• No results found

In de lezing die we hoorden, staat het Lam cen- traal

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "In de lezing die we hoorden, staat het Lam cen- traal"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

HOMILIE MGR. JOHAN BONNY, BISSCHOP VAN ANTWERPEN HOOGFEEST VAN ALLERHEILIGEN

Onze-Lieve-Vrouwekathedraal Antwerpen Pontificale Hoogmis, 1 november 2012, 10u30

Apok. 7, 2-4.9-14 1 Joh. 3, 1-3 Mt. 5, 1-12a

Broeders en Zusters,

Op Allerheiligen komt de eerste lezing uit het Boek van de Openbaring of de Apocalyps van Johannes. Het is één van de jongste boeken van het Nieuwe Testa- ment. In onze Bijbeluitgaven staat de Apocalyps helemaal achteraan. Het is een in- drukwekkend schilderij van de ‘eindtijd’ of de ‘uiteindelijke wereld’, zoals Johannes het zag en opschreef. Het is geen gemakkelijk literair genre. Elk woord, elk beeld heeft een symbolische betekenis. In de lezing die we hoorden, staat het Lam cen- traal. Het Lam is Jezus. Hij werd als een weerloos lam naar de slachtbank geleid en gaf zijn leven voor ons prijs. Toch staat het Lam er niet langer geslagen of versla- gen bij. In het Lam ziet Johannes de Verrezen Heer, die de dood heeft overwon- nen. Rond het Lam staat een grote menigte gelukkige mensen. Johannes zet er een symbolisch getal op: honderdvierenveertigduizend of twaalf maal twaalfduizend.

Het is een getal van volledigheid: geen stam van Israël, geen volk, geen taal ont- breekt. Hun geluk bestaat erin dat ze voorgoed met Jezus verenigd zijn en in zijn overwinning mogen delen. Ze weten met hun vreugde geen blijf en zingen liederen, ter ere van het Lam. Wij zijn niet gebonden aan de beeldtaal van Johannes, maar geloven in de diepe waarheid achter zijn visioen.

Wat geloven wij dan? Dat God voor ons een toekomst heeft bereid, mooier en heerlijker dan wat wij ons nu kunnen voorstellen. Van die toekomst is Jezus Christus de hoeksteen. Hij is er het levende middelpunt van. Rond Hem en in Hem zullen wij elkaar terugvinden, volledig en voorgoed. Naar die toekomst zien we uit en zijn we nog op weg. Ze is onze hoop en onze troost in bange dagen. Toch is die toekomst niet zomaar voor later of voor nadien. Ze is al begonnen. Ze is al van vandaag. We geloven dat de heiligen –en het zijn er veel meer dan wij beseffen- nu al thuis zijn in de gemeenschap van de eindtijd. Door banden die alleen God kent, zijn zij met ons verbonden en wij met hen. Het is deze verbondenheid die we van- daag, op Allerheiligen, mogen vieren.

(2)

Ik wil nog eens naar Johannes terugkeren. Aan het begin van het boek van de Openbaring zegt hij dat hij zijn visioen ziet en noteert op Patmos, een klein ei- land voor de kust van Klein-Azië. Waarom zit Johannes op Patmos? Hij is er niet als reiziger of missionaris. Samen met andere christenen is hij naar Patmos uitgewe- ken vanwege de herhaalde vervolgingen in de steden van Klein-Azië. Om te ont- komen aan het geweld tegen hen, nemen ze de boot en zoeken hun toevlucht op nauwelijks bewoonde eilanden in de Egeïsche Zee. Het is voor deze bange en ver- volgde christenen dat Johannes de Openbaring schrijft. Hij wil hen troosten en bemoedigen in de vervolgingen die ze moeten ondergaan vanwege hun trouw aan Jezus en de verkondiging van zijn naam.

