O N D E R Z O E K N A A R D E R E N T A B I L I T E I T V A N D E B L O E M E N T E E L T T E A A L S M E E R
S t a t i s t i e k o v e r h e t j a a r 1954 en
B e g r o t i n g o v e r h e t j a a r 1955
Rapport No 241 **> ,.v
Afd,Tuinbouw
9
- 2 -
I N H O U D WOORD VOORAF
HOOFDSTUK I INLEIDING 1. Doel
2. Basisgegevens
3. Wijze van uitdrukking der gegevens 4i Betrouwbaarheid van de steekproef HOOFDSTUK II DE UITKOMSTEN VAN HET ONDERZOEK OVER 1954
1. De bedrijfsresultaten over 1954 a. De uitkomsten gemiddeld per bedrijf b. De spreiding van de bedrijfeuitkomsten
Pag.
4 5 5 5 6 8 11 11 11 12 o. Verband tussen bedrijfsresultaat en bedrüfsooorang 13
d. Verhouding der koetenbestanddelen t.o.v. de
totale kosten 13 2. Het inkomen van de ondernemer over 1954 14
a. Het inkomen uit het bedrijf 14
b. De verteringen 16 o. De besparingen 17 3. Vergelijking der uitkomsten over 1954 »et die
over 1953 , 17
a. De bedrijfsindeling 17 b. De bedrijfsuitkomsten 19
1. De rentabiliteit 20
2. De kosten 21 3« De opbrengsten 22 0. Het inkomen per ondernemer 23
HOOFDSTUK III DE VERMOEDELIJKE BEDRIJFSRESULTATEN OVER 1955 25 1. De voorlopige bedrijfsresultaten over 1955 25 2. De wijze van berekening der voorlopige resultaten 30
a. De opbrengsten 30 b. De kosten 30 HOOFDSTUK IV DE FINANCIËLE POSITIE DER BEDRIJVEN PER ULT.1954
BIJLAGEN
I Toelichting wijze van berekening cijfers 1954 II Overzicht van het grondgebruik in aren gemiddeld
per bedrijf in 1954
III Overzicht van de kosten en opbrengsten, de arbeidsbezetting en het arbeidsinkomen (per manjaar), gemiddeld per bedrijf over 1954 IV a en b De spreiding der bedrijfsuitkomsten
over 1954
V Bedrijfsresultatea over 1954 per grootteklasse (maatstaf1 jaarkosten), uitgedrukt door de 'opbrengsten per f.100,- kosten
»VI Overzicht van het grondgebruik in aren (100 m ) gemiddeld per bedrijf in 1955
VII Prooentuele samenstelling van het rozenareaal der deelnemende bedrijven in.1955 naar ras en jaar van aanplant der struiken
32
37 41
42 43 en 44
45 46
47
- 3 - T A B E L L E N
Pag.
1. Frequentieverdeling van de veilingomzetten over 1954 van
f. 5.000,- en hoger per bedrijf 8 2« Oppervlakte der belangrijkste oultures 9
3. Bedrijfsresultaten over 1954 11 4. Gemiddelde opbrengsten per 100,- kosten resp, met en zonder
weging naar de bedrijfsomvang 13 5« Kosten in prooenten van de totale kosten 14
6» Overzioht van het inkomen per ondernemer over 1954 15 7» Spreiding van het gezinsinkomen uit het bedrijf per ondernemer
over 1954 16 8. Vergelijking privê-opnamen en totaal gezinsinkomen over 1954
per inkomensklasse 17 9. Oppervlaktewijzigingen bij de rozen- en de anjercultuur 18
10. Mutaties van het aantal bedrijven per bedrijfstype t.o.v. 1953 19 11. Vergelijking van de kosten, de opbrengsten en de rentabiliteit
van bedrijven, welke over 1953 en 1954 in dezelfde groep waren
gerangschikt 19 12. De verhouding der kostenbestanddelen 1954 t.o.v. 1953 21
13. Veilingomzetten der belangrijkste produkten in 1954 23
14. Het inkomen per ondernemer in 1953 en 1954 23 15» Voorlopige oijfers betreffende de bedrijfsuitkomsten over 1955 25
16. Vermoedelijke ontwikkeling van de rentabiliteit van 1954 op
1955 van 70 bedrijven 27 17» Mutaties van het aantal bedrijven per bedrijfstype t.o.v. 1954 28
18, De beteelde oppervlakte van 70 bedrijven in 1954 en 1955 29
19. De finanoiêle structuur op 1 januari 1955. 33
GRAFIEKEN
1. De ontwikkeling van de rentabiliteit der Aalsmeerse bloeraen-
oultuur in de jaren 1951 t/m 1955 27 2. Weerstandskraoht in prooenten van de gemiddelde taxatiewaarde
der duurzame productiemiddelen 35 a. rozen- en anjerbedrijven
b. seringen- en potplantenbedrijven
3. Weerstandskracht in prooenten van de jaarkosten 35 a. rozen- en anjerbediijven
b. seringen- en potplantenbedrijven.
1269
- 4 -
WOOED VOORAF
Dit rapport bevat een verslaglegging van een onderzoek, dat inzicht 'beoogt te geven in de winstgevendheid der Aalsmeerse bloemenoultuur over de jaren 1954 en 1955«
De cijfers welke over laatstgenoemd jaar met betrekking tot de +_ 70 aan het onderzoek medewerkende bedrijven zijn verstrekt, dragen een voorlopig karakter. De cijfers over 1954, welke in het rapport dat een jaar geleden verscheen, waren begroot, zijn thans definitief vastgesteld,
Behalve aan de rentabiliteit is ditmaal ook aandaoht besteed aan de financiële positie der bedrijven en wel naar de toestand per 1 januari 1955- I*1 û6"t hoofdstuk dat aan dit onderwerp is gewijd, is tevens een globale beoordeling gegeven van de finanoiële weerstandskracht dezer bedrijven.
