III. De receptie van kerkliederen in vijf gemeenten onderzocht.
Jan R. Luth
overal het voor de
Kerken zou zijn. De gestelde vragen waren de volgende:
1.
2. Welke gezangboeken worden naast het Liedboek voor de Kerken gebruikt
3.
Welke zijn de schriftlezingen op de desbetreffende 4.
zondagen
5. Is er bewust verband aangebracht tussen lezingen en
6.
fende zondagen door die groep gezongen?
keuze De
willekeurig.
een sterke Hervormde dorpsgemeente waar
liturgische interesse is en waar een werkgroep al enige
ene Welke liederen worden op de 4 Adventszondagen gezongen
(zondagmorgendienst)
liederen? Zo ja, welk?
Is er een koor/cantorij? Zo ja, wat is op de desbetref- Welke hulpmiddelen worden gebruikt bij het bepalen van de liederenkeuze
het SLDN-congres werden vijf gemeenten benaderd met een zeer beperkte vraagstelling.
Aangenomen werd dat vrijwel overal het Liedboek in gebruik
jaren aktief is.
Gemeente B is een "gemiddelde" Hervormde dorpsgemeente Gemeente C is een "gemiddelde" Gereformeerde dorpsgemeente Gemeente D is een grote Hervormde stadsgemeente die uit twee verschillende deelgemeenten bestaat waarvan de ene conser
vatief en de andere progressief genoemd zou kunnen worden.
Gemeente E is een grote Gereformeerde stadsgemeente.
Gemeente A
In verband met het thema van
is een
van de ondervraagde gemeenten was niet volstrekt
Zoals uit richtte het onderzoek
zich op de Bijzondere
Weliswaar zijn receptie- een
onderzoek te betrekken omdat daar doorgaans liederen gezongen worden die geliefd en bekend zijn, toch zou het beeld daardoor scheef getrokken worden, omdat niet in alle dergelijke diensten worden gehouden. dit
gemeenten In
onderzoek waren dat bijvoorbeeld twee van de vijf gemeenten.
De ontvangen gegevens werden als volgt onderzocht:
De liederen en de lezingen met de daarbij verkregen aanvul lende gegevens werden geïnventariseerd. Daarvan uitgaande werd onderzocht of gelijke of overeenkomstige liederen werden gezongen binnen één gemeente en vervolgens in de verschillende gemeenten. De informatie over de keuze van liederen en lezingen werd gerangschikt en beoordeeld. De gevonden gegevens werden vergeleken met het oecumenisch zing- en leesrooster om te zien in hoeverre dit rooster werd gehanteerd. Ook werd nagegaan welke motieven in de liederen aanwezig waren en welke ontbraken. En tenslotte werd een overzicht gemaakt van de modi of toonsoorten waarin de gezongen melodieën zijn geschreven. Het doel daarvan was om gegevens die voor de receptie van belang kunnen zijn op het spoor te komen.
de vraagstelling blijkt,
uitsluitend zondagmorgendienst.
diensten werden buiten beschouwing gelaten, dergelijke diensten uitermate geschikt om in
vijf de vier
in gemeenten
liederen
Overzicht van gezongen op
Adventszondagen in 1986.
3e Advent 4e Advent le Advent 2e Advent
Gemeente A
Gemeente B
Gemeente C
Gemeente D
Gemeente E Ps.
G.
G.
G.
Ps.
G.
Ps.
Ps.
Ps.
Ps.
G.
G.
G.
G.
G.
124 25:6 25:5 14:2-5 97:4,5 26:2-4 Ps. 93:1-4
G. 444:3 72:1-3 285:1-4 125:1-5 181
85:1,2 435:4,5 85:3,4 262:1-3 118:1,2 122
85:1,3,4 130
9:1,6,8,10 127:1,2,7 118
PS.92:1-3 G.117:1,4,7 G.119:1,2,5 G.124:1,2 G.284 G.127:1,2
24:1,3,5 117:1,4,5
26:3,4
89:1,13 25:2,4,6 26:1,3,4 160:1-3 476:1,4,5 G.
Ps.
G.
G.
G.
G.
Ps.
G.
G.
G.
G.
G.
G.
G.
Ps.
G.
Ps.
G.
G.
G.
G.
G.
Ps.
Ps.
G.
G.
G.
G.
G.
G.
G.
Ps.
Ps.
G.
G.
G.
G.
G.
Ps.
G.
G.
G.
G.
Ps.
G.
