• No results found

RAPPORT KWALITEITSONDERZOEK SPECIAAL BASISONDERWIJS DE DIJK. BRIN-nummer : 14VI Onderzoeksnummer :

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "RAPPORT KWALITEITSONDERZOEK SPECIAAL BASISONDERWIJS DE DIJK. BRIN-nummer : 14VI Onderzoeksnummer :"

Copied!
15
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

RAPPORT KWALITEITSONDERZOEK SPECIAAL BASISONDERWIJS

DE DIJK

School : De Dijk

Plaats : Druten

BRIN-nummer : 14VI

Onderzoeksnummer : 107739

Datum schoolbezoek : 1 en 2 december 2008 Datum vaststelling : 2 februari 2009

(2)
(3)

Rapport kwaliteitsonderzoek speciaal basisonderwijs De Dijk - 1 en 2 december 2008

3

INHOUDSOPGAVE

1 INLEIDING ... 5

2 KWALITEITSPROFIEL... 7

3 BESCHOUWING ... 11

4 VERVOLG VAN HET TOEZICHT... 15

(4)
(5)

Rapport kwaliteitsonderzoek speciaal basisonderwijs De Dijk - 1 en 2 december 2008

5

1 INLEIDING

Het kwaliteitsonderzoek

Op 1 en 2 december 2008 bezocht de Inspectie van het Onderwijs

De Dijk in het kader van een kwaliteitsonderzoek. Daarbij heeft een onderzoek plaatsgevonden naar de (kern)indicatoren van een aantal kwaliteitsaspecten, op grond van het door de inspectie gehanteerde Toezichtkader primair onderwijs 2005.

Bij dit kwaliteitsonderzoek beoordeelt de inspectie de kwaliteit van het onderwijs op aspecten die samenhangen met de kwaliteitszorg, het onderwijsproces en de opbrengsten. Deze indicatoren vormen samen de basisset van het kwaliteitsonderzoek. Ook beoordeelt de inspectie een aantal onderdelen van wet- en regelgeving.

De resultaten van het onderzoek zullen tevens worden gebruikt voor een themaonderzoek naar de kwaliteitsverbetering van het speciaal basisonderwijs.

Dit themaonderzoek is een vervolg op het rapport "De kwaliteit van het speciaal basisonderwijs in 2005 en 2006 - rapportage van een onderzoek door de Inspectie van het Onderwijs".

De kwaliteitsaspecten zijn uitgewerkt in het door de inspectie gehanteerde waarderingskader voor het speciaal basisonderwijs. In de brochure

'Toezichtkader PO 2005' vindt u achtergrondinformatie over de indicatoren die de inspectie bij haar toezicht hanteert. U kunt deze brochure downloaden van de website van de inspectie: www.onderwijsinspectie.nl.

Op grond van het kwaliteitsprofiel van de school dat naar aanleiding van een vorig inspectiebezoek is opgemaakt, op basis van risicofactoren die bij de inspectie bekend zijn of afspraken die met de school zijn gemaakt, of op basis van de informatie die door de school is toegestuurd kan de inspectie besluiten om niet alleen de basisset te onderzoeken maar meer indicatoren bij het onderzoek te betrekken. Dit is bij de school niet aan de orde geweest.

Indien de school in het kader van zelfevaluatie over een bepaalde indicator of over een bepaald cluster van indicatoren voldoende betrouwbare en valide gegevens heeft verzameld kan in overleg tussen bestuur en inspectie besloten worden om de oordelen uit de zelfevaluatie alleen te verifiëren en deze niet zelf opnieuw te onderzoeken. Zo sluit de inspectie niet alleen aan bij de specifieke situatie van de school, maar wordt de school bovendien niet onnodig belast.

De school heeft naast de schoolgids en het schoolplan documenten ingestuurd die op de zelfevaluatie-activiteiten en schoolontwikkeling betrekking hebben.

