• No results found

Nationale rekeningen. Eerste raming van de jaarlijkse rekeningen. Instituut voor de Nationale Rekeningen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Nationale rekeningen. Eerste raming van de jaarlijkse rekeningen. Instituut voor de Nationale Rekeningen"

Copied!
31
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Nationale rekeningen

Instituut voor de Nationale Rekeningen

2020

Eerste raming van de jaarlijkse rekeningen

(2)

© Instituut voor de nationale rekeningen Nationale Bank van België, Brussel Alle rechten voorbehouden.

De volledige of gedeeltelijke verveelvoudiging van deze brochure voor educatieve en niet-commerciële doeleinden is toegestaan mits bronvermelding.

ISSN1784--2522(print) ISSN1784--2530(online) Inhoud van de publicatie

De nationale rekeningen van België worden opgesteld volgens de definities van het Europees Systeem van nationale en regionale Rekeningen (ESR 2010).

Een eerste raming van de nationale rekeningen, grotendeels opgesteld op basis van de kwartaalrekeningen, verschijnt in april van het jaar dat volgt op het beschouwde jaar. De publicatie omvat de ontwikkeling van de belangrijkste jaaraggregaten van de nationale economie, gemeten in brutotermen. Ze bestaat uit twee hoofdstukken: het eerste geeft een korte synthese van de resultaten; in het tweede hoofdstuk zijn de verschillende statistische tabellen opgenomen (verdeling van het bruto binnenlands product volgens de invalshoeken toegevoegde waarde, bestedingen en inkomens;

werkzame personen en beloning van werknemers).

De rekeningen zijn opgesteld op basis van de op 12 april 2021 beschikbare gegevens.

Deze versie van de rekeningen slaat op het jaar 2020 en werd afgesloten midden april 2021. Zij integreert de recentste cijfers van de overheidsrekeningen die op 20 april 2021 worden gepubliceerd. Vandaar dat de rekeningen in deze editie kunnen afwijken van de jaarlijkse gedetailleerde rekeningen die in september vorig jaar werden uitgebracht.

(3)

Woord vooraf

Het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR) publiceert hierbij de eerste ramingen van de voornaamste aggregaten uit de nationale rekeningen voor het jaar 2020. De resultaten berusten grotendeels op de gegevens uit de nationale kwartaalrekeningen.

De nationale rekeningen op jaarbasis vormen de maatstaf voor het meten van de economische resultaten in de loop van een kalenderjaar en worden uitgedrukt in brutotermen. Het aantal werkdagen kan evenwel van jaar tot jaar die resultaten beïnvloeden. Om de interpretatie van de eindresultaten over de jaren heen te vergemakkelijken werden tabellen aangevuld met voor kalenderinvloeden gezuiverde resultaten.

Sinds 1 september 2014 verloopt elke publicatie van de nationale en regionale rekeningen evenals de onderdelen ervan zoals de overheidsrekeningen (en de notificatie voor de procedure van de buitensporige tekorten) volgens de methodologie van het Europees Stelsel van Rekeningen ESR 2010, dat op 13 maart 2013 door het Europees Parlement werd gestemd.

De voorzitter van de Raad van Bestuur van het Instituut voor de Nationale Rekeningen

Séverine Waterbley Brussel, april 2021

(4)
(5)

Inhoudstafel

Voorwoord

3

Synthese

7

Tabellen 1.

15 15 15

Oorsprong van het binnenlands product: bruto toegevoegde waarde per bedrijfstak

1.1 Ramingen tegen lopende prijzen

1.2 Ramingen in kettingeuro’s (referentiejaar 2015)

1.3 Bijdragen tot de volumeverandering van het BBP t.o.v. het voorgaande jaar 16

2.

17 17 17

Besteding van het binnenlands product: belangrijkste bestedingscategorieën

2.1 Ramingen tegen lopende prijzen

2.2 Ramingen in kettingeuro’s (referentiejaar 2015)

2.3 Bijdragen tot de volumeverandering van het BBP t.o.v. het voorgaande jaar 18

3. Verdeling van het binnenlands product: belangrijkste

inkomenscategorieën, ramingen tegen lopende prijzen

18

4. Arbeidsmarktstatistieken

19

4.1 Verdeling van de beloning van werknemers per bedrijfstak 19 4.2 Nationale werkgelegenheid: aantal zelfstandigen en werknemers 19 4.3 Binnenlandse werkgelegenheid: verdeling van het aantal werkzame

personen per bedrijfstak 19

4.4 Arbeidsvolume per bedrijfstak: werknemers 20

Publicaties van het INR en contactpersonen

21

Algemene opmerkingen

25

Conventionele tekens

27

Lijst van afkortingen

29

(6)
(7)

Synthese

1. Algemene ontwikkeling van de economische activiteit in 2020

Over het hele jaar 2020 nam het bruto binnenlands product (bbp) naar volume af met 6,3 % als gevolg van de gezondheidscrisis. Na een daling van de jaar-op-jaar groei met 1,9 % in het eerste kwartaal, zakte die tot -13,8 % in het tweede kwartaal en steeg die opnieuw tot -4,2 % in het derde kwartaal als gevolg van de versoepeling van de coronamaatregelen. In het vierde kwartaal verslechterde de jaar-op-jaar groei lichtjes tot -5,0 %.

2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020

−15

−12

−9

−6

−3 0 3 6

−60

−50

−40

−30

−20

−10 0 10

BBP EN CONJUNCTUURVERLOOP

Bbp-groei in volume (veranderingspercentage t.o.v. het overeenstemmende kwartaal van het voorgaande jaar) Conjunctuurenquête (afgevlakte reeks, rechterschaal)

Conjunctuurenquête (bruto reeks, rechterschaal)

(8)

2. Oorsprong van het binnenlands product: uitsplitsing van de toegevoegde waarde

In de industrie werd in 2020 een daling met 4,1 % opgetekend, na een positieve groei met 2,2 % in 2019.

Ook de bouwnijverheid ging er over het hele jaar met 4,7 % op achteruit, tegenover een stijging met 4,2 % in 2019.

In de diensten daalde de toegevoegde waarde in 2020 met 6,5 %, terwijl in 2019 de activiteit in deze sector nog toenam met 1,6 %. Die afname werd voornamelijk veroorzaakt door de bedrijfstak ‘groot- en detailhandel, reparatie van motorvoertuigen en motorfietsen, vervoer en opslag, en verschaffen van accommodatie en maaltijden’ die enorm leed onder de overheidsmaatregelen als gevolg van COVID-19 en daardoor terugviel met 13,5 % (-2,3 procentpunt bijdrage tot de bbp-groei). De grootste daling was echter op te merken binnen de bedrijfstak

‘kunst, amusement en recreatie en overige diensten’, waar de toegevoegde waarde afnam met 22,1 % (-0,4 procentpunt bijdrage tot de bbp-groei).

