• No results found

Aartselaar Intergemeentelijk zwembad Archeologienota / Bureauonderzoek

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Aartselaar Intergemeentelijk zwembad Archeologienota / Bureauonderzoek"

Copied!
32
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Aartselaar – Intergemeentelijk zwembad Archeologienota / Bureauonderzoek

Tessa Beukelaar – van Gulik Mark Groenhuijzen

Zuidnederlandse Archeologische Notities

706

Amsterdam 2019 VUhbs archeologie

(2)

2 De serie Zuidnederlandse Archeologische Notities is een uitgave van VUhbs archeologie, Amsterdam

CO L O F O N

Opdrachtgever: IGEAN dienstverlening

Project: Aartselaar – Intergemeentelijk zwembad

Uitvoerder: VUhbs archeologie

Plaats documentatie: VUhbs archeologie

Projectcode: 2019D289 (bureauonderzoek)

Erkend archeoloog: Martijn Bink (OE/ERK/Archeoloog/2015/00005) Coördinaten: Noordoost: 152.170 / 203.259

Zuidwest: 152.105 / 203.171 Zuid: 152.178 / 203.138

Provincie, gemeente: Antwerpen, Aartselaar

Uitvoering: juli 2019

Auteur: T. Beukelaar-van Gulik MA, dr. M.R. Groenhuijzen Illustraties: T. Beukelaar-van Gulik MA

Omslagontwerp: M. Kriek

ISBN: 978-90-8614-684-0

Relevante thesauri thermen: bureauonderzoek

©VUhbs archeologie, Amsterdam, juli 2019 De Boelelaan 1105

1081 HV AMSTERDAM

(3)

3

I

N H O U D

Colofon 2

1 I

N L E I D I N G

4

1.1 Kader en motivatie 4

1.2 Plangebied en geplande werkzaamheden 5

1.2.1 Oppervlakte van het plangebied en ingreep 6

1.3 Bestaande situatie en bekende verstoringen 7

1.4 Archeologische voorkennis 7

1.5 Doel en vraagstelling van het onderzoek 8

1.6 Randvoorwaarden 8

1.7 Opzet van het rapport en motivatie bronnenmateriaal 8

2 A

S S E S S M E N T

( B

U R E A U O N D E R Z O E K

) 9

2.1 Aardkunde (landschap en bodem) 9

2.1.1 Geologische ontwikkeling 9

2.1.2 Reliëf en bodem binnen het plangebied 11

2.2 Archeologische en historische situatie 16

2.2.1 Archeologische situatie 16

2.2.2 Historische situatie 19

2.2.3 Luchtfotografie (Nieuwste Tijd situatie) 23

2.3 Archeologische verwachting / synthese 27

2.4 Samenvatting 27

3 L

I T E R A T U U R

2 9

4 L

I J S T V A N B I J L A G E N

3 0

(4)

4

1 I

N L E I D I N G

1 . 1 KA D E R E N M O T I V A T I E

In opdracht van IGEAN heeft VUhbs archeologie een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd voor het project Intergemeentelijk Zwembad in de gemeente Aartselaar (fig. 1.1 en 1.2). Ter hoogte van de huidige speeltuin zal een nieuw zwembad worden gebouwd. Door de werken zullen de bodem en eventueel aanwezige archeologische resten worden verstoord.

Het onroerend erfgoed decreet van 12 juli 2013, artikel 5.4.1 stelt dat bij de aanvraag van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen met ingreep in de bodem een archeologienota wordt toegevoegd wanneer de totale oppervlakte van de ingreep in de bodem 1000 m2 of meer beslaat en de totale oppervlakte van de kadastrale percelen waarop de vergunning betrekking heeft 3000 m2 of meer bedraagt, als het plangebied niet gelegen is in een archeologische zone, in een beschermde archeologische site of opgenomen is in de vastgestelde inventaris van archeologische zones.

Het plangebied en de oppervlakte van de ingrepen overschrijden deze criteria (zie infra).

De wijziging van het decreet op 5 jul 2017 geeft vrijstelling van de verplichting tot onderzoek bij werken aan lijninfrastructuur (niet gelegen in een archeologische zone of beschermde archeologische site) van meer dan 1000 m, waarbij de oppervlakte van de bodemingrepen buiten het gabarit van 1000 m2 niet overschreden wordt. Deze wijziging is niet van toepassing op het plangebied.

Het plangebied is niet gelegen in een zone waarin geen archeologisch erfgoed meer te verwachten valt.

Fig. 1.1 Aartselaar – Intergemeentelijk zwembad. Locatie van het plangebied op de topografische kaart en de locatie van Aartselaar in België. Bron: wms.ngi.be/cartoweb.

A plangebied; B locatie gemeente.

(5)

5

Fig. 1.2. Aartselaar – Intergemeentelijk zwembad. Locatie van het plangebied het Groot Referentie Bestand. Bron:

geopunt.be

A plangebied; B locatie gemeente.

1 . 2 PL A N G E B I E D E N G E P L A N D E W E R K Z A A M H E D E N

Het plangebied is gelegen aan de noordwestzijde van Aartselaar aan de Kleistraat. Het is gelegen naast het parkeerterrein behorend bij het zwembad Aartselaar. Ten noorden van het terrein is het veld van Aartselaar Voetbal sv gelegen. De weg die daarnaar toe leidt vanaf de Kleistraat vormt de oostelijke en noordelijk grens van het plangebied. De perceelsgrens is de westelijke grens en de zuidelijke grens is de Kleistraat. Momenteel is het terrein in gebruik als Speeltuin Kleistraat.