Het betrof de volgende documenten:

• Criteria voor toelaatbaarheid tot SBO "De Dijk" van het samenwerkingsverband "Maas en Waal";

• Rugzagbeleid De Dijk (versie 11 september 2008);

• Schema rugzakbeleid behorende bij notitie van 11 september 2008;

• Uitstroomgegevens schoolverlaters SBO De Dijk 2004-2008;

De implementatie-thermometer Leefstijl;

De implementatie-thermometer Taaltrapeze;

(6)

Rapport kwaliteitsonderzoek speciaal basisonderwijs De Dijk - 1 en 2 december 2008

6

• Implementatieplan Lezen;

• Vooruitgang AVI (beheersingsniveau), vooruitgang DMT en leeropbrengsten.

De opzet van het onderzoek

Het kwaliteitsonderzoek bestond uit de volgende activiteiten.

• Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn.

• Analyse van, indien beschikbaar, documenten die betrekking hebben op zelfevaluatie-activiteiten van de school en van andere documenten die de school voorafgaand aan het schoolbezoek heeft toegestuurd. Ook de vragenlijst 'Kwaliteitsonderzoek 2008 scholen voor speciaal

basisonderwijs' is bij de analyse betrokken.

• Schoolbezoek, waarbij in een aantal groepen de onderwijspraktijk is geobserveerd door het bijwonen van lessen Nederlandse taal en rekenen en wiskunde. Deze lesbezoeken vonden plaats in de groepen JRK-B, onderbouw 1, onderbouw 2, middenbouw 1, middenbouw 2, bovenbouw 1, bovenbouw 2 en een RT les.

• Analyse van handelingsplannen, groepsplannen en leerlingdossiers.

• Bovendien heeft de inspectie over de kwaliteit van de basisset van indicatoren gesprekken gevoerd met de directie en de intern begeleider en psycholoog. Op uw school is verder een gesprek gevoerd met leraren.

• Aan het eind van het schoolbezoek heeft de inspectie de

kwaliteitsoordelen en de conclusies van het schoolbezoek besproken met de directie en zorgcoördinator. Daarbij was een vertegenwoordiging van het bevoegd gezag aanwezig.

De inhoud van het rapport

Het onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs levert een kwaliteitsprofiel op van de school (hoofdstuk 2). In hoofdstuk 3 wordt een beschouwing gegeven over de geconstateerde kwaliteit en wordt deze onder andere bezien in relatie tot de context of uitgangssituatie van de school. Indien van

toepassing worden in deze beschouwing ook de toegevoegde indicatoren betrokken.

In hoofdstuk 4 is het vervolgtoezicht aangegeven en worden, indien noodzakelijk, afspraken vermeld met betrekking tot wettelijke bepalingen waaraan de school niet voldoet.

(7)

Rapport kwaliteitsonderzoek speciaal basisonderwijs De Dijk - 1 en 2 december 2008

7

2 KWALITEITSPROFIEL

Het kwaliteitsprofiel geeft een overzicht van de waarderingen die de inspectie heeft toegekend aan kernindicatoren die betrekking hebben op belangrijke kenmerken van goed onderwijs. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader primair onderwijs.

In de waardering is tot uitdrukking gebracht in welke mate de indicatoren bijdragen aan de kwaliteit van het onderwijs:

1. draagt niet of nauwelijks bij;

2. draagt onvoldoende bij;

3. draagt voldoende bij;

4. draagt in hoge mate bij;

5. niet te beoordelen (alleen bij Resultaten). Deze waardering is gegeven indien de school over bepaalde indicatoren geen betrouwbare en valide gegevens beschikbaar heeft.

