• No results found

Definitieve notitie bezuinigingen 2012;

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Definitieve notitie bezuinigingen 2012;"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

GGD Brabant Zuidoost; bezuinigingen 2012 en verder (definitieve versie)

1. Inleiding

Het Algemeen Bestuur (AB) van de GGD heeft in zijn vergadering van juli 2010 besloten om de GGD met ingang van het jaar 2012 een bezuinigingsopdracht van 10% mee te geven. Grondslag voor die bezuiniging is de begroting 2011 en het gaat over het gemeenschappelijk takenpakket en heeft dus betrekking op het bedrag per inwoner dat de gemeenten aan de GGD betalen.

Bezuinigingsmogelijkheden die zich eerder voordoen moeten meteen worden gerealiseerd.

Zo luidde de opdracht van het AB.

Omdat mogelijkheden tot bezuiniging die zich eerder dan 2012 voordoen, meteen moeten worden verzilverd, betekent dit dat alles wat na de bestuursopdracht van juli 2010 is bezuinigd, meetelt als bijdrage aan de 10%. Zo zijn in de begroting 2011 al structureel de tekorten gedekt om de taak lijkschouw te kunnen uitvoeren en is de nieuwe wettelijke taak op het gebied van de

rampenbestrijding (GGD RampenOpvangPlan), zonder extra gemeentelijke bijdrage, structureel in de begroting opgenomen. Daarbij is het evenwel belangrijk dat we ons realiseren dat gemeenten de bezuiniging uitdrukken in een concreet bedrag, namelijk 10% van het bedrag per inwoner dat de gemeente aan de GGD betaalt.

Tegelijkertijd met de bezuinigingsdiscussie maken we afspraken met de gemeenten over het budget dat voor de periode 2012- 2015 geldt. Dit zal ertoe leiden dat de criteria voor aanpassing van het bedrag per inwoner opnieuw worden vastgesteld. Strikt genomen heeft dat niets met de bezuinigingen te maken, maar omdat in veel gemeenten vragen worden gesteld over deze procedure voor aanpassing van het bedrag per inwoner (als de kosten gestegen zijn) en tegelijkertijd wordt bezuinigd, wordt dat hier even vermeld. Het bestuur van de GGD heeft er uitdrukkelijk niet voor gekozen om te bezuinigen door het achterwege laten van de compensatie van de gestegen kosten.

2. Invullen van bezuinigingen.

In de notitie over de aanpak van de bezuinigingen die het Dagelijks Bestuur in november 2010 aan het Algemeen Bestuur aanbood, is in grote lijnen bepaald hoe we daarmee zouden omgaan.

Het voorstel om de Najaarsconferentie van de GGD te gebruiken voor een discussie over de bezuinigingen is afgewezen en ervoor in de plaats is er een intensieve discussie gevoerd met de ambtenaren volksgezondheid van de gemeenten over de inhoud van de bezuinigingen. Dit is opgevat als een beperkte takendiscussie, wetend dat er in 2007, in het kader van de vorming van de GGD Brabant–Zuidoost, nog een zeer uitgebreide en fundamentele kerntakendiscussie is gevoerd.

Het resultaat van deze screening van het takenpakket is door de directie als leidraad voor de bezuinigingsvoorstellen gebruikt, evenwel vanuit het besef dat naast de gemeenten ook de GGD een eigen verantwoordelijkheid heeft bij de beschouwing van het takenpakket. Natuurlijk, er kan geen misverstand over zijn dat de gemeenten uiteindelijk in het Algemeen Bestuur het takenpakket van de dienst vaststellen, maar dat laat de verantwoordelijkheid van de GGD voor de

volksgezondheid onverlet.

Voorts is in meergenoemde notitie vastgelegd dat er externe bezuinigingsmogelijkheden worden gezocht. Daarover wordt verderop in deze notitie gerapporteerd.

(2)

Voor de interne bezuinigingsmogelijkheden hebben we de zogenaamde “methode Westerveld “ gehanteerd (deze is in de gemeente Westerveld succesvol gebleken, vandaar de naam). In de kern komt deze methode op het volgende neer:

a) Ga na wat kan worden bezuinigd door financieel- technische aanpassingen.

b) Ga vervolgens na wat kan worden bespaard door aanpassingen in de bedrijfsvoering.

c) Ga tenslotte na wat kan worden bezuinigd door aanpassingen in het takenpakket.

Deze aanpak betekent dat pas aan bezuinigingen op de zorg wordt toegekomen wanneer besparingen op het gebied van financiële techniek en bedrijfsvoering terdege zijn onderzocht en uitgenut. Dat deze procedure effectief is gebleken wordt verderop in deze notitie bewezen.