Ps.105:1-3 122:1 124 G. 149 G. 169 Ps.145:2,3 (avondmaal)
72:1,7 126:1,3 255:1,3 326:1,2,4,5 127:1,2 120:1,2,4 259:1,2 127:6,7
G.125:1-3 Ps.32:3 G.126:3 G.160:1,2 Ps.89:1,2,13 G.308:1,2 G.125:4,5
24:1-3 24:4,5 444:3,1 125:1,2,4,5 128:1-6 G. 160:1-3
Ps.132:1,3,4,9,10 Ps.130:2,3
66
89:9,13,18
Ps.100:1,4 Ps. 54:1,2 G. 449:3 Ps.
G.
G.
98:1,3 125:1,2,4,5
7:1,2,4 Ps.133 G. 127:1,4,7 G. 124
Ps.146:1,3 Ps. 78:2,14,24 Ps.146:2-4,6
120:3,4 127:1,7
(avondmaal) Ps. 65:1,2 Ps. 19:4 Ps.102:7
34:1,2 71:8,13 75:11,12 Ps.118:9,10
G. 117:1,3,5 Ps.145:1,3
444:3 53 94 127:5-7
3:1-3 160:1,2 G. 132 Ps. 72:6,7 Ps. 24:4,5 G. 128 G.
G.
Ps. 63:1,2 G. 254:2-4 Ps.130:1,3,4
124:1,2,4 127:1,3 G. 456:3 G. 117:1,2 Ps.130:2,3 G. 132:1-3 G. 63:1-5 G. 124:1-5
G. 125:1-5 Ps.149:1-5 G. 128:1,2,5,6 G. 114:3
Ps.139:7,9 (doop) G. 341:1-3 (bel.)
339:1-4 (doop) 148:1-3
31:4,5 G. 456:1-3
LEZINGEN IN DE VERSCHILLENDE GEMEENTEN
2e Advent 4e Advent
le Advent 3e Advent
Gemeente A
1 : 57-80 18:1-15
Gen. Luc.
Gemeente B
Gemeente C
Gemeente D
Gemeente E
Luc.
(T) = Tekst Hand. 17:1-10 1 Thess.3:6-13
Jes.7:10-14 Matth.1:18-25 Jes.
Luc.
Mal.
Rom.
Jes.
11:1-10 12:35-40
Luc.
Luc.
Jes.
Jes.
Jes.
Rom.
Jes.
Rom.
Luc.
Col. 1:9-14 Matth.25:1-13
1:39-45 1:43(T) 11:1-10
13:11-14
7:10-14 1 :1-7
60:1-3 8:31-39 1:67-79 7 :l-7 7:14(T(
3:9-17 1:26-38 Zef.
Luc.
Ruth 4 1:26-38 1:1-5
13:11-14 21:11,12 (T)
Jes.
Rom.
Matth.1:18-25
Jes.11:1-10 Luc. 1:5-25 (avondmaal)
Jes. 11:1-10 Rom. 15:4-9 Matth.3:2-10
Jes. 11:1-5 Hebr. 2:5-9 Gen. 49:18(T)
Gen. 12:1-9 2 Petr.1:16-21 Luc. 1:26-38
Jes.59 Jes.
Matth.3:1,2,7-10 Matth.4:12-17 Jes. 59:19b,20(T)
Algemene conclusies.
Ie Advent
die in modus
In twee een
ook het daartoe
wanneer men en
aeolisch rekent.
als behorend tot het majeur op te vatten. Eén gemeente,
en
C, is het opgegeven verband tussen lezingen en liederen geenszins
in het Liedboek.
de rubriek In gemeente E
2e Advent
geschreven. De meeste gemeenten zongen
melodieën relatief vele
ook de waartoe
in verdedigbaar,
wel maar gemeente D verre van
soms
3e Advent
is vaak discutabel, maar via wanneer
het (hypo-)jonische
gerekend werden. Het verband tussen lezingen en liederen is
overtuigend.
De betrokkenheid op Advent is hier duidelijker dan op de le zondag. De keuze in gemeente D is echter (te) sterk associa-
verklaarbaar omdat de psalmen daar domineren.
overtuigend.
In geen van de liturgieën domineren de liederen 116-130 uit gemeenten overheersen melodieën
zijn geschreven.
"Adventstijd"
vormden ze de helft van de gezongen liederen.
In één gemeente overheersen melodieën die in een modus zijn majeurmelodieën,
jonlsch Wellicht zijn dergelijke melodieën beter
gemeente D, zong sterk op Advent gerichte liede ren. Het is opvallend dat in die gemeente ook de meeste modi
tief, maar
Ook hier zijn melodieën die in een toonsoort zijn geschreven in de meerderheid. Het verband tussen lezingen en liederen in een enkel geval zeer overtui- gend, namelijk wanneer via het desbetreffende bijbellied aansluiting is gezocht. Slechts in één gemeente, E, vinden we overwegend liederen uit de rubriek "Adventstijd" in
werden gezongen en dat de overeenstemming met de lezingen daar ook het meest overtuigend is. In één gemeente.
en mineur
Liedboek.