3. Besteding van het binnenlands product: belangrijkste bestedingscategorieën

De consumptieve uitgaven van de huishoudens vielen fors terug met 8,7 % en ook hun investeringsuitgaven daalden sterk (-6,9 %). Ook de overheid verlaagde haar investeringen (-1,4 %), terwijl ze haar consumptieve bestedingen licht verhoogde (+0,6 %). De investeringen van de ondernemingen werden eveneens zeer sterk beïnvloed door de COVID-19-crisis en de daarmee gepaard gaande onzekerheid en namen af met 7,8 %.

COVID-19 had ook een verstorende werking op de internationale handel en bijgevolg de Belgische in- en

uitvoerstromen. Over heel het jaar 2020 daalde het uitvoervolume met 4,6 %, terwijl het invoervolume een afname van 4,3 % liet optekenen. Bijgevolg leverde de netto-uitvoer van goederen en diensten een negatieve bijdrage (-0,3 procentpunt) tot de economische groei.

TABeL 1 OOrSPrONG VAN HeT BINNeNLANDS PrODUCT

(brutogegevens in volume, veranderingspercentages t.o.v. het voorgaande jaar)

2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 p.m. 2019

Vwd1

p.m. 2020 Vwd1

Landbouw, bosbouw, visserij 0,2 18,8 -7,1 4,3 -15,2 -1,7 9,9 -1,7 9,9

Industrie 3,5 2,6 -1,1 1,0 -1,5 2,2 -4,1 2,2 -4,1

Bouwnijverheid 2,2 3,8 0,1 1,5 5,1 4,2 -4,7 4,2 -4,7

Diensten 1,3 1,9 1,5 1,7 2,5 1,6 -6,5 1,6 -6,5

voornamelijk aan bedrijven verleend² 1,7 2,7 1,6 2,1 3,0 1,8 -6,6 1,8 -6,6

voornamelijk aan huishoudens verleend³

0,4 0,2 1,4 0,7 1,1 1,4 -6,1 1,4 -6,1

Bruto binnenlands product 1,6 2,0 1,3 1,6 1,8 1,8 -6,3 1,8 -6,3

Bron: INr.

1 Vwd: verbeterd voor de invloed van het aantal gewerkte dagen en andere kalendereffecten.

2 Nace-takken van G tot N 3 Nace-takken van O tot T

8

(9)

4. Arbeidsmarkt

Tegen de achtergrond van de gezondheidscrisis, stagneerde de werkgelegenheid, uitgedrukt in aantal personen, in 2020: ze daalde beperkt met 800 personen. Aangezien de binnenlandse werkgelegenheid het aantal personen meet die minstens een uur hebben gewerkt tijdens de referentieperiode (definitie van het Internationaal

Arbeidsbureau) maar ook het aantal personen die niet hebben gewerkt om een reeks specifieke redenen (betaald verlof, ziekteverlof, tijdelijke werkloosheid, enzovoort), leidt de gezondheidscrisis immers slechts tot een lichte daling van deze statistiek.

Dit verloop van de binnenlandse werkgelegenheid kan voornamelijk worden verklaard door de daling van het aantal loontrekkenden (-14 900 personen), die grotendeels werd gecompenseerd door de stijging van het aantal zelfstandigen (+14 100 personen). De daling van de loontrekkende werkgelegenheid is vooral te wijten aan het banenverlies als gevolg van de stopzetting of niet-verlenging van tijdelijke arbeidsovereenkomsten zoals die van uitzendkrachten, losse arbeidskrachten, flexi-jobbers en jobstudenten.

TABeL 2 BeSTeDING VAN HeT BINNeNLANDS PrODUCT

(brutogegevens in volume, veranderingspercentages t.o.v. het voorgaande jaar)

2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 p.m. 2019

Vwd1 p.m. 2020 Vwd1

Consumptieve particuliere bestedingen 0,6 1,6 1,6 1,9 1,9 1,5 1,5

Consumptieve bestedingen van de overheid

1,2 0,3 0,5 0,2 1,3 1,6

-8,7

0,6 1,6

-8,7 0,6

Investeringen in vaste activa 5,4 3,7 4,2 1,4 3,4 3,5 -6,9 3,5 -6,9

Investeringen van de ondernemingen 4,0 5,5 5,4 1,6 2,8 3,2 -7,8 3,2 -7,8

Investeringen in woongebouwen 5,9 -0,1 2,6 1,0 1,5 5,2 -6,9 5,2 -6,9

Overheidsinvesteringe 13,2 1,0 -0,6 1,1 11,2 2,4 -1,4 2,4 -1,4

Binnenlandse vraag (ongerekend voorraden)

1,8 1,8 1,9 1,4 2,1 2,0 -6,1 2,0 -6,1

Voorraadwijzigingen² 0,0 0,4 0,3 0,0 0,3 -0,4 0,0 -0,4 0,0

Uitvoer van goederen en diensten 5,2 3,7 6,2 5,5 0,6 1,0 -4,6 1,0 -4,6

Invoer van goederen en diensten 5,5 3,9 7,5 5,2 1,3 0,8 -4,3 0,8 -4,3

Netto-uitvoer van goederen en diensten² -0,2 -0,1 -0,9 0,3 -0,5 0,2 -0,3 0,2 -0,3

Bruto binnenlands product 1,6 2,0 1,3 1,6 1,8 1,8 -6,3 1,8 -6,3

Bron: INr.

1 Vwd: verbeterd voor de invloed van het aantal gewerkte dagen en andere kalendereffecten.

2 Bijdrage tot de bbp-groei.

TABeL 3 WerkGeLeGeNHeID eN ArBeIDSVOLUMe1 (bruto gegevens, veranderingen t.o.v. het voorgaande jaar)

2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020

Veranderingen in duizenden personen:

Totale binnenlandse werkgelegenheid 18,1 40,2 57,9 73,3 69,7 75,6 -0,8

Loontrekkenden 11,9 30,1 45,7 60,5 56,5 61,1 -14,9

Zelfstandigen 6,3 10,0 12,2 12,8 13,2 14,5 14,1

Veranderingen in procenten:

Totale binnenlandse werkgelegenheid 0,4 0,9 1,3 1,6 1,5 1,6 0,0

Loontrekkenden 0,3 0,8 1,2 1,6 1,4 1,5 -0,4

Zelfstandigen 0,8 1,3 1,6 1,6 1,7 1,8 1,7

Arbeidsvolume van de loontrekkenden 0,1 0,6 1,5 2,0 1,7 1,4 -6,0

Bron: INr.