3. Externe bezuinigingsmogelijkheden.

 Onderzocht is wat samenwerking met de Veiligheidsregio kan opleveren; daarbij is vooral gekeken naar de voorwaardenscheppende functies (kwaliteitszorg, communicatie, financiën, control en dergelijke). Voor de korte termijn is een afspraak in voorbereiding dat we

mogelijkheden die zich gaandeweg voordoen, zullen gebruiken. Ook met het SRE worden dergelijke afspraken voorbereid. We begroten de besparing voorlopig op “PM”

 We bepleiten meer onderlinge samenwerking door gemeenten, zodat de GGD kan besparen op overleg. (bij CJG- ontwikkeling bijvoorbeeld moet de GGD in 21 gemeenten acte de présence geven). Dit is natuurlijk een voortgaand proces waarvoor nog geen bezuinigingen kunnen worden ingeboekt.

 De ontwikkelingen op het gebied van de jeugdzorg (decentralisatie naar de gemeenten) kunnen mogelijk bijdragen aan de financiering van preventieve zorg voor de jeugd. We zullen in dat kader meewerken aan experimenten. Besparingsmogelijkheden door fusie van de instellingen die de Jeugdgezondheidszorg uitvoeren (Zorgboog, Zuidzorg, GGD) doen zich op korte termijn niet voor. Er wordt nu voluit ingezet op intensivering van de samenwerking in het perspectief van de komende gemeentelijke verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg.

 Afschaffen van de bestuursvergoedingen voor DB en AB leden; het voorstel daarover is inmiddels door het bestuur overgenomen. Besparing € 8.000,=.

 Het onderzoek of BTW- compensatie op door GGD gekochte producten, die nu naar gemeenten gaat, aan de GGD ten goede kan komen, is nog niet afgerond.

Voor de korte termijn is het inboeken van verdere besparingen op dit vlak niet opportuun; het gaat om een voortdurende alertheid bij GGD en gemeenten, op mogelijkheden om te besparen. Daarbij moeten gemeenten niet uitsluiten dat ze taken die ze nu nog aan andere partijen gunnen, aan de GGD opdragen.

4. Interne bezuinigingsmogelijkheden.

Bij gelegenheid van de bezuinigingsopdracht van het Algemeen Bestuur is door de directie onmiddellijk besloten om verplichtingen zoveel mogelijk tijdelijk aan te gaan. Daarmee worden frictiekosten zoveel mogelijk voorkomen. Met name moet worden gedacht aan het tijdelijk aanstellen van personeel. Dit betekent overigens niet dat de GGD aan mensen wiens tijdelijke aanstelling is afgelopen, geen enkele verplichting meer heeft. De GGD is net als de gemeente

“eigenrisicodrager”; werkloosheidsuitkeringen moeten “uit eigen zak” worden betaald.

Waar het gaat om de voorwaardenscheppende functies is onze visie dat deze adequaat maar uiterst sober moeten worden uitgevoerd. Deze functies zullen waar mogelijk onmiddellijk en anders later, naar deze visie worden ingevuld. We gaan terug van drie naar twee stafsectoren.

In 2010 en in 2011 heeft het GGD bestuur al besloten om de GGD “op de nullijn” te zetten en gestegen kosten niet te compenseren. Consequentie is wel dat de organisatie na uitvoering van de voorstellen, ook in de uitvoering van de zorgtaken geen enkel “vet op de botten” heeft en dus kwetsbaar wordt voor tegenvallers. Die zullen zich onmiddellijk vertalen in tekorten. Groei- en ontwikkelingsmogelijkheden zijn nihil.

Dit spreekt temeer daar de GGD nauwelijks een Algemene Reserve heeft. Het GGD bestuur vindt dit niet verantwoord en zoekt daarom naar wegen om de Reserve toch op een aanvaardbaar niveau te krijgen.

Zoals verderop in deze notitie zal blijken, wordt er fors bezuinigd om zo mogelijk enig overschot te

(3)

Het vullen van de Reserve door de gemeenten is immers, in dit tijdsgewricht vrijwel ondenkbaar, zo hebben we geredeneerd.

We wijzen erop dat de in deze notitie vermelde bedragen en de daarmee gemoeide bezuinigingen niet altijd meteen in 2012 volledig zullen kunnen worden behaald. In het financieel overzicht onder paragraaf 6) wordt aangegeven welke bedragen in welk jaar zullen worden bezuinigd.

4a. Financieel-technische aanpassingen.

De afschrijvingstermijnen van enkele investeringsgoederen worden verlengd.

De besparing bedraagt: € 100.000,=

De vergoeding voor het bijwonen van bestuursvergaderingen voor het Dagelijks en het Algemeen Bestuur van de GGD is vervallen.

