340 340

340

BIBLIOTHEEK KITLV

0093 2507

ï

I

HOOFDSTUK A.

VERZAMELING VAN VOORSCHRIFTEN TEN DIENSTE VAN HAVENMEESTERS EN ALS ZOODANIG FUNGEERENDE AMBTENAREN.

PERSONEELE BEPALINGEN

EN

ORGANISATIE HA.VEN-

DEPARTEMENTEN.

A. I. 3

A. Personeele bepalingen, enz.

I. Formatie en bezoldiging van het corps havenmeesters en onderhavenmeesters in Nederlandsch-lndië. (Staats- blad 1897 N°. 49, 1899 N°s. 29, 31, 265, 1900 N°. 34, 1903 N°. 191, 1906 N°. 485, 1907 N°. 128)

Aanvulliogi- bladcn No.

BETREKKING.

Maandelijksch traktement.

Minimum. Maximum.

H a v e n m e e s t e r s . Batavia

Soerabaja Semarang Padang Makasser

Moeara Djawa a.

Tjilatjap.' e.

Palembang e.

Sabang b.

Muntok e.

Biouw Belawan Deli Pangkalan Brandan

Banjoewangi .e.

Singaradja Soemenep

O n d e r h a v e n- m e e s t e r s . TandjongPriok (Batavia) c.

Soerabaja

Balik Papan d.

700 500 350 350 350 350 350 300 300 300 300 300 300 250 250 250

250 250 250

Toelichting.

900 (') 700 (') 450 C) 450 (') 450 C) 450 C) 450 C) 350 O 350 (*) 350 (3) 350 (') 350 O 350 O 250 250 250

250 250 250

(') Het maximum wordt bereikt door eene periodieke trakte- mentsverhooging van f 100 's maands om de 3 jaren.

(*) Als voren van f 50 's maands om de 2 jaren.

(3) Als voren van f 25 's maands om do 2 jaren.

Heeft vrije woning, t/. Hebben vrije woning.

Heeft idem.

Sb. 1907 n". 315.

Sb. 1899 n". 29.

Sb. 1888 n°. 16.

e. Met tijdelijke afwijking der formatie vastgesteld bij Sb.

1897 n? 49 j u n c t o Sb. 1900 ff 34 is bepaald, d a t a a n de b e t r e k - k i n g van havenmeester te P a l e m b a n g en Tjilatjap respectie- velijk verbonden is de bezoldiging van ƒ 350 en ƒ 300 en a a n de b e t r e k k i n g van havenmeester te Banjoewangie en M u n t o k respectievelijk verbonden is de bezoldiging van ƒ 300 en f 250.

(&. B. 6 / 1 '03 W 30 en 2 7 / 3 '07 W 6).

II. ⁴

bladen No.

II. Staat van de kantoren der in-en uitvoerrechten, welke door havenmeesters worden beheerd. (Sb-1906 N°. 203.

Besch. Dir. Fin. 11 Mei 1906 tt°. 9769 en 21 November 1906 N°. 25757).

K A N T O R E N .

Soemenep (Madoera) | Sapoedi ( • ) )

Balik Papan (Z. 0. Afd. v. B.).

Moeara Djawa ( » )•

Fungeerend ontvanger.

Havenmeester te Soemenep.

Havenmeester aldaar.

Havenmeester aldaar.

Onderhavenmeester aldaar.

Havenmeester aldaar.

Bedrag der toelage per maand.

f 30.—

. 50.—

. 50.—

. 30.—

. 2.50

A. I l l u

III. Staat aantoonende de standplaatsen der fungeerende havenmeesters in Nederlandsch-lndië.

Waar de fun meesters g Gewest.

Bantam

Batavia

Prcanger-Rc- genlschap- pen.

Cheribon

Pekalongan...

Semarang.. . .

Rembang....

Soerabaja....

beerende haven- cvesligd zijn :

Plaats.

Anjer (nieuw).

Anjer (oud).

Bantam.

Laboean.

Tanara.

Batavia.

Pamanoekan.

Tjimalaja.

Wijnkoopsbaai.

Pcnandjocng- baai.

Cheribon.

Indramajoe.

Pekalongan.

Tegal.

Japara.

Pjoewana.

K ari m on Djawa.

Tajoe.

• Rembang Toeban.

Grissee.

Aan wien de functién van havenmeester

zijn opgedragen.

Lichtopzichter bij het k. e.

op Java 4= punt (P', on- derhavenmeester).

Ontvanger der in- en uit- voerrechten en accijnzen.

tnl. beambte der in- en uit- voerrechten on accijnzen.

Zoulvcrkooppakhuismees- ler.

idem.

Commies 1er controle bij de in- en uitvoerrechten en accijnzen te Batavia.

Zoulverkooppakhuismees- ter.

idem.

Districtshoofd van Plaboe- an.

Controleur B. B. te Pa- rigi.

Ontvanger der in- en uit- voerrechten en accijnzen.

Assistent-Resident.

Ontvanger der in- en uit- voerrechten en accijnzen.

idem.

F*, ontvanger der in- en uitvoerrechten en accijn- zen.

Ontvanger der in- en uit- voerrechten en accijnzen.

Posthouder.

Wedono district Mergo- toehoe.

Ontvanger der in- en uit- voerrechten en accijnzen.

idem

Ontvanger der in- en uit- voerrechten en accijnzen.

Betrekkelijke staatsbladen en beschikkingen.

1901 N". 199.

1896 N". 130.

Besch. C. Z.11 Aprils 1906 N°.

4163.

|

1896 N0. 130.

1

Besch. C. Z. 22 Sept. 1906 N°.

10630.

t

1896 N". 130.

1

1896 N". 130.

Besch. C. Z.24 April 1907 N°.

4329.

|

1896 N". 130.

1

| idem.

1

Besch. C. Z. 14 Sept. 1905 N".

10756.

1896 N°. 130.

| idem.

' idem.

A. III.

bladen No.

Waar de fungeerende haven- meesters gevestigd zijn:

Gewest. Plaats.

Aan wien de functiën van havenmeester

zijn opgedragen.

Betrekkelijke staatsbladen en

beschikkingen.

Soerabaja.

Madura...

Pasoeroean.

Besoeki.

Madioen.

Sumatra's Westkust.

Tapian na Oeli

Bengkoelen

Sangkapoera (Bawean).

Bangkalan.

Sampang.

Sapoedi.

Kangean.

Boender (afd.

Pamekasan).

Kamal.

Sapeken.

Pasoeroean.

Probolinggo.

Kraksaän.

Besoeki.

Panaroekan.

Patjitan.

Painan.

Priaman.

Ajer Bangis.

Poeloe Tello.

Natal.

Si Bolga.

Baroes.

Goenoeng Sitoli, Benkoelen.

Moko Moko.

Kroë.

Bintoehan.

Manna.

Controleur B. B.

1" klerk bureau Assistent- Besident.

idem.

Havenmeester Soemenep ; bij afwezigheid den op- ziener der in- en uitvoer- rechten en accijnzen.

Controleur B. B.

Ontvanger der in- en uit- voerrechten en accijnzen.

Fa. ontvanger der in- en uitvoerrechten en accijn zen (td. onderhavenmees ter).

Eur. beambte der in- en uitvoerrechten en accijn zen.

Ontvanger der in- en uit voerrechten en accijnzen.

idem.

idem.

Ontvanger der in- en uit- voerrechten en accijnzen,

idem.

Ie klerk bureau Assislcnt- Besident.

Assistent-Resident.

idem.

Controleur B. B.

Civiel Gezaghebber.

Controleur B. B.

Ontvanger der in- en uit- voerrechten en accijnzen,

idem.

Eur. besturend ambtenaar.

1901 N°. 439.

1896 N°. 130.

Besch. C. Z. 11 April 1906 N°.

4163.

1896 N°. 130.

1904 N°. 16.

Besch. C. Z.25 Aug. 1905 N".

10005.

Ontvanger der in- en uit- voerrechten en accijnzen.

Besturenden ambtenaar.

Ontvanger der in- en uit- voerrechten en accijnzen.

Controleur B. B. in de afdceling Kauer.

Controleur B. B.

;i896 N". 130.

1898 N°. 16.

1896 N°. 130.

1896 N". 130.

1896 N". 130.

1890 N°. 130.

1902 If. 307.

1896 N'. 130.

1901 N'. 151.

1896 N'. 130.

1902 N'. 327.

T * ™

% I I I .

bladen No.

Waar de fungoerende haven- meeslers gevestigd zijn:

Gewest. Plaats.

Laiupongsche districten.

Djambi.

Palembang.

Oostkust van Sumatra.

Telok Belong.

Menggala.

Kalianda.

Kolta Agoeng,

Djambi.

Bajoeng Lintjir.

Seroeway (Tami- ang).

Poeloe Kompaij (Beneden Lang- kat).

Perbaoengan (Serdang).

Tandjoeng(Batoe Bahra).

Si Paré Paré (Ba- toe Balira).

Tandjoeng Poera (Beneden Lang kat).

Tandjoeng Rrin- gin (fiedagei).

Bandar Chalipah (Padang).

Tandjong Tiram (Batoe Bahra).

Tandjong Balei (Assahan).

Bagan Api Api (Tanah Poetih).

Siak Sri Indra- poera.

Poeloe Moeda.

Aan wien de function van havenmeester

zijn opgedragen.