1 De werkgelegenheidsgegevens in aantal personen zijn niet beïnvloed door het aantal gewerkte dagen, en worden bijgevolg steeds in bruto termen verstrekt.

De gewerkte uren daarentegen ondervinden een quasi proportionele invloed van het aantal gewerkte dagen en worden dus steeds gecorrigeerd voor kalenderinvloeden.

(10)

Per bedrijfstak zijn de opgetekende ontwikkelingen van de binnenlandse werkgelegenheid in 2020 rechtstreeks verbonden met de maatregelen die werden genomen om de besmettingen in te dammen maar ook om de bedrijven te steunen. De binnenlandse werkgelegenheid ging er immers vooral op achteruit in de bedrijfstakken ‘Groot- en detailhandel, vervoer, hotels en restaurants’ en ‘Vrije beroepen en wetenschappelijke en technische activiteiten;

administratieve en ondersteunende diensten’. Deze bedrijfstakken doen typisch een beroep op zeer tijdelijke contracten. Deze daling werd daarentegen gecompenseerd door de voortgezette groei van de werkgelegenheid in de bedrijfstakken ‘Gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening’ en ‘Openbaar bestuur, defensie en onderwijs’. Ook in de bouwnijverheid nam de werkgelegenheid duidelijk toe, terwijl die afnam in de industrie. In de bedrijfstak ‘financiële activiteiten en verzekeringen’ daalt de werkgelegenheid al meerdere jaren en die daling hield aan in 2020.

Over het hele jaar 2020 daalde het arbeidsvolume van de loontrekkenden (gemeten in aantal gewerkte uren) met 6 %. Het arbeidsvolume daalt sterker dan het aantal loontrekkenden omdat de werknemers die op tijdelijke werkloosheid worden gezet als tewerkgestelde personen geregistreerd blijven, terwijl hun prestaties zijn afgenomen door de verschillende inperkingsmaatregelen die in de loop van 2020 werden genomen.

Het totale loonkostenverloop daalde in 2020 voor de economie als geheel met 2,2 %, terwijl dat in 2019 steeg met 3,7 %. Deze daling is nog meer uitgesproken voor de private sector (-3,8 % in 2020, tegen +3,7 % in 2019), als gevolg van de gezondheidscrisis die het land sinds maart 2020 treft.

10

2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020

-18 -15 -12 -9 -6 -3 0 3 6

-15,0 -10,0 -5,0 0,0 -2,5

-7,5

-12,5 2,5 5,0

Bbp in volume, veranderingspercentage t.o.v. het overeenstemmende kwartaal van het voorgaande jaar Binnenlandse werkgelegenheid, veranderingspercentage t.o.v. het overeenstemmende kwartaal van het voorgaande jaar (rechterchaal)

Arbeidsvolume van de loontrekkenden, veranderingspercentage t.o.v. het overeenstemmende kwartaal van het voorgaande jaar (rechterchaal)

BBP EN ARBEIDSMARKT

(11)

In de private sector wordt het uurloonkostenverloop geraamd op 4,1 %, terwijl de groei van de bruto-uurlonen 3,8 % bedraagt.

In een normale context kan dit verloop worden vergeleken met dat van de conventionele uurlonen die worden opgetekend door de fOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. Voor 2020 wordt deze vergelijking vertekend door verschillende factoren. De coronacrisis en de maatregelen die werden genomen troffen immers vooral de loontrekkenden die een lager loon hebben en die op tijdelijke werkloosheid werden gezet. Bovendien gingen banen vooral verloren voor tijdelijke arbeidsovereenkomsten, die doorgaans ook minder worden betaald.

Het aandeel van de beter betaalde werknemers in de berekening van de loonsom is dus groter dan gewoonlijk, waardoor de variatie in de bruto-uurlonen naar boven toe wordt beïnvloed. Bovendien wordt het vakantiegeld betaald ten opzichte van de prestaties van 2019 en hebben sommige werkgevers de uitkering die hun tijdelijk werkloze werknemers ontvangen aangevuld met een extra vergoeding of hebben zij hun werknemers een extra vergoeding toegekend voor de prestaties die ze in deze uitzonderlijke omstandigheden hebben geleverd.

Daarnaast werd er op het einde van het jaar een premie uitgekeerd aan het zorgpersoneel. Deze verschillende factoren hebben een opwaartse invloed op de uurloonkosten, zodat het verloop daarvan niet meer kan worden vergeleken met dat van de conventionele lonen.

TABeL 4 LOONkOSTeN

(bruto gegevens, veranderingspercentages t.o.v. het voorgaande jaar)

2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 p.m. 2019

Vwd1

p.m. 2020 Vwd1

TOTALe eCONOMIe

Loonmassa 1,3 0,9 1,8 3,5 3,2 3,7 -2,2 3,7 -2,2

Brutolonen 1,6 0,9 3,1 3,6 3,8 3,7 -2,6 3,7 -2,6

Loonkost per uur 1,1 0,3 0,3 1,5 1,5 2,3 4,1 2,3 4,1

Bruto-uurlonen 1,5 0,3 1,6 1,6 2,0 2,3 3,7 2,4 3,7

PrIVATe SeCTOr²

Loonmassa 0,7 1,1 1,5 3,6 3,6 3,7 -3,8 3,7 -3,8

Brutolonen 1,1 1,4 3,2 3,8 3,8 3,8 -4,0 3,8 -4,0

Loonkost per uur 1,0 0,2 -0,4 1,3 1,5 2,3 4,1 2,3 4,1

Bruto-uurlonen 1,3 0,5 1,3 1,6 2,3 2,4 3,8 2,4 3,8

pm conventionele brutolonen 0,8 0,1 0,5 1,8 2,1 2,5 1,7

Bronnen: INr, NBB, fOD Werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg (WASO).

1 Vwd: verbeterd voor de invloed van het aantal gewerkte dagen en andere kalendereffecten

2 De private sector is gede inieerd als totale economie (S.1) buiten overheidssector (S.13), behalve in 2020 waar die laatste is benaderd door het gebruik van de tak

"Overheid en onderwijs".