De besparing bedraagt; € 8.000,=

De storting in het onderhoudsfonds voor het GGD-gebouw aan de Callenburgh in Helmond kan voor twee jaar worden opgeschort.

De besparing bedraagt: incidenteel € 80.000,=

4b. Aanpassingen in de bedrijfsvoering.

De sector Directiestaf wordt opgeheven, de functies worden elders in de organisatie ondergebracht.

Besparing kosten sectormanager: € 80.000,=

Formatie Planning en Control wordt beperkt; ondersteuning vanuit afd. Financiën

Besparing: € 80.000,=

Op het vlak van de Communicatiefunctie wordt bezuinigd op de vermelding van de GGD in telefoongidsen en het jaarverslag wordt sterk vereenvoudigd.

Het personeelsblad Binnenshuis wordt wegbezuinigd. Op termijn van enige jaren wordt een vacature tegen een lagere formatieomvang en tegen lagere loonkosten, ingevuld.

De besparing bedraagt: € 31.000,=

De functie Kwaliteitszorg is verplicht voor instellingen van gezondheidszorg waaronder de GGD. Op dit moment wordt er een reorganisatieonderzoek gedaan dat gericht is op een “mean and lean” systeem dat vooral oog heeft op risicovolle processen binnen de organisatie.

De besparing is nog niet in te schatten.

De vacature die ontstaat op het vlak van de Beleidsadvisering wordt in een lagere functieschaal ingevuld.

De besparing bedraagt: € 30.000,=

Op het vlak van Personeel en Organisatie wordt de besparing gezocht in het

beperken van de werkkostenregeling en de daarmee samenhangende belastingbesparing.

De besparing bedraagt: € 30.000,=

Facilitaire zaken bezuinigt op gebouwen door gebruik van onderzoeksruimten in de onderscheiden gemeenten te beperken, en door de Documentaire Informatie Voorziening en de catering kritisch te bezien.

De besparing bedraagt: € 40.000,=

Als gevolg van de verlaging van de overheadkosten ligt het in de rede om de toerekening van die kosten aan de sector ambulancezorg daarop aan te passen.

De vermindering van de besparing bedraagt: -€ 50.000,=

(4)

Indachtig het uitgangspunt dat eerst zoveel mogelijk wordt bezuinigd op overhead gaat de sector JGZ daar een post van € 135.000,= bezuinigen.

Door het anders inrichten van het bedrijfsbureau, door digitalisering van dossiers, door het maximaal uitnutten van de effecten van Het Nieuwe Werken, zullen we minder mensen nodig hebben om het werk te doen. Daardoor kan en zal ook op het management worden bespaard.

Ook voor de sector AGZ geldt de eis van een adequate maar uiterst sobere overhead.

 Op het management wordt bezuinigd door dat ook in te zetten op de uitvoering van het reguliere werk en projecten. De besparing bedraagt € 38.000,=.

 Door een betere verdeling van Front– en BackOffice, ICT beter te benutten en clustering van secretariaten kan een bedrag van € 30.000,= worden bespaard.

 De materiële kosten (meer toepassing digitale media, korting op PR, drukwerk,

abonnementen, vermindering van reiskosten) kunnen met een bedrag van € 24.000,=

omlaag.

Op termijn van enige jaren (2014) loopt de totale besparing op de bedrijfsvoering op tot

€ 470.000=. Dat gevoegd bij de besparing op financiële techniek loopt de totale, niet zorggebonden bezuiniging, op tot € 578.000= structureel.

Dat is ongeveer vijftig % van de bezuinigingstaakstelling. (Zie het financieel overzicht onder 6) (In deze totaalbedragen zijn ook de bezuinigingen op overhead van de lijnsectoren opgenomen)

4c. Aanpassingen in het takenpakket.

De bezuinigingsopdracht zien we ook als een kans om innovatie te versterken en te versnellen. Met name bij de voorstellen vanuit de sectoren Gezondheidsbevordering (GB) en Jeugdgezondheidszorg (JGZ) kunnen we constateren dat die kans benut is.

De voorstellen zijn steeds getoetst aan de strategische visie, de wettelijke opdrachten van de GGD en het resultaat van het ambtelijk overleg met de gemeenten over aanpassingen aan het

takenpakket. Daarbij is uitgesproken dat kwaliteit zoveel mogelijk moet worden gehandhaafd.

Verschraling van het aanbod is echter onvermijdelijk.

4c1. Ambulancezorg.