Ten noordoosten is de Kleibeek gelegen en iets noordelijker sluit deze aan op de Pannebosbeek. Deze beek sluit op zijn beurt aan op de Grote Struisbeek - Benedenvliet - Bovenvliet – Mandoursebeek.

Binnen het plangebied is een nieuw Intergemeentelijk zwembad gepland. De inplanting van dit zwembad is weergegeven is bijlage 2. Onder het zwembad zal een kelder zal worden gerealiseerd. Deze kelder zal een verstoring van ruim 3.70 m opleveren (bijlage 2). Buiten het zwembad dient rekening gehouden te worden met de aanleg van verharding rondom het zwembad en kabels en leidingen richting het nieuwe gebouw.

(6)

6

1 . 2 . 1 O P P E R V L A K T E V A N H E T P L A N G E B I E D E N I N G R E E P

De totale oppervlakte van het plangebied bedraagt 6954 m2. Doordat de oppervlakte van het plangebied groter is dan 3000 m2 , de oppervlakte van de bodemingreep groter is dan 1000 m2 en de werkzaamheden buiten het huidige gabarit plaatsvinden, is het volgens het nieuwe archeologiedecreet nodig een archeologienota bij de vergunningsvraag toe te voegen.

De kadastrale gegeven zijn weergegeven in tabel 1.2 en figuur 1.3.

Tabel 1.2. Aartselaar – Intergemeentelijk zwembad. Kadastrale gegevens. Bron: CadGIS Viewer / GRB.

Fig. 1.3. Aartselaar – Intergemeentelijk zwembad. Plangebied met kadastrale gegevens Bron: geopunt.be en CadGIS viewer.

(7)

7 1 . 3 BE S T A A N D E S I T U A T I E E N B E K E N D E V E R S T O R I N G E N

Op de bodembedekkingskaart (fig. 1.3) is te zien dat de begroeiing/bedekking van het bestaat uit overig afgedekt, bomen, gras en struiken. Momenteel is het terrein in gebruik als speeltuin, zoals eerder vermeld.

Aan de noordzijde is daarvoor een tennisterrein aanwezig en aan de zuidzijde is een deel bedekt met zand. Er zijn verder geen verstoringen in de ondergrond bekend.

Fig. 1.4. Aartselaar – Intergemeentelijk zwembad. Uitsnede van de bodembedekkingskaart (2012). Bron: geopunt.be.

A gebouwen; B autowegen; C overig afgedekt; D spoorwegen; E water; F overig afgedekt; G akker; H gras / struiken; I bomen; J gras / struiken (landbouwgebruiksperceel); K gras / struiken (WBN); M gras / struiken (WTZ); N bomen (WTZ); O plangebied.

1 . 4 AR C H E O L O G I S C H E V O O R K E N N I S

Binnen het plangebied is niet eerder archeologisch onderzoek uitgevoerd.

(8)

8 1 . 5 DO E L E N V R A A G S T E L L I N G V A N H E T O N D E R Z O E K

Het doel van het onderzoek als geheel is het opsporen en in kaart brengen van de eventueel in het plangebied aanwezige archeologische vindplaatsen. Allereerst dient door middel van het bureauonderzoek aan de hand van bestaande bronnen informatie verworven te worden over bekende of te verwachten archeologische resten en / of sporen.

De volgende onderzoeksvragen dienen beantwoord te worden:

• Zijn er aanwijzingen voor verstoringen binnen het plangebied? (paragraaf 1.3)

• Wat is de geologische opbouw van het plangebied? (paragraaf 2.1)

• Wat zijn de bekende en verwachte archeologische resten en / of sporen binnen het plangebied? Wat is bekend van het karakter, de omvang, datering, gaafheid en conservering van deze resten? (paragraaf 2.2)

• Wat is de impact van de geplande werkzaamheden? (paragraaf 2.3)

Na het uitvoeren van een bureauonderzoek zal bekend zijn of archeologische waarden aanwezig zijn en op welke manier deze waarden beschermd dienen te worden. Dit kan in situ als de waarden niet in gevaar komen door de geplande werkzaamheden of ex situ als de waarden onomkeerbaar vernietigd worden.

1 . 6 RA N D V O O R W A A R D E N

Het betreft een bureauonderzoek voor een ingreep in de bodem met uitgesteld vervolgonderzoek.

Timing van de vergunningsaanvraag is dermate dringend, dat iedere vorm van vervolgonderzoek in uitgesteld traject plaats zal vinden. Dit geldt voor vooronderzoek zonder ingreep in de bodem (landschappelijke boringen) en vervolgonderzoek met ingreep in de bodem (verkennende en waarderende archeologische boringen, proefputten en proefsleuven).

1 . 7 OP Z E T V A N H E T R A P P O R T E N M O T I V A T I E B R O N N E N M A T E R I A A L

De verslaglegging is per uitgevoerd onderdeel van het onderzoek samengesteld. In hoofdstuk 2 zullen de resultaten (assessment) van het bureauonderzoek worden beschreven. Hierbij zal eerst de geologische ontwikkeling voor het plangebied besproken worden alsmede de bodemontwikkeling. Daarna zal de archeologische en historische situatie geschetst worden aan de hand van een historisch kaart materiaal en literatuur. Voor wat betreft de historische gegevens is gebruik gemaakt van de beschikbare literatuur - voornamelijk online (zie literatuur). De historische cartografische bronnen (Ferrariskaart, Atlas der Buurtwegen, Vandermaelenkaart, Popp-kaart) zijn geraadpleegd via de raadpleegdienst voor historische cartografie (Agiv). De bodemkundige kaarten zijn geraadpleegd op de website www.dov.vlaanderen.be.

De bekende archeologische gegevens zijn opgezocht op de Centrale Archeologische Inventaris. Daarnaast is gebruik gemaakt van Cartesius.be om het historisch kaartmateriaal waar nodig aan te vullen.