4e Advent
Ook op deze zondag waren de modi slecht vertegenwoordigd. De lied is doorgaans op slechts één
adventsmotieven redelijk vaak gekozen werden liederen met
Nadere analyse van enkele voorbeelden.
De voorganger van gemeente C gaf in de beantwoording van de enquête aan, dat op de 2e Advent het verband tussen lezingen en liederen was aangebracht op grond van de volgende motie- ven uit de lezingen: 'De "adventsroep" van Jakob in Gen.49 :18 "Op uw heil wacht ik".'“einde citaat/. Als intochtslied werd Ps. 146:1,3 gezongen. Het eerste vers van deze psalm is op te vatten als een lofprijzing die geen bijzondere relatie met Advent heeft.
van de thematiek uit de tekst voor de preek: heil en Jakob.
is echter wel verschil. dit intochtslied wordt
Er een In
het heil, gemeente volgens de reeds gezongen van waar de
tekst en de intentie van de adventstijd nog op moest wach- 24 wordt op een dergelijke manier Ook in Ps.78:2,14
ten. en
geanticipeerd. Dat wordt nog
de rubriek "Kersttijd". Overigens is de uit
146
in dit opzicht ook rubriek "Adventstijd" in het Liedboek
niet consistent, want Gez.
veronderstelt ook het reeds gekomen zijn van werd gezongen,
de "Heer der heerlijkheid".
liederen de keuze
onverwachte faktoren kunnen
Dat van
bepalen blijkt uit de aantekening van dezelfde predikant bij tijd. Ook moet worden opgemerkt, dat de funktie van sommige liederen aansluiting bij het kerkelijk jaar veelal uitsluit.
moment in een liturgie overtuigend. Verder valt het op dat
uit een rubriek in het Liedboek buiten die van de advents-
120, dat eveneens in deze dienst van Gez.
relatie tussen lezing en
eens bevestigd door de keuze In het derde vers vinden we echter iets
"de liede-
"De
"Imma- verband tussen liederen en was
nuël".
Het intochtslied, Ps. 89:1,13, vinden we in de "Aanwijzingen liedboek in de liturgie" genoemd liederen die
onder de voor
worden.
jaar. verwacht worden.
een kerstlied. Ook in Gez.
476, zoeken we tevergeefs
de andere gezangen, 160 en naar
het
overtuigende verbinding met Immanuël-motief. Het een
lied waarin dit motief uitvoerig wordt gezongen, Gez. 125, ontbreekt zelfs geheel in deze liturgie.
Een ander voorbeeld is de liturgie in gemeente E op de 3e een lied over 119 gezongen.
de macht en het heil van God. De predikant koos dit lied bij het bekende hoofdstuk over het de lezing
wellicht motieven uit de lezing met vrederijk.
het blijft opmerkelijk dat die in het lied associëren. maar
zich door andere lied.
de dichter van dit Tom Naastepad,
laten leiden toen hij dit lied schreef. In motieven heeft
het Compendium bij het Liedboek schrijft hij dat het col- Ps.85:11-14, in Advent,
zondag de de le
lectagebed van
dit lied 25:6-7 Luc. 21:25-33
Matth. 24:15-35, Jes. en
is. Het van gemeente E
verzen 4-6, De tekst voor de preek op deze zondag was Jes.
lezingen was het woord
gegeven
echter wel in een totaal ander licht gezet.
de kersttijd geschikt geacht Ps.25 heeft in deze dienst een plaats na de veroot-
hebben bepaald en dat de bestemming van de mens een centraal lied wordt in de dienst
26 is echter geen advents- maar
In gemeente D werden op de le en 4e Advent liederen gezongen die veel overtuigender op de lezingen waren betrokken.
Gez. 3:1-3 werd op de le Advent gekozen in aansluiting bij Gen.l2:l-9, hoewel het te betreuren is dat de
Advent. Daar werd ondermeer Gez.
voor het gebruik van het
7:14 en het
Nu kan men
de liederen die op de 4e Advent werden gezongen:
renkeus was enigszins beperkt, doordat de chr. muz. ver.
Harmonie" niet alle melodieën kon spelenI"
moediging en heeft daarom geen aansluiting bij het kerkelijk Van het volgende lied mag
van Jes.11:1-10,
dat wel
verbinding met het Nieuwe Testament wordt vooral
waar de
gelegd, niet gezongen zijn. Ps.24:4,5, het eerste lied dat op die zondag werd gezongen, vinden we in de reeds genoemde aanwijzingen in het Liedboek terecht onder de rubriek
"Advent”. Gez. 128 is niet alleen een Adventslied, het heeft ook een relatie met de lezing uit 2 Petr.1:16-21: in beide vinden we het motief van de (morgen-)ster. Een dergelijk verband is er met Gez. 160:1,2, al is dit lied bestemd voor
sterk anticiperend karakter heeft, Gez. 132 uit de rubriek
"Kersttijd". Ps. 72:6,7, het slotlied, is veel geschikter voor deze zondag, omdat het sterk anticiperende karakter van het vorige lied ontbreekt.