De ambulancezorg wordt geheel door de ziektekostenverzekeraars betaald. Die hebben

aangekondigd dat de sector in drie jaar tijd 10% moet bezuinigen. Doelstelling is om de kwaliteit van de zorg zoveel mogelijk in stand te houden en niet te beknibbelen op de bereikbaarheid van de zorg. Dit is een traject dat zich buiten de directe verantwoordelijkheid van de gemeenten afspeelt en daarom hier verder buiten beschouwing blijft. Het is evident dat de directie en het Dagelijks Bestuur de ontwikkelingen op de voet volgen.

4c2. Gezondheidsbevordering.

In de sector gezondheidsbevordering (GB) is naar aanleiding van de bezuinigingsopdracht

nagedacht over een fundamentele wending in de inhoud van het takenpakket en de manier waarop het wordt aangeboden. Dit onder andere op geleide van de discussie met de ambtenaren. Daar kwam naar voren dat gezondheidsbevordering een wettelijke verantwoordelijkheid is van gemeenten, maar dat de wet de invulling voor een belangrijk deel open laat. Daarom willen gemeenten voortdurend de vinger aan de pols houden over de vraag of instellingen waaronder de GGD, met de goede dingen bezig zijn. Overlap met activiteiten van andere instellingen moet worden voorkomen, activiteiten moeten worden gericht op de problemen in de concrete omstandigheden in de betrokken gemeente en op specifieke risicogroepen.

De manier om dit te bereiken is om de taken zoveel mogelijk lokaal aan te bieden; meer lokaal werken dus, dicht bij en in de gemeenten en hun burgers. Daardoor kan ook meer en beter worden aangesloten bij de thema’s en problemen die op plaatselijk nivo spelen, kan de uitvoering worden gericht op de lokale (on)mogelijkheden en infrastructuur en kunnen de speerpunten heel gericht worden bepaald. Daardoor kan de gemeente zijn wettelijke verantwoordelijkheid veel beter waarmaken.

(5)

Per gemeente komt een lokaal GGD-team voor:

1. lokaal gezondheidsbeleid, in samenwerking met burgers, instellingen en gemeente te ontwikkelen op allerlei beleidsterreinen, middels inzet adviseurs lokaal gezondheidsbeleid 2. dit beleid om te zetten in concrete plannen en de uitvoering hiervan te begeleiden en ter hand

te nemen door lokaal maatwerkers

3. uitvoering van activiteiten door preventie/voorlichtingsmedewerkers eventueel ondersteund door inzet van vrijwilligers.

Daardoor ontstaat er meer kennis op lokaal nivo, wordt het plaatselijk netwerk verbeterd en is er meer uitvoeringscapaciteit beschikbaar.

Deze teams werken nauw samen met de collega’s van de sector jeugdgezondheidszorg, die in de gemeente werkzaam zijn.

Op regionaal niveau blijven we in een GGD expertisecentrum nog een aantal zaken uitvoeren, omdat bundeling van krachten daar veel efficiënter werkt. Te weten:

 Uitvoeren van monitors en onderzoek (regionale VolksgezondheidsToekomstVerkenning en monitor OGGZ/WMO)

 Het bijhouden van vakontwikkelingen en wat er in onze regio gebeurt op preventiethema’s

 Het uitvoeren van taken die een zeer specifieke deskundigheid/scholing vragen.

 Het uitvoeren van pilots

 Deelname aan regionale projecten

Deze nieuwe manier van werken moet natuurlijk ook bijdragen aan de bezuinigingsopdracht van de GGD. Op regionaal nivo wordt fors bespaard op de bekende preventieprogramma,s op het gebied van overgewicht, roken, weerbaarheid, gezonde relaties en depressie; in plaats van regionaal te bepalen aan welke onderwerpen aandacht zal worden besteed wordt dit in de nieuwe situatie, plaatselijk in overleg tussen de betrokken partijen, bepaald.

De besparing bij de sector GB zit in;

 minder uitvoeren van preventieprogramma,s € 150.000,=

 minder burgers informeren € 20.000,=

 minder onderzoek € 90.000,=

Er wordt € 60.000,= meer besteed aan lokaal maatwerk.

Hiermee draagt ook de sector GB in verhouding bij aan de bezuinigingsopdracht van de GGD, de bezuinigingsbijdrage is € 200.000,=

4c3. Jeugdgezondheidszorg (JGZ).

De sector JGZ heeft de afgelopen jaren veel energie gestoken in een nieuwe werkwijze die op instigatie van de gemeenten is ingevoerd. De extra kosten die deze werkwijze met zich mee bleek te brengen, moesten door de organisatie zelf worden opgebracht. Dit betekende – los van de huidige bezuinigingsronde - een extra taakstelling ten bedrage van € 400.000=.

In concreto wordt deze behaald door fors te korten op preventieve logopedie en psychologie.

