Startnotitie
“herijking vrijwilligersbeleid”
Versie 8 maart 2017
1. Inleiding
Het doen van vrijwilligerswerk is een belangrijke vorm van deelname aan de samenleving.
De vrijwilliger doet dit vanwege de voor hem/haar moverende redenen (persoonlijke
ontwikkeling, interesse etc.) maar kan daarmee ook anderen helpen om te participeren in de maatschappij. De verschuiving naar een participatiesamenleving vraagt meer vrijwillige inzet.
Nederland is bij uitstek een land van vrijwilligerswerk. Al dan niet georganiseerd. Vergeleken met andere Europese landen staan we bovenaan in de top- 10 van vrijwillige inzet. Uit recent onderzoek van CBS* blijkt dat ongeveer de helft van de Nederlanders vanaf 15 jaar zich jaarlijks één of meerdere malen vrijwillig inzet voor de samenleving.
Veel maatschappelijke initiatieven en activiteiten leunen dan ook sterk op vrijwilligers of zijn soms zonder hun inzet zelfs niet mogelijk. Vrijwilligers vind je overal: in de wereld van sport, kunst, cultuur, natuur, onderwijs, welzijn, zorg enzovoorts.
De wetgever heeft de positie van het vrijwilligerswerk verankerd in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015). Het college moet vrijwilligerswerk bevorderen en algemene maatregelen treffen ter bevordering van en ter ondersteuning van vrijwilligers om hen zoveel mogelijk in staat te stellen hun taken als vrijwilligers uit te (blijven) voeren.
*Klerk, M. de., Boer, A. de., Kooiker, S., Plaisier, I., Schyns, P.(2014) Hulp geboden. Den Haag: Sociaal cultureel planbureau.
1.1. Aanleiding
De Nota vrijwilligersbeleid gemeente Soest is in 2011 geschreven, voor de periode 2012-2015.
Sleutelwoorden van het beleid waren: verbinden en makelen; versterken; verbreiden;
verankeren.
Op het moment van schrijven van de huidige nota was de transitie en transformatie in het Sociaal Domein nog niet aan de orde. In de periode van de nota werd een aantal maatschappelijke ontwikkelingen meer zichtbaar. Zo blijven inwoners langer thuis wonen en wordt er meer ingezet op ambulante hulp en minder op intramurale zorg. Tegelijkertijd is de bevolking aan het vergrijzen, en is er sprake van individualisering. Er wordt een steeds groter beroep gedaan op vrijwilligers, met name in de wereld van welzijn en zorg. Veel mensen geven daaraan gehoor, georganiseerd via (vrijwilligers)organisaties, of ongeorganiseerd. De keerzijde is dat de kans bestaat dat zij overvraagd worden en daardoor omvallen of afhaken.
In het halfjaarlijks gesprek van de raad op 26 oktober jl. met lokale partners kwam naar voren dat de samenwerking tussen formele en informele zorg maatwerk is en voortdurend afstemming behoeft tussen beide partijen. Er zijn geluiden dat bij vrijwilligerswerk grenzen vervagen en betaald werk soms zou verdringen. Dit laatste werd overigens niet unaniem bevestigd in het bovengenoemde gesprek met lokale partners. Wel is aangegeven dat de vraag waar de grenzen van vrijwilligerswerk liggen, ook voor hen een actueel onderwerp is. Het is daarom goed om te kijken wat deze en andere maatschappelijke ontwikkelingen en vraagstukken betekenen voor vrijwillige inzet nu en in de toekomst. En ook of het nodig is de positie van vrijwilligerswerk lokaal meer te verankeren. Daarbij kijken we breed (sport, kunst, cultuur, natuur, onderwijs, welzijn, zorg etc.). Wat is daarbij de gewenste rol van de gemeente en wat is de rol van de samenleving. Kortom, het is de tijd voor een herijking van het vrijwilligersbeleid.
1.2. Wat willen we bereiken?
In het brede sociaal domein hebben we het over maatschappelijke effecten die we teweeg willen brengen. We willen inwoners zelfredzamer maken en iedereen moet mee kunnen doen naar vermogen oftewel de participatiegraad verhogen binnen de individuele mogelijkheden.
Het gemeentelijk vrijwilligersbeleid moet hieraan bijdragen. Hierbij moeten we enerzijds oog houden voor de eigen verantwoordelijkheid van mensen en anderzijds oog hebben voor de kwetsbaarheid van vrijwillige inzet en waarvan veel organisaties/stichtingen en/of andere inwoners tegelijk afhankelijk zijn.
Vertalen we de strategische agenda sociaal domein naar de opgave voor het vrijwilligersbeleid dan ziet dit er als volgt uit:
Maatschappelijk effect
Maatschappelijk effect: inwoners van Soest zijn steeds zelfredzamer.
Maatschappelijk effect: inwoners doen mee naar vermogen.
Maatschappelijk effect: inwoners van Soest blijven zo lang mogelijk thuis.