De afgebeelde kaarten zijn vervaardigd in QGIS en weergegeven in Lambert 1972 projectiesysteem.

(9)

9

2 A

S S E S S M E N T

( B

U R E A U O N D E R Z O E K

)

2 . 1 AA R D K U N D E (L A N D S C H A P E N B O D E M) 2 . 1 . 1 GE O L O G I S C H E O N T W I K K E L I N G

Het plangebied ligt op de Boomse cuesta in het dal van de Grote Struisbeek. Deze beek watert af richting het westen en mondt uit in de Schelde op circa 5.3 km ten westen van het plangebied.

Een cuesta ontstaat bij de aanwezigheid van een schuine sequentie van meer en minder resistente lagen.

De erosieresistentie van de kleien van de Formatie van Boom, gevormd tijdens het Rupeliaan in het Vroeg-Oligoceen (33.9-28.4 miljoen jaar geleden)1, is de grondreden voor het ontstaan van de cuestafronten richting het zuiden aan weerszijden van het doorbraakdal van Hoboken. Op de cuesta’s zijn ook jongere afzettingen bewaard gebleven, zoals het geval is in de omgeving plangebied.

Fig. 2.1. Aartselaar – Intergemeentelijk zwembad. Uitsnede van de Tertiaire geologische kaart. Bron: dov.vlaanderen.be.

A Lid van Terhagen ; B Lid van Putte; C Formatie van Berchem; D Onderzoeksgebied; E wegen; F water.

De top van het Tertiaire substraat in het plangebied bestaat volgens de Tertiairgeologische kaart (fig. 2.1) uit afzettingen van de Formatie van Berchem. Deze formatie bestaat uit afzettingen die zijn gevormd in een ondiep mariene omgeving en dateert in het Laat-Aquitaniaan tot en met het Serravalliaan (circa 21- 11 miljoen jaar geleden) in het Mioceen. De afzettingen betreffen voornamelijk groen tot zwart, fijn tot

1 Laga et al. 2001, 142-143; Jacobs et al. 2010, 26.

(10)

10 matig fijn, kleihoudend, glauconiethoudend zand. Plaatselijk komen schelpen voor.2 In de omgeving van het plangebied liggen deze zanden op een diepte van minder dan 5 m onder maaiveld.Het Tertiair werd circa 1.8 miljoen jaar opgevolgd door het Kwartair, een periode die wordt gekenmerkt door een afwisseling van koudere en warmere perioden, de zogenaamde glacialen en interglacialen. Tijdens deze periode is het rivierstelsel van de Vlaamse Vallei gevormd door insnijding in de oudere Tertiaire afzettingen. Het dal van de Grote Struisbeek is één van de kleine zijdalen van de Vlaamse Vallei, waarin de Schelde voor de grootste afwatering zorgt. Van origine stroomde de Schelde vanaf Gent richting het noorden naar de zee, maar deze geul werd tussen Maldegem en Stekene afgedamd door de vorming van dekzandruggen tijdens de overgang van de laatste ijstijd, het Weichseliaan (circa 116.000-11.700 jaar geleden), naar de huidige warme periode, het Holoceen (circa 11.700 jaar geleden). Als gevolg van deze afdamming brak de rivier door het cuestafront van de Boomse cuesta en de naastgelegen Wase cuesta, en werd het zogenaamde doorbraakdal van Hoboken gevormd. De Quartairgeologische kaart (fig. 2.2) geeft inzicht in de verspreiding van de Kwartaire afzettingen aan de hand van profieltypen.

Het plangebied is vrijwel geheel gekarteerd als profieltype 1a, met in de nabije omgeving ook profieltype 1 gekarteerd. Dit betekent dat de Kwartaire stratigrafie in de omgeving van het plangebied overwegend bestaat uit eolische pakketten die zijn afgezet tijdens het Weichseliaan. Deze eolische pakketten zijn ontstaan als gevolg van verdroging van het landschap en een gebrek aan vegetatie, waardoor sediment tijdens deze ijstijd op grote schaal door de wind verplaatst kon worden en als een deken over het landschap is afgezet. Lokaal kunnen deze afzettingen nog als colluvium zijn verschoven. Dit kan gebeurd zijn tijdens het Weichseliaan of pas tijdens het Holoceen. De eolische afzettingen bestaan uit fijn zand tot zandleem, met een nog lemiger karakter op de top van de cuesta. Het dekzandpakket wordt gerekend tot het Lid van Wildert binnen de Formatie van Gent (GtW).3

Bij profieltype 1a kunnen de eolische afzettingen nog zijn afgedekt door fluviatiele afzettingen in het Holoceen. De verspreiding van dit profieltype is daarmee beperkt tot de beekdalen, waaronder die van de Grote Struisbeek. Holocene fluviatiele afzettingen bestaan doorgaans uit kleiige tot lemige afzettingen maar kunnen ook zandige of zelfs venige sedimenten omvatten. Deze afzettingen behoren tot de Formatie van Arenberg (Ab).4

Het profieltype 1a voor de directe omgeving van het plangebied wordt bevestigd een boring die op ca.