Ook OP de 4e zondag in de Advent werden enkele liederen gezongen die overeenstemmen met het desbetreffende register in het Liedboek, zoals Gez. 124 bij Jes. 60:1-3 en Gez. 149 bij Rom.8:31. Wat verder opvalt is dat in deze gemeente relatief veel liederen in hun geheel werden gezongen.
Al is er op onderdelen zeker kritiek te oefenen, in gemeente D vinden we nog de meest doordachte en meest overtuigende relatie tussen lied en lezing.
Het zou niet moeilijk zijn om de genoemde voorbeelden aan te vullen. De hier beschreven voorbeelden kunnen echter als representatief worden beschouwd voor de manier waarop in de desbetreffende gemeenten liederen werden gekozen. Vooral omdat we te doen hebben met in principe dezelfde orden van dienst. Meer analyses zouden daarom aan het geschetste beeld geen nieuwe gezichtspunten toe voegen. De lezer kan aan de hand van het in dit artikel beschreven materiaal zelf meer lezingen en liederen analyseren.
relatie
Samenvattend mag vastgesteld worden dat de tussen lezingen en liederen zelden overtuigt.
de "Epifaniëntijd". Ook hier wordt een lied gezongen dat een
Lezingen en liederen volgens het oecumenisch lees- en zingrooster.
Ie Advent 2e Advent 3e Advent 4e Advent
25
Ps. Ps. 80 Ps. 85 Ps. 19
Gen.41:46-57 Gen.42:1-17 Gen.43:15-23 Gen.44:18-34 Psalm van de week Psalm van de week Psalm van de week Psalm van de week
34 35 36 37
Jes. 41
Jes. 40 Jes.42:1-43:8 Jes.43:6-44:5
RK RK RK RK
Jes.11:1-10 Jes.35:l-6a.l0
Jes. Jes. 7:10-14
Rom.13:ll-14a Rom.15:4-9 Jak. 5:7-10 Rom. 1:1-7 24:37-44
Mt. Mt. 3:1-12 Mt. 11:2-11 Mt. 1: 18-24
Klassiek Klassiek Klassiek Klassiek
Filp.4:4-7
Rom.13:11-14 Rom.15:4—13 1 Kor.4:1-5
Mt. 21:1-9 Mt. 11: 2-10 Joh. 1:19-28 Luk. 3: 1-6
Overeenstemming met dit rooster
Liederen
Ps. 85 (echter niet als eerste psalm).
Gemeente B 3e Advent
Lezingen
Gemeente B 2e en 4e Advent: de profeten- en epistellezing.
de epistellezing; 2e Advent: de profetenlezing le Advent:
Gemeente C gedeeltelijk.
Gemeente D 2e Advent: de evangelielezing gedeeltelijk.
Gemeente E 4e Advent: de profeten- en evangelielezing.
dat men zich.
duidelijke litur- een
gische interesse is. geheel niet heeft
gebruikt.
Uit deze vergelijking komt naar voren, dat men zich, tenminste in deze gemeenten, nauwelijks aan het oecumenisch lees- en zingrooster houdt.
Bovendien is het opvallend, dat de gemeente waar gemeente A, dit rooster in het
naar voren,
Overeenkomsten binnen één gemeente en in verschillende diensten.
Gemeente A
3e Advent le Advent
444 :3 G. 444:3
G.
Gemeente C
2e Advent 3e Advent 4e Advent le Advent
26:1,2,3 127:1,7 G.26:3,4
127:1,3 G. G.
G.
Gemeente D (alleen de melodie)
le Advent 3e Advent
72:6,7 65:1,2
Ps. Ps.
Gemeente E
3e Advent 4e Advent le Advent 2e Advent
G.125:1-5 125:1-5
G.125:1,2,3 G.
G.127:1,2 G.127:1,4,7
124:1,2 G.
G. 124
verschil
Uit dit overzicht blijkt. dat geen wordt gemaakt tussen de verschillende adventszondagen en dat de liederen
lezing kunnen aansluiten,
één d.w.z.
bij meer dan dat de
associatie een belangrijke rol speelt.
Overeenkomstige keuzen in verschillende gemeenten.
1-5) ; Gemeente C 3e Advent Ps. 24 Gemeente B 4e Advent (vs.
(vs.1,3,5); Gemeente D le Advent (vs.4,5)
Ps. 25
Advent (vs. 2,4,6);
Gemeente C 4e Gemeente D 2e Advent
(vs.5,6)
72.