Het kwaliteitsprofiel van De Dijk Kwaliteitszorg

1 2 3 4

1.1 De school heeft inzicht in de verschillen in

onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie. l

1.2 De school evalueert jaarlijks systematisch de kwaliteit van

haar opbrengsten. l

1.3 De school evalueert regelmatig het leren en onderwijzen. l 1.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. l 1.5 De school borgt de kwaliteit van het leren en onderwijzen. l 1.7 De school waarborgt de sociale veiligheid voor leerlingen en

personeel. l

Leerstofaanbod

1 2 3 4

3.1 De aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal en voor

rekenen en wiskunde zijn dekkend voor de kerndoelen. l 3.4 De leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en

wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en

met het niveau van leerjaar 8. l

3.5 De leerinhouden in de verschillende leerjaren sluiten op elkaar

aan. l

3.6 De leerinhouden voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde zijn afgestemd op de onderwijsbehoeften van

individuele leerlingen. l

3.8 De school met een substantieel aantal leerlingen met een leerlingengewicht biedt leerinhouden aan bij Nederlandse taal die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand.

l

(8)

Rapport kwaliteitsonderzoek speciaal basisonderwijs De Dijk - 1 en 2 december 2008

8 Didactisch handelen

1 2 3 4

6.1 De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. l

6.3 De leraren leggen duidelijk uit. l

6.6 De leraren geven de leerlingen feedback op hun leer- en

ontwikkelingsproces. l

8.1 De leerlingen zijn actief betrokken bij de

onderwijsactiviteiten. l

Afstemming

1 2 3 4

4.1 De school heeft voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde onderwijstijd gepland conform het landelijk gemiddelde

van scholen met een vergelijkbare leerlingenpopulatie. l 4.5 De school stemt de hoeveelheid tijd voor leren en

onderwijzen bij Nederlandse taal en rekenen en wiskunde af op

de onderwijsbehoeften van leerlingen. l

7.1 De leraren volgen de vorderingen van hun leerlingen

systematisch. l

7.2 De leraren analyseren de vorderingen van de leerlingen om vast te stellen wat de aanpassingen van het aanbod en/of het

onderwijsleerproces moeten zijn voor de groep. l

7.3.1 De leraren stemmen de instructie af op de verschillen in

ontwikkeling tussen de leerlingen. l

7.3.2 De leraren stemmen de verwerking af op de verschillen in

ontwikkeling tussen de leerlingen. l

Begeleiding

1 2 3 4

10.1 De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en

de ontwikkeling van de leerlingen. l

10.3 De school stelt bij plaatsing voor iedere leerling een

ontwikkelingsperspectief vast. l

10.5 De school volgt of de leerling zich ontwikkelt conform het ontwikkelingsperspectief en maakt naar aanleiding hiervan

beredeneerde keuzes. l

Zorg

1 2 3 4

11.1 De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig

hebben. l

11.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens,

bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen. l

11.3 De school voert de zorg planmatig uit. l

11.4 De school gaat de effecten van de zorg na. l

Resultaten

1 2 3 4 5

12.1 De resultaten van de leerlingen aan het eind van de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.

l

(9)

Rapport kwaliteitsonderzoek speciaal basisonderwijs De Dijk - 1 en 2 december 2008

9 Wet- en regelgeving 1 = ja, 2 = nee

1 2

W1 De school heeft de vastgestelde schoolgids aan de inspectie

toegestuurd. l

W2 De school heeft het vastgestelde schoolplan aan de inspectie

toegestuurd. l

W3 Het bestuur heeft het vastgestelde zorgplan aan de inspectie

toegestuurd. l

W4 De geplande onderwijstijd voldoet aan de wettelijke vereisten. l

(10)
(11)

Rapport kwaliteitsonderzoek speciaal basisonderwijs De Dijk - 1 en 2 december 2008

11

3 BESCHOUWING

In dit hoofdstuk wordt een beschouwing gegeven over de kwaliteit van het onderwijs op de school. In paragraaf 3.1 beschrijft de inspectie allereerst de uitgangssituatie van de school. Daarna geeft zij in paragraaf 3.2 een

samenvattend oordeel over de kwaliteit.