De beeldtaal van Johannes is sprekend. In zijn visioen ziet hij rond het Lam een menigte mensen in witte gewaden. Iemand vraagt waarom: ‘wie zijn dat in die wit- te gewaden en waar komen zij vandaan?’. Het antwoord volgt: ‘dat zijn degenen die komen uit de grote verdrukking, die hun gewaden hebben wit gewassen in het bloed van het Lam’. Het is een eigenaardige uitdrukking. Wie de was doet, weet best dat bloedvlekken uit witgoed bijna niet te verwijderen zijn. Johannes heeft het over christenen die de vervolging doorstaan hebben. Zij zijn trouw gebleven aan Jezus en hebben hun kruis gedragen, tot bloedens toe. Nu hebben zij deel aan de schittering en de heer- lijkheid van de Verrezen Heer. Het onmogelijke is gebeurd: hun lijdensweg is in vreugde verkeerd, hun eenzaamheid in verbondenheid, hun verminking in schoon- heid.

De Apocalyps is geen boek voor zachte dromers. Het is een boek van gees- telijk verzet. Het is een boek van kracht en troost voor christenen in een bedreigde situatie. Vanaf de eerste tijd hebben christenen ervaren dat op hun trouw aan Jezus en op hun getuigenis voor Hem een prijs staat: de prijs van tegenwerking, spot of eenzaamheid. Het is vandaag nog even waar als vroeger, ook bij ons. Vandaag vie- ren we alle heiligen. Het komt als een refrein in alle levensverhalen van heiligen te- rug: dat ze in hun leven met veel tegenslagen of tegenkantingen te maken hadden.

Trouwens, als wij van iemand zeggen ‘dat was een heilige vrouw’ of ‘dat was een heilige man’ gaat het meestal hierover: over de manier waarop zij tegenslagen of te- genkantingen konden ombuigen tot een plaats van geduld en van barmhartigheid.

Allerheiligen is een dag van vreugde. We verheugen ons om wie nu al met de Verrezen Heer verenigd zijn en deelhebben aan zijn verheerlijking. We voelen ons met hen verbonden en rekenen op de kracht van hun nabijheid. We sluiten ons bij hen aan: samen met hen willen we treden voor de Verrezen Heer, voor het Lam op

(3)

de troon, en Hem de passende eer brengen. Tegelijk willen wij uit deze verbonden- heid kracht putten om stand te houden als leerlingen van Jezus. God heeft voor ons een toekomst bereid, waarvan we amper de aanvang hebben gezien. Aan die zekerheid mogen we ons optrekken, ook en vooral in dagen van beproeving en ge- duld.

Op Allerheiligen mogen we meezingen met het koor uit de Apocalyps. Voor dat koor staat geen koorleider of kapelmeester. Het kijkt naar het Lam dat Christus is en zingt: ‘Amen! Lof en heerlijkheid en wijsheid en dank, eer en macht en sterkte aan onze God in de eeuwen der eeuwen. Amen!’

+ Johan Bonny Bisschop van Antwerpen

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Dat Nederland geen ‘klein landje’ is, blijkt ook uit de krijgsmacht, maar het past niet in de Nederlandse traditie om daarover te spreken. De gemiddelde Nederlander vindt

Om andere meer gewone redenen, welke echter ook haar mate van waarschijnlijkheid hebben, voor bij te gaan: het algemeen gebruik van de profetie voor de kerk,

Vurige lampen, of flikkerende vlammen, gelijk die welke op de apostelen vielen, op de Pinksterdag (Hand. 2:3) zouden mogelijk de zinnebeelden kunnen zijn van de gezegende Geest

woordvoerder van het bedrijf stelt: “Aangezien een prijsverhoging voor ons bedrijf niet tot de mogelijkheden behoort en de niet-loonkosten per product gelijk blijven, tast

Op 18 april 1951 richtten deze landen de Europese gemeenschap voor kolen en staal

Deze twee gevallen zijn niet voldoende om zelfs maar te beginnen met speculeren over mogelijke motieven voor of effecten van het gebruik van de vrije indirecte rede bij quotatief

Toen kwam Jan de slager, Die zeî: dat beest is mager, Toen kwam Tijs de timmerman, Die lapte er weêr een staartjen an, Toen liep het hondjen henen, De staart al tusschen de

Het lijkt er op dat deze cultus in Priene een enigs- zins marginaal karakter heeft gehad: Egyptische goden komen niet voor op de munten van de stad, en de inscripties en