Ps.
(vs. 1-3; Gemeente B.
Gemeente A le Advent 2e Advent (vs.1, 7); Gemeente D le Advent (vs.6,7)
85 Ps.
(vs . 1,3,4) ; 3e Advent
Gemeente A 2e Advent Gemeente B
(vs.1,2
89 Ps.
(vs.9,13,18); 4e Advent
4e Advent Gemeente C
Gemeente A
(vs.1,13); Gemeente E 2e Advent (vs.1,2,13)
130 Ps.
(vs.1,3,4,9,10); le Advent
A 4e Advent Gemeente B
Gemeente
le Advent (vb.1,3,4) (vs.2,3); Gemeente C.
145 Ps.
4e Advent (vs.1,3,5);
3e Advent Gemeente D
Gemeente A (vs.2,3)
Ps. 72 (melodie)
le Advent, 3e
D Advent
Gemeente Advent;
2e Gemeente B
(Ps.65)
Ps. 98 (melodie)
Gemeente D 3e Advent (Ps.118); Gemeente E le Advent
G. 26
Gemeente C 3e en 4e Advent (vs. 1,3,4); Gemeente D 2e Advent (vs. 2-4)
G. 117
(vs.1,3,5) ;
Advent Advent
3e le
Gemeente A Gemeente B
3e Advent (vs.1,4,5); 3e
(vs.1,2); Gemeente C Gemeente E
(vs.1,4,7) Advent
118 G.
Gemeente A 2e Advent; Gemeente B 3e Advent (vs.1,2)
120 G.
(vs. 1,2,4); 2e Advent
2e Advent Gemeente C
Gemeente B (vs.3,4)
122 G.
Gemeente A 2e Advent; Gemeente D 4e Advent (vs.1)
124 G.
(vs.1-5); le Advent (vs.1, le Advent Gemeente C
Gemeente B
Advent 3e 2,4) ; Gemeente D 3e Advent; Gemeente E le en Advent (vs.1,2)
G. 125
(vs. 1, (vs. 1-5); B 4e Advent le Advent Gemeente
Gemeente A
2,4,5); Gemeente E 4e Advent (vs.1-5)
G.126
1,3); Gemeente E 2e Advent (vs.3) Gemeente B 2e Advent (vs.
127 G.
(vs.1,2,5-7); 2e
Advent Gemeente
3e B
2e A
Gemeente en
Gemeente C le en 2e Advent (vs.1,3,7);
(vs.1,2,6,7);
Advent
Gemeente E le Advent en 3e Advent (vs.1,2,4,7)
G. 128
Gemeente D le Advent; Gemeen- Gemeente B 4e Advent (vs.l~6);
te E 4e Advent (vs. 1,2,5,6)
G.132
(vs.1,2,3);
Gemeente B le Advent Gemeente D le Advent (vs.1-3)
160 Gemeente C 4e Advent (vs. 1-3); Gemeente D le Advent G.
(vs. 1,2); Gemeente E 2e Advent (vs.1,2)
444 G.
Gemeente A le Advent(vs.3); Gemeente B 4e Advent(vs.3,1)
456 G.
Gemeente C le Advent (vs.3); Gemeente E 4e Advent (vs.1-3)
gemeenten.
Liederen uit de rubriek "Adventstijd” (Liedboek 116-130)
toonsoort/modus beginregel Nr.
117 Es "Hoe zal ik U ontvangen"
"Op U mijn Heiland, blijf ik hopen”
118 G
"Heft op uw hoofden, poorten wijd" •
120 F
de wereld wacht"
122 dorisch "Kom tot ons.
"Nu daagt het in het Oosten"
124 D
o kom Immanuël"
125 e "O kom,
"Verwacht de komst des Heren"
hypo-dorisch 126
"Gaat stillen in den lande"
127 F
"Kom tot ons, scheur de heemlen,Heer"
dorisch 128
is in totaal 8 van de 15 liederen uit deze Adventsru- Dat
briek.
Liederen uit de Adventsrubriek die niet werden gezongen:
toonsoort/modus beginregel Nr.
dorisch
116 "Daar komst een schip geladen” 119 hypo-aeolisch
heirscharen"
"God lof! nu is gekomen"
121 F
hypo-aeolisch "De naam des Heren nadert reeds van 123
verre"
"Geen kracht meer om te leven"
129 F
"De nacht is haast ten einde"
phrygisch 130
rubriek in Liedboek
in deze het 8
vinden totaal
In we
uitgesproken majeur- en mineurmelodieën en 7 modi, waarvan 2 hypo-aeolisch.