Betrekkelijke staatsbladen en

beschikkingen.

Bengkalis.

Rantau Pandjang (Serdang).

Pagocrawan (Ba- toe Bahra).

Ontvanger der in- en uit- voerrechten en accijnzen.

Controleur B. li.

idem.

Eur. besturenden ambte- naar of den tijdelijk met de function van bestuurs- ambtenaar belasten per- soon.

Ontvanger der in- en uit- voerrechten en accijnzen.

Verificateur der in- en uit- voerrechten en accijnzen.

Hoofdopziener der in- en uitvoerrechten en accijn- zen.

tul. opziener der in- en uit- voerrechten en accijnzen (P. onderhavenmeester) Idem f1, havenmeester.

idem.

idem.

Ontvanger der in- en uit- voerrechten en accijnzen.

idem.

idem.

idem.

idem.

idem.

idem.

idem.

Assistent-Resident.

Opziener c. q. hoofdopzie- ner der in- en uitvoer- rechten en accijnzen,

idem.

1896 N°. 130.

Besch. C. Z. 25 Aug. 1905 N°.

10U05.

1896 N". 130.

1899 N°. 182,

1896 N°. 130.

Besch. C. Z. 1 Juni 1907 N°.

5688.

1896 N°. 130.

Besch. G. Z. 16 Juli 1906 N".

7899.

1900 N". 134

1896 N°. 130.

1

A. III. ^s

Waar de fünf meesters g Gewest.

Oostkust van Sumatra.

Atjèh en OJI- derhoorig- heden.

Riouw en On- derhoorig- heden.

Banka en Ou- derhoorig- heden.

'cerende haven- evestigd zijn:

Plaats.

Kwaloe (Assa- han).

Laboean Bilik (Laboean Ba- toe).

Soengei Djawi Djawi (Laboean Batoe).

Poelö Breuëh.

Langsa.

Lbo Seumawé.

Oelèë Lbeuë.

Sigli.

Poelo Raja.

Meulaboh.

Tapa* Toean.

Singkel.

Bojan.

Tandjong Balei.

Penoeba.

Ringat.

Poeloe Kidjang.

Kwala Mandai).

Kvvala Gaoeng.

Soengei Goenloeng.

Samboe Djeboes.

Soengei liai.

Blinjoe.

Merawang.

Pangkal Pinang.

Aan wien de function Betrekkelijke van havenmeester ; staatsbladen en

zijn opgedragen.

Opziener c. q. hoofdopzie- ncr der in- en uitvoer- rechten en accijnzen.

idem.

idem

Ontvanger haçilheffing.

idem.

Ontvanger der in- en uit- voerrechten en accijnzen.

Ontvanger haçeilhelïing.

fd. idem.

Ontvanger idem.

idem.

Ontvanger der in- en uit- voerrechten en accijnzen.

Aspirant-Controleur B. B.

Besturend ambtenaar af- deeling Karimon.

Idem afdeeling Linga.

Ontvanger der in- en uit- voerrechten en accijnzen.

Eur. beambte der in- en uitvoerrechten en accijn- zen.

Ontvanger der in- en uit- voerrechten en accijnzen.

idem.

idem.

Aspirant-Controleur B. IS, te Bojan.

Administrateur hij detin- m^nen.

idem.

idem.

idem.

idem.

beschikkingen.

1896 N°. 130.

Besch. C. Z. 16 Jan. 1907 N°.

578

idem 25 Aug.

1906 N ".10005.

idem 4 Maart 1907 N". 2329.

lidcra 25 Aug.

1906 N ".10005.

1

Besch. C. Z. 16 Jan. 1907 N".

578.

1896 N". 130.

Besch. C. Z. 7 Nov. 1905 N".

12849.

1901 N". 407.

Besch. C. Z. 25 Aug. 1905 N".

10005.

[idem. 11 April f 1906 N". 4163.

idem 11 April 1907 N". 3876.

1896 N°. 130.

A. III.

Waar de fungeerende haven- meesters gevestigd zijn : Gewest. Plaats.

Aan wien de function van havenmeester

zijn opgedragen.

Betrekkelijke staatsbladen en

beschikkingen.

Banka en On- derhoorig- heden.

Billilon.

Westerafdee- ling van Borneo.

Zuider- en Oosterafdec- ling van Borneo.

Menado.

Soengei slan.

Koba.

Toboali.

Lepar eilanden.

Tandjong Pan- dan.

Pontianak.

Sambas.

Singkawang.

Pamangkat.

Soekadana.

Bandjermasin.

Sampit.

Samarinda (afd, koetei en de Noord-oostkust

van Borneo).

Kotta Baroe (afd, Pasir en Tanah

Boemboe).

Tg. Rëdëb (onderafd. Be- raoe der afd.

Koetei en de N.-O.-kust van

Borneo).

Tg. Seilor (onder- afd. Boelongan van evengemelde

afdecling).

Tanah Grogol (landschap

Pasir).

Karang Anjar (landschap Kota

Waringin).

Stagen.

Menado.

B wool.

Bolang Mon- gondo.

Administrateur bij de tin- mijnen.

idem.

idem.

Demang voor dat district.

Ontvanger der in- en uit- voerrechten en accijnzen.

Ontvanger der in- en uil voerrechten en accijnzen.

idem.

idem.

Eur. besturend ambtenaar idem.

Ontvanger der in- en uit- voerrechten en accijnzen.

Besturend ambtenaar.

Ontvanger der in- en uit voerrechten en accijnzen, fd. onderhavenmeester.

Contraleur B. B , bij af- wezigheid den ontvanger der in- en uitvoerrechten en accijnzen.

Controleur B. B.

idem.

idem.

Ontvanger der in- en uit- voerrechten en accijnzen Eur. beambte idem.

Ontvanger der in- en uit- voerrechten en accijnzen,

idem.

idem.

1896 N". 130.

1896 N°. 130.

i896 N°. 130.

1896 N". 130.

1903 N". 267.

1901 N°. 139

! • en 11903 N". 267.

1901 N". 139.

1903 N°. 139.

Bescli. (I. Z. 11 April 19C6N".

4163.

1898 N°. 122.

1901 N° 3 1898 N". 122.

A. I I I .

Waar de fui meesters Gewest.

Celebes eu On- derhoorig- heden.

1

igeeiende haven- çevestigd zijn:

Plaats.

Gorontalo.

Amoerang.

Oeloe (Siauw).

Bolang Oeki.

Paleleh.

Bolang ltam.

Poigar.

Kotla Boena.

Posso.

Parigi.

Oena Oena.

Kema.

Rata h Totok.

Kwandang, Petla.

Tarocna.

Liroeng.

Soemalata.

Paloebaai (Dong- gala).

Tontoli (Laboean Dedeh).

Maros.

Pangkadjene.

Segiri.

Boeloekoemba.

Kadjang.

Takalar.

Djeneponto.

Saleijer.

Balangnipa.

Bontliain.

Alloc.

Bonerate.

Bima.

Pambaoewang. 1 Palima.

Paloppo.

Kolaka.

Aan wien de funcliën van bavcnraecster

zijn opgedragen.

Ontvanger der in- en uit voerrecbten en accijnzen Fa. idem.

idem idem.

idem.

idem.

idem.

idem.

idem.

Fa. idem, idem.

Opziener der in- en uit- voerrechten en accijnzen.

idem.

idem (c. q hoofdopziener).

Opziener der in- en uit- voerrechten en accijnzen.

Assistent-Resident.

Controleur B. B.

idem.

Ontvanger der in- en uit- voerrechten en accijnzen.

Fd. idem.

Assistent-Resident der Noorderdistricten.

Controleur B. B.

idem.

idem.

idem.

idem.

idem.

idem.

Betrekkelijke staatsbladen en

beschikkingen.

1899 N°. 171.

|

1898 N°. 122.

1901 N°. 3.

1898 N°. 122.

1901 N°. 3.

1898 N°. 122.

Besch. C. Z.25 Aug. 1905 N°.

10005.

J1899 N \ 171.

1898 N°. 122.

1899 N°. 171.

1900 N°. 157.

1901 N". 3.

1 Besch C. Z.16 Juli 1906 N".

1 7899.

1904 N". 321.

jßesch. C. Z. 23 Aug. 1907 N°.

j 8542.

1896 N'. 130.

Opziener der in- en uit-; Besch. C. Z. 6 voorrechten en accijnzen. Sent. 1906 N".

^ssistent-ResidenL der Zui- derdistricten.

'osthouder.

idem.

civiel Gezaghebber.

Jpziener der in- en uit- voerrechten en accijnzen.]

idem.

idem idem.

9901.

1896 N°. 130.

1900 N°. 69 en 1905 N°. 321.

1896 iV. 130 Besch. C. Z. 6

Sept. 1906 N".

9901.

\ . I l l

Waar de fungcerende haven- meesters gevestigd zijn:

Gewest. Plaats.

Aan wien de funetiën van havenmeester

zijn opgedragen.

Betrekkelijke staatsbladen en

beschikkingen.

Celebes en On derhoorig- heden.

Amboina.

Ternate

Kendari.

Soembawa.

Paré Paré.

Madjene.

Baoe Baoe.

Banggaai.

Sakilta (Tom- boekoe.

Amboina.

Neira (Banda-).

Saparoea.

Toeal (afd. Klein Kei.

Wahaai.

