• No results found

In dit hoofdstuk wordt een beschouwing gegeven over de kwaliteit van het onderwijs op de school. In paragraaf 3.1 beschrijft de inspectie allereerst de uitgangssituatie van de school. Daarna geeft zij in paragraaf 3.2 een

samenvattend oordeel over de kwaliteit.

3.1. Uitgangssituatie

Sinds het vorige inspectieonderzoek (PKO 2006) hebben er in de

uitgangssituatie weinig veranderingen plaatsgevonden. Wel is binnen het team de coördinatie van de leerlingenzorg opnieuw belegd. Ook heeft de school een medewerker aangewezen voor de coördinatie van het leerstofaanbod en de lesmethoden. De school is licht gedaald in leerlingenaantal, en telt bij de oktobertelling van 2008 96 leerlingen.

3.2. Kwaliteit van het onderwijs Algemeen beeld

Het onderwijs op De Dijk is van voldoende kwaliteit. In de afgelopen twee jaar heeft De Dijk een positieve ontwikkeling doorgemaakt. In het onderzoek van maart 2006 constateerde de inspectie nog enkele belangrijke verbeterpunten.

Met name op onderdelen in het leerstofaanbod, de leertijd en de zorg en begeleiding werd de kwaliteit nog als onvoldoende beoordeeld. Deze verbeterpunten zijn door de school actief opgepakt en verbeterd.

De school werkte al met ontwikkelingsperspectieven voor leerlingen en heeft hierin de afgelopen twee jaar veranderingen aangebracht. Door de invoering van een nieuwe taalmethode en de inspanningen die zijn verricht binnen het leesonderwijs, is nu het leerstofaanbod op alle onderzochte onderdelen van voldoende kwaliteit. Ook de leertijd voor taal, lezen en rekenen is aanzienlijk uitgebreid, zodanig dat de leertijd op de beoordeelde onderdelen voldoende is.

Hoewel er verschillen zijn tussen de leraren, zijn de lessen pedagogisch en didactisch van een goed niveau. De leerlingen kunnen zich binnen goed

verzorgde klassen voldoende richten op hun taak en zijn gericht op leren. In de lessen actualiseren leraren de voorkennis, vermelden het doel van de les en reflecteren aan het einde van de les met de leerlingen of het doel is

gerealiseerd. Ook de aanpak en de werkhouding zijn onderdeel van de reflectie met de leerlingen. Bovendien heerst er orde en rust in de groepen en bieden de leraren hun leerlingen voldoende structuur. De taakgerichte werkhouding van de leerlingen is een sterk punt van De Dijk.

Op enkele onderdelen moet De Dijk zich nog verbeteren. Zo is het systeem van kwaliteitszorg nog niet op alle onderdelen op orde. Ook is er nog weinig of geen sprake van het aanpassen van de ontwikkelingsperspectieven indien een leerling zich niet volgens het ontwikkelperspectief ontwikkelt. Daarnaast is binnen de leerlingenzorg onvoldoende duidelijk hoe leerlingen vroegtijdig als zorgleerling worden gesignaleerd.

Rapport kwaliteitsonderzoek speciaal basisonderwijs De Dijk - 1 en 2 december 2008

12 Toelichting

Ontwikkelingsperspectief en leerlingenzorg

In het vorige onderzoek gaf de inspectie aan dat De Dijk impliciet werkte met ontwikkelingsperspectieven door op basis van uitstroomprognoses de

leerlingen te plaatsen in de K- of B-leerweg. In dit onderzoek blijkt dat De Dijk het werken met ontwikkelingsperspectieven verder heeft uitgewerkt. Per vakgebied wordt een voorspelling gedaan op welk niveau de leerling aan het eind van de schoolperiode zal eindigen. Dit gebeurt op basis van de kennis over de leerling bij instroom op De Dijk. Hiermee geeft de school impliciet aan, naar welk vervolgonderwijs de leerling naar verwachting zal uitstromen. Op basis van deze prognoses worden de leerlingen aan het begin van het jaar in de verschillende groepen ingedeeld. Daarbij heeft De Dijk de indeling in K- en B- leerweg verlaten (K- en B-leerweg was de term voor de indeling van leerlingen met perspectief Praktijkonderwijs of VMBO in aparte groepen). De groepen worden vooral op taalniveau en algemene kenmerken van leerlingen

gegroepeerd. In halfjaarlijkse groepsplannen wordt vervolgens het aanbod per vakgebied gepland. Daarbij worden concrete doelen gesteld en wordt

aangegeven welke werkwijze wordt gehanteerd en welk leerstofaanbod daarbij hoort. De uitkomsten van de regelmatig afgenomen toetsen worden goed in kaart gebracht (zowel grafisch als in de leerlingenkaart). De koppeling tussen de ontwikkelingsperspectieven per leerling en de groepsplannen moet in de toekomst nog sterker worden. Ook het concreet beschrijven van de doelen inclusief leerrendementen is voor de school nog een verbeterpunt. De school wil een digitaal ondersteuningsprogramma aanschaffen om de omvangrijke handmatige administratielast te verminderen.