liederen die gezongen werden, als de
zowel teksten
De van
de liederen die niet gezongen werden bevatten overeen- van
zodat we
dat de desbetreffende komstige motieven,
grond waarvan het waarschijnlijk is
daarin geen argument vinden op Inventarisatie van overeenkomstige keuzen uit verschillende
"Richt op uw macht, o Here der
lied 123
te stellen vast
de De
toonsoort F in deze
Andere liederen die in alle vijf gemeenten werden gezongen
Psalmen modus
24 dorisch
25 65 en 72 85 89 98 en 118 130
mixolydisch 145
ook alszodanig voorgesteld.
soort zijn geschreven.
toonsoort Gezangen
26 C 132 F
hypo-jonisch 444 F
456 C
stellen, liederen
mixolydisch hypo-jonisch hypo-jonisch dorisch hypo-jonisch aeolisch
vertegenwoordigd Adventsrubriek blijkt
aanwezig te zijn.
liederen niet werden gezongen.
een ver mee kunnen gaan met de gehanteerde beeldspraak over Jeruzalem, terwijl we in de gezangen 120 en 130 de nacht, de dood en gebrek aan krachten ontmoeten.
Verschillende psalmen blijken op Advent te zijn betrokken en enkele worden in het desbetreffende register in het Liedboek
Van de 10 psalmmelodieën zijn er vier in een strenge modus geschreven, de overige zijn hypo-jonisch en aeolisch. Houden we rekening met de dubbelmelodleën, dan is dat de helft.
Hieruit mogen we concluderen, dat de receptie van melodieën niet beperkt is tot die, welke in een majeur- of mineurtoon-
Een opmerkelijk verschil in toonsoorten en wel en niet gezongen liederen moeilijk vast te stellen, of het moest zijn dat onder de
modi iets beter
160 (=Ps.ll8)
Wel veronderstelt
modi is bij de
niet gezongen zijn.
nadrukkelijk
's werelds duistre wolken", waarin we ondermeer de
licht-duisternis vinden.
rubriek Is ontloken", is in de
"Er 132
Gezang een roos
lied waarin de verbinding
"Kersttijd" te vinden. Het is een
viering de profetie in het Oude
de Kerst
tussen van en
Testament wordt bezongen. Gezang 160 uit de rubriek "Epifa- niëntijd" bevat de motieven van de morgenster en het licht.
onderzochte liturgieën 456 zijn in
444 de
De gezangen en
in niet aan het kerkelijk jaar maar aan hun funktie de dienst gebonden.
dat in hier vermelde liederen aan,
In ieder geval tonen de
buiten rubrieken "Ad-
Liedboek voorkomen de
het gezangen
en "Kersttijd" tot die
ventstijd" die inhoud wel
rubrieken gerekend kunnen worden.
Meest voorkomende motieven in de rubriek "Adventstijd".
De komst van Jezus (G.117, 118,125,128) in het hart van de gelovige (118,126).
Jezus die voortkomt uit het geslacht van David (G.125)
motief van de morgenster (G.127,128)
De Heer/Koning die men al of niet tegemoet gaat (G.120,127, 128). Daarbij spelen twee invalshoeken een rol: enerzijds de Konlng die binnenrijdt (G.127), waarbij het in G. 120 lijkt anderzijds de Heer die neerdaalt (G. 128)
Meest voorkomende motieven in de liederen buiten de rubriek
"Adventstijd"
licht-duisternis (G.26,160); nacht- tegenstelling
De
Gezang 26 is het bekende kerstlied "Daar is uit
tegenstelling
of zijn komst reeds een feit is en naar hun
De tegenstelling licht-duisternis (G.120,122,124,127) en het
morgenster (G.160) ; het motief van nacht en dood (G.132)
Jezus die voortkomt uit het geslacht van David (G.132
ordinariumfunktie
De gezangen 444 en 456 hebben een en
kunnen dan ook niet gerangschikt worden onder de liederen waarin adventsthema's voorkomen: G. 444 is een "glorialied"
liederen na vinden
Op de laatste twee we in deze liederen dezelfde thematiek als in de rubriek "Adventstijd". Dit bepaalt ons niet zozeer bij de receptie, als wel bij de manier -zie hierboven- waarop het Liedboek is gerubri- ceerd.
De ambitus van de melodieën.
ambitus
Omdat de van de psalmmelodieën die van het oktaaf niet overschrijdt, zijn deze buiten beschouwing gelaten en
melodieën
werden alleen de onderzocht die in alle vijf werden Deze werden vergeleken de
gemeenten gezongen. met
melodieën van liederen uit de rubriek "Adventstijd" die niet blijkt uit
resultaat het
werden. Het volgende
gezongen overzicht:
rubriek "Adventstijd"
Gezongen liederen uit de
ambitus Gezang
oktaaf 117
oktaaf 118
120 sext 122 sext
oktaaf 124
septiem 125
oktaaf 126
127 sext
en G.456 is een "zegenlied".