Amahei.

Piroe (West Ceram.

Waroe.

Kajeli.

Tifoe (afd. Masa- rate).

Gisser (afd.

Ceram Laut en Goram).

Elat (afd. Groot Kei).

Serwaroe (afd.

Lelti).

Woeloer (afd.

Dammar).

Adaoei (afd.

Seijra).

Lelingloewan (afd. Larat).

Tepa (afd.

Babber).

Ilwaki afd.

Welter).

Hohn (afd. Aroe-

eilanden). Eur. Jiesturenil ambtenaar of den met diens fnnctiën tijdelijk belasten persoon Ternate. Ontvanger der in- en uit- voerrechten en accijnzen Galola. Eur. besturend ambtenaar

j of den met diens functiën I tijdelijk belasten persoon.

Pa tani. jPosthouder.

Opziener dor in- en uit- voerrechten en accijnzen,

idem.

Eur. besturend ambtenaar, idem.

idem.

Fd. ontvanger der in en uit- voerrechten en accijnzen Posthouder.

Ontvanger der in- en uit voerrechten en accijnzen

idem.

Controleur B. B.

idem.

Civiel Gezaghebber.

Posthouder.

Civiel Gezaghebber.

Posthouder.

idem.

idem.

idem.

idem.

idem.

idem.

idem.

idem.

idem.

idem.

Bescli. C. Z. 6 Sept. 1906 N°.

9901.

1901 N0. 186.

1901 N". 279.

1903 N°. 424.

1896 N°. 130.

1904 N°. 244.

189G N°. 130.

Bescb. C. Z. 25 Aug. 1905 N".

10005.

1903 N"..424.

üesch. C. Z. 25 Aug. 19Ü5N0.

10005.

1898 N". 165.

/V m . ¹²

Waar de fungeerende haven- meesters gevestigd zijn:

Gewest. Plaals.

Aan wien de function van havenmeesler

zijn opgedragen.

Betrekkelijke staatsbladen en

beschikkingen.

Ternate.

Zuid-Nieuw- Guinea.

Timor en On derhoorig- heden.

Bali en Lom bok.

Senana (Soela eilanden).

Batjan.

Manokwari (Dorei).

Fak Fak (Kapanr).

Salabangka.

Merauké.

Koepang.

Alapoepoc.

Alor.

Maumeri.

Endeb.

Melolo.

Memboro.

Scba.

Larantocka.

Waingapoe.

Baä.

Ampenan.

Laboean lladji Negara.

Tjoepcl.

Tamboekoes (Temoekoes).

Sangsit.

Poslhouder der Soelaeilan- den.

Eur. besturend ambtenaar of den met diens function tijdelijk belasten persoon,

idem.

idem.

Eur. beambte der in- en uit voerreclilen en accijnzen Controleur of Aspirant-

Controleur B. B.

Ontvanger der in- en uil' voerreclilen en accijnzen.

Poslhouder van lïeloe.

Idem van Alor.

• Noord Flores.

• Zuid Flores.

• • Oost Soemha.

• • West Soemba.

» • Savoe.

Civiel Gezaghebger van Laranloeka en Onderhoo- righcden.

Idem van Soemba en On- derhoorigheden.

Idem van Botli en Onder- hoorigheden.

Ontvanger der in en uit- voerrechten en accijnzen.

idem.

Controleur B. B. te Negara.

idem.

Havenmeesler Singaradja.

idem.

1898 N°. 165.

Besch. C. Z. 25 Aug. 1905 N".

10005.

1901 N". 472,

190.3 N". 424.

1896 N". 130.

1896 N". 130.

1900 N°. 151.

1896 N°. 130.

1899 N". 139.

oBij besluit van den Gouverneur-Generaal van N.-l. van 28 December 1901 N°. 18 is de Assistent-Resident van Bullion gemachtigd om telkens, wanneer zulks mot bel oog op de verschillende bepalingen op de scheepvaart noodig wordt geacht, de dislrictsboofdcn van de districten Boeding, Dindang,

. . .n^a r c n LinggMg van voormeld gewest voor een bepaalden lijd, lijdelijk te belasten met de waarneming der function van havenmeesler, respectievelijk Ie Boeding, Pindang, Manggar cn Gantong.

N» &wa •• 8 v a n ( l c n ( ;°m mandant der Zeemacht dd°. 24 April 1907 N . 432J zijn maatregelen getroffen lot voorloopigc voorziening in de aan- wijzing van R bavenn;eeslers voor de Zandbaai en de Tjilaoeteurcunbaai.

A. IV. is

IV. Formatie van het overige personeel bij de havende- partementen, alsmede de toegekende toelagen en indem- niteiten.

Plaats.

Batavia

Formatie, toelagen en indemniteiten.

Eén commies op eene

bezoldiging van f 1800 's jaars.

Rlerkengelden . 1200 Schrijfbenoodigdheden • 400 • Een der loodsen fun-

geerend beheerder van den tijdbal en uit- kijk, tevens belast met het toezicht op de verstrekkingen uitbel.

steenkolendepôt der Marine te Tandjong Priok, op eene toelage

van . 300 . Voor telefoonverbin-

Toelage voor den fun- geerenden onderha- venmeester te Batavia, zijnde een door den Commandant der Zee- macht en Chef van het Dep. der Marine in overleg met den Directeur van Finan- ciën aan te wijzen verificateur bij hel tolkantoor aldaar . . . • 300 1 mandoer voor het

steenkolendepôt der Marine te Tandjong Ter bezoldiging van het verder inländisch

N.B. De toekenning der bezoldigingen aan het Inlandsen personeel, met uit- zondering van den mandoer bij het steenkolendepôt der Marine te Tan- djong Priok, tot het daarvoor uitge- trokken bedrag van f 8544 's jaars geschiedt volgens regelen vast te stel- len door den Commandant der Zee- macht en Chef van het Departement der Marine in Nederlandsch-Indië.

Vastgesteld of toegestaan bij :

Sb. 1900 N". 333.

idem.

idem.

Sb. 1905 N°. 440.

• 1900 N°. 333.

Idem. Zie ook Sb.

1905 N°. 308.

Sb. 1900 N°. 333.

idem.

A IV.

Plaats.

Semarane

Social ia ia.,

Grissce

Soemenep.

14

Formatie, toelagen eu indemniteiten.

Aanvnliingi- bladen No.

Vastgestald of toegestaan bij:

Klerkengeld /' 1200 's jaars. Sb 1 Ini. bootsman . 432 . ! » 1 roerganger . 216

14 matrozen, ieder .. • 180 1 vlaggeman . 180

2 oppassers, ieder op 180 Scbrijfbcnoodigheden,

w. o. f 180 's jaars voor telefoonverbin-

dingen . 305

Klerkengeld f 1920 's Indemniteit voorschrijf

benoodigdheden 200

nlandsch personeel voor het havende- partement.

Ivoor bemaning dei I stoomsloep.

1 mandoor, ) roerganger, 8 matrozen, 3 vlaggelieden, 2 bureauoppassers 1 machinedrijver, 1 roerganger, 1 vuurstoker, 1 matroos,

te zamen op eene be-

zoldiging van / 4 1 1 0 's jaars N.B. De toekenning der bezoldigingen

aan het Inlandsch personeel tot het daarvoor uitgetrokken bedrag, ge- schiedt volgens regelen vast te stellen door den Commandant der Zeemacht en Chef van het Departement der Marine in Nederlandsen-Indië

Indemniteit voorschrijf-

benoodigdhedon f 36 's jaars

Klerkengeld...' ƒ 480 's jaars.

1896 N". 196.

1870 . 161.

Idem en 1896 N°.

196.

Sb. 1870 N°. 161 en 1888 N". 26.

Sb. 1870 N°. 161, 1888 N°. 26 en 1896 N°. 196.

Sb. 1870 N". 161 en 1888 N". 26.

Sb. 1860 N°. 67 en G.b. 12 Oct. 1900 N°. 42,

Sb. 1899 N". 159.

G.b. 12 Oct. 1900 N". 42.

Sb. 1899 N". 159.

G.b. 12 Oct. 1900 N0. 42.

G.b. 14 April 1858 N". 24 en 24 Oct.

1859 N". 32.

A. IV.

Plaats.

Soemenep . . ,

Banjoewangi.

Formatie, toelagen en indemniteiten.

Indemniteit voor schrijf-

benoodigdheden f 30 'sjaars.

Vastgesteld of toegestaan bij :

2 oppassers, ieder op . / 120 'sjaars.

1 djoeroemoedi . 180 . 6 roeiers, ieder op . 132 Indemniteit voor schrijf-

benoodigdheden . 30

Tjilatjap.

Padaug m. i.

Emmahaven.

Indemniteit voor schrijf-

benoodigdheden f 24 's jaars.

G.b. 12 Oct. 1900 N°. 42.

Sb. 1874 N°. 6.

• 1893 . 22.

idem.

G.b. 12 Oct. 1900 N°. 42.

G.b. 12 Oct. 1900 N°. 42.

Priaman.

Ajer Bangis..

Si Bolga

Voor telefoonverbin-

dingen f 360 's jaars.

Klerkengelden . 1500 Indemniteit voorschrijf-

benoodigdheden » 120 Ter bezoldiging van het

Inlandsch personeel. . 2568 N.B. De toekenning der bezoldigingen

aan het Inlandsch personeel tot hel daarvoor uitgetrokken bedrag, ge- schiedt volgens regelen vast te stellen door den Commandant der Zeemacht en Chef van het Departement dei- Marine in Nederlandsch-Indié'.