Leerlingen die extra aandacht en zorg nodig hebben worden zowel binnen als buiten de groep met remediërende activiteiten ondersteund. Deze extra activiteiten worden planmatig uitgevoerd op basis van analyses van de onderliggende problemen. Wat echter nog onvoldoende duidelijk is, is welke leerlingen nu voor extra zorg in aanmerking komen. De koppeling naar de ontwikkelingsperspectieven vertaald naar leerwinsten over kortere periodes (bijvoorbeeld een half jaar of enkele maanden) zou als basis moeten dienen om aan te geven dat een leerling in zijn of haar ontwikkeling stagneert. Nu is de keuze wie als zorgleerling aangemerkt wordt nog op onduidelijke criteria gebaseerd.

Opbrengsten

Ontwikkelingsprofielen kunnen ook ingezet worden om de opbrengsten van de school in beeld te brengen. Door gerealiseerde uitstroomgegevens te

vergelijken met de eerder gestelde verwachtingen kan een uitspraak worden gedaan over het behaalde succes aan het eind van de schoolperiode. De verwachtingen dienen uiteraard reëel te zijn in relatie tot de capaciteiten van de leerlingen. Uit de gegevens blijkt dat de laatste groep schoolverlaters voldoende resultaat boekt in vergelijking met hun capaciteiten en de

ontwikkelingsperspectieven en verwachtingen. Het is echter nog niet mogelijk om op basis daarvan een uitspraak te doen of de school voldoende

opbrengsten realiseert, en daarom onthoudt de inspectie zich van een uitspraak op dat onderdeel.

Rapport kwaliteitsonderzoek speciaal basisonderwijs De Dijk - 1 en 2 december 2008

13 Door ook op groeps- en schoolniveau behaalde resultaten te analyseren en af te zetten tegen de verwachte resultaten kan de school uitspraken doen over de tussentijdse opbrengsten. De school heeft hiervoor al de nodige analyses gemaakt. De uitstroomgegevens van de afgelopen 5 jaar zijn per vakgebied (technisch lezen, begrijpend lezen, woordenschat, spelling en rekenen) gegroepeerd in percentages leerlingen die een bepaald niveau (DLE) hebben behaald. Ook voor tussentijdse resultaten heeft de school vergelijkbare overzichten gemaakt. Wel worstelt de school met de interpretatie van deze overzichten door het gebrek aan vergelijkbare werkwijzen op andere scholen en gebrek aan referentiegegevens en normen.

Kwaliteitszorg

In tegenstelling tot het vorige onderzoek is bij dit onderzoek de kwaliteitszorg breder onderzocht. Op grond daarvan stelt de inspectie vast dat de

kwaliteitszorg nog onvoldoende is waar het gaat om de systematische evaluatie van de verschillende aspecten van het onderwijsleerproces. De school heeft een ondersteunend instrument om de verschillende domeinen te evalueren, maar zet dit nog niet systematisch en structureel in. Ook het borgen van de behaalde onderwijskwaliteit kan versterkt worden door het structureel vastleggen van gemaakte afspraken en vervolgens regelmatig controleren en bespreken of ze worden nagekomen.

De school heeft wel voldoende inzicht in de achtergronden en kenmerken van de leerlingenpopulatie. Ook gebruikt de school de resultaten van de leerlingen voldoende om conclusies te trekken voor de schoolontwikkelingen. Als gevolg van de analyse van de rekenresultaten is duidelijk dat deze aan het eind van de schoolperiode achterblijven bij de verwachtingen. De school wil dan ook het rekenonderwijs op een vergelijkbare manier als het taalonderwijs verbeteren.

Ook worden verbeteringen planmatig ingevoerd en heeft de school voldoende oog voor het implementeren van de onderwijsverbeteringen. Er wordt

voldoende gezorgd voor draagvlak binnen het team en er worden voldoende evaluatiemomenten ingebouwd. Vanuit de bovenschoolse aansturing is er in de komende tijd aandacht voor het uniform inrichten van de kwaliteitszorg bij alle aangesloten scholen.

Rapport kwaliteitsonderzoek speciaal basisonderwijs De Dijk - 1 en 2 december 2008

15

GERELATEERDE DOCUMENTEN