128 oktaaf
9 liederen waarvan 5 ambitus oktaaf Totaal:
3 ambitus sext 1 ambitus septiem
De melodieën met de gezongen.
Niet gezongen liederen uit de rubriek "Adventstijd"
ambitus Gezang
116 oktaaf
119 (= ps.110) (oktaaf) septiem 121
(= ps.110) (oktaaf) 123
kwint 129
130 deciem
Totaal: 6 melodieën waarvan 3 ambitus oktaaf 1 ambitus deciem 1 ambitus septiem 1 ambitus kwint
Uit de gegevens
kunnen nauwelijks conclusies getrokken worden. Wel valt op
ook hier melodieën oktaaf
dat de met de omvang van een
domineren.
De modi
modus geschreven te vijf gemeenten werden gezongen een
zijn. De modi zijn de volgende:
In totaal blijken 11 melodieën van de liederen die in alle in
over een dergelijk gering aantal melodieën grootste ambitus werden dus het meest
1 hypo-dorisch 1 aeolisch
4 hypo-jonisch
Het hypo-jonisch. dat van deze modi het ons voorzover men bij dit aantal melodieën van een voorkeur kan spreken.
De verhouding oude en nieuwe liederen
liederen is,
voor 1900.
gezangen niet. De conclusie melodieën vinden we onder deze
liederen hebben voor oude
omdat in de rubriek "Advents-
totaal 16 adventsliederen te vinden zijn.
Wiens receptie?
onderzoek naar de receptie is die de manier
mag naar
van
en
met behulp van M. de
het Liedboek Kampen 1978, W.
op de
regis- eens uit van ruim is genomen:
Nieuwe teksten vinden 2 mixolydisch
3 dorisch
dichtst bij majeur staat, blijkt dus het meest voor te komen,
zou echter zeer onjuist zijn,
tijd" in het Liedboek slechts vier nieuwe teksten op de in
waarop
Uit de gegevens in dit onderzoek blijkt dat de predikant de keuzen bepaald. Hij dat dat aan de hand van het Liedboek
Vollenhove-Meijer, gezangen van
Concordantie
In belangrijke vraag die bij een liederen gesteld mag worden,
de keuze van liederen tot stand komt.
Concordantie bij voor de Kerken,
nieuwe
Afgezien van de psalmen blijken in totaal 14 liederen door alle vijf onderzochte gemeenten te zijn gezongen.
Wanneer wij nagaan hoe de verhouding tussen oude en nieuwe ontstaat het volgende beeld, waarbij oud zeer
dat deze gemeenten een voorkeur
we in de gezangen 125 en 160. Nieuwe
Dekker, Concordantie op de nieuwe Psalmberijming, Kampen 1970, De eerste dag, postillen en de verschillende
ters in het Liedboek. Men gaat dan ook meer dan
maken hebben
grotendeels te met de receptie de
we van
predikant. Met name wanneer de keuze van een lied wordt
Onbewust
in een opgeven zonder dat er bij het zingen al te grote ongelukken gebeuren. Ook dit is een beslissing van de die OP de receptie van de De gemeente is daarom veelal afhankelijk van de luisterervaring
toire van de gemeenten die aan het onderzoek meewerkten zich
bij voortduur uitbreiden.
Anderzijds is het zeer de of en in hoeverre een referentie van de gemeente.
wel in overleg met een goed opgeleid kerkmusicus. Vanuit gemeente bereid moeten maken ook andere dan de vertrouwde liederen in te studeren.
Al is dit onderzoek geenszins representatief voor
opvallend is de sterke overeenkomst in de manier waarop de keuze van liederen tot stand komt. Een onderzoek als dit is niet alleen beperkt van waarde door zijn kleinschaligheid,
het maar
ordinariumfunktie hebben elkaar voorkomen,
die een naast
d.w.z. dat het beeld met betrekking tot de receptie van het adventslied nooit volledig kan zijn. Verder worden
eens
te zingen en geen van
gebleken hoe de inhoud Immers
is ervan
een Dat deze
versmalt de van en
predikant
gemeente een sterk beperkende invloed heeft.
(referentie) van de predikant.