Bij het beoordelen van de bedrijfsuitkomsten moet in aanmerking worden genomen, dat onder de kosten geen bedrag is opgenomen voor de leidinggevende en toezichthoudende arbeid van de ondernemer,
In de tekst van dit rapport zijn gegevens gebruikt, welke
desgevraagd, door de beide plaatselijke veilingen zijn verstrekt en aan de jaarverslagen dezer veilingen zijn ontleend.
Het rapport is, behoudens het 4e hoofdstuk, dat door C.Bos is geschreven, samengesteld op de afd,Tuinbouw door A.Holkamp.
De .Directeur,
's-Gravenhage, maart 195*>. (DrjlJ.Horring) f
HOOFDSTUK I
INLEIDING
1. D o e 1
Het doel van dit onderzoek is, een inzioht te verkrijgen in de financiële resultaten en de financiële positie van de bloemen- teeltbedrijven in het veilinggebied Aalsmeer als geheel, alsook, zo mogelijk, voor de verschillende typen van bedrijven afzonderlijk.
2. B a s i s g e g e v e n s
De gegevens zyn ontleend aan de fiscale boekhoudingen der desbetreffende bedryven en werden verstrekt door 25 administratie- kantoren, welke de administraties dezer bedryven verzorgden.
Daarnaast is gebruik gemaakt van een aantal gegevens, welke niet uit de bestaande boekhoudingen waren te putten, doch welke door het L.E.I. op de bedryven zijn verzameld. Deze aanvullende gegevens waren nodig om de resultaten volgens de bij het L.E.I. gebruikelijke riohtlynen ' te kunnen berekenen. Zij omvatten een uitgebreide inventarisatie van de bedrijven, een opgave van de geteelde gewassen, alsmede aanvullende gegevens betreffende de arbeidsbezetting.
De keuze der bedryven had op willekeurige wyze uit de ledenlijsten van de beide Aalsmeerse veilingen plaats, mot dien verstande evenwel, dat zy werd beperkt tot de bedrijven, waar uitsluitend bloemistery"- gewassen worden geteeld of waar althans de bloementeelt sterk overweegt (dus de niet-gemengde bedryven), terwijl bovendien de gekozen bedryven zo groot dienden te zyh, dat zij aan de ondernemer gedurende het gehele jaar volledig emplooi verschaffen. Bedrijven welke zich, behalve op de teelt, ook op de handel van bloemistery- produkten toeleggen, zyn niet in het onderzoek opgenomen.
Het aantal bedreven dat in 1953 72 bedroeg, liep met 1 terug, zodat over 1954 71 bedryven waren ingeschakeld.
Het systeem, dat voor de verkrijging der finanoiële gegevens is gevolgd, liet directe oontrole dezer gegevens uiteraard niet toe. Mede aan de hand van de gegevens, welke door het L.E.I. op de bedryven zijn verzameld, konden eohter verschillende - door de administratiekantoren opgegeven - posten op hun aannemelykheid worden getoetst.
1 ) Zie bijlage I 1269
- 6 -
Ten aanzien van de lonen t>.v, kon contrôle worden toegepast aan de hand van de gegevens der arbeidsbezetting, welke op het bedrijf werden verzameld.
Zoals uit het bovenvermelde reeds bleek, zijn niet alle oijfers aan de opgaven der administratiekantoren ontleend. Een belangrijk deel (oa 40$) der kosten is berekend op basis van
gegevens, ontleend àan de informaties, welke op dé bedrijven zijn verkregen en aan de waarnemingen, welke daarop zijn verrioht voor de berekening van rente, afschrijving en van arbeidskosten
ondernemer en gezinsleden.
3. W $ z e v a n u i t d r u k k i n g d e r g e g e v e n s Voor de verwerking van de verkregen gegevens hebben wij de
bedrijven naar groepen van gelijksoortige bedrijven (bedrijfstypen) ondersoheiden. Als maatstaf voor deze groepering is genomen de
arbeidstijd, welke normaliter aan de oultures wordt besteed. Voor opname in de groep met êên hoofdoultuur (b.v. rozen) is als norm gesteld, dat hieraan tenminste 65$ van de arbeidstijd moet zijn besteed, In de groep van bedrijven met twee hoofdoultures (rozen
en anjers) zijn bedrijven ondergebracht, waarin aan elk der beide teelten tenminste 25$ en aan beide tezamen tenminste 75$ v a n d e
totale arbeidstijd is gewerkt. In de groep seringen met anjers, rozen en potplanten overweegt de seringenteelt ten opzichte van de overige cultures tezamen. De bedrijven, welke niet in een dezer groepen konden worden ondergebracht, zijn verenigd in de groep
"Gemengde bedrijven".
De groepen zijn:
Aantal bedrijven
Rozen 10 Rozen en anjers 12
Anjers J_1_ 33
Seringen 8 Seringen, met anjers,
rozen of potplanten 10 Potplanten _11_ 29
Gemengde bedrijven 9 71
- 7 -
De oppervlakte en de arbeidsbezetting dezer bedrijven zijn, reap, in de bijlagen II en III, gemiddeld per bedrijf tot uit-
drukking gebraoht. Dit is eveneens het geval ten aanzien van de kosten, de opbrengsten en het arbeidsinkomen (bijlage lil).