(12)
(13)

Tabellen

(14)
(15)

1 OORSPRONG VAN HET BINNENLANDS PRODUCT: BRUTO TOEGEVOEGDE WAARDE PER BEDRIJFSTAK 1.1 RAMINGEN TEGEN LOPENDE PRIJZEN

(voor kalendereffecten gezuiverde gegevens, in € miljoen)

2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020v

Landbouw, bosbouw en visserij 2.436 3.017 2.676 2.571 2.860 2.703 2.960 2.603 2.982 3.244 Nijverheid en energie 59.262 58.676 59.388 60.282 62.671 63.277 65.457 65.361 67.992 64.596

Bouwnijverheid 18.856 18.850 18.714 19.008 19.294 19.678 20.150 21.661 23.045 22.060

Diensten

Handel, vervoer en horeca 68.316 68.661 68.743 70.573 72.886 75.838 75.862 78.820 81.014 71.488 Informatie en communicatie 14.522 15.078 14.631 14.627 15.314 15.866 16.800 17.601 18.258 18.271 Financiële dienstverlening 18.940 20.472 20.430 22.079 23.690 24.397 25.705 26.786 27.437 26.980 Verhuur en handel van onroerend goed 29.245 30.585 31.830 32.353 33.821 34.548 36.108 37.479 39.040 40.393 Zakelijke dienstverlening 44.781 46.205 48.666 51.513 54.224 56.946 60.410 63.666 65.815 61.672 Overheid en onderwijs 49.242 51.377 53.045 53.876 54.241 55.743 57.483 59.008 61.082 62.753 Gezondheids- en welzijnszorg 23.768 25.128 25.695 26.300 26.654 27.145 27.983 29.014 29.609 25.581 Cultuur, recreatie, overige diensten 6.742 7.021 7.152 7.401 7.647 7.891 8.117 8.517 8.820 7.099 Productgebonden belastingen min subsidies 39.858 41.106 41.911 42.421 43.400 46.053 48.016 49.857 51.252 47.041 Bruto binnenlands product tegen marktprij-

zen 375.968 386.175 392.880 403.003 416.702 430.085 445.050 460.370 476.344 451.177

1.2 RAMINGEN IN KETTINGEURO’S (REFERENTIEJAAR 2015) (voor kalendereffecten gezuiverde gegevens, in € miljoen)

2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020v

Landbouw, bosbouw en visserij 2.793 2.798 2.401 2.407 2.860 2.657 2.772 2.352 2.312 2.541 Nijverheid en energie 60.475 58.888 59.036 61.083 62.671 61.954 62.565 61.598 62.958 60.369

Bouwnijverheid 18.314 18.451 18.181 18.589 19.294 19.312 19.596 20.586 21.444 20.426

Diensten

Handel, vervoer en horeca 72.451 71.122 70.546 71.134 72.886 73.475 71.830 73.288 73.617 63.713 Informatie en communicatie 13.017 13.875 14.134 14.614 15.314 15.965 16.889 17.976 18.366 18.079 Financiële dienstverlening 24.533 26.254 25.345 24.443 23.690 23.376 24.260 24.577 25.285 24.637 Verhuur en handel van onroerend goed 30.334 32.051 32.871 32.939 33.821 34.213 35.158 36.197 37.384 37.816 Zakelijke dienstverlening 47.989 47.256 49.055 51.772 54.224 56.053 59.210 61.688 62.855 59.123 Overheid en onderwijs 52.241 53.105 53.403 54.311 54.241 55.243 55.400 55.697 56.489 56.581 Gezondheids- en welzijnszorg 25.827 26.942 27.099 26.474 26.654 26.947 27.375 27.784 28.106 24.062 Cultuur, recreatie, overige diensten 7.350 7.584 7.573 7.577 7.647 7.622 7.706 7.975 8.096 6.306 Productgebonden belastingen min subsidies 42.381 42.518 42.879 43.184 43.400 45.162 46.107 46.911 47.541 43.010 Bruto binnenlands product tegen marktprij-

zen 397.245 400.181 402.019 408.365 416.702 421.980 428.822 436.489 444.279 416.361

(16)

1.3 BIJDRAGEN TOT DE VOLUMEVERANDERING VAN HET BBP T.O.V. HET VOORGAANDE JAAR (voor kalendereffecten gezuiverde gegevens, in procentpunt)

2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020v

Landbouw, bosbouw en visserij 0,0 0,0 -0,1 0,0 0,1 0,0 0,0 -0,1 0,0 0,1

Nijverheid en energie 0,0 -0,4 0,0 0,5 0,4 -0,2 0,1 -0,2 0,3 -0,6

Bouwnijverheid 0,3 0,0 -0,1 0,1 0,2 0,0 0,1 0,2 0,2 -0,2

Diensten 1,5 1,1 0,5 0,9 1,3 1,1 1,2 1,7 1,1 -4,5

Handel, vervoer en horeca 0,1 -0,3 -0,1 0,1 0,4 0,1 -0,4 0,3 0,1 -2,3

Informatie en communicatie 0,1 0,3 0,1 0,1 0,2 0,2 0,2 0,2 0,1 -0,1

Financiële dienstverlening -0,1 0,4 -0,2 -0,2 -0,2 -0,1 0,2 0,1 0,2 -0,1

Verhuur en handel van onroerend goed 0,7 0,4 0,2 0,0 0,2 0,1 0,2 0,2 0,3 0,1

Zakelijke dienstverlening 0,5 -0,2 0,5 0,7 0,6 0,4 0,7 0,6 0,3 -0,8

Overheid en onderwijs 0,1 0,2 0,1 0,2 0,0 0,2 0,0 0,1 0,2 0,0

Gezondheids- en welzijnszorg 0,1 0,3 0,0 -0,2 0,0 0,1 0,1 0,1 0,1 -0,9

Cultuur, recreatie, overige diensten 0,1 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,1 0,0 -0,4

Productgebonden belastingen min subsidies -0,1 0,0 0,1 0,1 0,1 0,4 0,2 0,2 0,1 -1,0

Bruto binnenlands product tegen marktprij-

zen 1,7 0,7 0,5 1,6 2,0 1,3 1,6 1,8 1,8 -6,3

16

(17)

2 BESTEDING VAN HET BINNENLANDS PRODUCT: BELANGRIJKSTE BESTEDINGSCATEGORIEËN 2.1 RAMINGEN TEGEN LOPENDE PRIJZEN

(voor kalendereffecten gezuiverde gegevens, in € miljoen)