50 m ten oosten van het plangebied is gezet.5 Hier is sprake van een kleidek van 1.5 meter dik met daaronder zand. Waarschijnlijk zijn ook binnen het plangebied de eolische afzettingen afgedekt door een pakket holocene, fluviatiele klei van ca. 1.5 meter dik. Dit verschilt van de bodemopbouw in het gebied direct ten oosten van de Kleibeek, met ook het terrein waarvoor in 2017 een bureauonderzoek is uitgevoerd (zie sectie 2.2.1). Hier is sprake van onafgedekte, eolische afzettingen (profieltype 1). Dit wordt bevestigd door een boring waarin het gele zand direct onder de 40 cm dikke bouwvoor is aangetroffen.6

2 Laga et al. 2001, 144; Jacobs et al. 2010, 25-26.

3 Gullentops et al. 2001, 162; Jacobs et al. 2001, 14-15.

4 Gullentops et al. 2001, 161; Jacobs et al. 2001, 10.

5 boring 1405-B171020173

6 boring kb15d43w-B258

(11)

11

Fig. 2.2. Aartselaar – Intergemeentelijk zwembad. Uitsnede van de Quartair geologische kaart. Bron: dov.vlaanderen.be A profieltype 1; B profieltype 1a; C profieltype 1b; D profieltype 3a; E onderzoeksgebied; F wegen; G water

2 . 1 . 2 RE L I Ë F E N B O D E M B I N N E N H E T P L A N G E B I E D

De hoogtekaart van de omgeving van het plangebied (fig. 2.3) laat duidelijk zien dat het plangebied is gelegen in het dal van de Grote Struisbeek, die is ingesneden in de relatief hooggelegen Boomse cuesta.

De hoogste punten van deze cuesta bevinden zich ten zuiden van het plangebied op circa 32 m TAW.

Het dal van de Grote Struisbeek ten noorden van het plangebied bevindt zich rond 9 m TAW, en dit loopt verder af tot circa 4 m TAW bij de monding in de Schelde ten westen van het plangebied. Het plangebied zelf is gelegen rond 13.3-14.7 m TAW (fig. 2.4).

De bodem van het plangebied is beschreven op de Bodemkaart Vlaanderen (fig. 2.5) aan de hand van bodemtypen. Hierop is te zien dat de bodem van het plangebied in zijn geheel beschouwd kan worden als een matig natte zandleembodem waarvan het sediment lichter wordt in de diepte, met een sterk gevlekte, verbrokkelde textuur-B-horizont (bodemtype Ldcz). De variatie in textuur wijst mogelijk op de aanwezigheid van moedermateriaal dat fluviatiel in oorsprong is. Deze bodem wordt gekenmerkt door een relatief hooggelegen bleekbruine uitspoelingshorizont die aan het contact met de gebrokte, bruine textuur-B-horizont duidelijke roestverschijnselen vertoond. In deze horizont komen bovendien lichte, bleekbruine leem- of zandleeminsluitsels voor. Dit bodemtype is zeer nat in het voorjaar en kan sterk uitdrogen in de zomer.7

7 Baeyens 1976, 57; Van Ranst/Sys 2000.

(12)

12 Op de potentiële bodemerosiekaart (fig. 2.6) is te zien dat het plangebied in zijn geheel niet is gekarteerd.

Op basis van het ten westen gelegen aangrenzende perceel kan echter worden verondersteld dat de erosiepotentie van het plangebied zeer laag is. Dit is waarschijnlijk het gevolg van de ligging in het stabiele dal van de Grote Struisbeek met slechts een zwak reliëf.

Fig. 2.3. Aartselaar – Intergemeentelijk zwembad. Uitsnede van het Digitaal Hoogtemodel Vlaanderen II. Bron:

dov.vlaanderen.be

A plangebied; B gebouwen; C wegen; D water.

(13)

13

Fig. 2.4. Aartselaar – Intergemeentelijk zwembad. Hoogteverloop. Bron: geopunt.be

(14)

14

Fig. 2.5. Aartselaar – Intergemeentelijk zwembad. Uitsnede van de bodemkaart Vlaanderen. Bron: dov.vlaanderen.be A matig droge en matig gleyige zandleemgronden; B sterk gleyige zandleemgronden; C bebouwd/vergraven; D onderzoeksgebied; E bebouwing; F wegen; G water.

(15)

15

Fig. 2.6. Aartselaar – Intergemeentelijk zwembad. Uitsnede van Potentiële Erosiekaart per perceel 2018. Bron:

dov.vlaanderen.be

A zeer hoog; B hoog; C gemiddeld; D laag; E zeer laag; F verwaarloosbaar; G bijzondere strook; H niet van toepassing; I geen info; J plangebied; K gebouwen; L wegen; M water.

(16)

16 2 . 2 A R C H E O L O G I S C H E E N H I S T O R I S C H E S I T U A T I E

2 . 2 . 1 AR C H E O L O G I S C H E S I T U A T I E

In tabel 2.1 en op figuur 2.7 wordt een overzicht gegeven van de CAI-locaties in de omgeving van het plangebied. Hieruit blijkt dat vooral de Late Middeleeuwen en Nieuwe tijd zijn vertegenwoordigd in de omgeving van het plangebied. De Locaties beschrijven vooral Hoeven en Kastelen. Ten zuidwesten van het plangebied, schuin aan de overkant van de Kleistraat is een dergelijke hoeve aanwezig: Roode Klaer Hoef dat dateert uit de 19e eeuw.8 Op iets meer dan één kilometer ten noordoosten zijn Romeinse bewoningssporen aangetroffen (CAI-locatie 105212). Hier wordt ter hoogte van het toponiem Eikenboom een Romeinse nederzetting verwacht.9 Net ten zuiden van deze locatie is ook een munt uit de Late IJzertijd aangetroffen (CAI-locatie 217608), naast nog wat metaalvondsten daterend tot de Middeleeuwen en Nieuwe tijd (CAI-locatie 212360, 220473, 217777). Deze zijn aan het licht gekomen door metaaldetectie.