Maatschappelijk resultaat a. Meer vrijwilligers.
b. Jongeren zetten zich vrijwillig in voor de samenleving
c. Meer mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt zijn (en blijven) aan het werk, betaald dan wel onbetaald via vrijwilligerswerk.
d. Meer inwoners kunnen zelfstandig thuis wonen.
e. Minder inwoners voelen zich eenzaam.
1.3. Wat doen we al en gaan we extra doen?
Vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties worden nu ondersteund op verschillende manieren.
Onder meer door de inzet van Buro vrijwilligerswerk (St. Balans), door middelen voor deskundigheidsbevordering, waardering, en voor de vrijwilligersverzekering, en door de instandhouding van de maatschappelijke stage voor jongeren via het Griftlandcollege
(voorheen MaS). De gemeente faciliteert het Netwerk vrijwillige inzet in de Thuissituatie Soest in het voorzitterschap en door het beschikbaar stellen van vergaderruimte in het
gemeentehuis.
In onze strategische agenda staat wat we extra gaan doen:
Samen met organisaties een pool van vrijwilligers inrichten voor kwetsbare groepen zoals mensen met een verstandelijke handicap of psychische beperkingen
Met partners investeren in promotie van vrijwilligerswerk
Het gesprek met partners aangaan over randvoorwaarden van nieuwe vrijwilligersinitiatieven
De sociale kaart van vrijwilligersorganisaties verder door ontwikkelen
Het bovenstaande geeft aan dat vrijwilligersbeleid van de gemeente tot stand kan komen door in gesprek te gaan met vrijwilligers en (vrijwilligers)organisaties:
Wat gaat goed? Wat kan beter? Waar zijn bedreigingen en waar kansen? Hoe kan de gemeente vrijwilligerswerk bevorderen en bijdragen aan een ondersteuningsstructuur voor vrijwilligers?
En wat kan overgelaten worden aan organisaties en vrijwilligers zelf?
2. Opdracht aan het college 2.1. Uitgangspunten
De visie en randvoorwaarden van het brede sociale domein zijn al in de strategische agenda geformuleerd en ook van toepassing op het vrijwilligersbeleid.
Een aantal concrete uitgangspunten kunnen benoemd worden voor nadere uitwerking:
- Vrijwilligerswerk (georganiseerd/ongeorganiseerd) is een vorm van maatschappelijke participatie (inclusieve samenleving)
- Vrijwilligers moeten erkend en gewaardeerd worden
- Vrijwilligerswerk moet behouden, ondersteund en gepromoot worden - Vrijwilligerswerk heeft ook zijn grenzen
- Drempels voor vrijwilligerswerk moeten zo veel mogelijk weggehaald worden - (vrijwilligers)organisaties werken met elkaar samen (deling in kennis, expertise,
doorverwijzing etc.)
- Kaders voor (nieuwe) vrijwilligersinitiatieven ontwikkelen.
2.2. Financiële kaders
Op dit moment hebben wij de volgende budgetten begroot:
Omschrijving budget (structureel) Begroting 2017 Uitgaven 2016 Taken vrijwilligerswerk Buro vrijwilligerswerk
(Balans)
€ 161.117 € 161.117
Coördinatie maatschappelijke stage jongeren (Balans) € 37.762 € 37.762 Respijtzorg door inzet vrijwilligers (SWOS) € 28.201 € 27.006
Regeling
deskundigheidsbevordering/waardering/erken ning
Gratis VOG (Verklaring omtrent het Gedrag) aan vrijwilligers
€ 8.915 € 2.083
Vrijwilligersverzekering € 6.447 € 6.638
Subsidie HiP € 7.500 € 7.500
Subsidie Present € 10.000 € 10.000
Afhankelijk van de (nieuwe) doelen in een herijkt en vastgesteld gemeentelijk
vrijwilligersbeleid wordt uitgegaan van bestaande middelen binnen de ontschotte budgetten Sociaal Domein.
2.3. Participatie
Vanuit de Wmo hebben de gemeenten de opdracht vrijwillige inzet te ondersteunen en burgerinitiatieven te stimuleren. Dat levert nog wel eens dilemma’s op. Moet de gemeente loslaten of zich er juist actief mee bemoeien? Of iets daar tussenin? En hoe dan? Deze vragen hoeven we als gemeente niet alleen te beantwoorden. Het vrijwilligersveld kan nieuwe
inzichten bieden. Dáár zit de kennis en de ervaring. Vrijwilligers doen vrijwilligerswerk maar niet omdat de gemeente dat wil of vanuit de wet moet stimuleren, maar omdat zij een eigen motivatie hebben om het te doen, vaak ook omdat een bepaalde organisatie ze aanspreekt.