Uitdrukking van het inkomen had plaats gemiddeld per onder- nemer (tabel 6 ) ,
De rentabiliteit werd - in bijlage III - behalve in guldens gemiddeld per bedrijf, tevens in het verhoudingsoijfer "de opbrengsten per f.100,- kosten" uitgedrukt. Hiertoe zijn de
opbrengsten, welke per groep van bedrijven tezamen werden verkregen, gedeeld dçor 1$ van de kosten dier bedrijven. Grotere bedrijven
hadden derhalve meer invloed op de grootte van dit verhoudings- oijfer dan de kleinere bedrijven.
Voor het verkrijgen van inzicht in de rentabiliteit van de bloemisterij moet derhalve aan dit "gewogen" gemiddelde ook 'aandaoht worden geschonken aan het "ongewögen" gemiddelde rentabilïteits- cijfer, waarin de uitkomsten van het kleine bedrijf even zwaar z:gn meegeteld als die van het grote bodrijf. Dit ongewögen oijfer is dus gebruikt om een indruk te geven van de gemiddelde rentabili- teit der onderscheiden bedrijven, zonder te letten op de bedrijfs- grootte (bijlage V ) .
Een voorbeeld moge het een en ander, zo nodig, verduidelijken:
Stel dat de gemiddelde rentabiliteit moet worden berekend van 2 bedrijven, waarvan het ene (A) een klein, he-t andere (B)
een groot bedrijf is. De rentabiliteit van A is aanmerkelijk gunstiger dan die van B.
Kosten Opbrengsten
Opbrengsten in procenten van de kosten Bedrijf A
" B
5.000,- 50.000,- 55.000,-
7.000,- 55.000»- 62.000,- Gemiddelde rentabiliteit (gewogen) f § ^ § x 100
" " (ongewögen ) 140 + 110 2
140 110
113 125 Bij de berekening van het gewogen gemiddelde wordt de uitkomst
in sterke mate beïnvloed door de rentabiliteit van het grote bedrijf.
Voor de berekening van het ongewögen gemiddelde speelt de bedrijfs-r omvang geen rol.
1269
- 8 -
Tenslotte brachten wij ook de rentabiliteit per individueel bedrijf tot uitdrukking. De bylagen IV en V geven een beeld van de spreiding der bedrijfsuitkomsten resp. naar aantal en grootte- klasse der bedryven.
4. D e b e t r o u w b a a r h e i d v.»a .n d e s t e e k p r o e f Alvorens in te gaan op de resultaten van het onderzoek dient
te worden vastgesteld, in hoeverre de steekproef representatief kan worden geaoht voor het veilinggebied Aalsmeer. Enkele gegevens bieden hiertoe een mogelijkheid:
a. De veilingomaetten (1954)
In tabel 1 is een frequentieverdeling gegeven in procenten van het aantal bedryven in de steekproef, enerzijds, en van het aantal - by de beide veilingen aangesloten - bedryven, anderzijds, per omzetklasse van f. 5.000,- en hoger.
Tabel 1 FREQUENTIEVERDELING VAN DE VEILINGOMZETTEN
OVER 1954 - VAN f. 5.000,- EN HOGER - PER BEDRÜP
Omzetklasse in gld.
0 - 5.000 5.000 - 10.000 10.000 - 20.000 20.000 - 40.000 40,000 - 80.000 80,000 - en hoger
Medewerkende bedryven
a (2)
4 17 28 16 4 69 (2)
Bedryven Veilinggebied
b (298)
148 194 232 144 50 768 (298)
Verhouding a in % van b
(0,756) 2,7$
8,8$
12,1$
11.1jt 8,0%
9,0$
Zoals reeds elders in het rapport is vermeld, zijn de zeer kleine bedryven, welke aan de ondernemer geen volledig emplooi versohaffen en de zeer gemengde bedrijven, niet in de steekproef opgenomen. Deze groep wordt grotendeels vertegenwoordigd door de bedrijven in de omzetklasse 0 - 5.000, dooh is ongetwijfeld
gedeeltelijk ook nog begrepen in de daarop volgende klasse van 5.000 - 10.000.
Dit verklaart het lage percentage, waarmede deze groep in de steekproef voorkomt. De mate, waarin de ©yerige groepen zijn vertegenwoordigd, varieert minder sterk ten opziohte van het algemeen gemiddelde.
- 9 -
b. De oppervlakteverhoudingen
Aan de hand van de inventarisatiegegevens van het C.B.S. naar de toestand per 1 mei 1954 konden de oppervlakten van de belang- rijkste teelten in de steekproefbedryven worden vergeleken met die van het veilinggebied Aalsmeer (gemeenten Aalsmeer, Haarlemmermeer, Nieuwer Amstel, Uithoorn en Leimuiden).
Tabel 2 OPPERVLAKTE DER BELANGRIJKSTE CULTURES
Oppervlakte
Rozen (kassen) Anjers( " )
Seringen (akker) Potplanten (kassen)
Medewerkende bedryven
a 468 are 578 « 1512 "
117 "
Veilinggebied Aalsmeer
b 4844 are 6000 "
IO96I "
1231 "
Verhouding a in % van b
9,7#
9,6#
13,8#
9,5#
Uit deze oyfers blijkt, dat de seringenteelt iets sterker naar rato van haar oppervlakte is vertegenwoordigd dan de overige genoemde oultures, welke vrijwel in gelyke verhouding van haar oppervlakten in de steekproef voorkomen.