Daarnaast gaan er in de sector jeugdzorg belangrijke ontwikkelingen spelen die consequenties zullen hebben voor de jeugdgezondheidszorg. Onder andere om een adequate aansluiting tussen preventie (onze kerntaak) en geïndiceerde jeugdzorg te verzekeren. De jeugdgezondheidszorg is de onafhankelijke partij (want zelf geen hulpverlener in de jeugdzorg) die aan de hand van gedegen risicotaxatie, gericht en gefundeerd kan verwijzen. In dat perspectief vinden we het onverantwoord om de sector al te grote bezuinigingen op te leggen. Dat zou leiden tot verlies van expertise die zeer lastig opnieuw kan worden opgebouwd.

We hadden het plan om daarvoor, met ingang van het schooljaar 2013- 2014, een bedrag dat oploopt tot € 230.000=, te reserveren. In de discussies met de ambtenaren bleek dit al moeilijk te liggen en in de vergadering van het Algemeen Bestuur eind maart, bleek dat we voor dit voorstel geen meerderheid konden krijgen; men vond onze voorstellen te prematuur. Niet wordt ontkend dat de ontwikkelingen in de jeugdzorg belangrijke gevolgen en kansen zal bieden voor de jeugdgezondheidszorg maar hoe dit zal uitpakken is nog onvoldoende duidelijk.

(6)

Daarom hebben we besloten om dit voorstel voorlopig terug te nemen en afhankelijk van de ontwikkelingen daarop terug te komen. Het spreekt voor zich dat een en ander in nauw overleg met de gemeente - de nieuwe regisseur in de jeugdzorg - zal gebeuren.

In de sector JGZ wordt de bezuiniging gebruikt om de ontwikkeling van de nieuwe werkwijze in de aanpak van de contactmomenten door te zetten en het werken met zogenaamde risicolijnen uit te bouwen. Dit sluit aan bij de opvatting van gemeenten dat risicogericht moet worden gewerkt in de jeugdgezondheidszorg. Dit betekent dat alle kinderen de basiszorg krijgen, risicokinderen krijgen extra zorg. We gaan daarbij uit van de eigen kracht en verantwoordelijkheid van en voor het kind in het gezin. De kracht van JGZ ligt in het normaliseren in plaats van het problematiseren. In de verdeling van het werk over de onderscheiden disciplines in de JGZ, zetten we een extra stap op het gebied van taakdifferentiatie.

We willen de contactmomenten waarbij we het kind (en zijn ouder) zien, handhaven omdat het een ijkmoment is voor het antwoord op de vraag of het kind een normale ontwikkeling doormaakt en nog op de juiste risicolijn zit. Ook levert het de basis voor monitoring en efficiënte verwijzing naar de meest adequate zorg. Voorts willen we de aansluiting bij de zorgstructuren in het onderwijs en kinderopvang handhaven omdat kennis van vindplaatsen over het functioneren van kinderen belangrijk is.

In het reguliere basisonderwijs gaan we bij de contactmomenten met het kind, de arts uit de eerste lijn halen. Dit betekent dat de arts in de regel geen kinderen ziet in de contactmomenten op het basisonderwijs. De arts ziet alleen risicokinderen.

Dit is een verschil met het huidige contactmoment in groep 2, waar op dit moment een assistente en/of arts het kind en de ouder spreekt.

Het idee is dat het kind van JGZ 0-4 jaar overkomt met een concreet beeld, een beeld dat de GGD toetst bij de leerkracht. Afhankelijk van de risicolijn waarop het kind zit wordt in groep 2 met het kind en de ouder gesproken door de verpleegkundige of de assistente.

Dit model heeft de goedkeuring van de Inspectie Volksgezondheid. We gaan het in het schooljaar 2012-2013 invoeren.

De besparing bedraagt € 115.000=.

In het Speciaal Onderwijs gaan we het aantal contactmomenten terugbrengen van vijf naar drie en gaan we de kinderen ook via de filosofie van de risicolijn, indelen. Deze handelwijze is in strikte zin in strijd met de richtlijn contactmomenten. De Inspectie is ermee akkoord omdat onderdeel van het systeem is dat - wanneer ouders en school zorgen hebben over het kind - contact met de Jeugdgezondheidszorg altijd mogelijk is. Voorts is er op het Speciaal Onderwijs al veel zorgaanbod van diverse partijen.

De besparing bedraagt € 100.000=.

In het Voortgezet Onderwijs/ ZorgAdviesTeams (ZAT) gaan we de artsen voor 50% vervangen door de (goedkopere) verpleegkundigen. De medewerkers worden geselecteerd op hun

competenties en de problematiek die we in een het betreffende ZAT verwachten.