Veel vrijwilligerswerk gebeurt buiten het gezicht van de gemeente. Het is daarom belangrijk dat de gemeente in een participatief traject met vrijwilligers en (vrijwilligers)organisaties in gesprek gaat. Vrijwilligersbeleid is een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Het startpunt is de huidige stand van zaken van het lokale vrijwilligerswerk, vanuit ieders rol en
verantwoordelijkheid. Als het gaat om het vaststellen van het gemeentelijk vrijwilligersbeleid blijft dit bij de gemeenteraad, evenals het budgetrecht. Daarover vragen we het veld te adviseren. De gekozen participatiestijl uit de Participatiewijzer is : Adviseren
2.4. Looptijd
In 2018 willen we starten met herijkt vrijwilligersbeleid. Om daar te komen zijn een aantal stappen nodig:
2017 mei juni juli augustus Half
september oktober november december 17- feb 18 Participatietraject vertalen naar beleidsnota Voorbereiding en
besluitvorming college/raad
2.5. Proces
Met een aantal stakeholders, daarbij kunt u denken aan bijvoorbeeld Buro vrijwilligerswerk, een (vertegenwoordiging van) het Netwerk vrijwillige hulp in de Thuissituatie, het
Cultuurplatform Soest, de cultuurconsulent, de Sportfederatie en de adviesraad Sociaal Domein e.d., wordt voorbereidend werk gedaan, in de vorm van een werkgroep. Welke grote thema’s spelen er?
Dit levert input op voor de insteek van een participatieavond. Ook wordt naar voorbeelden elders in het land gekeken, bij gemeenten met een soortgelijke omvang.
De uitkomst van de participatieavond, de voorbeelden van vrijwilligersbeleid elders in het land en andere informatie zoals relevante maatschappelijke ontwikkelingen zal uiteindelijk input opleveren voor een advies aan het college en later aan de gemeenteraad. Dit alles mondt uit in een herijkt vrijwilligersbeleid.
2.6. Een participatieavond over vrijwilligersbeleid
Tijdens een avond draait het vooral om het gesprek met vrijwilligers, vrijwilligersorganisaties en organisaties die naast professionals vrijwilligers inzetten. We denken aan onder meer:
Aantal vrijwilligers uitnodigen, bijvoorbeeld via hun (vrijwilligers)organisaties
Buro vrijwilligerswerk (St. Balans)
Netwerk Vrijwillige hulp id Thuissituatie. Deelnemers zijn:
HiP, Present, Humanitas, SWOS, Balans, Rode Kruis, Zonnebloem, Schuldhulpmaatje, Soester Buurtgenoten, Hulpdienst Soesterberg, Hospice De Luwte (en De Luwte Thuis), Diaconaal netwerk, ketenzorg dementie
Grote zorgaanbieders zoals Lyvore en Amerpoort
Grote culturele organisaties, eventueel vertegenwoordigd door het Cultuurplatform
Cultuurconsulent
De Linde
Buurtsportcoach (vereniging-/sportadvisering)
Sportverenigingen, eventueel vertegenwoordigd door Sportfederatie
NOC*NSF
Onderwijs
Natuurmonumenten, coördinator vrijwilligers
Adviesraad Sociaal Domein Soest
De gemeenteraad heeft tijdens de participatieavond de rol van toehoorder.
Bijlage participatiewijzer gemeente Soest
Participatiestijl Rol van de betrokkenen Rol van het bestuur
Informeren Informant Politiek en bestuur houden de
betrokkenen op de hoogte van gemaakte
afwegingen en genomen beslissingen. Betrokkenen kunnen geen input leveren bij de beleidsontwikkeling.
Consulteren Adviseur Politiek en bestuur bepalen zelf
de beleidsrichting, en beschouwen de betrokkenen als
gesprekspartner. De resultaten van de consultatie vormen mogelijk bouwstenen voor beleid, maar men verbindt zich nergens aan.
Adviseren Adviseur De door betrokkenen
aangedragen problemen en oplossingen vormen
bouwstenen voor het te maken beleid. De inbreng wordt erkent door politiek en bestuur, maar er kan beargumenteerd van afgeweken worden.
Co-produceren Samenwerkingspartner Bestuur, politiek en
betrokkenen bepalen samen de probleemstelling en
oplossingen en/of voeren samen uit. De politiek verbindt zich aan deze
oplossingen bij de uiteindelijke besluitvorming.
Meebeslissen Medebeslisser Bestuur en politiek laat het
besluiten over aan de betrokkenen. Ondersteund door ambtenaren. Inwoners bepalen samen de richting, oplossing en beslissen
wat het resultaat moet zijn. Ze worden hierbij inhoudelijk ondersteund door
ambtenaren. Hun beslissing staat vasten kan niet terug gedraaid worden.
Hierover moeten heel duidelijke afspraken gemaakt worden.
Daarover moeten
alle partijen (deelnemers, ambtenaren en bestuur) het van te voren eens
worden.
Zelf organiseren Bevoegd gezag
Initiatiefnemer De betrokkenen zijn zelf initiatiefnemer, daarom
organiseren zij zelf het beleid en de uitvoering. De gemeente kan hierbij ondersteunen en faciliteren, maar
dat hoeft niet