1 roerganger / 144 'sjaars 4 matrozen, ieder op.. • 120 • 1 roerganger f 144 'sjaars 4 matrozen, ieder op.. • 120 1 roerganger f 144 'sjaars 4 roeiers, ieder op • 120 >

Een mandoer voor het stcenkolendcpôt te Pon- tjan Ketjil . 180 Indemniteit voor schrijf-

benoodigdheden . 12

G.b. 11 Jan 1902 N°. 2.

Sb. 1901 N°. 65.

idem.

idem.

G.b. 9 Maart 1870 N°. 51.

G.b. 9 Maart 1870 N°. 51.

Sb. 1906 N". 496.

G.b. 12 Oct. 1900 N". 42.

A. I W. 16 AammlliDg.-

bladen N«.

Waals.

Goenoeiig Si- toli.

Telok Belong.

Benkoclen

Belawan Deli.

Formatie, toelagen en

6 roeiers, ieder o p . . . .

1 roerganger

4 matrozen, ieder op..

6 roeiers, ieder o p . . . .

1 roerganger

4 roeiers, ieder o p . . . .

Indemniteit voor schrijf-

5 matrozen, ieder op..

1 roerganger

4 matrozen, ieder op..

1 stoker voor de stoom- loopkraan, tevens be- last met de function van mandoer bij het steenkolendepôt te Be- lawan Deli, op eene bezoldiging van Schrpoonen

Indemniteit voor schrijf- Bediening van den uit- kijkpost aan de mon- ding der Delitoea-rivier

indemniteiten.

f 144 'sjaars.

' 120 .

f 144 'sjaars.

. 1 2 0 .

f 144 'sjaars.

. 1 2 0 .

f 144 'sjaars.

. 120 .

/ 12 'sjaars.

f 144 'sjaars.

. 1 2 0 •

f 240 'sjaars.

f 300 'sjaars.

• 240 .

. 480 » . 720 .

. 100 .

. 300 .

Vastgesteld of toegestaan bij:

*

! Sb. 1906 N°. 496.

IG.b. 9 Maart 1870 1 N°. 51.

} Sb. 1906 N°. 490

! Sb. 1906 N". 496.

G.b. 12 Ocl. 1900 N°. 42.

G.b. 13 Juni 1852 N°. 3 en Min. dé- pêche van 14 Sep.

1852 Lett, a N".

7/642,

Sb. 1900 N'. 20.

Sb. 1900 N', 187.

idem.

idem.

Sb. 1907 N". 128.

G.b. 12 Oct. 1900 N". 42.

Sb. 1905 N°. 168.

Pangkalan

Brandan. Schrijfloonen f 900 'sjaars. Sb. 1907 N". 128.

A. IV.

Plaats.

17

Formatie, toelagen en indemniteiten.

Aanvulling! • bladen Ko.

Vastgesteld of toegestaan Lij:

Pangkalan

Brandan. 4 roeiers voor de havensloepen.

1 oppasser.

1 mandoer 2 matrozen 1 machinist 1 stoker

voor het stoomcommum' catievaarluig.

De toekenning der bezoldigingen verdeeling dei

N.B.

aan- en de verdeeling der voeding gelden onder het Inlandsch personeel tot de daarvoor uitgetrokken bedra- gen — er is voor het Inlandsch per- soneel van den haven- en loodsdienst aan bezoldiging jaarlijks f 5640 en aan voedinggeld per jaar f 1260 uit- getrokken (Sb 1899 Ne. 31) — ge- schieden volgens regelen, vast te stellen door den Commandant der Zeemacht en Chef van liet Departement der Marine in Nederlandsch-Indië.

Indemniteit voor schrijf-

benoodigdheden f 50 'sjaars

Sb. 1899 N". 31.

Oelèë Lheuë.. 1 roerganger

4 matrozen, ieder op 1 oppasser

360 's jaars.

300 . 240 . Sabang. Klerkengelden f 1200 'sjaars.

1 roerganger op . 360 2 matrozen, ieder op • 300 2 oppassers, ieder op » 240

G.b.

IS°.

12 Oct. 1900 42.

Sb. 1906 N°.485.

Sb. 1906 N°.485.

Lhó Seumawe, Poeloe Raja.

Meulabïïh, Tapa Toean

Langsa.

op e l k d e z e r p l a a t s e n 1 roerganger o p . . . . /

4 matrozen, ieder op 240 ³⁰⁰ sjaars

met dien verstande, dat de tegenwoor- dige titularissen, de hoogere bezoldi- gingen, waarop zij zijn aangesteld, behouden, zoolang zij hunne betrek- kingen blijven bekleeden, en dat de roergangers en de matrozen te Oelèë Lheuë en Langsa gedurende dien tijd in het genot blijven van hunne overige inkomsten (Sb 1896 H'. 77, G.b. 31 Aug. 1877 i\". 22, 25 Sept. 1880 N°. 21, 4 Jan. 1883 N°. 8, 17 Juli 1883 N\ 13, 30 Mei 1891 N». 6, 12 Maart 1893 N". 6 en 1 Juli 1893 N°. 1 en Sb.

1906 N°. 543).

Sb. 1899 N". 259.

id.

id.

id.

id.

Sb. 1906 N°. 543.

2

18

Plaats.

Tandjong Pinang (Riouw).

Taniljong Pandan (Billilon).

Muntok

Palembang...

Formatie, toelagen en indemniteiten.

1 klerk / 600 'sjaars.

1 roerganger (') • 180 » 4 roeiers, ieder (1) . . . . » 120 • Indemniteit voor schrijf-

benoodigdheden • 50 (') Genieten indemniteit voor vivres, bedragende voor 5 koppen f 193.08 'sjaars (L'. C. art. 2 der app. besch.

van den G.G. van 29 Dec. 1830 N°. 3 en besch. Resident Itiouw van 1 Sept.

1831 K°. 81.

Indemniteit voor schrijf-

benoodigdheden f 24 'sjaars.

Toelage voor den fd. ha-

1 klerk f 900 'sjaars.

Indemniteit voor schrijf-

Inlandsch personeel bij den havendienst:

• voedinggeld • 630 Indemniteit voor schrijf-

N B. De toekenning der bezoldiging aan- en de verdeeling der voeding- gelden onder het Inlandsch personeel tot de daarvoor uitgetrokken bedragen geschieden volgens regelen, vast te stellen door den Commandant der Zeemacht en Chef van het Departe- ment der Marine in Nederlandsch- Indië.

Vastgesteld of toegestaan bij :

Resolutie 6 Jan.

1829 N°. 16;

G.b. 2 Juni 1827 N'. 9 en Sb.

1895 N°. 289.

G.b. 12 Oct. 1900 N'. 42.

G.b. 12 Oct. 1900 N'. 42.

Sb. 1902 N'. 446.

Sb. 1862 N°. 105.

Resol. 12 Januari 1833 N°. 10 ; G.b. 20 Oct. 1854 N'. 2 en Sb. 1881 N'. 170.

G.b. 12 Oct. 1900 N'. 42.

}sb. 1900 N". 34.

G.b. 12 Oct. 1900 N". 42-

A. IV.

Plaals.

PoDtianak

Moeara Djawa en Balikpa- pan.

Formatie, toelagen en indemniteiten. „ Vastg<"steW ot toegestaan bij:

Amboina . .

Terna te

Indemniteit voor schrijf-

benoodigdheden f 50 'sjaars.

Schrpoonen '. /,900 'sjaars.

G.b. 12 Oct. 1900 N°. 42.

voor het stöomvaar- tuig ten behoeve van den haven- dienst en de ha- venpolitie.

maniloer 2 djoeroemoedies 4 matrozen 1 machinist 3 stokers

4 roeiers voor de havensïoep.

2 bureauoppassers.

Indemniteit voor schrijf-

benoodigdheden f 100 'sjaars N.B. De toekenning der bezoldigingen aan- en de verdeeling der voeding- gelden onder het Inlandsen personeel tot de daarvoor uilgetrokken bedra- gen — zijnde jaarlijks f 5280 aan bezoldiging benevens f 990 voor voe- dinggeld per jaar ten behoeve van de bemanning van het sloomvaartuig (Sb. 1899 N°. 29) - geschieden vol- gens regelen, vast te stellen door den Commandant der Zeemacht en Chef van het Departement der Marine in Nederlandsch-Indië.

Sb. 1907 N°. 128.

Sb. 1899 N°. 29,

G.b. 12 Oct. 1900 N". 42.

1 roerganger / ' 2 4 0 'sjaars.

4 matrozen, ieder . 144 Indemniteit voor schrijf-

benoodigden (') . 50

(') Hiervan f 15 'sjaars voor het havendepartement te Banda. Besluit Resident Amboina dd°. 19 Januari 1901 N°. 268.

G.b. 4 Mei 1870 N°. 2 en Sb. 1885 N°. 96.

G.b. 19 Oct. 1901 N°. 15.

G.b. 12 Oct. 1900 N". 42.

1 mandoer

6 matrozen, ieder . . ,

f 180 'sjaars.

• 120 .

G.b. 24 Febr 1856 N". 33enl8April 1863 N". 24.