De besparing bedraagt € 26.000,=

Bij de ROC’s zitten we nu bij wijze van experiment op drie scholen, in de zorgstructuur. Omdat er geen financiering voor beschikbaar is, overwegen we daarmee te stoppen. Als dit een formele verplichting wordt – er is sprake van dat dit al op afzienbare termijn het geval zou zijn – zal een en ander opnieuw moeten worden bezien. We onderkennen terdege dat met name op het ROC veel problemen een relatie hebben met gezondheid. Daarom is besloten om te onderzoeken of deze zorg uit een andere bron kan worden betaald. Gedacht wordt aan de Lokale Educatieve Agenda.

De besparing bedraagt € 6.000,=

Mede op advies van de ambtenaren gaan we de zorg voor preventie bedplassen en hoofdluis anders inrichten.

De besparing bedraagt € 6.500,=

We gaan collectieve voorlichtingsactiviteiten als onderdeel van het gemeenschappelijk pakket schrappen. We nemen niet meer deel aan bijeenkomsten, fora, markten en dergelijke. Als

(7)

We gaan ervan uit dat die vanuit het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) zullen worden aangeboden. In meerdere gemeenten heeft de GGD afspraken over de inzet van de jeugdgezondheidszorg als contracttaak in het CJG.

De besparing bedraagt € 17.000,=

4 C4) Algemene Gezondheidszorg (AGZ).

Als we kijken naar het resultaat van de discussie met de ambtenaren over het takenpakket van de sector, dan interpreteren we die zo dat we er op momenten dat het er voor de burgers en voor de gemeenten om spant, ook echt moeten en zullen stáán als organisatie. Dat is de lijn waarlangs we de taken in het licht van de bezuinigingen binnen deze sector hebben bekeken.

Op het gebied van de Infectieziektebestrijding gaan we bezuinigen op personeel en op materiaal (minder vaccins). We trekken ons terug uit of doen minder aan netwerkvorming,

surveillance en beleidsvorming. Ongevraagde adviezen zullen niet meer worden gegeven tenzij het belang van de volksgezondheid daar onmiddellijk om vraagt.

Afhandeling van meldingen zullen we onverminderd doorzetten evenals het opsporen en

behandelen van bronnen van infectieziekten en het voorbereiden en optreden bij calamiteiten. We duiken hiermee onder de zgn. VISI-norm. De Inspectie handhaaft niet op die norm.

De besparing bedraagt € 31.000,=

Ook bij de TBC bestrijding bezuinigen we op formatie door minder deel te nemen aan netwerken, surveillance en onderzoek. We stoppen met het speciaal spreekuur in Helmond. De patiënten moet voortaan naar Eindhoven. Tevens besparen we op materiële kosten.

De screening en begeleiding van patiënten alsmede het geven van preventieve vaccinaties – de kernactiviteiten van de TBC bestrijding – blijven onveranderd.

De besparing bedraagt € 57.000,=

In het team TBC bestrijding gaat in 2014 een medisch technisch medewerker, met pensioen. Deze vacature zal niet worden opgevuld. Er zullen daardoor minder spreekuren worden gedraaid.

De besparing bedraagt € 30.000=

Waar het gaat om de SOA preventie wordt de surveillance tot een minimum beperkt. Collectieve voorlichting op scholen wordt gestaakt. Preventie wordt alleen nog maar gericht op risicogroepen zoals prostituees en mannen die seks hebben met mannen.

De gemeente zou hiervoor in beperkte mate uren Gezondheidsbevordering kunnen inzetten.

De besparing bedraagt € 31.000,=

In 2011 is de bezuiniging op de Technische Hygiëne Zorg (THZ) al stevig ingezet. In 2012 en verder zal die afgerond worden tot meer dan halvering van de inzet. Niet meer zullen alle basisscholen iedere twee jaar worden geïnspecteerd; iedere gemeente kan voortaan op basis van een urenbudget in overleg met de GGD, zelf uitmaken welke voorzieningen op hygiëne aspecten worden nagekeken.

De besparing bedraagt € 75.000=

Door de piketdienst voor de Lijkschouwingen samen met de andere GGD’en te gaan doen, kunnen we € 8.000,= besparen.

Het GGD Rampen Opvangplan is nu nog in ontwikkeling inclusief een programma van opleiden trainen en oefenen; als het eenmaal goed loopt kan er € 5.000,= worden bespaard op coördinatie.

De voorgenomen plannen om een piketvergoeding voor het crisisteam in te voeren en vervangers aan te wijzen voor de leden van het crisisteam, voeren we niet uit.