3.1. Uitgangssituatie

Sinds het vorige inspectieonderzoek (PKO 2006) hebben er in de

uitgangssituatie weinig veranderingen plaatsgevonden. Wel is binnen het team de coördinatie van de leerlingenzorg opnieuw belegd. Ook heeft de school een medewerker aangewezen voor de coördinatie van het leerstofaanbod en de lesmethoden. De school is licht gedaald in leerlingenaantal, en telt bij de oktobertelling van 2008 96 leerlingen.

3.2. Kwaliteit van het onderwijs Algemeen beeld

Het onderwijs op De Dijk is van voldoende kwaliteit. In de afgelopen twee jaar heeft De Dijk een positieve ontwikkeling doorgemaakt. In het onderzoek van maart 2006 constateerde de inspectie nog enkele belangrijke verbeterpunten.

Met name op onderdelen in het leerstofaanbod, de leertijd en de zorg en begeleiding werd de kwaliteit nog als onvoldoende beoordeeld. Deze verbeterpunten zijn door de school actief opgepakt en verbeterd.

De school werkte al met ontwikkelingsperspectieven voor leerlingen en heeft hierin de afgelopen twee jaar veranderingen aangebracht. Door de invoering van een nieuwe taalmethode en de inspanningen die zijn verricht binnen het leesonderwijs, is nu het leerstofaanbod op alle onderzochte onderdelen van voldoende kwaliteit. Ook de leertijd voor taal, lezen en rekenen is aanzienlijk uitgebreid, zodanig dat de leertijd op de beoordeelde onderdelen voldoende is.

Hoewel er verschillen zijn tussen de leraren, zijn de lessen pedagogisch en didactisch van een goed niveau. De leerlingen kunnen zich binnen goed

verzorgde klassen voldoende richten op hun taak en zijn gericht op leren. In de lessen actualiseren leraren de voorkennis, vermelden het doel van de les en reflecteren aan het einde van de les met de leerlingen of het doel is

gerealiseerd. Ook de aanpak en de werkhouding zijn onderdeel van de reflectie met de leerlingen. Bovendien heerst er orde en rust in de groepen en bieden de leraren hun leerlingen voldoende structuur. De taakgerichte werkhouding van de leerlingen is een sterk punt van De Dijk.

Op enkele onderdelen moet De Dijk zich nog verbeteren. Zo is het systeem van kwaliteitszorg nog niet op alle onderdelen op orde. Ook is er nog weinig of geen sprake van het aanpassen van de ontwikkelingsperspectieven indien een leerling zich niet volgens het ontwikkelperspectief ontwikkelt. Daarnaast is binnen de leerlingenzorg onvoldoende duidelijk hoe leerlingen vroegtijdig als zorgleerling worden gesignaleerd.

(12)

Rapport kwaliteitsonderzoek speciaal basisonderwijs De Dijk - 1 en 2 december 2008

12 Toelichting

Ontwikkelingsperspectief en leerlingenzorg

In het vorige onderzoek gaf de inspectie aan dat De Dijk impliciet werkte met ontwikkelingsperspectieven door op basis van uitstroomprognoses de

leerlingen te plaatsen in de K- of B-leerweg. In dit onderzoek blijkt dat De Dijk het werken met ontwikkelingsperspectieven verder heeft uitgewerkt. Per vakgebied wordt een voorspelling gedaan op welk niveau de leerling aan het eind van de schoolperiode zal eindigen. Dit gebeurt op basis van de kennis over de leerling bij instroom op De Dijk. Hiermee geeft de school impliciet aan, naar welk vervolgonderwijs de leerling naar verwachting zal uitstromen. Op basis van deze prognoses worden de leerlingen aan het begin van het jaar in de verschillende groepen ingedeeld. Daarbij heeft De Dijk de indeling in K- en B- leerweg verlaten (K- en B-leerweg was de term voor de indeling van leerlingen met perspectief Praktijkonderwijs of VMBO in aparte groepen). De groepen worden vooral op taalniveau en algemene kenmerken van leerlingen

gegroepeerd. In halfjaarlijkse groepsplannen wordt vervolgens het aanbod per vakgebied gepland. Daarbij worden concrete doelen gesteld en wordt