Op deze manier vallen de receptie van de predikant en van de geprogrammeerd materiaal. De predikant hanteert dit materi
aal vanuit zijn eigen optiek en dat brengt met zich mee, dat
Is die niet in hoge mate bepaald door muziek die vanuit commerciële intenties op de markt wordt gebracht? De
vraag predikant zich moet laten leiden door de
bepaalde verzen
gekleurd kan worden. Ook deze gewoonte begrenst de receptie hantering van een gezangboek.
ingegeven door een schriftlezing, is het de predikant die de verbanden legt. Onbewust kan meespelen welk repertoire de gemeente eigen is waarbij het gaat om de vraag welke liede-
ons land,
we weer bepaald bij de algemeen voorkomende gewoonte om versjes
volledige liederen. Uit de keuze van de huidige situatie
gemeente toch samen. Het is onwaarschijnlijk dat het reper-
deze situatie zal men de
voorganger zal daarom de keuzen moeten blijven maken, maar
ook vanwege
dienst kan
feit dat adventsliederen en liederen lees- en
ren men
nog zal
calvinistische reformatie
namelijk die welke
zich zowel inhoud teksten,
kerklied te meten.
van te uit
komen, waarbij de methoden de semiotiek een niet te onderschatten plaats zullen hebben. Voorwaarde is wel, dat een dergelijk onderzoek zich uitstrekt tot een groter aantal
dat het betrekking heeft op
gemeenten en parochies en een
lange periode. Slechts dan kunnen sterke plaatselijke verschillen worden opgemerkt en bestudeerd.
Zusammenfassung
Am Ende des Jahres 1986 wurde in fünf reformierten Gemelnden in der nach des Wahl der Lieder eine Umfrage veranstaltet,
die mehr
wurde. Es war von
Kirchenliedern zu wissen zu bekommen.
Es steilte sich heraus, dass eine überzeugende Obereinstim-
er
was auch die der Gemeinde.
und Lesungen wahrend der vier Sonntage des Advents gefragt Absicht mehr über die Rezeption
mung zwischen Lesungen und Liedern eine Ausnahme ist.
Weiter wurde klar, dass die Kirchentonarten fast genau so so gut vertreten sind, wie die Dur- und Moll-Melodien.
Die Rezeption ist meistens die des Pfarrers: er wahlt die Lieder und Lesungen, aber er ist auch abhangig von dem, die Gemeinde kennt. Die Rezeption des Pfarrers ist also
bestaat nog
zijn voortgekomen niet meer alle 150 psalmen zijn opgenomen,
een veertig-tal. gezongen
werden. Hier heeft de hantering van het gezangboek uiteinde
lijk de inhoud en de receptie bepaald.
Een uitgebreider onderzoek naar de receptie zal
liedvorm (berijmd of onberijmd), als de melodieën moeten richten,
geen bruikbare methode om
gewoonte niet tot ons land is beperkt, mag blijken uit het feit dat in Frankrijk en Zwitserland in de nieuwe gezang-
op de van de
van het Op dit moment de receptie
in samenwerking met muziek- psychologen en letterkundigen die zich met de receptie teksten bezig houden geprobeerd moeten worden om verder maar slechts
boeken van de kerken die uit de
Daarom zal
als de
Eine Untersuchung wie diese ist wegen des kleinen Umfangs natürlich nicht reprasentativ fur die Niederlande. Es soll deshalb weiterhin an einer Methode für Rezeptionsforschung gearbeitet werden müssen.
RECEPTIE VAN HET KERKLIED DE
STUDIEDAGEN VAN HET SAMENWERKINGSVERBAND VAN DE LITURGIEDOCENTEN IN NEDERLAND (SLDN)
de het een thema
Op van SLDN staat
methodisch
inhoudelijk een vernieuwende
bijdrage kan leveren aan het onderwijsaanbod. In het SLDN participeren alle docenten die
het onderzoek in de en
die op 15 en 16 juni De
Faculteit Godgeleerdheid
1987 gehouden werd aan de der van de
handelde de
Rijksuniversiteit Groningen, over receptie van inleidingen die tijdens de eerste twee sessies
derde en de deze inleidingen
De bespreking van men.
oorspronkelijke versies verwerkt. De vierde sessie is in de
inleiding in bewerking heeft er ook toe geleid dat de eerste
gedeelte is een voorzichtige opgedeeld.
tweeën is Het eerste
als een algemene thematiek kan
verkenning van methode en en
beschouwd worden. Het wordt hier in inleiding op de studiedagen
alle voorlopigheid en zonder uitgewogen en genuanceerde
studie. Het haar optiek vereist eerst
de verslaggeving gedeelte bevat
een
verantwoordelijk zijn voor het onderwijs liturgiewetenschap. De studiebijeenkomst
studiedagen en/of jaarlijkse
centraal dat
van een
aan een universitaire instelling
liturgische muziek. De twee
werden gehouden, zijn hier in bewerkte vorm opgeno- tijdens de
enige pretentie gepresenteerd. Een weergave van de receptie-methode en tweede
liederenkeuze gedurende de Advent in vijf parochies. Vervolgens is de tweede inleiding opgenomen, waarin verslag gedaan wordt van
soortgelijke enquête die gehouden is in vijf gemeenten.
uitgebreidere
kleine enquête naar de