Sb. 1875 N". 47 en 1885 N'°. 96.

A. IV.

Plaats. Formatie, toelagen en indemniteiten. Vastgesteld of toegestaan bij:

Ternate

Koepang (Timor).

Singaradja (Bali).

Kota Baroe . .

Makasser . .

Indemniteit voor schrijf-

benoodigdheden f 20 'sjaars,

1 djoeroemoedi f 144 'sjaars, 4 roeiers, ieder > 120 Indemniteit voor sclirijf-

benoodigdheden • 24

1 roerganger f 240 'sjaars, 6 matrozen, ieder • 144 Indemniteit voor schrijf-

benoodigdheden • 30 •

G.b. 12 Oct. 1900 N°. 42.

}sb. 1868 N°.136.

G.b. 12 Oct. 1900 N°. 42.

Foelage aan den fungee-

renden havenmeester, f 50 'sjaars.

Klerkengelden f 900 'sjaars.

Voor bezoMiging In- landsch personeel ha-

vendienst • 996 • Indemniteit voor schrijf-

benoodigdheden • 80 • De toekenning der bezoldigingen aan

hel bien oren bedoeld Inlandsen, per- soneel tot het daarvoor toegestaan be- drag geschiedt volgens regelen, door den Commandant der Zeemacht en Chef van het Departement der Marine in Nederlandsch-Indië vast te stellen.

Sb. 1895 N». 13.

G.b. 12 Oct. 1900 N°. 42.

Sb. 1904 N°. 4 1 .

Sb. 1904 iN°. TL

21 V. Eedsaflegging.

(a). V e r b o d t e g e n h e t a a n v a a r d e n e e n e r

b e d i e n i n g , w a n n e e r d e e e d n o s n i e t

i s a f g e l e g d . (Sb. 1866 ff 55 artikel 136).

Ieder openbaar ambtenaar, die in de uitoefening zijner be- diening treedt zonder den eed te hebben afgelegd, kan te dier zake worden vervolgd en wordt alsdan gestraft met geldboete van ƒ 8.— tot ƒ 75,—

(b). B c w ij s v a n e e d s-a f 1 e g g i n g m o e t w o r -

d e n o v e r g e 1 e g d a 1 v o r e n s d e b e d i e n i n g

a a n v a a r d m a g w o r d e n. (Sb. 1857 TV 7).

Een iedei% die gehouden is af te leggen eenen ambtseed, mitsgaders die van trouw, geheimhouding en zuivering, moet het bewijs van die aflegging overleggen, alvorens toegelaten te kunnen worden tot de aanvaarding der bediening, tot welke hij benoemd is, en tot het genot der voor dezelve bepaalde be- zoldiging.

(r). F o r m u l i e r e n d e r e e d e n v a n t r o u w .

v a n g e h e i m h o u d i n g e n v a n z u i v e r i n g.

De havenmeesters wier vast traktement minder dan ƒ 500—

's maands bedraagt, leggen de ondervolgende eeden van trouw en geheimhouding af, terwijl van hen wier vast traktement ƒ 500.— 's maands en meer bedraagt bovendien den eed van zuivering wordt afgenomen, (missive Algemeene Secretaris dd°. 7 Juli 1891 ff i6o

staatsblad 1827 W- 115 (5°)).

Formulier voor den eed van trouw.

„Ik beloof en zweer, dat ik gehouw en trouw zal zijn aan de Koningin der Nederlanden, dat ik gehoorzaamheid en eerbied betoonen zal aan den Gouverneur-Generaal als Harer Majes- teits vertegenwoordiger en aan de Indische Eegeering, als- mede aan diegenen, onder wier onmiddellijke bevelen ik ge- steld ben".

Formulier voor den eed van geheimhouding.

„Dat ik geheim zal houden wat uit den aard der zaken en

overeenkomstig de mij deswege gegeven bevelen geheim be-

hoort te blijven; dat ik in alle mijne handelingen steeds het

A . f. 22 Aanvullingi- bladen N».

belang van den lande en dat van de zaken aan mijne zorg toe- vertrouwd, getrouwelijk in het oog zal houden en n a a r mijn best vermogen voorstaan, en dat ik wijders m e t oprechtheid en naarstigheid, in al wat mijne b e t r e k k i n g aangaat, zal t r a c h - t e n te voldoen overeenkomstig de algemeene of bijzondere bevelen mij deswege gegeven of nog te geven".

F o r m u l i e r voor den eed van zuivering.

„ I k verklaar en zweer dat ik tot verkrijging van mijn a m b t als havenmeester te aan niemand, wie hij zij, in of buiten h e t b e s t u u r , iets, onder welk voorwendsel ook, beloofd of gegeven heb. of beloven, of geven zal".

Zullende voorts t o t bevestiging van elk dezer eeden ten slotte worden gezegd :

„Zoo waarlijk helpe mij God almachtig".

Alles onder dien verstande, dat de eed door elk bijzonder a m b t e n a a r zal worden afgelegd op de wijze bij de gods- dienstige gezindheid, t o t welke hij behoort, aangenomen of

voorgeschreven. .

(d). V e r k l a r i n g e n v a n r e e d s e e n m a a l a f - g e l e g d e e e d e n v a n t r o u w e n v a n

g e h e i m h o u d i n g (Sb. 1827 W 115 (4°)).

Bij bevordering of verplaatsing is een beëedigd a m b t e n a a r n i e t gehouden, opnieuw den eed van t r o u w en dien van ge- h e i m h o u d i n g af t e leggen, m a a r zal hij kunnen volstaan m e t eene schriftelijke verklaring in duplo, dat hij ook in zijne nieuwe b e t r e k k i n g a a n n e e m t en belooft zich n a a r den reeds eenmaal afgelcgden eed te zullen gedragen (*).

(e). A u t o r i t e i t e n d i e d e e e d e n a f n e m e n . (Sb. 1870 IV 43 en 187fi W- 90).

De beëediging geschiedt te Batavia door den C o m m a n d a n t der Zeemacht en Chef van het D e p a r t e m e n t der Marine in N e d e r l a n d s c h - I n d i ë ; elders, door het Hoofd van gewestelijk bestuur of, bij verhindering van dezen, door «Ie onder zijne ! bevelen staande Assistent-Residenten.

( ) Bij herbenoeming van ambtenaren op non-aetiviteit of op wacht- geld moeten de eeden van trouw en geheimhouding op nieuw worden afgelegd. (Schrijven 1« Gouvernements Secretaris 12 Juli 1901 N°. 2006).

RED.

Jk. w.

(ƒ). D e b i j S t a a t s b l a d 1822 II' 51 v o o r g e - s c h r e v e n e e d m o e t a l s v e r v a l l e n w o r -

d e n b e s c h o u w d , (missive D i r e c t e u r J u s t i t i e dd°. 28 December 1892 ff 9312).

Door de vaststelling, bij beschikking van den C o m m a n d a n t der zeemacht dd. 10 S e p t e m b e r l 8 8 5 IV 10255, der „Algemeene instructie voor de H a v e n m e e s t e r s in Nederlandsch-Indië, be- doeld bij sub t e n tweede § I I van Staatsblad 1885 115 87, (vervangen door de algemeene instructie vastgesteld bij B. C.

Z. dd°. 30 December 1905 ff 15075), moet de „ I n s t r u c t i e voor Havenmeesters enz.", behoorende bij de resolutie van 3 De- cember 1822 ff 10 (Staatsblad ff 51)', en daarmede de in a r t i - kel 37 cod., voorgeschreven eed, als integreerend deel daarvan, als vervallen worden beschouwd.

(g). A m b t s e e d d o o r d e f u n g e e r e n d e h a v e n - m e e s t e r s b i j d e a a n v a a r d i n g h u n n e r

b e d i e n i n g a f t e l e g g e n . (Circulaire C. Z.

cid'0. 10 J u n i 1890 ff 5017).

I k heb de eer TT.H.Ed.G-. hierbij een afschrift aan t e bieden, van h e t advies van. den D i r e c t e u r van J u s t i t i e dd°. 27 Mei j . 1 . ff 3742, n a a r aanleiding der vraag of h e t noodzakelijk m o e t worden geacht, dat fungeerende havenmeesters als zoodanig een ambtseed afleggen.

I k teeken hierbij aan , enz.

D e p a r t e m e n t v a n J u s t i t i e .

ff 3742. Batavia, den 27st™ Mei 1870.

T e r voldoening aan het verzoek gedaan bij , heb ik de eer het navolgende te doen strekken.

De wetgever verlangt dat ieder o p e n b a a r a m b t e n a a r den eed aflegt, vóór dat hij in de uitoefening zijner bediening t r e e d t en bedreigt straf tegen h e t verzuim daarvan (artikel A.. V. (a). ]36, Wetboek van S t r a f r e c h t voor E u r o p e a n e n ) .

Daarom zijn voor verschillende b e t r e k k i n g e n bijzondere eedsformulieren vastgesteld, en voor aile de overige betrek- kingen, waarvoor geen bijzonder eedsformulier is vastgesteld, geldt het formulier, vastgesteld bij besluit dd°. 10 December

1827 ff 66, opgenomen in Staatsblad 1827 ff 115.

Deze bepalingen zijn algemeen en gelden alzoo ook voor fungeerende havenmeesters.