Tabel 2.1. Aartselaar – Intergemeentelijk zwembad. CAI-locaties in de omgeving van het plangebied

8 https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/12423

9 https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/135366

(17)

17

Fig. 2.7. Aartselaar – Intergemeentelijk zwembad. Aanduiding van de locaties uit de Centrale Archeologische Inventaris en andere vastgestelde inventarissen in de omgeving van het plangebied. Bron: CAI en geo.onroerenderfgoed.be

A CAI-locatie met nummer; B archeologienota; C landschappelijk erfgoed; D stads- en dorpsgezichten; E onderzoeksgebied.

Op figuur 2.7 zijn nog de volgende elementen opgenomen: Vastgestelde Landschapsatlasrelicten en Beschermd Stads- en Dorpsgezicht. Het plangebied is net niet gelegen in een Vastgesteld landschapsatlasrelict, namelijk Domeinen Groeningerhof, Solhof en Lillaarschans met omgeving. Het wordt wel bijna volledig omgeven door dit element. Binnen dit element zijn gelegen de Beschermde Stads- en Dorpsgezichten: Kasteel Groeningenhof en omgeving en Kasteel Solhof: neorenaissance bijgebouwen, omgevende gronden en dreven.

Kasteel Groeningenhof is onder meerdere namen bekend, zoals ook al blijkt uit bovenstaande tabel. Het wordt voor het eerst vermeld in 1314, wanneer het in bezit komt van Jan Berthout van Berlaer.

Vervolgens wordt het kasteel meerdere malen verkocht of opgekocht. In 1830 wordt het kasteel gekocht door de familie Della Faille. Deze familie heeft het kasteel nog steeds in bezit. 10

Kasteel Solhof wordt voor het eerst vermeld in de 15e eeuw.11 Het hof bestaat dan uit twee hoeven genaamd Grootte Grippe en Mastboom. Rond 1550 wordt een hof van plaisantie opgericht “t hoff van

10 https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/300071

11 Provincie Antwerpen 2017, 8

(18)

18 Ysselaer. Hiervan zijn de omgrachting en de hoektoren nog van overgebleven binnen het huidige kasteel, dat in de 1748 wordt opgericht. Eind van de 19e eeuw wordt het kasteel nog uitvoerig verbouwd.

Als laatste element zijn op figuur 2.7 bekrachtigde nota’s en archeologienota’s opgenomen. Op ca 200 m ten noordoosten van het plangebied is een bureauonderzoek uitgevoerd in 2017. Dit plangebied is gelegen in het vastgesteld landschapatlasrelict. Binnen dit bureauonderzoek is bepaald dat vervolgonderzoek voor het plangebied werd geadviseerd, daar er een potentieel tot kenniswinst binnen het terrein bepaald is en de archeologische vraagstukken met alleen een bureauonderzoek niet beantwoord konden worden.12

Uit deze inventarisatie blijkt dat de omgeving van het plangebied menselijke aanwezigheid is vastgesteld vanaf de Romeinse tijd tot aan de Nieuwste tijd. Van vroegere perioden dan de Late IJzertijd zijn geen aanwijzingen aangetroffen. De landschappelijke situatie van het plangebied lijkt niet geschikt te zijn voor het aantreffen van sites behorend van voor de Late IJzertijd. De dichtstbijzijnde CAI-locatie betreft 105041 ca. 1.7 km ten noordwesten van het plangebied. Deze locatie is gelegen aan de noordoever van de Grote Struisbeek. De CAI-melding betreft een veldprospectie waarbij bewerkte vuurstenen zijn aangetroffen. All-Archeo bvba heeft in 2018 een bureau- en landschappelijk booronderzoek op het terrein uitgevoerd. Hieruit bleek het terrein in de Nieuwe en Nieuwste tijd meerdere malen bewerkt te zijn, waaronder nivellering van het gehele terrein, waarbij delen zijn afgetopt en delen opgehoogd.13 Op ca. 150 m ten oosten van het plangebied is een bureauonderzoek uitgevoerd door ABO in maart 2017. Binnen dit bureauonderzoek wordt geconcludeerd dat het plangebied op een te grote afstand gelegen is van de Grote Struisbeek om interessant te zijn geweest voor bewoning daterend van vóór de IJzertijd. Tevens wordt gesteld dat het archeologisch niveau daterend tot de steentijd volgens de quartair geologische kaart niet is afgedekt door jongere afzettingen, waardoor het aannemelijk is dat steentijdartefactensites zijn verspeld of weg geploegd.14 Zoals blijkt uit 2.2.1 ligt het onderhavige plangebied op een andere bodem dan het plangebied behorend bij het onderzoek van ABO. Hierbij is vastgesteld dat ongelijk aan het ABO-plangebied, onderhavig plangebied wel is afgedekt met een kleilaag en tevens op een andere bodem gelegen is, namelijk een Ldcz in tegenstelling tot een Pdcz.

Deze lokale variatie is ondergrond maakt dat binnen het plangebied wel degelijk sprake kan zijn van een steentijdverwachting, doordat binnen het plangebied deze vindplaatsen onder de kleilaag bewaard kunnen zijn gebleven.