We laten hier de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van de rampenbestrijding voor de GGD, buiten beschouwing. Samengevat komt het erop neer dat taken die nu nog worden verzorgd door het Bureau GHOR van de Veiligheidsregio, op basis van wijzigingen in de Wet op de

Veiligheidsregio en de Wet Publieke Gezondheid, door de GGD moeten worden gedaan.

(8)

Het gezamenlijk bureau van de Brabantse GGD’en voor vraagstukken op het gebied van Gezondheid, Milieu en Veiligheid, heeft een bezuinigingsopdracht van 10%. We zullen voorstellen voor de inhoud van de bezuiniging toetsen aan de vraag of de publieke taken voor bevolking en gemeenten overeind blijven; bij calamiteiten moeten we er staan zowel voor de burger als voor de gemeente.

De besparing bedraagt € 26.000,=

Op diverse materiële activiteitenkosten zal worden bezuinigd.

De besparing bedraagt € 17.000=

5. Personele gevolgen.

De gevolgen voor het personeel van dit plan zijn aanzienlijk; vanzelfsprekend zal met hun belangen zorgvuldig worden omgegaan. Qua procedure betekent dit dat de Ondernemingsraad advies is gevraagd over deze notitie; dat advies was, met de nodige kanttekeningen, positief.

Als gevolg van deze bezuinigingen wordt personeel overcompleet; daarmee is al maximaal rekening gehouden door mensen zoveel mogelijk tijdelijk aan te stellen. Zoals al eerder in deze notitie betoogd, betekent dit niet dat de GGD aan deze mensen, wiens contract niet verlengd wordt, geen verplichtingen heeft. Als “eigen risico drager”moet de GGD de

werkloosheidsuitkeringen “uit eigen zak” betalen.

Door het niet verlengen van tijdelijke aanstellingen is er in 2012 al een behoorlijke uitstroom, in 2013 en verder zijn we afhankelijk van vertrek wegens pensionering of anderszins.

In het kader van deze bezuiniging is een Sociaal Plan gereed. Met de bonden hebben we daarover overlegd en afgesproken dat medewerkers niet gedwongen zullen worden ontslagen. Zonder die afspraak zouden de bonden niet met het sociaalplan instemmen en kon het Plan formeel niet tot stand komen. Voor de uitvoering van het Sociaal Plan is een bedrag begroot van € 100.000,=, echter aflopend tot 0 in 2015.

In het licht van deze ontwikkelingen wordt bij de GGD een loopbaancentrum ingericht. Daar wordt vraag en aanbod bijeen gebracht en wordt gericht gewerkt aan re-integratie in ander werk in of buiten de GGD, bijvoorbeeld bij een gemeente.

6. Financiële gevolgen

In onderstaande matrix staat vermeld wat de financiële gevolgen zijn van de voorgestelde maatregelen. Aanvankelijk zouden we in 2012, 70% van onze bezuinigingstaakstelling halen, in 2013 86%, in 2014 92%, en in 2015 96%, steeds zonder dat daarbij (anders dan de begrote) frictiekosten in het geding zouden zijn.

Voor het dagelijks bestuur was dat aanleiding om de directie opdracht te geven om te onderzoeken of op het vlak van de huisvesting van de GGD, verdere besparingen mogelijk waren. De GGD was immers al lang bezig met huisvestingsplannen en de introductie van het zogenaamde Nieuwe Werken, omdat de organisatie in Eindhoven de zgn. Stadhuistoren moet verlaten. Doestelling is om door middel van maximale besparingen op huisvesting ervoor te zorgen dat de gemeenten zoveel mogelijk al in 2012 hun volledige bezuiniging kunnen realiseren en de GGD de ingreep in de zorg zoveel mogelijk kan beperken. In onderstaand overzicht is de besparing op huisvesting onder 4.

opgenomen.

(9)

Bezuinigingsvoorstellen 10%

gemeentelijke bijdrage 2012 2013 2014 2015

Taakstelling 10% = 1.138.000 1.138.000 1.138.000 1.138.000

1. Financieel-technische aanpassingen 148.000 148.000 108.000 108.000 Oprekken afschrijvingstermijnen 100.000 100.000 100.000 100.000 Tijdelijk stopzetting storting onderhoudsfonds

Callenburgh 40.000 40.000

Vervallen bestuursvergoedingen/-kosten 8.000 8.000 8.000 8.000

2. Aanpassingen in Bedrijfsvoering 105.000 330.000 470.000 470.000 Schrappen/verminderen materiële budgetten 95.000 160.000 160.000 160.000 Schrappen formatie ondersteuning bij natuurlijk

verloop 35.000 210.000 360.000 360.000

Vermindering toerekening overhead naar

Ambulancezorg -25.000 -40.000 -50.000 -50.000

3. Beleidsaanpassingen 645.000 650.000 750.000 750.000

Sector AGZ 315.000 260.000 280.000 280.000

Sector JGZ 190.000 190.000 270.000 270.000

Sector GB 140.000 200.000 200.000 200.000

4. Bijdrage huisvesting aan bezuiniging

185.000 104.000 285.000 385.000 5. Verwachte algemene frictiekosten -100.000 -75.000 -50.000 0

Totaal realisatie 983.000 1157.000 1.563.000 1.713.000

in % van taakstelling 86% 102% 137% 151%

Om de taakstelling “10% bezuinigen in 2012” te halen komen we, zo blijkt uit deze opstelling , nog 14% om tot 100% te komen, tekort; dat is een bedrag van € 155.000.