De vraag, in hoeverre de steekproef in andere dan de hierboven genoemde opziohten (vakmansohap, rassenkeuze e.a, ) representatief is te aohten, vermogen wij niet zonder meer te beantwoorden. Het
aantal van 71 bedryven en de willekeurige wyze waarop deze fcyn gekozen, biedt overigens voldoende waarborg om aan te nemen, dat de steekproef een verantwoord beeld geeft van de rentabiliteit der Aalsmeerse bloemisterij als geheel. Dat de gemiddelden voor de verschillende bedryfstypen, w elke uiteraard op een veel kleiner aantal waarnemingen zijn gebaseerd, veel minder representatief zyn, ligt voor de hand.
Voorts bedenke men, dat de uitkomsten der bedryven waarin men zioh in hoofdzaak op de teelt van één gewas heeft gespecialiseerd (b,v. anjerbedrijven, rozenbedryven) geen maatstaf behoeven te zyn voor de uitkomsten van de desbetreffende cultuur voor geheel
Aalsmeer. Zoals uit bijlage II blykt, wordt vooral de anjerteelt in vrywel elk ander bedrijfstype dan het gespecialiseerde (anjer) bedryf aangetroffen, zij het in hoofdzaak in bedryven met rozen als nevengewas. Van de 71 bedryven zyn er b.v. 59» waarop in 1954 teelt van anjers en/of rozen voorkwam.
1269
- 10 -
De genoemde bezwaren tegen het gebruik van reeultatencijfers, welke per bedrijfstype tot uitdrukking zijn gebracht, worden voor
een belangrijk deel opgeheven, wanneer men zioh bepaalt tot de uitkomsten, welke gemiddeld voor de gecombineerde groepen der rozen- en anjerbedrijven (33 bedrijven) enerzijds en der seringen- en potplanteribedrijven (29 bedrijven) anderzijds, zijn berekond.
Ten aanzien van deze cijfers kan o.i. dan ook redelijkerwijs worden aangenomen, dat zij een betrouwbaar beeld geven van de resultaten, welke gemiddeld met beide groepen van cultures werden behaald.
Ten .einde een indruk te geven van de mate van betrouwbaarheid van het gemiddelde is in tabel 3 de z.g. standaard afwijking van
het gemiddelde voor de "opbrengsten per f.100,- kosten" aangegeven.
Naarmate dit cijfer kleiner is mag worden aangenomen, dat het werkelijke gemiddelde met grotere waarschijnlijkheid benaderd wordt door het steekproefgemiddelde.
- 11
HOOFDSTUK I I
DE UITKOMSTEN VAN HET ONDERZOEK OVER 1954
1. D e b e d r i j f s r e s u l t a t e n o v e r 1954 a . De u i t k o m s t e n gemiddeld p e r bedrijf
Voor een beschouwing van de r e s u l t a t e n , welke gemiddeld p e r bedrijf o v e r 1954 werden b e h a a l d , zijn de b e l a n g r i j k s t e c y f e r s van bijlage I I I i n de h i e r n a v o l g e n d e t a b e l samengevat.
Tabel 3
BEDRIJFSRESULTATEN OVER 1954
Bedrijf stype (hoofdgewas)
1
1 . Rozen 2. Rozen en anjers 3. Anjers
Gemiddeld 1 t/a 3 4. Seringen 5. Seringen net an-
jer«, rozen of potplanten 2) 6. Potplanten
Gemiddeld 4 t/n 6 7. Gemengde bedrijven Gemiddelde van alle bedrijven
Aantal bedrijven
2
10 12 11 33 8
10
11
29 ~1
9
71
Arbelds-
bezettlng Opbrengsten Kosten Winst
Ulo 1
of Verlies (/.)
Opbr. per f . 100,- kosten
g e m i d d e l d p e r b e d r i j f 3
(manjaar) 2,3 2,8
2>l
2,6 2,*
3,9
5,5
*.1 5,4
3,6
4 (gld) 40.500 34,500 30.900 35.100 16.300
30.700
44.800 32.100 45.200
35.100
5 (gld) 27.400 28.700 24.000 26.700 16.400
28.600
43.500 30.900 41.600
30.300 6 (gld)
13.100 5.800 6.900 8.400 7 . 100
2.100
1.300 1.200 3.600
4.800 7 (gld)
148 120 129 131 99
107
103 104 109
116
Standaard- afwijking van het ^ gemiddelde
8 (gld) 12,0
6,6 8.8 5.2 6.1
6,2
4,6 3.2 9.6
3,2 1) Van de opbrengsten per f , 100,- kosten.
2) Onder seringen zijn ook overeenkomstige trekheesters begrepen.
De opbrengsten van de 71 bedryven blijken de kosten gemiddeld met 16$ t e hebben overtroffen. De uitkomsten van de a n j e r - en rozen- c u l t u r e s waren echter - met een gemiddelde van f, 131»- opbrengsten per f, 1 0 0 , - kosten »- belangryk b e t e r dan die van de s e r i n g e n - en p o t p l a n t e n c u l t u u r , waarvan de kosten gemiddeld s l e o h t s met 4$ door de opbrengsten werden o v e r t r o f f e n .
1269
- 12
Tot het gunstige resultaat van de eerstgenoemde oategorie hebben de rozen (met 148) in bijzondere mate bygedragen. Hoewel ook de anjerbedryven zeer goede resultaten afwierpen (129), valt tooh uit de cijfers een aanmerkelijk geringere rentabiliteit der anjerteelt t.o.v. de rozenteelt te constateren.
Het is opmerkelijk, dat de groep der gemengde rozen- en anjer- bedrijven ook dit jaar een lagere uitkomst te zien geeft dan de groep der rozen- en d.ie der an j erbe dr y ven.
