat’ (en woorden die beginnen met ‘klimaat-’), ‘milieu’ (en woorden die beginnen met ‘milieu-’), ‘co2’, ‘zeespiegel’, ‘Oscar’ en ‘Live earth’. Uit die selectie zijn vervolgens de artikelen verwijderd die niet relevant zijn. Het gaat om artikelen die dubbel voorkomen, en artikelen zonder inhoud, zoals bioscoopladders en uitgaansagenda’s.

89 Gebaseerd op omzet. Fahrenheit 9/11 genereerde wereldwijd $119,194,771 omzet en staat daarmee bovenaan

(33)

3.1 Kwantitatief

De aandacht voor Al Gore en z’n film komt in Nederland pas echt op gang in oktober 2006,

wanneer de film in Nederland in première gaat.90 Al Gore komt voor de première op 6

oktober zelf naar Nederland, waar hij de première bijwoont samen met onder andere premier Balkenende en staatssecretaris Pieter van Geel (VROM). De galapremière van de film op 6 oktober wordt daardoor een evenement dat het filmnieuws overstijgt: het NOS Journaal van acht uur zendt een item uit over het bezoek van Gore aan Nederland en nieuwslezeres Sacha

de Boer houdt een live-gesprek met een verslaggever die ter plaatse is bij de premierè.91

NOVA Politiek toont die avond fragmenten van de film, een interview met Al Gore en houdt

een debat over de inhoud van de film.92 De volgende ochtend heeft het Radio 1 Journaal een

verslag van de première.93 Ook de vier kranten besteden speciale aandacht aan het bezoek van

Gore aan Nederland. ‘Al Gore op onheilstournee’, kopt de Volkskrant, de enige krant die het bezoek op de voorpagina plaatst.94 Opvallend is dat De Telegraaf al een week voordat Gore in

Nederland is een interview met hem publiceert, afgenomen door de filmredacteur op het festival van Cannes95. De krant wilde of kon het interview in mei blijkbaar niet plaatsen.

Het spreekt voor zich dat de aanwezigheid van de vice-president van de VS de première als gebeurtenis meer gewicht gaf, maar ook de aanwezigheid van Nederlandse politici kan daar aan hebben bijgedragen. Het is daarom vermeldenswaardig dat op 22 november, ruim anderhalve maand na de première de Tweede Kamerverkiezingen plaatsvonden. De lijsttrekker van de Christenunie, PvdA, VVD en D66 spreken zich over klimaatverandering uit. ‘Vele jaren waarschuwde alleen GroenLinks voor de gevaren van de klimaatverandering. Sinds de film van Al Gore vinden ook andere partijen het een item.’, schrijft de Volkskrant.96

Premier Balkenende probeert het onderwerp in Europa onder de aandacht te brengen. Geïnspireerd door Al Gore’s ‘indringende’97 en ‘buitengewoon belangrijke’98 film schrijft hij in

oktober samen met de Britse premier Blair een brief aan de EU-leiders, waarin de twee oproepen het klimaatprobleem serieus te nemen. ‘We hebben een periode van slechts tien tot vijftien jaar om de stappen te nemen die nodig zijn om te voorkomen dat we catastrofale

90 In september 2006 verschijnen er 4 artikelen met verwijzingen naar Gore of AIT, in oktober zijn dat er 34. 91 NOS-journaal (06-10-2006). Tv, NOS, 20.00 u, http://zoeken.beeldengeluid.nl.

92 NOVA Politiek (06-10-2006). Tv, NPS, 22.37 u, http://zoeken.beeldengeluid.nl.

93 Radio 1 Ochtendjournaal (07-10-2006). Radio, NOS, 07.00 u, http://zoeken.beeldengeluid.nl. 94 Jan Pieter Ekker, ‘Al Gore op onheilstournee’, Volkskrant, 07-10-2006.

95 Erik Koch, ‘'We moeten snel af van deze doodlopende weg'‘, Telegraaf, 30-09-2006. 96 Philippe Remarque, ‘Nederland houdt weer van het milieu’, Volkskrant, 01-11-2006.

(34)

keerpunten passeren’, zo citeert het NRC de brief.99

De aandacht voor Al Gore en z’n film is in oktober 2008 met 34 berichten dus aardig op gang gekomen en neemt in november verder toe tot 40 berichten. Hoe de berichtgeving verder verliep is te zien in figuur 9. De grafiek laat zien hoeveel berichten er van 1 april 2006 tot en met 31 maart 2008 maandelijks verschenen over Al Gore of AIT.

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 20 06, A pri l Mei Jun i Ju li A ugus tu s S e pt em be r O k tobe r No v e m b e r De c e m b e r 2007 , J anua ri F ebr ua ri Ma a rt Ap ri l Mei Jun i Ju li A ugus tu s S e pt em be r O k tobe r No v e m b e r De c e m b e r 2008 , J anua ri F ebr ua ri Ma a rt A a n tal ar ti kel en

Figuur 9 : Aantal artikelen waarin Al Gore of AIT genoemd wordt.