We stellen voor om dat bedrag te putten uit de Algemene Reserve van de GGD.

We wijzen er nogmaals op dat de Reserve nu al onaanvaardbaar laag is en dan een veel te laag niveau heeft bereikt . We willen daarom de bedragen die in de komende jaren, vooral vanaf 2014, worden bespaard, gebruiken om een Algemene Reserve te vormen die bij een organisatie van de omvang van de GGD, past. We hebben al gewezen op de ontwikkelingen in de jeugdzorg , die een mogelijk beroep op de Reserve nodig maken. Ook voor een verwacht boekverlies bij de eventuele verkoop van de Callenburgh ( het GGD gebouw in Helmond) zal een beroep op de Reserve gedaan moeten worden.

7. Procedure.

Deze notitie is op 17 maart 2011 behandeld in het ambtenarenoverleg en op 21 maart in het Dagelijks Bestuur van de GGD. Op 31 maart heeft het DB de voorstellen in het Algemeen Bestuur gepresenteerd.

Deze bezuinigingsnotitie kon pas definitief worden vastgesteld, nadat over de huisvesting (en zijn financiële consequenties) besloten is. Immers moest een beperking op de huisvestingskosten, maximaal bijdragen aan het tijdig halen van de bezuinigings- taakstelling. In een extra AB- vergadering op 1 juni 2011 is daarover besloten. Het effect van dat besluit op de

bezuinigingstaakstelling van de GGD is in deze notitie verwerkt. Daarmede wordt de

bezuinigingsnotitie definitief, met dien verstande dat het Algemeen Bestuur in zijn vergadering van 30 juni 2011 over de begroting 2012 en daarmee ook over de omvang en inhoud van de

bezuinigingen zal beslissen.

(10)

Dit betekent dat er nu nog een maand de tijd is om in de gemeente te peilen hoe over de voorstellen wordt gedacht; immers in de AB vergadering van 30 juni moet de begroting en daarmee de bezuiniging worden vastgesteld.

Het Algemeen Bestuur heeft besloten om de (definitieve) bezuinigingsnotitie toe te sturen aan de portefeuillehouders volksgezondheid van de gemeenten. Daardoor kan, voor behandeling van de notitie, de procedure worden gekozen die in de betrokken gemeente passend wordt geacht.

Op 30 juni zal het Algemeen Bestuur de bezuinigingen (en de begroting 2012) vaststellen op geleide van de commentaren van de gemeenten, onder andere op deze notitie.

WvH 1/6/11.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Als we leven met een doel, komt leed sowieso al minder om de hoek kijken. We staan dan veel  sneller op en we kloppen onszelf ook weer veel sneller af, na een nare gebeurtenis.

Wij zetten onze deskundigheid in om complexe vraagstukken op te lossen en zijn een betrouwbare en betrokken partner voor onze opdrachtgevers en zakenrelaties.. Wij zijn naar

Blijf deze straat een eindje volgen en neem de eerste straat rechts, aan huisnummer 33, waar een bord met pijl naar "Bovenhoek 35 to 51" jou de weg wijst.. Dit is een

Medewerkers van de gemeente Bergen willen enerzijds inwoners stimuleren om zich in te zetten voor de gemeenschap, anderzijds mensen met initiatieven faciliteren.. In de praktijk

Om als bestuur regie te kunnen houden en goed bestuur, goede dienstverlening en een efficiënte bedrijfsvoering te (blijven) leveren, is het nodig dat de gemeente en haar

De positie van de Peelregio als geheel wordt beter en de zes afzonderlijke gemeenten hebben daarbinnen ieder hun eigen identiteit en kracht.. Hoe wordt gezorgd dat de

We helpen de strijd voor die belangen te organiseren on- der andere door de vier-we- kelijkse uitgave van de Volle Lading.. We

Zo behouden we een aantrekkelijk klimaat voor mensen en bedrijven die zich in onze gemeente willen vestigen. • Rioolheffing en afvalstoffenheffing mogen niet meer bedragen dan