Ben betrouwbaar antwoord op de vraag of het versohil dat hier wordt gesignaleerd eon juist beeld geeft van de werkelijkheid, zou slechts na uitbreiding van het geringe aantal bedryven per groep van de steekproef zyn te geven.
Be invloed van de gunstige rentabiliteit der rozen- en anjer- cultuur kwam ook tot uiting in de bedrijfsresultaten der bedryven waarin deze teelten als nevencultuur worden uitgeoefend. De rentabiliteit van de groep der seringen met rozen, anjers en pot- planten (107) was nl. gunstiger dan die der potplantenbedryven (103) en dan die van de seringenbedrjjven, welke, als enige groep, in de opbrengsten nog juist geen dekking voor de kosten heeft kunnen vinden.
Voor de groep waarin vrywel alle Aalsmeerse cultures zyn vertegenwoordigd, nl, die der "gemengde" bedryven, werd een gemiddelde rentabiliteit van 109 becijferd.
b. De spreiding van de bedrijfsuitkomsten
Het inzicht in de rentabiliteit wordt verbeterd door raad- pleging van bylage IV* waarin de spreiding der bedryfsuitkomsten grafisch is voorgesteld.
Deze bijlage toont aan, dat de resultaten van de oategorie der rozen- en anjerbedrijven zeer verspreid liggen. De variatie in de uitkomsten der potplanten- en seringenbedryven blykt minder groot te z^n.
Ter onderscheiding van de winstgevende bedryven ten opzichte van de bedryven, welke verlies leden, zijn in genoemde bylage IV verticale lynen ter hoogte van het oyfer 100 getrokken. Het aantal bedryven, dat ter rechter zijde van de lijn wordt aangetroffen, bedraagt 45. Dit betekent derhalve, dat de kosten sleohts by 45»
d.i. 63$ van de 71 bedryven door de opbrengsten werden gedekt.
Voor de groepen der anjer- en rozenbedryven (33 bedryven) bedraagt dit percentage gemiddeld 79» voor 'de groepen der seringen- en pot- plantenbedryven (29 bedryven) gemiddeld sleohts 48.
- 13 -
c. Verband tussen bedrijfsresultaat en bedrijfsomvang
Wanneer wij de invloed van de bedrijfsomvang uitschakelen, dan blyken de resultaten per bedryf ongunstiger uit te vallens
Tabel 4 GEMIDDELDE OPBRENGSTEN PER F. 100,- KOSTM MET,
HESP. ZONDER WEGING HAAR DE BEDREFSOMVANG Bedrljfstype
Rozen
Rozen en a n j e r s A n j e r s
Gemiddeld S e r i n g e n
Aantal bedrijven
S e r i n g e n met a n j e r s , r o z e n of p o t p l a n t e n P o t p l a n t e n
Gemiddeld
Gemengde bedrijven A l l e b e d r . tezamen
i
10 12 11 8 10 11
33
29 9 71
Opbrengsten Gewogen
148 120 129
99 107 103
gemiddelde
131
104 109 116
per f. 100 Ongewogon 129 116 124
97 109 101
- kosten geaiddelde
123
103 108 113
Dit geldt voor vrywel alle groepen van bedrijven en wel in bet bijzonder ten aanzien van de rozenbedryven.
De oorzaak van de sterke afwijking van de uitkomsten der beide berekeningen voor de rozenbedryven blijkt uit bijlage V, waarin de uitkomstenperoentages naar bedryfsgrootteklassen
(uitgedrukt door de jaarkosten) zijn gerangschikt» de kleinere rozenbedrijven blijken aanmerkelijk lagere uitkomsten te hebben verkregen dan de grotere rozenbedrijven. Een bedryf, dat zowel het grootst in omvang als het hoogst in rendement was (opbrengsten
192$ van de kosten), oefende uiteraard een grote invloed op het gewogen gemiddelde bedrijfsresultaat uit.
In tegenstelling tot de totaalgroep der anjers en rozen, waarvan in grote trekken kan worden gezegd, dat de resultaten beter waren naarmate de bedrijven groter zijn, viel in de seringen- en potplantenbranohe, alsook bij de gemengde bedryven, geen
relatie tussen bedrijfsuitkomsten en bedrijfsomvang te constateren.
d. Verhouding der kostenbestanddelen t.o.v. de totale kosten In bijlage III zyn de totale jaarkosten, welke gemiddeld per
1269
- 1 4 -
bedryfstype werden berekend, nader gespecifioeerd. In onderstaande tabel zijn deze kostenelementen in procenten van het totaal tot
uitdrukking gebrachtt
Tabel 5 KOSTEN IN PROCENTEN VAN DE TOTALE KOSTEN
A a n t a l b e d r y v e n Rente
Afschrijving Arbeid M a t e r i a l e n Onderhoud B r a n d s t o f f e n Ov. m a t e r i a l e n Overige k o s t e n
Rozen
10 9 9 29
9 29 10 5 100
Rozen en Anjers
12 9 11 33
8 22 12 5 100
Anjers
11 9
11
37
10 17 11 5 100
Seringen
8 9 6 53
6 13 10 3 100
Serfngen met anjers en rozen of potplanten
10 8 7 48
9 14
11
3 100
Potplanten
11 7 8 42
6 17 16 4 100
Gemengd
9 8 7 46
8 16
11
4 100
Alle bedrijven tezamen
71 8 9 40
8 19 12 4 100
2 . H e t i n k o m e n v a n d e o n d e r n e m e r o v e r 1954
a. Het inkomen uit het bedrijf
Een overzioht van het inkomen per ondernemer is opgenomen in tabel 6.