Deze mogen h u n n e bediening niet uitoefenen zonder vooraf

ML. W. 2 4 Àaiiflliliogl- bladen No.

den bijzonderen — en indien een zoodanige voor liera n i e t is i—

voorgeschreven — den algemeenen ambtseed t e hebben afge- legd^ en h u n n e verklaringen, verhalen en relazen m o e t e n de vermelding inhouden, dat dezelve door ben zijn afgelegd of opgemaakt op den eed bij den aanvang h u n n e r bediening ge- BMII (6). daan, (artikel 381 E . Strv.).

Qi), O m t r e n t h e t a f l e g g e n v a n e e n ' e e d d o o r r e e d s b e ë e d i g d e a m b t e n a r e n d i e

a l s f u n g e e r e n d e h a v e n m e e s t e r s o p - A. V. (g). t r e d e n . (Cire. C. Z. dd. 16 -Tuli 1803 TV 6996).

Met terugzieht op dezerzijdsche circulaire, dd°. 10 J u n i 1890 TV 5017, heb ik de eer TJ.H.Ed.G. mede t e deelen dat een beëedigd a m b t e n a a r , die als fungierend havenmeester op- t r e e d t , niet gehouden is nogmaals een eed voor deze b e t r e k - king af t e leggen, m a a r zal k u n n e n volstaan met zijnen voor zijn hoofdambt afgelegden eed, welke, aangezien zijne bijbe- t r e k k i n g als havenmeester aan zijn hoofdambt en n i e t aan zijn persoon is verbonden, hem dezelfde verplichting oplegt ten opzichte van zijn dienst als havenmeester als van zijne eigen b e t r e k k i n g .

Die voor zijn hoofd ambt afgelegde eed sluit dus alles in zich, en stelt hem in de gelegenheid om verklaringen en p r o - cessen-verbaal op te maken op den eed bij de aanvaarding zijner bediening gedaan.

(ï). A f s c h a f f i n g v a n h e t i n d i e n e n v a n p r o c e s s e n-v e r b a a l v a n b e ë e d i g i n g

b u r g c r 1 ij k e 1 a n d s d i e n a r e n.

(Sb. 1898 TV 152).

H e t indienen van processen-verbaal van beëediging van bur- gerlijke landsdienaren aan het Gouvernement, de D e p a r t e - m e n t e n van Algemeen B e s t u u r en de Algemeene E e k e n k a m e r , voor zoover bij de bestaande bepalingen nog voorgeschreven, wordt afgeschaft. Van bedoelde processen-verbaal blijft één exemplaar berusten in het archief van de autoriteit, in wier h a n d e n de eed w o r d t afgelegd, terwijl een ander exemplaar aan den beëedigde wordt afgegeven.

De schriftelijke verklaringen van burgerlijke landsdienaren, die bij bevordering of verplaatsing aannemen en beloven zich n a a r den reeds eenmaal afgelegden eed van trouw en geheim- houding te zullen gedragen, worden ingediend aan de autori- teit, die krachtens de bestaande bepalingen den ambtseed van den betrokken landsdienaar had m o e t e n afnemen, zoo deze t o t eedsaflegging verplicht waren geweest.

2 5 VI. Kostuum.

(ff). " H e t o n r e c h t m a t i g d r a g e n v a n e e n k o s t u u m i s s t r a f b a a r. (Sb. 1866

TV 55 art, 190).

Ieder, die in het openbaar drangt ren kostuum, een uniform of een eereteeken, dat hem niet t o e k o m t , of die zich titels a a n m a t i g t , die hem niet wettig zijn toegekend, wordt gestraft m e t gevangenisstraf van zes maanden t o t twee jaren.

(b). V u n g e e r e n d e h a v e n m e e s t e r s z ij n n i e t g e r e c h t i g d t o t h e t d r a g e n v a n h e t v o o r

b a v e n m e e s t e r s v a s t g e s t e l d k o s t u u m . (Sb. 1828 II? 18).

H e t dragen der kostumes, reeds bepaald of nader te bepa- len, is alleen verplichtend voor a m b t e n a r e n definitief t o t den door hen bekleeden post b e n o e m d ; zullende a m b t e n a r e n , m e t de w a a r n e m i n g van function belast, t o t het dragen daarvan alleen dan de bevoegdheid hebben, wanneer zij daartoe eene speciale v e r g u n n i n g hebben gekregen.

(c). K o s t u u m v o o r d e h a v e n m e e s t e r s t e B a t a v i a , S e m a r a n g e n S o e r a b a j a.

(Sb. I860 11= 74, gewijzigd bij Sb. 1907 Tl' 166).

H e t door de havenmeesters te Batavia, S e m a r a n g en Soera- baja te dragen k o s t u u m bestaat in een :

Groot k o s t u u m (alleen voor Batavia).

E e n frak van donker blauw laken, gevoerd met zijde van dezelfde kleur, voorzien van een gouden geborduurden k r a a g (marine-model), m e t dien verstande, dat bet a n k e r zal zijn van zilver, opslagen der mouwen mede marine-model (met zilveren a n k e r s ) ; gouden knoopen m e t de gekroonde W.

E e n vest van wit easimier m e t gouden knoopen m e t de ge- kroonde W.

E e n pantalon van wit easimier met goud galon, t e r breedte van vier Kederlandsche duimen.

E e n staande degen m e t verguld gevest, zooals bepaald is voor de a m b t e n a r e n in Nederlandsch-Indie.

E e n steek m e t oranjekokarde en vier gouden tressen.

Klein k o s t u u m (voor Batavia, Soerabaja en Semarang).

E e n korte blauwe lakensebe jas niet eene rij gouden knoo- pen m e t de gekroonde W, overslaande k r a a g en de opslagen der mouwen m e t goud g e t a k t e n r a n d omzoomd.

A . V I . 26 Aanvalliiigi- bladen No.

E e n witte of blauwe p a n t a l o n m e t wit vest.

Een klein model m u t s van blauw laken, volgens model bij de Indische a m b t e n a r e n in gebruik, voorzien van een gouden galon, ter breedte van hoogstens vier Nederlandsche duimen.

(d). K o s t u u m v o o r d e o v e r i g e h a v e n m e e s t e r s e n d e o n d e r h a v e n m e e s t e r s t e T a n d j o n g -

P r i o k e n S o e r a b a j a. (Sb. 1869 IT-' 68, 1886 11° 230a, 189? 11" 40 en 1907 W 166).

Bedoelde a m b t e n a r e n dragon het voor de havenmeeesters t e Batavia, S e m a r a n g en Soeräbaja voorgeschreven klein k o s t u u m .

(e), l i e t d r a g e n v a n h e t k l e i n , k o s t u u m i s a l l e e n v e r p l i c h t e n d b ij d e u i t o e f e -

n in g v a n d e n g e w o n e u d i e n s t.

(Sb. 1907 II" 166).

(f). W i t k o s t u u m v o o r d e h a v e n m e e s t e r s e n o n d e r h a v e n m e e s t e r s i n X e d. I n d i ë.

(Sb. 1907 IT 166 sub I I ) .

A a n de havenmeesters en onderhavenmeesters in Neder- landsch-Indië is vergund bij de uitoefening van h u n dage- lijkschen dienst en op dienstreizen een k o s t u u m van witte stof te dragen, bestaande u i t :

a. een jas van wit Engelsch leer, Russisch linnen of drill, m e t opstaanden k r a a g t e r hoogte van %y^—4 c.M. — z . g . Atjeh- jas — en één rij van 6 groote vergulde a m b t s k n o o p e n ; i. een broek van dezelfde stof ais de j a s ;

c. een witte pet m e t overhangenden bol en neergebogen wit leeren klep, voorzien van een zwart zijden galon t e r breedte van 3 c.M. en een s t o r m b a n d van goudkoord, be- vestigd aan twee vergulde a m b t s k n o o p e n ;

tegen den v o o r k a n t der pet, 1 c.M. boven de klep, een gouden borduursel (op blauw laken o n d e r g r o n d ) , bestaande u i t de gekroonde W omgeven door eikenloof :

voor de havenmeesters te Batavia en Soerabaja zal de r a n d der wit leeren klep bovendien omboord zijn m e t gou- den galon t e r breedte van 13 m.M.

(g). H e t k o s t u u m voor d e n loods, t e v e n s o n d e r h a v e n m e e s t e r voor de

E m m a h a v e n

is bepaald bij G. B. 30 Augustus 1892 11° 10, en bestaat in het klein kostuum bij (c) omschreven, mei dien verstande echter,

A . W I — W i l l . 27 Aaimillings- bladen No.

d a t de goud getakte rand wordt weggelaten en dat het gouden ~~

galon der m u t s hoogstens 2 c.M. breed zal zijn.

H e t k o s t u u m der waterschouten is voorgeschreven bij Staatsblad 1883 ff 265.

VII. Vrijstelling van schutterlijken dienst (Sb. 1866 N°.

104, 1885 N°. 157, 1886 N°. 245

en 1897 N°. 72).

De havenmeesters, onderhavenmeesters, zoomede bet perso- neel bij liet h a v e n d e p a r t e m e n t te Batavia, w.o. de beheerder van den tijdbal aldaar, zijn vrijgesteld van den persoonlijken schutterlijken dienst.

