MULO-A Meetkunde RK 1932
Opgave 1
In ABC is A60o. Men trekt de hoogtelijn CD en een lijn CE, die met CD
een van 30o maakt. (E ligt tusschen B en D). Als CE 32 cm en EB 10 cm
is, hoe lang zijn dan de zijden van die driehoek?
Opgave 2
Construeer een ruit, als een der hoeken is gegeven is en het verschil van de diagonalen.
Opgave 3
In trapezium ABCD (AB // DC) is S 't snijpunt der diagonalen. Door SZ trekt men PQ // AB.