Gemiddeld werd uit hoofde van verriohte handenarbeid, rente van eigen kapitaal en bedrijfsresultaat, per ondernemer een inkomen uit het bedryf verkregen van f. 8.510,-,waaraan nog f. 7^0,- moet
worden toegevoegd wegens vergoeding van arbeid, welke door gezinsleden werd verricht.
De groep der anjer- en rozenbedrijven behaalde gemiddeld een ondernemersinkomen ten bedrage van f. 12.780,-, een gezinsinkomen van f. 14.410,-. Voor de groep der seringen- en potplanten-
bedryven lagen deze inkomens op f. 5770»- resp. f. 6190,-, voor de gemengde bedryven op f. 7050,- resp. f, 7140,-.
1269
<p
•s
os Pi
1 Ci
«CD CD
> 60
_ - H Ö Ö H - H
cd P.-P
> m fn H n5 a o n
l€ O (D
£ : >• . 0
1
'CD Ö Ci > CD CD - r t - d
S h Ci
O P i - H S CD
? h H ( n o m
A O 0 O Ê> T >
A
CD
S 0
•3 • H CO Ö
• H
CD
O
r H cd cd
- P 0
^
gfe
s .s
<M W
££
t D CDP
1 1 a T3 m
CD - H Ö Ö
• d CD - r i CD Ö ^O N t l I d F j CD CD
M «d M r H 14 <H
g :H>
S 0 -3
CD CD $ 3 CD 8 <t3 H ja 0 o>
3 S I S
H t> O 3 h 1 CD 3 d CD. 0 3 >d B H l f r t
cd et) CD 0 » d et)
• P » f c P Ö to CD CD
« B I P H -r* r*
C -d 1 1
CD -H H U T ) CD CD CD
0 ,p -d a cd fn Ö <D W 3 O Ö
. • * "
1 ci) 1 m cd 0 >H - P
•H» W H
CD 'S 5 S tu 0)
P h ci
r H CD cd >
• p : s »
s h S T 3
<r} CD
^
^-^
CO
cd
î
to• d
« H O O
.4
CD P i S
4? CO
• d h
CD
m
CM T—
T ~ T -
O
O N
CO
c—
vo
1 0
•*
<*N
CM
*~
8
t ~CM
O m
as r—
0
O N T -0
CM
0
v - CM T—
O
CO CO O N T -
0 ir\
<tf
CM
0 r n • *
c— *—
0 T " * 0 CM
O
VO
r o m
vo 0
CO 1 ™
r * 0
a CD H 0
M
*— «
CM l f \ 0 0
»- vo
<r— 1 —
O O CM m 00 co 00 t—
O 0
• > * 0 \ O S O N CM CM T - T -
m 0
r- CM t—
O O
O N O N
r - t—
T - CM T " T -
vo vo O O
T - « * r - • -
O O r O r O V O rf\
O t - T " T *
T-O O CM CO r O
T - T-
O O O N CM T™ T "
"t **
O O
r O O N VO C O
• > * I f N
\
CM 1- T - T—
10
h CD
S
a CD
Ci h (0 CD CD N "«"»
<§ Ü
CM r O • •
O «d-
t —
^*
O ITN t — CO
O
VO CM i r \ T -
O
CO irv
O
1 —
• *
"=J- r
O rr, VO T -
O
CO t — CM T "
O O t—
T -
O
O N O N r O
O O N O
C —
r O rr\
m
^s \ • p
V "
• d H
CD - d - d
• H
a
CD
tt -
V O 0
f * " l
VO O
CO
"=J-
O
t —
r n m
0 Y ~
vo
0 vo t —
• *
CM 0
r O
Q
5
»*O 0 \ t —
O O ç-^
ro
O l f \
X
CO
/^-^ * T - a 9
• H $
H CD
w
•
• *
15 -
0 0 t — CM ITN t -
O O
O N O N
^ f CO U N U N
O O
0 0 O N VO T - VO t > -
8 £
T - ro
O O
0 0 CM I f N 0 0 V O V O
O O rO r—
" < * < *
0 0 t r \ i f \ T - r o
vo vo
0 0 r - • *
0 m T— T "
O © ro v
O N Q
ir\ ö
T- 0 0
O T - T - T -
n
ci ci
CD CD
+> Pi H -
CD - p
a O ft -
"^ - ö
r - Ö CD Ö CD - P
ton ca Ci U rH
• r t CD P i fc - O - P CD Ci O W cd P H
« • m vo
0 r—
I f N
O c—
• > *
tr>
O
CM l / N VO
O
r O
r n
O O N T *
vo
O CM
• *
O r -r—
U N
0 c—
• r - 1 —
O
O N O -m
8
t —O N CM
VO
a +»
• < *
•d H
-d CD
-d
•H a CD
O
t — O
*— ^-«
O
t — CO
\T\
r o O
>*
t—
O
O N CM
^
^-"
t —
O O N
O ir>
O t —
0 0 O
T-
T*
8
>*•^r
t— 0
•*
a\
cl
>
w
^
CD
X>
CD
•d
SP
CDa «
C5
•
l * -
8
T - T -O T-
vo c—
CO
8
O N
0
T » ITV
O
O N CM O N
0
CO t —
0
T - ITN CO
VO 0
rr\
T "
O
r O
O
"*
CM O
T "
t —
Ci p >
:S»
CD
• O CD r H r H
cd
>
a •
CD
O
CO CD
• P 10
I
CD CD•P U CD CD
1
H
• ON W V O
• CM 1-5 •>-
- 16 -
Uit t a b e l 7 b l i j k t , hoe het gezinsinkomen per ondernemer over de bedrijven was gespreid:
Tabel 1 SPREIDING VAN HET GEZINSINKOMEN UIT HET BEDRUF PER ONDERNEMER OVER 1954
(AANTAL BEDRIJVEN PER INKOMENSKLASSE)
Gezlnsfnkoaien pep ondernemer
Aant. ondernemers per bedrijf
<T2.5O0 2.500 - 5.000 5.000 - 7.500 7.500.- 10.000 10,000 - 15.000 15.000 - 20.000 20.000 - 25.000
^ > 25.000
Rozen en Anjers
Rozen
1.1 1 2 - 1 1 2 - 3 10
Rozen en Anjers
1.3 -
2 2
1
' 5 - 1 1 12
Anjers
1.2 - 1 1 2 3 3 - 1 11
Totaal
1,2 1 5 3 4 9 5 1 5 33
Seringen esiflo