VIII. (a) Uit kracht van hunne hoofdbetrekking vervullen de havenmeesters, ieder op zijn standplaats of binnen het daartoe aangewezen ressort, de bijbetrekking van:

C. XIX. Ie. scheepsmeter, ingevolge Staatsblad 188] ff 66, artikel 3 4 ; Ka. II. 2e. strandvonder, ingevolge Staatsblad 1852 11'-' 21 t e n Ie;

Na. 3°. s u p e r i n t e n d e n t der kust- en havenlichten, voor zoover!

bet toezicht m e t r e c h t s t r e e k s aan den H o o f d - I n s p e c t e u r van Scheepvaart is opgedragen, alsmede van de oliega&fa- brieken te P a l e m b a n g en t e Belawan-Deli ingevolge S t a a t s - blad 1905 ff 168 a r t i k e l 4 ;

N. h-c- 4('. s u p e r i n t e n d e n t over de bebaken ing en net loodswezen, tenzij d a a r o m t r e n t anders is bepaald, ingevolge de alge- meene I n s t r u c t i e voor Havenmeesters (artikel 1 1 ) ; Ba. 11(d). 5e. beheerder van de onderdepots van zeekaarten en gidsen —

m e t uitzondering van die te T a n d j o n g - P r i o k en Soerabaja, w a a r d e onderhavenmeesters daarmede belast zijn, — inge- volge Staatsblad 1861 11- 95, artikel 1, gewijzigd bij S t a a t s - blad 1886 ff 78a, 1897 II'-' 80, 1904 ff 441. Besch. C. Z 10 April 1905 ff 4 2 2 7 ;

J. 6.e a m b t e n a a r ten. wiens overstaan, de vertooning van h e t scheepsjournaal en de daartoe betrekkelijke verklaringen behoort te geschieden, ingevolge Staatsblad 1849 ff 23 en Sb. 1888 ff 7 3 ;

(b) aan e n k e l e . h a v e n m e e s t e r s is het rekenplichtig beheer der op b u n standplaats aanwezige marine-steenkolen- Fd- V. depots opgedragen, zie hiervoor

(c) V e r d e r is opgedragen:

aan den havenmeester te Belawan-Deli h e t toezicht op de gewestelijke politievaartuigen (Staatsblad 1887 ff 240, 1903 ff 101):

A. V i H — X ²⁸

(d) E. XVIII.

E.

XXXVII.

aan de havenmeesters te Sabang en Kiouw hot beheer over het depot van levensmiddelen op hunne stand- plaats, respectievelijk bij de Gouvernements Besluiten van den 23 April 1888 W 10, 10 Juli 1894 11- 24;

aan den fungeerenden havenmeester to Pontianak is bij Staatsblad 1890 IT 169 opgedragen het toezicht op het materieel en pompen van het droogdok aldaar.

Zie voor het behoor van dr waterlevering óp diverse plaatsen, en andere verplichtingen van onderscheidene havenmeesters „Hoofdstuk L'' dezer verzameling;

Bh. 11" 313 bepaalt, dat havenmeesters niet mogen op- treden als scheepsinspecteurs in dienst van verzeke- ringsmaatschappijen.

Bb. W 1826 bepaalt, dat havenmeesters niet mogen belast zijn met de uitoefening van agentschappen of andere dienstbetrekkingen van stoombootmaatschap- pijen.

IX. Contributie aan het weduwen- en weezenfonds van burgerlijke ambtenaren in Nederlandsch-lndië (Sb.1854 N°. 93).

Artikel 10. De gewone bijdrage aan dit fonds I

wordt geheven :

A. Voor personen in werkelijken dienst.

.4°. van alle salarissen voor werkzaamheden ten dienste van | den Lande of van bijzondere personen, verricht wordende,

door havenmeesters, , die door don Gouverneur-Generaal aangesteld zijn; met

uitzondering van betalingen of eommissiepenningen, ge- noten voor het doen van inspectiën of metingen van parti- culiere vaartuigen

X. (a) Verstrekking van kleedingstukken aan de Inland- sche bemanning der havenvaartuigen bij de haven inrichtingen. (G.b. 30 Juni 1906 N°. 27 en 15 Maart 1907 N°. 20).

Met buiten w sluiten van

25 Juli 17 „ 13 Mei 22 Januari 22 Augustus

1

erkingstelling voor zoovoo!

1.858 1T-' 10, 1859 „ 20, 1863. „ 20, 1877 „ 2.

1879 „ 21 en 1882 ., 13,

noodig aan de be

•

— m . 1 29 machtiging te verkenen om uit 's Lands voorraad aan de Inlandsche bemanning der havenvaartuigen bij de haven- inrichtingen ;

I. te Batavia, Semarang en Soerabaja, voor rekening van den Lande per hoofd en per jaar te verstrekken:

één hoofddoek,

één wit katoenen hemd, één wit katoenen broek en één rood katoenen gordel.

II. Om voor zoover zulks ter beoordeeling van den Com- mandant der zeemacht en Chef van het Departement der Marine in rTederlandsch-Indië noodig is, ten behoeve van de Inlandsche bemanning der vaartuigen bij de verschillende haveninrichtingen uit

s Lands voorraad kleedingstukken te verstrekken tegen betaling van de prijzen volgens prijslijst zonder 25% verhooging.

(b) aan de oppassers bij het havendepartement te Oleh-leh,

kan, tegen betaling van den tariefsprijs, zonder 25% ver- hooging ééns per jaar en per man worden verstrekt:

één blauw baaien hemd. (G-. B. 18 Januari 1882 n

10).

XI. (a) Aanwerving van Inlandsch personeel voor de haven- departementen op de buitenbezittingen. (Bb N°.

2498).

Het besluit van 4 Maart 1858 W 20, houdende machtiging om het Inlandsch personeel voor het havendepartement te Banda, voor zoover het daar ter plaatse niet kan worden aan- geworven, maar, hetzij bij de eerste samenstelling, hetzij later tot aanvulling van Java of elders moet worden ontbo- den, van de plaats, waar het wordt in dienst genomen, naar Banda te doen overvoeren voor rekening van den Lande, is bij liet besluit van 25 September 1871 11- 53, krachtens mach- tiging des Konings toepasselijk verklaard op de havendepar- tementen op de.buitenbezittingen iti het algemeen, met be- i paling wijders:

I

. dat aan eiken aangeworven schepeling een voorschot van drie maanden op zijne te verdienen soldij kan worden ver- leend, te verrekenen op den voet als voor ongehuwde ambtenaren is bepaald bij Staatsblad 1835 11° 5; en

som van ƒ 2.50;

met aanschrijving op de betrokken gewestelijke autori-

teiten om alleen om dringende redenen, den Chef van het

A . I L ! — X I I . 30 Aamulücp- liladeii Nu

Departement der Marine mede te deel en, gebruik te ma- ken van de bevoegdheid tot ontbieding van Java of elders van Inlandsch personeel voor het havendepartement.

XI. (b) Aanwerving van Inlandsch personeel voor het L oodswezen.

Bij artikel 2 § & van het Gouvernements besluit van 29 December 1899 ff 5 is bepaald, dat ff 2498 van het Bijblad op het Staatstblad van Kedorlandsch-Indië, betreffende de eventueele aanwerving buiten het betrokken gewest van In- landsch personeel voor de havendepartementen in de buiten- bezittingen, mede van toepassing is voor de reeds bestaande en nader op te richten loodsdiensten.

XII. Circulaire C. Z. dd. 16 December 1899 N°. 13216 aan de Hoofden van gewestelijk bestuur over bestraf- fing met geldboeten van het Inlandsch personeel bij de Havendepartementen.

Bij Gouvernements besluit van 1 September 1899 ff 12 (Staatsblad ff 244) is bepaald, dat voor zoover terzake nog geene voorzieningen zijn getroffen, de Hoofden van geweste- lijk en plaatselijk bestuur bevoegd zijn om, wanneer zulks tot handhaving der tucht of bevordering van den goeden gang van den dienst noodzakelijk is, dus in geval terechtwijzing en vermaning daartoe niet voldoende kunnen leiden, de 'door de Hoofden van gewestelijk bestuur in overeenstemming met den betrokken Departementschef aan te wijzen categoriën van oppassers en van met dezen gelijk te stellen Inlandsche landsdienaren, wegens kleine dienstvergrijpen en tekort- komingen, te straffen met geldboeten telkens van ten hoogste bet één dertigste gedeelte hunner maandelijksche bezoldiging, met-dien verstande, dat deze geldboeten te zamen maande- lijks, voor ieder, het één vierde gedeelte der maandelijksche bezoldiging niet te boven gaan.

Kaar aanleiding van het bovenstaande, heb ik de eer UHEG. mede te doelen, dat het Inlandsch personeel bij de havendepartementen wordt gerangschikt onder de daarbij bedoelde categoriën van oppassers en van met dezen gelijk te stellen Inlandsche landsdienaren, niet beleefd verzoek hiervan mededeeling te doen aan de betrokken havenmeesters en fd.

havenmeesters.

A. mjii—TL1\. ⁵¹

XIII. Buitenlandsche verloven aan Inlandsche landsdienaren.

(Circulaire Gouvernsments Secretaris 10 November 1905 N°. 3806).