2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020v

Consumptieve particuliere bestedingen1 193.784 200.594 206.110 208.801 213.930 220.597 229.100 238.247 244.755 224.848 Consumptieve bestedingen van de overheid 90.418 93.853 95.520 97.663 98.404 100.047 102.506 106.006 109.670 112.558 Bruto binnenlandse kapitaalvorming

Bruto kapitaalvorming 86.512 88.673 87.113 91.908 95.689 100.114 103.601 109.316 115.240 107.714 Bruto-investeringen van de ondernemingen,

zelfstandigen en IZW’s 58.552 59.530 58.833 61.258 65.053 68.852 71.219 74.354 77.671 71.772 Bruto-investeringen in woongebouwen 18.965 19.550 19.144 20.322 20.248 20.897 21.652 22.765 24.883 23.446 Bruto-investeringen van de overheid 8.995 9.593 9.136 10.328 10.388 10.366 10.731 12.197 12.686 12.496 Voorraadverandering + Saldo aan- en

verkopen van kostbaarheden 5.627 2.811 1.003 1.331 2.769 4.191 5.219 8.016 3.745 4.015

Voorraad veranderingen 5.520 2.748 904 1.294 2.745 4.177 5.200 8.004 3.725 3.992

Saldo aan- en verkopen van kostbaarheden 107 64 98 37 24 14 19 12 20 23

Netto-uitvoer van goederen en diensten (uit-

voer - invoer) -372 243 3.135 3.300 5.909 5.136 4.624 -1.214 2.934 2.041

Totale uitvoer 303.396 310.502 311.650 321.601 324.216 341.615 370.203 382.087 389.709 363.552 Totale invoer 303.768 310.259 308.515 318.301 318.307 336.479 365.579 383.301 386.775 361.511 Bruto binnenlands product tegen marktprij-

zen 375.968 386.175 392.880 403.003 416.702 430.085 445.050 460.370 476.344 451.177

1 Consumptieve bestedingen van de huishoudens en de instellingen zonder winstoogmerk (IZW’s).

2.2 RAMINGEN IN KETTINGEURO’S (REFERENTIEJAAR 2015) (voor kalendereffecten gezuiverde gegevens, in € miljoen)

2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020

Consumptieve particuliere bestedingen1 203.018 205.997 209.436 210.592 213.930 217.289 221.387 225.531 228.816 208.806 Consumptieve bestedingen van de over-

heid 95.689 96.823 96.957 98.130 98.404 98.862 99.084 100.390 101.948 102.611

Bruto binnenlandse kapitaalvorming

Bruto kapitaalvorming 89.004 89.582 87.548 92.238 95.689 99.665 101.064 104.509 108.191 100.726 Bruto-investeringen van de

ondernemingen, zelfstandigen en IZW’s 60.174 60.238 59.318 61.665 65.053 68.565 69.650 71.605 73.882 68.114 Bruto-investeringen in woongebouwen 19.744 19.783 19.148 20.277 20.248 20.772 20.973 21.292 22.404 20.864 Bruto-investeringen van de overheid 9.091 9.558 9.084 10.287 10.388 10.328 10.442 11.612 11.896 11.730 Voorraadverandering + Saldo aan- en

verkopen van kostbaarheden n. n. n. n. n. n. n. n. n. n.

Voorraad veranderingen n. n. n. n. n. n. n. n. n. n.

Saldo aan- en verkopen van

kostbaarheden n. n. n. n. n. n. n. n. n. n.

Netto-uitvoer van goederen en diensten

(uitvoer - invoer) n. n. n. n. n. n. n. n. n. n.

Totale uitvoer 297.545 296.097 297.141 312.582 324.216 344.323 363.161 365.299 369.032 351.972 Totale invoer 292.870 290.894 290.272 306.319 318.307 342.026 359.876 364.409 367.189 351.454 Bruto binnenlands product tegen marktprij-

zen 397.245 400.181 402.019 408.365 416.702 421.980 428.822 436.489 444.279 416.361

1 Consumptieve bestedingen van de huishoudens en de instellingen zonder winstoogmerk (IZW’s).

v

(18)

2.3 BIJDRAGEN TOT DE VOLUMEVERANDERING VAN HET BBP T.O.V. HET VOORGAANDE JAAR (voor kalendereffecten gezuiverde gegevens, in procentpunt)

2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020v

Consumptieve particuliere bestedingen1 0,4 0,8 0,9 0,3 0,8 0,8 1,0 1,0 0,8 -4,5

Consumptieve bestedingen van de overheid 0,1 0,3 0,0 0,3 0,1 0,1 0,1 0,3 0,4 0,1

Bruto binnenlandse kapitaalvorming 1,8 -0,5 -0,9 1,2 1,3 1,2 0,3 1,1 0,5 -1,6

Bruto kapitaalvorming 1,2 0,1 -0,5 1,2 0,9 1,0 0,3 0,8 0,8 -1,7

Bruto-investeringen van de ondernemingen,

zelfstandigen en IZW’s 1,2 0,0 -0,2 0,6 0,8 0,8 0,3 0,4 0,5 -1,3

Bruto-investeringen in woongebouwen -0,2 0,0 -0,2 0,3 0,0 0,1 0,0 0,1 0,3 -0,4

Bruto-investeringen van de overheid 0,1 0,1 -0,1 0,3 0,0 0,0 0,0 0,3 0,1 0,0

Voorraadverandering 0,6 -0,6 -0,4 0,0 0,4 0,3 0,0 0,3 -0,4 0,0

Netto-uitvoer van goederen en diensten -0,7 0,2 0,5 -0,2 -0,1 -0,9 0,3 -0,5 0,2 -0,3

Totale uitvoer 3,5 -0,4 0,3 4,1 3,0 4,8 4,3 0,5 0,8 -3,8

Totale invoer 4,2 -0,5 -0,2 4,3 3,1 5,7 4,1 1,0 0,6 -3,5

Bruto binnenlands product tegen marktprij-

zen 1,7 0,7 0,5 1,6 2,0 1,3 1,6 1,8 1,8 -6,3

1 Consumptieve bestedingen van de gezinshuishoudingen en de instellingen zonder winstoogmerk (IZW’s).

3 VERDELING VAN HET BINNENLANDS PRODUCT: BELANGRIJKSTE INKOMENSCATEGORIEËN, RAMINGEN TEGEN LOPENDE PRIJZEN

(voor kalendereffecten gezuiverde gegevens, in € miljoen)

2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020v

Beloning van werknemers 193.175 199.811 203.600 206.304 208.132 211.810 219.194 226.298 234.568 229.414