Seringen
1.0 1 4 2 1 - - - - 8
Seringen m.anjers rozen en potplanten
1.8 1 2 1 4 1 1 - -
io
piaoieri
Potplanten
1 . 6 . 1 5 - 3 1 1 - - 11
Totaal
1.7 3 11 3 8 2 2 - - 29
Gemengde bedrijven
2,4 1 3 - 3
*•
2 - - 9
Totaal generaal
1.5 5 19 6 15 11 9 1 5 71
Trekken wy de scheidingslijn bij een gezinsinkomen van f. 7*500,-, dan blykt, dat 73$ van de rozen- en anjerbedryven een inkomen heeft genoten dat een bedrag van f. 7.5OO,- te boven
gaat. Drie vijfde gedeelte bereikte zelfs een inkomen boven f.10.000,-, terwijl het inkomen per ondernemer in 5 bedryven meer dan f.25.OOO,- bedroeg. Van de seringen- en potplantenbedryven verschaften 40$, van de gemengde bedrijven 55$ der bedryven aan de ondernemer een
inkomen ten bedrage van meer dan f, 7.500,-,
Ondanks de gunstige economische toestand in het verslagjaar blykt een derde gedeelte van de onderzochte bedryven aan hun
ondernemer(s) een inkomen ten bedrage van minder dan f. 5*000,- per ondernemer te hebben opgeleverd. Van 5 bedryven bleef dit inkomen zelfs tot maximaal f. 2.500,- per ondernemer beperkt.
b. De verteringen
Een vermelding van de bedragen, welke gemiddeld voor oonsumptieve doeleinden aan het kapitaal van de ondernemer werden onttrokken,
treft men aan in kolom 11 van tabel 6. Daarnaast - in kolom 12 -
is het aandeel dat daarvan door de fiscus voor directe persoonlyke belastingen is opgeëist, tot uitdrukking gebracht. Deze belasting- aanslagen hebben betrekking op belastingen, welke in 1954 werden
- 17 -
voldaan. Zy betreffen voorlopige aanslagen over 1954» alsmede definitieve aanslagen over voorgaande jaren.
o. De "besparingen
Tabel 8 beoogt een inzicht te geven in de mate waarin - per inkomensklasse - werd gespaard, dan wel bedrijfsgelden voor consumptieve doeleinden werden aangewend.
Voor dit doel is ook het inkomen, dat werd verkregen uit bronnen, welke buiten het bedrijf zyn gelegen, berekend en in tabel 6 tot uitdrukking gebracht. Voegen wy dit neveninkomen - dat grotendeels op rente van uitstaande en/of belegde gelden, huurwaarde eigen woning en incidenteel voorkomende kapitaal-
mutaties betrekking heeft -toe aan het gezinsinkomen, dat uit het bedryf word vertragen, dan verkrygen wy het gezinsinkomen per ondernemer.
Dit totale inkomen is in tabel 8 per inkomensklasse tot
uitdrukking gebracht. Na aftrek van het bedrag dat voor privé-doeleinden is opgenomen, resteert het bedrag der gespaarde resp. ontspaarde
gelden.
Uit tabel 8 biykt dan, dat in 19 van de 71 bedrijven meer voor privédoeleinden werd opgenomen dan het inkomen bedroeg. In verre- weg de meeste bedrijven hadden eohter besparingen plaats, welke van belangryk tot zeer belangrijk varieerden en welke derhalve de weerstandskracht der bedryven in gunstige zin hebben beïnvloed.
Tabel 8 VERGELIJKING PRIVE-OPNAMEN EN TOTAAL-GEZINSINKOMEN
1 9 5 4 PEE INKOMENSKLASSE
Inkomensklasse
< 2 . 5 0 0 2.5OO - 5.OOO 5.000 - 7.50O 7.500 - 10.000 10.000 - 15.000
; > 1 5 . 0 0 0
Aantal bedreven
2 17 9 17 11 15
Gemiddeld gezinsinkomen
I.8OO 3.9OO 5.7OO 8.90O 112.300 26.9OO
Opgenomen voor p r i v é
3.300 4.500 5.4OO 6.500 7.200 13.200
Gespaard +
300 2.400 5.100 13.700
- 1.500
600
3 . V e r g e l y k i n g v a n d e u i t k o m s t e n o v e r 1 9 5 4 m e t d i e o v e r 1 9 5 3
a . De b e d r i j f s i n d e l i n g
Wanneer wjj e e n v e r g e l i j k i n g t r e k k e n met 1953, dan k a n , by r a a d p l e g i n g v a n d i t r a p p o r t met de o v e r e e n k o m s t i g e b y l a g e van
1269
- 18 -
rapport No. 219, worden gèoonstateerd, dat zich over het
algemeen geen belangryke oppervlaktemutaties hebben voorgedaan.