12 Defrancq 2017, 30

13 Reyns / Ferket 2018, 35-36

14 Defrancq 2017, 29

(19)

19

2 . 2 . 2 HI S T O R I S C H E S I T U A T I E

Fig. 2.8. Aartselaar – Intergemeentelijk zwembad. Plangebied geprojecteerd op een uitsnede van Ferraris-kaart (1771- 1778). Bron: geo.onroerenderfgoed.be

Aartselaar wordt voor het eerst vernoemd in 1307. Het gaat om een samenvoeging van Aard en laar wat verbasterd is tot Aartselaar om het uitspreekbaar te maken.15 Voor aard bestaan twee mogelijke aanduidingen. Het mogelijk te doen met het drieslagstelsel, maar het is net zo goed mogelijk dat het juist woest, vochtig en onvruchtbaar terrein aanduid. Zo worden in de Kempen ook individuele percelen van slechte kwaliteit of bouwland aangeduid die men tot aard had laten verworden.16 Laar wordt ook deze betekenis gegeven, maar dit is een latere ontwikkeling. Oorspronkelijk wordt met laar een open plek in het bos aan geduid.17 Met deze twee samenvoegingen zou een veld in een open plek in het bos aangeduid worden met Aartselaar. Er is echter nog een mogelijkheid. Naast aard wordt ook arce aangedragen dat grens zou betekenen. Dan zou Aartselaar een open plek in het bos nabij een grens aanduiden. Deze grens zou gevormd worden door de Vliet en vormde de grens tussen de West Friezen en de Franken. Met de Vliet wordt De Grote Struisbeek – Mandoersebeek bedoeld.18

Aartselaar is ontstaan als gehucht van Kontich, maar vanaf 1309 werden deze van elkaar gescheiden. De bebouwing centreerde zich rondom de kerk aan de Laar en Kapellestraat en is vanaf daar naar buiten toe uit gebreid.

15 Debrandere et al 2010, 25

16 Debrandere et al 2010, 24

17 Debrandere et al 2010, 140

18 https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/120671

(20)

20 Op figuur 2.8 is het plangebied afgebeeld op de Ferraris-kaart. Het plangebied is gelegen over drie percelen, waarvan twee als akker of weidegrond staan opgetekend. De derde is een bebost perceel. Kasteel Solhof is te zien en aan de overzijde van het plangebied is ook Roode Klaer Hoeve te zien. In de zuidwesthoek van de kaart is het centrum van Aartselaar te zien. De Kruistraat is opgetekend als verhard weg omzoomd met bomen aan weerszijde, evenals de Groeningenlei.

Fig. 2.9 Aartselaar – Intergemeentelijk zwembad. Plangebied geprojecteerd op een uitsnede van Atlas der Buurtwegen (1843-1845). Bron: geo.onroerenderfgoed.be

De Atlas der Burrtwegen (fig. 2.9) vertoond geen verandering voor de omgeving van het plangebied.

Het Kasteel Solhof en de Roode Klaer Hoef staan nog duidelijk opgetekend. Ook de overige bebouwing is hetzelfde. De Kruistraat is opgetekend als buurtweg 4. De Groeningelei is nog een voetweg (nr. 21).

Ter hoogte van het plangebied zijn nog steeds 3 percelen aanwezig, maar de grenzen zijn wel veranderd.

Alleen in de zuidoosthoek van het plangebied zijn nu een klein perceel en een deel van een groter perceel aanwezig. Ter hoogte van de grens tussen deze twee percelen staat aangeduid dat de percelen wel bij elkaar horen. Het plangebied is gelegen ter hoogte van perceel 40 en 41.

(21)

21

Fig. 2.10. Aartselaar – Intergemeentelijk zwembad. Plangebied geprojecteerd op een uitsnede van Vandermaelenkaart (ca.

1850). Bron: geo.onroerenderfgoed.be

Op de Vandermaelenkaart (fig. 2.10) is geen verandering waarneembaar in de omgeving van het plangebied. Binnen het plangebied zijn de perceelsgrenzen niet opgetekend, maar dit kan te maken hebben met het doel en schaal waarop de Vandermaelenkaart gemaakt is.

(22)

22

Fig. 2.11. Aartselaar – Intergemeentelijk zwembad. Plangebied geprojecteerd op een uitsnede van Popp-kaart (1842-1880).

Bron: geo.onroerenderfgoed.be

De Popp-kaart (fig. 2.11) geeft hetzelfde beeld als de Atlas der Burtwegen. Het plangebied is nog steeds onbebouwd en de perceelsgrenzen zijn nog gelijk , al hebben ze andere nummers gekregen, namelijk 64 en 62.

(23)

23

2 . 2 . 3 LU C H T F O T O G R A F I E ( NI E U W S T E TI J D S I T U A T I E)

De eerste luchtfoto uit 1971 (fig. 2.12) laat een leeg plangebied zien, waar wel al de contouren van het tennisveld te zien zijn aan de noordzijde. Op de luchtfoto van 1948 (fig. 2.13) is nog geen ontwikkeling te zien. Ook de luchtfoto van 1967 geeft dit weer.19 De constructie van de speeltuin is ergens tussen 1967 en 1971 gestart. Op de luchtfoto van 1979-1990 (fig. 2.14) is te zien dat de speeltuin en de tennisbaan zijn aangelegd. Evenals het zwembad en de rest van het sportterrein. De luchtfoto’s van 2000-2003 en 2013 (fig. 2.15) laten zien dat het uiterlijk van de speeltuin een aantal keer veranderd, maar dat de tennisbaan een constante factor is op het terrein. Op de laatste luchtfoto van 2018 (fig. 2.16) is de huidige situatie weergegeven. Sinds de verandering in 2013 is er geen aanpassing meer aan het terrein geweest.