Aandacht voor Gore en An Inconvenient Truth

De pieken verklaard

Opvallend in de grafiek zijn één kleine en drie grote pieken: in februari, juli, oktober en december 2007. De kleine piek in februari 2007 kan onder meer verklaard worden doordat

AIT die maand twee Oscars wint.100 Een vijfde van de artikelen gaat die maand dan ook over

de Oscars.101 Bovendien maakt Al Gore die maand bekend dat op 07-07-07 Live Earth

gehouden wordt; een wereldwijd popconcert dat de aandacht moet vestigen op de klimaatproblematiek. Veel grote namen uit de popmuziek zeggen toe.

Live Earth wordt in Nederland groot aangekondigd. Een reclamecampagne op radio, televisie en op straat moet Nederlanders wijzen op het evenement. Ook Premier Balkenende verleent zijn medewerking aan de campagne: hij sluit de reclamespotjes af met de slogan: ‘Wat doe jij

99 http://www.NRC.nl/redactie/doc/buitenland/vanhanen.pdf, 29-07-2009.

100 Voor de beste documentaire en voor de beste titelsong, van Melissa Etheridge (bron :

http://www.imdb.com/title/tt0497116/awards , 29-07-2009).

(35)

op 777 ?’.102 De campagne lijkt in ieder geval bij journalisten succes te hebben: de aandacht

voor het evenement is groot en verklaart grotendeels de piek in de berichtgeving van juli; van de 85 artikelen waarin Al Gore of AIT die maand genoemd wordt, gaat bijna de helft over

Live Earth.103 Het evenement zorgt ook indirect voor media-aandacht: de publieke omroepen

besteden in de week voor en na het evenement extra aandacht aan klimaatverandering met onder andere een klimaattest, een discussieprogramma en de zeer sceptische documentaire The

Great Global Warming Swindle. De uitzendingen zijn zelf ook weer een bron van berichtgeving:

zeventien van de krantenberichten gaan die maand over de uitzendingen van de publieke omroep.

Na Live Earth lijkt er sprake van een zekere Al Gore- of klimaatmoeheid, want het aantal berichten valt ver terug, van 85 in juli 2007 naar 18 in augustus. Maar in oktober 2007 is de derde piek. Het is de maand waarin bekend wordt dat Al Gore en het Intergovernmental Panel on Climate Change de Nobelprijs voor de vrede krijgen. Van de 72 berichten gaan er 27 over de Nobelprijs. NRC, de Volkskrant en De Telegraaf wijden er een hoofdredactioneel commentaar aan.

De vierde duidelijk waarneembare piek in de berichtgeving is die van december 2007, wanneer de berichtgeving verdubbelt ten opzichte van de maand daarvoor.104 Dertien van de berichten

gaan die maand over de klimaattop in Bali. Ook Gore was daar aanwezig. Hij hield een toespraak waarin hij de Verenigde Staten ervan beschuldige bewust het overleg over een nieuw klimaatakkoord te blokkeren en riep de aanwezigen op desnoods zonder de Verenigde Staten tot een akkoord te komen. Het leverde hem volgens De Telegraaf een ‘daverend applaus’ op.105

In totaal waren er dus vijf gebeurtenissen die in de onderzochte periode zorgden voor een plotselinge toename van de berichtgeving over Al Gore en AIT, te weten:

1. Het verschijnen van de film in Nederland en Al Gore’s aanwezigheid daarbij 2. De Oscars voor AIT

3. Live Earth

4. De Nobelprijs voor Al Gore en het IPCC

5. De klimaatconferentie op Bali met Al Gore’s toespraak

102 http://www.liveearthalert.nl, 05-08-2009.

103 In juli 2007 gaan 38 artikelen over Live Earth of over gebeurtenissen die er een gevolg van zijn, zoals

tv-programma’s die in aanloop naar het concert worden uitgezonden.

104 In november 2007 zijn er 28 artikelen, in december 55.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In response to this question, the Advocate General and the CJEU reiterated the essential function of a trademark, namely, to guarantee the

Als een werknemer minder dan 35% arbeidsongeschikt blijkt omdat hij een inkomen verdient dat hoger is dan 65% van zijn oude loon, dan eindigt de WGA-uitkering één jaar nadat

We willen verbindend werken: mensen een kans geven om met hun naasten een gesprek aan te gaan over iets wat vaak moeilijk is en om, zodra ze er niet meer zijn,

Het decreet betreff ende de bodemsanering en de bodem- bescherming (DBB).. Twee rechtsgronden

Voor sommige instrumenten zijn voldoende alternatieven – zo hoeft een beperkt aantal mondelinge vragen in de meeste gevallen niet te betekenen dat raadsleden niet aan hun

The aim of the study was to assess the success of the current rehabilitative and nutritional management programme for SAM by looking at weight gain, associated co-morbidities

The must samples could be classified in terms of their FAN values when Soft Independent Modelling by Class Analogy (SIMCA) diagnostics and validation were

The study was also aimed at understanding the content and process of a community engagement programme, as part of an organisation’s corporate social responsibility (CSR),