Lonen 140.858 145.499 148.061 150.580 151.893 156.651 162.305 168.448 174.757 170.268

Sociale premies 52.317 54.312 55.538 55.724 56.238 55.159 56.889 57.849 59.811 59.146

Bruto exploitatieoverschot en bruto ge-

mengd inkomen 146.662 147.903 150.613 157.535 168.447 175.211 181.104 187.722 194.145 183.349 Netto belastingen op productie en invoer 36.131 38.461 38.668 39.165 40.123 43.065 44.752 46.351 47.631 38.414 Bruto binnenlands inkomen tegen marktprij-

zen 375.968 386.175 392.880 403.003 416.702 430.085 445.050 460.370 476.344 451.177

18

(19)

4 ARBEIDSMARKTSTATISTIEKEN

4.1 VERDELING VAN DE BELONING VAN WERKNEMERS PER BEDRIJFSTAK (binnenlands concept, voor kalendereffecten gezuiverde gegevens, in € miljoen)

2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020v

Landbouw, bosbouw en visserij 454 482 498 529 558 577 615 672 745 763

Nijverheid en energie 34.353 35.133 35.445 35.519 34.769 34.947 36.078 36.719 37.777 36.716

Bouwnijverheid 10.211 10.428 10.323 10.433 10.331 10.396 10.661 11.455 11.869 11.278

Diensten 148.158 153.768 157.333 159.823 162.474 165.889 171.841 177.451 184.177 180.658 Handel, vervoer en horeca 40.767 42.012 42.328 42.546 43.476 43.627 44.746 45.968 47.944 44.239

Informatie en communicatie 7.369 7.585 7.746 7.808 7.942 8.055 8.633 9.054 9.457 9.589

Financiële dienstverlening 9.704 9.885 9.917 9.964 9.910 9.808 9.822 10.021 9.884 9.686

Verhuur en handel van onroerend goed 867 899 949 950 993 1.055 1.128 1.191 1.245 1.214

Zakelijke dienstverlening 21.016 21.762 22.305 23.208 24.265 25.547 27.056 28.437 29.754 28.329 Overheid en onderwijs 44.515 46.411 47.972 48.737 48.878 50.130 51.681 53.059 54.843 56.435 Gezondheids- en welzijnszorg 19.256 20.301 21.106 21.493 21.855 22.465 23.420 24.206 25.267 25.921 Cultuur, recreatie, overige diensten 4.664 4.913 5.012 5.117 5.155 5.203 5.356 5.516 5.784 5.244 Totale beloning van werknemers 193.175 199.811 203.600 206.304 208.132 211.810 219.194 226.298 234.568 229.414

4.2 NATIONALE WERKGELEGENHEID: AANTAL ZELFSTANDIGEN EN WERKNEMERS (voor kalendereffecten gezuiverde gegevens, duizenden personen)

2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020v

Zelfstandigen 734,9 743,0 749,9 756,2 766,2 778,4 791,2 804,4 818,9 833,1

Werknemers 3.898,7 3.909,9 3.888,9 3.901,4 3.931,8 3.977,8 4.039,0 4.096,5 4.158,8 4.144,2 Totaal aantal werkzame personen 4.633,6 4.653,0 4.638,9 4.657,6 4.698,0 4.756,2 4.830,2 4.900,9 4.977,7 4.977,3

4.3 BINNENLANDSE WERKGELEGENHEID: VERDELING VAN HET AANTAL WERKZAME PERSONEN PER BEDRIJFSTAK (voor kalendereffecten gezuiverde gegevens, duizenden personen)

2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020v

Landbouw, bosbouw en visserij 61,9 61,0 60,0 59,8 60,4 59,5 58,7 59,1 59,9 60,3

Nijverheid en energie 599,7 592,0 579,5 566,0 552,6 552,5 556,6 560,0 564,6 562,2

Bouwnijverheid 279,8 280,8 277,1 273,0 271,9 274,0 276,6 283,4 288,3 290,9

Diensten 3.611,6 3.638,5 3.642,5 3.678,3 3.732,4 3.789,1 3.856,5 3.915,6 3.981,0 3.979,6 Handel, vervoer en horeca 1.004,1 998,7 984,9 979,7 987,2 990,7 995,9 1.003,3 1.015,9 1.004,1

Informatie en communicatie 109,9 110,2 109,9 111,3 112,5 114,6 119,3 123,6 128,2 129,1

Financiële dienstverlening 130,2 129,0 127,0 126,3 125,2 123,5 121,0 117,7 115,2 113,1

Verhuur en handel van onroerend goed 24,5 24,6 24,8 25,2 26,1 27,2 28,4 29,2 30,0 30,5

Zakelijke dienstverlening 794,9 810,0 821,9 846,5 877,1 907,2 936,9 962,9 984,9 979,4

Overheid en onderwijs 808,1 810,3 814,7 820,0 820,3 823,3 831,9 839,7 848,5 854,8

Gezondheids- en welzijnszorg 545,9 558,5 567,7 577,8 590,4 605,2 621,6 633,5 646,6 656,0 Cultuur, recreatie, overige diensten 193,9 197,2 191,6 191,5 193,6 197,4 201,4 205,6 211,6 212,5 Totale binnenlandse werkgelegenheid 4.553,0 4.572,4 4.559,0 4.577,1 4.617,3 4.675,2 4.748,5 4.818,1 4.893,8 4.893,0

(20)

4.4 ARBEIDSVOLUME PER BEDRIJFSTAK: WERKNEMERS (voor kalendereffecten gezuiverde gegevens, duizenden uren)

2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020v

Landbouw, bosbouw en visserij 31.632,8 31.869,2 33.058,0 35.060,4 37.164,7 38.151,0 39.480,4 43.009,7 45.070,3 46.091,8 Nijverheid en energie 888.689,9 872.550,3 853.429,9 833.970,4 816.702,8 817.231,1 828.070,5 834.585,4 837.333,6 786.360,8 Bouwnijverheid 340.393,6 332.689,4 320.796,0 321.726,8 316.324,5 317.704,3 321.422,3 333.267,6 334.999,8 310.854,5 Diensten 4.247.226,1 4.276.039,7 4.263.362,7 4.287.624,2 4.340.157,1 4.418.266,2 4.511.574,8 4.587.621,3 4.659.932,8 4.379.354,5 Handel, vervoer en horeca 1.265.836,4 1.264.851,0 1.248.173,3 1.240.915,0 1.253.722,1 1.269.557,8 1.290.485,6 1.309.038,1 1.331.667,1 1.177.586,2 Informatie en communicatie 157.318,7 157.586,4 156.975,0 157.803,9 159.803,4 163.398,5 171.008,9 176.975,8 182.731,3 178.129,5 Financiële dienstverlening 178.424,4 177.284,8 174.812,1 173.874,7 172.146,5 170.397,9 167.696,1 164.114,5 160.115,5 156.416,8 Verhuur en handel van onroerend

goed 28.640,9 28.928,9 29.033,6 29.314,1 30.228,2 31.670,8 33.182,1 34.043,5 34.864,4 32.399,4