Fig. 2.12. Aartselaar – Intergemeentelijk zwembad. Plangebied geprojecteerd op de luchtfoto van 1971. Bron: geopunt.be

19 Deze luchtfoto is niet afgebeeld, omdat de afbeelding van een slechte kwaliteit is.

(24)

24

Fig. 2.13. Aartselaar – Intergemeentelijk zwembad. Plangebied aangeduid op de luchtfoto van 1948. Bron: cartesius.be

(25)

25

Fig. 2.14. Aartselaar – Intergemeentelijk zwembad. Plangebied geprojecteerd op de luchtfoto van 1979-1990. Bron:

geopunt.be

Fig. 2.14. Aartselaar – Intergemeentelijk zwembad. Plangebied geprojecteerd op de luchtfoto van 2000-2003 (links) en 2013 (rechts). Bron: geopunt.be

(26)

26

Fig. 2.16. Aartselaar – Intergemeentelijk zwembad. Plangebied geprojecteerd op de meest recente luchtfoto. Bron:

geopunt.be

(27)

27 2 . 3 AR C H E O L O G I S C H E V E R W A C H T I N G / S Y N T H E S E

In paragraaf 1.5 zijn de doel- en vraagstellingen van het onderzoek geformuleerd. In deze paragraaf zullen deze in de lopende tekst behandeld worden.

In het plangebied zal een nieuw zwembad worden gebouwd. (zie paragraaf 1.2). Voor de bouw van het zwembad zal de ondergrond plaatselijk tot ruim 3,7 m –mv vergraven worden. Daarnaast zullen kabels en leidingen en verharding rondom het zwembad worden aangelegd. Voor het plangebied is een bureauonderzoek uitgevoerd om een inschatting te maken van de archeologische potentie en kenniswinst.

De archeologische waarde van het plangebied wordt als middelhoog ingeschat op basis van de uitgevoerde assessment. Het plangebied is gelegen op de Boomse cuesta in het beekdal van de Grote Struisbeek.

Binnen dit beekdal zijn meerdere waterlopen aanwezig die uitwateren op de Grote Struisbeek. Het plangebied ligt op de overgang van het hogere drogere deel van de cuesta naar het nattere beekdal op een bodemtype vochtig zandleem. Dit zijn archeologisch interessante locaties voor bewoning in het verleden. De archeologische inventarisatie laat zien dat voornamelijk resten daterend vanaf de IJzertijd tot aan de Nieuwe tijd voor kunnen komen. Al kan op basis van locatie en de veronderstelde bodemopbouw het voorkomen van steentijdartefactensites niet uitgesloten worden. Uit het historisch kaartmateriaal en de luchtfoto’s blijkt dat het terrein onbebouwd is vanaf de 18e eeuw, maar in gebruik is geweest als akker of weiland en vanaf ca. 1970 als speeltuin en tennisbaan dienst heeft gedaan. De verstoring die dit gebruik veroorzaakt heeft is niet bekend. Het is mogelijk dat het bodemarchief nog intact is binnen het plangebied.

Door de archeologische interessante locatie en de verwachte bodemopbouw wordt voor het plangebied een middelhoge archeologische verwachting voor bewoning daterend vanaf het Paleolithicum - Nieuwe tijd uitgesproken.

Zoals hierboven vernoemd wordt zal de ontwikkeling van het plangebied een verstoring van ca. 3.70 m opleveren. De impact van de werkzaamheden is daarmee groot te noemen. Dit gegeven samen met een middelhoge archeologische verwachting voor Paleolithicum - Nieuwe tijd is er binnen het plangebied sprake van een hoog potentieel op kenniswinst. Bijgevolg wordt voor het plangebied vervolgonderzoek geadviseerd. Dit onderzoek dient gefaseerd uitgevoerd te worden. In eerste instantie dient een landschappelijk booronderzoek uitgevoerd te worden. Hieruit zal moeten blijken wat de beste vervolgstrategie is (archeologische boringen, proefsleuven of geen vervolg).

2 . 4 SA M E N V A T T I N G

In het plangebied zal een nieuw zwembad worden gebouwd. (zie paragraaf 1.2). Voor de bouw van het zwembad zal de ondergrond plaatselijk tot ruim 3,7 m –mv vergraven worden. Daarnaast zullen kabels en leidingen en verharding rondom het zwembad worden aangelegd. Voor het plangebied is een bureauonderzoek uitgevoerd om een inschatting te maken van de archeologische potentie en kenniswinst.

Het plangebied is gelegen op de Boomse cuesta in het beekdal van de Grote Struisbeek. Binnen dit beekdal zijn meerdere waterlopen aanwezig die uitwateren op de Grote Struisbeek. Het plangebied ligt op de overgang van het hogere drogere deel van de cuesta naar het nattere beekdal op een bodemtype vochtig zandleem. Dit zijn archeologisch interessante locaties voor bewoning in het verleden. De archeologische inventarisatie laat zien dat voornamelijk resten daterend vanaf de IJzertijd tot aan de Nieuwe tijd voor kunnen komen, maar vroegere resten kunnen niet op voorhand uitgesloten worden.

Uit het historisch kaartmateriaal en de luchtfoto’s blijkt dat het terrein onbebouwd is vanaf de 18e eeuw,

(28)

28 maar in gebruik is geweest als akker of weiland en vanaf ca. 1970 als speeltuin dienst heeft gedaan. Dit gebruik heeft geen grote verstoringen opgeleverd, waardoor het de verwachting is dat het bodemarchief nog intact kan zijn. Door de archeologische interessante locatie wordt voor het plangebied een middelhoge archeologische verwachting uitgesproken.

Binnen het plangebied wordt een intergemeentelijk zwembad gepland, waar een kelder onder gerealiseerd zal worden. Dit zal een verstoring van zeker 3.7 meter in de bodem opleveren. De geplande werkzaamheden zullen een grote impact hebben op het aanwezige bodemarchief.

De middelhoge archeologische verwachting voor de perioden vanaf de Steentijd en met de Nieuwe tijd en de grote impact op het bodemarchief van de geplande werkzaamheden levert een groot potentieel op kenniswinst op. Dit potentieel wordt versterkt door het gebrek aan archeologisch onderzoek in de omgeving. Bijgevolg wordt voor het plangebied vervolgonderzoek geadviseerd.