Bij liet nemen van eene beschikking op verzoeken van Inlandsche of met Inlanders gelijkgestelde landsdienaren om buitenlandeen verlof, bv. voor het regelen van geldelijke za- ken, het bezoeken van betrekkingen, het verrichten van de bedevaart naar Mekka en. dergelijke, is tot dusver niet altijd naar dezelfde beginselen gehandeld. Soms werd het verlof verleend, een ander maal onder dezelfde omstandig- heden geweigerd, terwijl door een der adviseurs van de Be- geering zelfs betwijfeld werd of, bij gebreke van algemeene regels dienaangaande, buitenlandsche verloven wel aan de bier- bedoelde personen verleend konden worden. Blijkens Il

5208 van het Bijblad-op het Staatsblad bestond ook meer dan eens onzekerheid ten aanzien van de vraag, welke autoriteit het verlof eventueel behoorde te geven.

Naar aanleiding van een onlangs ingekomen verzoek van ! dezen aard, heeft de Eegeering deze aangelegenheid in over- weging genomen en daarbij is zij tot het besluit gekomen, dat er in het algemeen geen bezwaar tegen bestaat aan Inlandsche of met Inlanders gelijkgestelde landsdienaren, buitenlandsche verloven te verleenen met behoud hunner betrekking, doch overigens geheel buiten bezwaar van den Lande. Voor elk bijzonder geval zal uit den aard der zaak moeten worden na- gegaan, of de belangen van den dienst zich niet tegen het ver- leenen en de daaruit voortvloeiende waarneming van het ambt door een tijdeliiken functionairis verzetten, zoomede of wellicht andere omstandigheden afwijzing van het verzoek raadzaam maken. Het verlof zal verleend kunnen worden door de autoriteit, die bevoegd is de benoeming tot het door den aanvrager bekleede ambt te doen.

Op last van den G-ouvernenr-Generaal heb ik de eer T

wer Excellentie

—^r==i^ het vorenstaande medetedeelen, met verzoek daarmede, waar noodig, rekening te willen honden.

XIII'. Regelen voor de toekenning van wachtgeld aan In- landsche of met Inlanders gelijkgestelde landsdienaren zijn opgenomen in Staatsblad 1907 N°. 344.

XIV. Inspectie over de Havendepartementen in Nederlandsch- Indië. (Extract uit Staatsblad 1905 N°. 38)

Ten behoeve der inspectie over de Gouvernements Marine, de Bebakening, de Kustverlichting en het Loodswezen en de

Havendepartementen zijn in dienst gesteld: I

A. ILIV—XV.

Die nst ;

b. een I n s p e c t e u r van S c h e e p v a a r t ;

c. zooveel Adjunct-Inspecteurs van Scheepvaart, als bij de Begrooting zijn toegestaan.

XV. Over de geldelijke belooningen welke aan havenmees- ters of als zoodanig f

. ambtenaren volgens wette- lijke voorschriften kunnen worden toegekend. (Circ C. Z. 9 Maart 1907 N°. 2569).

H e t is noodzakelijk gebleken de geldelijke belooningen, welke volgens w e t t e l i j k e v o o r s c h r i f t e n worden toegekend aan havenmeesters of als zoodanig fungeerende a m b t e n a r e n voor werkzaamheden ten behoeve van den L a n d e of van particulieren, in eene gespecificeerde opgave t e r alge- meene kennis te brengen.

Deze wettelijk geregelde belooningen zijn verzameld in den hieronder volgenden staat.

Omschrijving der werkzaamheden, waarvoor geldelijke belooningen volgens

wettelijke voorschriften zijn toegekend.

T a x a t i e s

van vaste goederen bij overschrij- ving, eigendom van schepen van de grootte van 4 lasten of kojangs en daarboven.

van losse goederen bij averij- zaken, hulp- en bergloonltegroo- tingen enz.

S c h e e p s m e t i n g . Meten van schepen en vaar- tuigen en aanbrengen of ver- nieuwen van brand- of nierk- teekens voor de in artikel 1 Staatsblad 1881 n°. 66 bedoelde schepen en vaartuigen en het afgeven van afschriften van de meetbrieven als bedoeld in ar- tikel 41 van dat Staatsblad.

Hoofdstuk in de Verzameling van Voorschriften

ten dienste van Havenmeesters en

als zoodanig fungeerende amb-

tenaren.

C. XV» (a), (6).

j . vr.

Bij welk Staatsblad, Gouvernements Besluit enz. de

belooningen geregeld

zijn.

C. XIX.

Staatsblad 1837 n".

3, juncto Staats- blad' 1899 n°. 173.

Staatsblad 1854 n".

2.

Staatsblad 1881 n".

66, artikel 53 en 54, gewijzigd bij Staatsblad 1901 n".

345, artikel 1 § 4.

A. If.

Omschrijving der werkzaamheden, waarvoor geldelijke helooningen volgens

wettelijke voorschriften zijn toegekend.

Q u a r a n t a i n e Houden van het gezondheids- onderzoek, bedoeld in artikel 15 (2) der Quarantaine ordon- nantie in Staatsblad 1892 n°. 44.

K e u r i n g e n van s c h e p e n : bij vervoer van emigranten uitNe- derlandsch-Indië naar Suriname en omgekeerd, Staatsblad 1896 n°.

72 en 73, Staatsblad 1897 n". 56.

bij vervoer van pelgrims naar den Hedjaz, Staatsblad 1898 n".

294.

bij vervoer van passagiers door middel van stoomschepen (ook alle schepen door machines voort- bewogen), Staatsblad 1894 n°.

278, 1903 n°. 283.

bij vervoer van passagiers vol- gens de Stoomvaartordonnantie, Staatsblad 1905 n°. 370 (na 1 Januari 1908).

buiten die, bedoeld in de ordon- nantiën van 22 December 1894 (Staatsblad n". 278) en 'i6 October 1898 (Staatsblad n°. 294).

V e r t a l i n g e n . Overzetting in de Maleische taal van hel certificaat bedoeld in artikel 25 Staatsblad 1894 n°.

278, na 1 Januari 1908 artikel 33 Staatsblad 1905 n°. 370, zoo de vertaling door den haven- meester geschiedt.

E x a m e n s .

Zitting nemen inexamen-eom- missiën.

53

Hoofdstuk in de Verzameling van Voorschriften

ten dienste van Havenmeesters en

als zoodanig lungeerende amb-

tenaren.

ÀanvnllÎDgf- bladen No.

D. X I .

E . t. ( « ) .

E 1. {b).

E. III.

E. XXXIX.

E. XLI.

E. XIX.

E. XIII.

E. XXV.

Bij welk Staatsblad, Gouvernements Besluit enz. de

belooningen geregeld

zijn.

Staatsblad 1902 n".

243.

Staatsblad 1896 n°.

73, artikel 82 en 83.

Staatsblad 1898 n°.

294, artikel 32(4) en 38.

Staatsblad 1894 n°.

279 B, Gouverne- ments Besluit 29 April 1901 n°.25.

Artikel 4 en 15 Staatsblad 1905 n°.

370.

Staatsblad 1903 n°.

217.

Circulaire Comman- dant der Zeemacht dd°. 10 Augustus 1895 n". 7806, Staatsblad 1819 n°.

79, 1882 n°. 35, 1892 n°. 102.

Staatsblad 1887 n°.

241 en Staatsblad 1894 n°. 215.

A. XV.

Omschrijving der werkzaamheden, waarvoor geldelijke belooningen volgens

wettelijke voorschriften zijn toegekend.

34

Hoofdstuk in de Verzameling van Voorschriften

ten dienste van Havenmeesters en

als zoodanig fungeercnde amb-

tenaren.

Aanvulling!- bladen No.

Bij welk Staatsblad, Gouvernements Besluit enz. de

belooningen geregeld

zijn.

1 ' e t r o l e u m k e u r i n g . Keuren van petroleum door de daartoe bevoegde havenmeesters volgens artikel 30 der l'etroleum- ordonnantie 1906.

S c h e e p s v e r k l a r i n g e n voor het verlijden in minuut der scheepsverklaringen,

voor het afgeven van afschriften daarvan, voor hel stellen van het exhibitum op het dagregister of journaal ingevolge arlikel 381 Welhoek van Koophandel.

S r a n d v o n d e r ij.

Beheer als strandvonder.

L o o d s w e z e n . Belooning als superintendent of loodscommissaris van een loods- wezen in Nederlandsch-lndië.

F'. Ill (n).

J. II, III, IV.

K». II.

Staatsblad 1006 n"

143, artikel 30.

Staatsblad 1879 n".

118.

Zie in verband hier- mede

Staatsbl.l849n".23.

. 1! 88 n°. 73.

• 1874 n °. 9.

Staatsblad 1852 n°.

21, artikel 1 en 2.

Staatsblad 1906 n°.

229.

I n afwachting van do door de R e g e e r i n g to n e m e n beslis- sing, o m t r e n t de al dan n i e t wettigheid van eenige t o t dusver gedane heffingen, welke niet op wettelijke voorschriften be- r u s t e n , zullen alle n i e t in den bovenaangegeven s t a a t ge- noemde i n k o m s t e n door de h a v e n m e e s t e r s of h e t hun onder- geschikt personeel geheven, als o n w e t t i g worden be- schouwd.

I k noodig TJHoogEdelGestrenge beleefd u i t de in U w ge- west bescheiden h a v e n m e e s t e r s of als zoodanig fungeerende a m b t e n a r e n m e t den i n h o u d dezer circulaire bekend te m a k e n en h u n daarbij op te dragen de hier gegeven voorschriften s t i p t n a te k o m e n .

_

« • •