Zakelijke dienstverlening 688.660,0 696.250,9 699.138,8 722.122,4 755.450,0 794.918,9 827.787,7 858.033,6 874.124,6 801.317,1 Overheid en onderwijs 1.133.377,3 1.137.321,3 1.141.523,4 1.145.240,6 1.137.911,9 1.137.800,5 1.149.014,3 1.159.378,2 1.172.624,8 1.171.637,7 Gezondheids- en welzijnszorg 598.755,7 613.673,1 621.851,1 628.651,1 639.924,8 654.783,2 673.028,3 684.374,6 698.281,1 688.064,1 Cultuur, recreatie, overige diensten 196.212,6 200.143,2 191.855,3 189.702,6 190.970,2 195.738,6 199.371,8 201.663,1 205.524,0 173.803,7 Totaal aantal uren 5.507.942,4 5.513.148,6 5.470.646,6 5.478.381,9 5.510.349,1 5.591.352,6 5.700.548,1 5.798.484,1 5.877.336,7 5.522.661,6

20

(21)

Publicaties van het INR - Contactpersonen

Het Instituut voor de nationale rekeningen publiceert naast de belangrijkste aggregaten nog andere cijfers uit de nationale en regionale rekeningen. De overgrote meerderheid van de gegevens zijn beschikbaar in pdf-formaat via de link:

https://www.nbb.be/doc/DQ/N/planningPapPub.htm

De cijfergegevens kunnen worden opgevraagd via de interactieve databank NBB.Stat.

Hieronder volgt per publicatie een korte beschrijving.

1. Gedetailleerde nationale rekeningen

De publicatie van de gedetailleerde nationale rekeningen verschijnt midden oktober. Zij bestaat uit gedetailleerde tabellen met de samenstelling en verdeling van het binnenlands product, de productie en inkomensvormingsrekening alsook de belangrijkste bestedingscomponenten, de sectorrekeningen, de kapitaalgoederenvoorraad en de werkgelegenheid.

2. kwartaalrekeningen en eerste raming van de jaarrekeningen

De kwartaalrekeningen bevatten de eerste ramingen van de voornaamste nationale aggregaten. Zij verschijnen vier maal per jaar, 120 dagen na het verloop van het kwartaal waarop de rekeningen betrekking hebben. Samen met de resultaten van het vierde kwartaal verschijnt de eerste schatting van de jaarrekeningen, die grotendeels gebaseerd is op de kwartaalrekeningen.

In de kwartaalrekeningen, die consistent zijn met de nationale jaarrekeningen, worden de belangrijkste aggregaten uit zowel het bestedings-, inkomens- als productieoogpunt gepresenteerd. Ook de werkgelegenheid, het arbeidsvolume van de loontrekkenden en de beloning van werknemers per bedrijfstak wordt geschat.

Teneinde zo snel mogelijk cijfers betreffende het meest recente kwartaal ter beschikking te stellen, verschijnt reeds na 30 dagen een flash-raming van de bbp-groei Deze wordt wel niet opgesplitst naar de verschillende deelcomponenten van het bbp. Een eerste raming van deze opsplitsing en van de andere aggregaten van de economie wordt 60 dagen na het einde van het kwartaal verspreid.

(22)

3. Rekeningen van de institutionele sectoren

De jaarrekeningen van de institutionele sectoren zijn opgenomen in de publicatie van de gedetailleerde nationale rekeningen (cf. punt 1). Midden oktober worden ze uitgebracht via de database van de Nationale Bank van België, NBB.Stat .

De complete rekeningenreeks voor de institutionele sector wordt gepubliceerd. De institutionele sectoren bestaan uit de niet-financiële vennootschappen, de financiële instellingen (en

subsectoren), de overheid, de huishoudens, de IZW’s t.b.v. huishoudens en het buitenland.

De kwartaalrekeningen van de institutionele sectoren worden vier maal per jaar verspreid, ongeveer 105 dagen na het einde van het kwartaal waarop zij betrekking hebben. Deze kwartaalrekeningen zijn in overeenstemming met hun jaarlijks equivalent (zie hierboven), maar zijn minder gedetailleerd. De focus ligt op de meest relevante aggregaten, in het bijzonder door middel van sleutelindicatoren en componenten. Deze rekeningen bevatten eveneens de kwartaalrekeningen van de overheid.

4. Rekeningen van de overheid

De kwartaalrekeningen van de overheid worden samen met de rekeningen van de institutionele sectoren verspreid (zie punt 3).

Jaarlijks worden twee ramingen van de jaarrekeningen van de overheid opgesteld, waarvan de resultaten worden gepubliceerd op de website van de Nationale Bank van België.

In de maand april volgend op het referentiejaar wordt een eerste raming gepubliceerd in de vorm van tabellen van ontvangsten en uitgaven van de overheid.

De tweede raming, die midden oktober wordt verspreid, omvat de volledige rekeningen van de overheid en haar subsectoren. Die versie bevat de gegevens die nodig zijn voor de analyse van de overheidsfinanciën en hun verhouding tot de rest van de economie. Deze rekeningen worden overgenomen in de publicatie van de gedetailleerde nationale rekeningen.

5. Aanbod- en gebruikstabellen

Op het einde van ieder jaar verschijnen de aanbod- en gebruikstabellen. Zij geven een beeld van de structuur van de productiekosten, van het inkomen dat wordt gegenereerd in het productieproces en van de goederen- en dienstenstromen die ofwel uit binnenlandse productie voortvloeien ofwel het resultaat zijn van in- en uitvoer.

6. Regionale rekeningen: aggregaten per bedrijfstak en rekening van de huishoudens

Op het einde van ieder jaar verschijnen de jaarlijkse regionale rekeningen. Zij verdelen per gewest, provincie en arrondissement meerdere variabelen uit de nationale rekeningen, waarmee ze volledig consistent zijn.