Dit onderzoek dient gefaseerd uitgevoerd te worden. In eerste instantie dient een landschappelijk booronderzoek uitgevoerd te worden. Hieruit zal moeten blijken wat de beste vervolgstrategie is (archeologische boringen, proefsleuven of geen vervolg).

(29)

29

3 L

I T E R A T U U R

Debrabandere, F./M. Devos/P. Kempeneers/V. Mennen/ H. Ryckeboer/W. Van Osta, 2010: De Vlaamse gemeentenamen. Verklarend woordenboek, Brussel.

Kempeneers, P./K. Leenders/V. Mennen/B. Vannieuwenhuyze, 2016: De Vlaamse waternamen.

Verklarend en geïllustreerd woordenboek. Deel I. De provincies Antwerpen, Limburg, Vlaams- Brabant en het Brussels hoofdstedelijk Gewest, Leuven (Werken van de Koninklijke Commissie voor Toponymie en Dialectologie. Vlaamse afdeling 29).

Provincie Antwerpen 2017: Beheersplan Solhof 2017-2037. In opdracht van de Gemeente Aartselaar.

Baeyens, L., 1976: Bodemkaart van België. Verklarende tekst bij het kaartblad Hoboken 43 W, Gent.

Jacobs, P./S. Louwye/T. Polfliet/R. Adams/S. Vermeire/G. De Moor, 2001: Kaartblad 15 Antwerpen.

Toelichting bij de Quartairgeologische kaart, Brussel.

Gullentops, F./F. Bogemans/G. de Moor/E. Paulissen/A. Pissart, 2001: Quaternary litostratigraphic units (Belgium), Geologica Belgica 4, 1-2, 153-164.

Jacobs, P./T. Polfliet/M. De Ceukelaire/G. Moerkerke: Kaartblad 15 Antwerpen. Toelichtingen bij de Geologische Kaart van België, Vlaams Gewest, Brussel.

Laga, P./S. Louwye/S. Geets, 2001: Paleogene and Neogene litostratigraphic units (Belgium), Geologica Belgica 4, 1-2, 135-152.

Ranst, E. van/C. Sys, 2000: Eenduidige legende voor de digitale bodemkaart van Vlaanderen (schaal 1:20.000), Gent.

websites

https://cai.onroerenderfgoed.be http://dov.vlaanderen.be https://geo.onroerenderfgoed.be https://inventaris.onroerenderfgoed.be http://www.geopunt.be

https://www.cartesius.be/CartesiusPortal/

(30)

30

4 L

I J S T V A N B I J L A G E N

1. Overzicht van de archeologische perioden

2. Plannen aanleg nieuw intergemeentelijk zwembad Aartselaar

(31)

31

B

I J L A G E

1 O

V E R Z I C H T V A N A R C H E O L O G I S C H E P E R I O D E N

Begin Eind Periode

1789 na Chr. - heden Nieuwste Tijd

1500 na Chr. - 1789 na Chr. Nieuwe Tijd

1200 na Chr. - 1500 na Chr. Late Middeleeuwen

900 na Chr. - 1200 na Chr. Volle Middeleeuwen

430/450 na Chr. - 900 na Chr. Vroege Middeleeuwen

275 na Chr. - 430/450 na Chr. Laat-Romeinse Tijd

69 na Chr. - 275 na Chr. Midden-Romeinse Tijd

57 voor Chr. - 69 na Chr. Vroeg-Romeinse Tijd

250 voor Chr. - 69 voor Chr. Late IJzertijd

475/450 voor Chr. - 250 voor Chr. Midden IJzertijd 800 voor Chr. - 475 / 450 voor Chr. Vroege IJzertijd

1050 voor Chr. - 800 voor Chr. Late Bronstijd

1800/1750 voor Chr. - 1050 voor Chr. Midden Bronstijd 2100/2000 voor Chr. - 1800/1750 voor Chr. Vroege Bronstijd 5300 voor Chr. - 2100/2000 voor Chr. Neolithicum

9500 voor Chr. - 5300 voor Chr. Mesolithicum

Tot 9500 voor Chr. Paleolithicum

(32)

32

B

I J L A G E

2 P

L A N N E N

I

N T E R G E M E E N T E L I J K

Z

W E M B A D

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De resultaten van dit verkennend archeologisch booronderzoek moeten dus grondig geëvalueerd worden om een beslissing te maken over al dan niet verder onderzoek

Het is een interessant document, omdat alle gebouwen ingemeten werden en ook de omgeving werd vrij waarheidsgetrouw opgetekend (rivieren, grachten, poelen, bossen,

Doordat de werken deels plaatsvinden in alluviale gronden zonder profielontwikkeling en volledig binnen reeds bestaande infrastructuur zullen archeologische sporen

Hamaland Advies heeft in opdracht van BJZ.nu uit Almelo een archeologisch bureau- en verkennend booronderzoek uitgevoerd voor een ongenummerd landbouwperceel aan

De aard van de werken, de bestaande toestand, de bodemopbouw en de archeologische voorkennis maakt dat een archeologisch onderzoek weinig zinvol is. Voor het overgrote deel omdat

Reden van de ingreep Behouden huidige bebouwing, verkavelen van terrein, voorzien van bouwzones, dempen van poel, rooien van een deel van de bomen Wetenschappelijke vraagstelling:

Het gemiddeld aantal voorzieningen binnen een vaste afstand per gebied wordt berekend door het gemiddelde te nemen van de berekende aantallen voorzieningen per persoon, voor

Op deze kaart van Ferraris (1777) staat het plangebied afgebeeld als weiland, drassige gronden. Op de kaart is de huidige loop van de Brugse Vaart al aanwezig, de loop van