aangegeven welke werkwijze wordt gehanteerd en welk leerstofaanbod daarbij hoort. De uitkomsten van de regelmatig afgenomen toetsen worden goed in kaart gebracht (zowel grafisch als in de leerlingenkaart). De koppeling tussen de ontwikkelingsperspectieven per leerling en de groepsplannen moet in de toekomst nog sterker worden. Ook het concreet beschrijven van de doelen inclusief leerrendementen is voor de school nog een verbeterpunt. De school wil een digitaal ondersteuningsprogramma aanschaffen om de omvangrijke handmatige administratielast te verminderen.

Leerlingen die extra aandacht en zorg nodig hebben worden zowel binnen als buiten de groep met remediërende activiteiten ondersteund. Deze extra activiteiten worden planmatig uitgevoerd op basis van analyses van de onderliggende problemen. Wat echter nog onvoldoende duidelijk is, is welke leerlingen nu voor extra zorg in aanmerking komen. De koppeling naar de ontwikkelingsperspectieven vertaald naar leerwinsten over kortere periodes (bijvoorbeeld een half jaar of enkele maanden) zou als basis moeten dienen om aan te geven dat een leerling in zijn of haar ontwikkeling stagneert. Nu is de keuze wie als zorgleerling aangemerkt wordt nog op onduidelijke criteria gebaseerd.

Opbrengsten

Ontwikkelingsprofielen kunnen ook ingezet worden om de opbrengsten van de school in beeld te brengen. Door gerealiseerde uitstroomgegevens te

vergelijken met de eerder gestelde verwachtingen kan een uitspraak worden gedaan over het behaalde succes aan het eind van de schoolperiode. De verwachtingen dienen uiteraard reëel te zijn in relatie tot de capaciteiten van de leerlingen. Uit de gegevens blijkt dat de laatste groep schoolverlaters voldoende resultaat boekt in vergelijking met hun capaciteiten en de

ontwikkelingsperspectieven en verwachtingen. Het is echter nog niet mogelijk om op basis daarvan een uitspraak te doen of de school voldoende

opbrengsten realiseert, en daarom onthoudt de inspectie zich van een uitspraak op dat onderdeel.

(13)

Rapport kwaliteitsonderzoek speciaal basisonderwijs De Dijk - 1 en 2 december 2008

13 Door ook op groeps- en schoolniveau behaalde resultaten te analyseren en af te zetten tegen de verwachte resultaten kan de school uitspraken doen over de tussentijdse opbrengsten. De school heeft hiervoor al de nodige analyses gemaakt. De uitstroomgegevens van de afgelopen 5 jaar zijn per vakgebied (technisch lezen, begrijpend lezen, woordenschat, spelling en rekenen) gegroepeerd in percentages leerlingen die een bepaald niveau (DLE) hebben behaald. Ook voor tussentijdse resultaten heeft de school vergelijkbare overzichten gemaakt. Wel worstelt de school met de interpretatie van deze overzichten door het gebrek aan vergelijkbare werkwijzen op andere scholen en gebrek aan referentiegegevens en normen.

Kwaliteitszorg

In tegenstelling tot het vorige onderzoek is bij dit onderzoek de kwaliteitszorg breder onderzocht. Op grond daarvan stelt de inspectie vast dat de

kwaliteitszorg nog onvoldoende is waar het gaat om de systematische evaluatie van de verschillende aspecten van het onderwijsleerproces. De school heeft een ondersteunend instrument om de verschillende domeinen te evalueren, maar zet dit nog niet systematisch en structureel in. Ook het borgen van de behaalde onderwijskwaliteit kan versterkt worden door het structureel vastleggen van gemaakte afspraken en vervolgens regelmatig controleren en bespreken of ze worden nagekomen.