Naast de regionale bruto toegevoegde waarde en beloning van werknemers, bevat de publicatie ook de geregionaliseerde gegevens over het aantal werkzame personen, het aantal gewerkte uren en over de bruto investeringen in vaste activa. Ook de regionale cijfers met betrekking tot de rekening van de huishoudens maken deel uit van het geheel. Wat dit laatste betreft, gaat het

22

(23)

om de belangrijkste variabelen uit de rekening voor de bestemming van de primaire inkomens (beloning van werknemers en inkomen uit vermogen), de secundaire inkomensverdeling (belastingen, sociale bijdragen en uitkeringen en beschikbaar inkomen) en de tertiaire inkomensverdeling (netto- en brutobedragen t.e.m. de spaarquote). Naast de consumptieve bestedingen van de gezinnen worden ook de consumptieve bestedingen van de overheid en de instellingen zonder winstoogmerk t.b.v. huishoudens regionaal verdeeld.

7. Thematiek

kwartaal Bbp en "flash" quarterly.na@nbb.be Yannick Rombauts +32 2 221 26 93

Jaarrekeningen

- bedrijfstakken production.na@nbb.be Tim Van Waeyenberg +32 2 221 49 88 - bestedingen expenditure.na@nbb.be Lotte Van Mechelen +32 2 221 47 31 Sectorrekeneningen sectors.na@nbb.be Odile Biernaux +32 2 221 30 44 Rekeningen van de overheid governmentfinance.na@nbb.be Claude Modart +32 2 221 30 26 Regionale rekeningen regional.na@nbb.be Monica Maeseele +32 2 221 30 28 Arbeidsmarkt labour.na@nbb.be Bernadette Boudry +32 2 221 47 54 kapitaalgoederenvoorraad expenditure.na@nbb.be Lotte Van Mechelen +32 2 221 47 31

Aanbod- en gebruikstabellen

(SUT) sut.na@nbb.be Hans De Dyn +32 2 221 30 38

Satellietrekening van de

IZWs sectors.na@nbb.be Odile Biernaux +32 2 221 30 44

Verspreiding van de reeksen nationalaccounts.na@nbb.be kristof Segers +32 2 221 38 70 Toezicht en coördinatie coordination.na@nbb.be Isabelle Brumagne +32 2 221 28 77

(24)
(25)

Algemene opmerkingen

In een aantal tabellen zijn de totalen, ten gevolge van afrondingen, niet steeds gelijk aan de som van de rubrieken.

De website van de Nationale Bank van België bevat de publicatiekalender van de belangrijkste economische statistieken opgesteld door de Bank en het INR.

In uitvoering van de SDDS-verplichting (IMf’s Special Data Dissemination Standard) zijn ook alle statistieken die deel uitmaken van de SDDS in de kalender opgenomen. Publicatiedata zijn overgenomen van de instelling die de statistiek opstelt; sommige onder hen publiceren via hun eigen verspreidingskanalen ruimere kalenders over hun statistieken dan die vermeld op de website van de Bank.

(26)
(27)

Conventionele tekens

r raming

v voorlopig

- het gegeven bestaat niet of heeft geen zin

n. niet beschikbaar

p.m. pro memorie

0 of 0,0 nul of minder dan de helft van de laatst in aanmerking genomen eenheid

(28)
(29)

Lijst van afkortingen

BBP Bruto binnenlands product BNI Bruto nationaal inkomen

ESR Europees systeem van nationale en regionale rekeningen IGDFI Indirect gemeten diensten van financiële intermediairs INR Instituut voor de nationale rekeningen

IZW Instelling zonder winstoogmerk

NACE-BEL Belgische versie van de statistische nomenclatuur van de economische activiteiten in de Europese gemeenschappen

NBB Nationale Bank van België SNA System of National Accounts

Vwd Verbeterd voor de invloed van het aantal gewerkte dagen en andere kalendereffecten1

VZW Vereniging zonder winstoogmerk

1 Andere kalendereffecten zijn bijvoorbeeld deze veroorzaakt door de verschillende samenstellingen van de week, tengevolge van het aantal dagen weekend en het aantal werkdagen.

(30)
(31)

Bestellingen

Op de internetsite van de Nationale Bank van België, via de rubriek “e-service”, kan u een gratis e-mailabonnement nemen op deze statistische publicatie. Deze wordt u dan automatisch op de publicatiedatum via e-mail toegezonden.

Voor meer informatie

Wie meer informatie wenst over de inhoud, de methodologie, de berekeningswijze en de bronnen kan terecht bij de dienst nationale & regionale rekeningen en conjunctuur van de Nationale Bank van België.

nationalaccounts.na@nbb.be

© Illustraties: Nationale Bank van België Opmaak: NBB Algemene statistiek Omslag: NBB AG - Prepress & Image Gepubliceerd in april 2021

Verantwoordelijke uitgever

Rudi Acx

Chef van het departement Algemene statistiek Nationale Bank van België

Naamloze vennootschap

RPR Brussel - Ondernemingsnummer: 0203.201.340

Maatschappelijke zetel: de Berlaimontlaan 14 - BE-1000 Brussel www.nbb.be

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De gedetailleerde nationale jaarrekeningen van België worden opgesteld volgens de definities van het Europees Systeem van Rekeningen (ESR 2010).. De publicatie geeft een commentaar

Deze publicatie bevat de eerste ramingen van het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR) met betrekking tot de voornaamste aggregaten van de nationale rekeningen voor het

– de brutospaarquote van de huishoudens, die gedefinieerd wordt als de brutobesparing in procenten van het bruto beschikbaar inkomen (gecorrigeerd voor mutaties van

– de brutospaarquote van de huishoudens, die gedefinieerd wordt als de brutobesparing in procenten van het bruto beschikbaar inkomen (gecorrigeerd voor mutaties van

De ramingen van de consumptie door huishoudens werden gekenmerkt door kleine bij- stellingen. Het jaar 2004 was het tweede jaar dat gebruik maakte van een nieuw sys- teem voor

Begrotingsresultaten 2004 – Schuldontwikkeling Begin 2005 verspreidde de minister een persmede- deling over de begrotingsresultaten 2004 waarin de schuldreductie in 2004 op

(Bij deze opgave treft U een bijlage aan met een schema van de Nationale Rekeningen van een volkshuishouding. Deze bijlage dient ingevuld te worden en tezamen met de andere

– de brutospaarquote van de huishoudens, die gedefinieerd wordt als de brutobesparing in procenten van het bruto beschikbaar inkomen (gecorrigeerd voor mutaties van