De school heeft wel voldoende inzicht in de achtergronden en kenmerken van de leerlingenpopulatie. Ook gebruikt de school de resultaten van de leerlingen voldoende om conclusies te trekken voor de schoolontwikkelingen. Als gevolg van de analyse van de rekenresultaten is duidelijk dat deze aan het eind van de schoolperiode achterblijven bij de verwachtingen. De school wil dan ook het rekenonderwijs op een vergelijkbare manier als het taalonderwijs verbeteren.

Ook worden verbeteringen planmatig ingevoerd en heeft de school voldoende oog voor het implementeren van de onderwijsverbeteringen. Er wordt

voldoende gezorgd voor draagvlak binnen het team en er worden voldoende evaluatiemomenten ingebouwd. Vanuit de bovenschoolse aansturing is er in de komende tijd aandacht voor het uniform inrichten van de kwaliteitszorg bij alle aangesloten scholen.

(14)
(15)

Rapport kwaliteitsonderzoek speciaal basisonderwijs De Dijk - 1 en 2 december 2008

15

4 VERVOLG VAN HET TOEZICHT

In dit hoofdstuk beschrijft de inspectie het toegekende toezichtarrangement.

Eerst gaat zij in op de naleving van de onderzochte wettelijke bepalingen (paragraaf 4.1). Daarna volgt het toezichtarrangement dat op basis van het kwaliteitsonderzoek wordt toegekend.

4.1 Naleving wet- en regelgeving

Bij dit kwaliteitsonderzoek heeft de inspectie ook een onderzoek gedaan naar de naleving van een aantal wettelijke voorschriften. Dit onderzoek betrof de wettelijke voorschriften over de geplande onderwijstijd en over een door het bevoegd gezag vastgestelde schoolgids en schoolplan. De uitkomsten van het onderzoek zijn weergegeven in onderstaande tabel.

Schoolplan in art. 16 lid 1 en 3 WPO Wel aanwezig Schoolgids in art.16 lid 2 en 3 WPO Wel aanwezig Zorgplan in art. 19, lid 1 en 3 WPO Wel aanwezig

Onderwijstijd in art. 8 lid 7, onder b WPO Wel voldaan aan naleving

4.2 Toezichtarrangement Kwaliteit van het onderwijs:

De aangetroffen kwaliteit van het onderwijs op de school is duidelijk verbeterd.

Het eerdere oordeel dat er sprake was van een risicovolle school, vraagt dan ook om een aanpassing. Op basis van dit onderzoek heeft de inspectie voor De Dijk een basisarrangement vastgesteld.

Naleving

Op basis van dit onderzoek concludeert de inspectie dat De Dijk aan deze wettelijke bepalingen voldoet.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Indien de school in het kader van zelfevaluatie over een bepaalde indicator of over een bepaald kwaliteitsaspect voldoende betrouwbare en valide gegevens heeft verzameld kan

Indien de school in het kader van zelfevaluatie over een bepaalde indicator of over een bepaald kwaliteitsaspect voldoende betrouwbare en valide gegevens heeft verzameld kan

Indien de school in het kader van zelfevaluatie over een bepaalde indicator of over een bepaald kwaliteitsaspect voldoende betrouwbare en valide gegevens heeft verzameld kan

Indien de school in het kader van zelfevaluatie over een bepaalde indicator of over een bepaald kwaliteitsaspect voldoende betrouwbare en valide gegevens heeft verzameld kan

Indien de school in het kader van zelfevaluatie over een bepaalde indicator of over een bepaald kwaliteitsaspect voldoende betrouwbare en valide gegevens heeft verzameld kan

Indien de school in het kader van zelfevaluatie over een bepaalde indicator of over een bepaald kwaliteitsaspect voldoende betrouwbare en valide gegevens heeft verzameld kan

Indien de school in het kader van zelfevaluatie over een bepaalde indicator of over een bepaald kwaliteitsaspect voldoende betrouwbare en valide gegevens heeft verzameld kan

Indien de school in het kader van zelfevaluatie over een bepaalde indicator of over een bepaald kwaliteitsaspect voldoende betrouwbare en valide gegevens heeft verzameld kan