Met betrekking tot de teelten van rozen en anjers is in tabel 9 een specificatie van de plaats gehad hebbende wijzigingen opgenomen. In tegenstelling met 1953, toen de anjerteelt zich met 19$ t.o.v. 1952 had uitgebreid en de rozenteelt met 8 $ w a s teruggelopen, blijkt de anjeroultuur in 1954 slechts een uitbreiding van 3 $ , de rozenteelt een inkrimping van 1$ t.o.v.
de resp. oppervlakten in 1953 te hebben ondergaan.
Het aantal bedrijven waarin verandering in de oppervlakte dezer teelten w a s aangebraoht, w a s daarentegen groot5 in totaal bedroeg het aantal mutaties in de oppervlakte anjers en rozen resp, 33 en 2 0 , d.i. resp. 70 en 56$ v a n het aantal gevallen waarin deze cultures voorkwamen (van de 71 bedryven waren er 47
waarin de anjerteelt, 36 waarin de rozenteelt w a s vertegenwoordigd.) De verhouding éénjarige - meerjarige anjers bedroeg
47 - 53 in 1954» tegen 52 - 48 in 1953. Voor de rozen w a s de verhouding in 1954 13 - 8 7 , tegen 17 - 83 in 1953. Ook ten
aanzien v a n de potplanten- en seringencultuur deden zioh sleohts geringe wijzigingen in de kasruimte voor: de oppervlakte van de eerste liep met 3 $ , van de laatste met 1$ terug.
Alleen in de kleine groep der "overige bloemisterijgewassen onder glas" k o n een relatief sterke uitbreiding worden geconstateerd.
Deze oppervlakte breidde zich met 4000 m 2 uit, een uitbreiding welke voor een belangrijk deel op de teelt v a n fresia's, als voorloper v a n anjers of rozen, w a s gericht.
Van alle glasoultures tezamen bleek de oppervlakte staand- glas in de bedrijven met 3 $ te zijn toegenomen. In de opengrondsteelt
van bloemisterygewassen tenslotte, deden zioh geen noemenswaardige oppervlaktewijzigingen voor.
Tabel 9 OPPERVIAKTEWUZIGINGEN B'J DE ROZEN- EN DE ANJERCULTUUR
Oppervlakte 1953
Anjers Rozen Seringen Potplanten Kieekkas Overige kassen Uitbreiding kassen
Sal 1*0 «eer/»Inder Oppervlakte 1954
Anjers
Mutaties bij 3232
5*0 300
560 2805 7*37
af 22*3
180 180 26 2955 75 5659
56.039 «2
• 1.778 «2 57.817 B2
Rozen
Mutaties bij 22*3
2 925
• 985
*155 af 3232
518 866
*616
*7.289 B2
- *61 tZ
*6.828 i2
Totaal anjers • rozen 103.328 »2 Saldo autatles
bij (989)
360 120
28*9 3329
af (989)
2*
1988
2012
• 1.31? «2 10*.6*S .2
- 19 -
In de diverse groepen, waarin de bedreven zjjn ondergebraoht, traden onderling, als gevolg van de geringe oppervlaktemutaties, weinig versohuivingen op, zoals uit tabel 10 blijkt.
Tabel 10 MUTATIES VAN HET AANTAL BEDRIJVEN PER BEDRIJFSTYPE T.O.V. 1953
Rozen
Rozen en a n j e r s Anjers
Seringen
Seringen en p o t p l a n t e n / seringen met a n j e r s , rozen of p o t p l a n t e n Potplanten
Gemengde bedrijven Totaal
Aantal bedrijven
1953 10 10 13 8 10.
11 9 71
Mutat bys
- 3 1 1 1
1 7
Les a f i
- 1 3 1 1 -
1 7
Aantal bedrijven
1954 10 12 11 8 10 11 9 71 b. De bedrijfsuitkomsten«
Voor een vergelijking van de bedrijfsresultaten welke voor elk der onderscheiden groepen in een gemiddelde over 1954 werden berekend met die van 1953, zullen wjj ons bepalen tot de bedrijven, welke beide jaren in deze groepen voorkwamen.
Tabel 11
VERGELIJKING VAN DE KOSTEN, DE OPBRENGSTEN EN DE RENTABILITEIT VAN BEDRIJVEN, »ELKE OVER 1953 EN 1954 IN DEZELFDE GROEP »AREN GERANGSCHIKT
Rozen
Rozen en anjers Anjers
Geconbfneerd Seringen Sertngen i e t anjers, rozen en potplanten Potplanten
Gecombineerd Genengd
A l l e bedr.tezanen
Aantal bedrij- ven 10
9 10 32 7
9 11 29 .
8 71
Kosten
1953
25.551 24.038 21.394 23.217 16.109
25,570 40.029 27.861 39.038 26.804
1954
27.429 29.367 25.012 27.029 16.891
29.930 43.466 30.878 43.975 30.310
1954 In % van 1953
107 122 117 116 105
117 109 111 113 113
Opbrengsten
1953
33,068 26.779 24.714 28.077 14.601
25.940 38.215 27.008 39.407 28.862
1954
40.478 34.662 31.858 35.647 16.365
31.374 44.769 32.060 46.375 35.143
I954 In t ran 1953
122 130 129 127 112
121 117 119 118 122
Opbrengsten per f . 1 0 0 . - kosten getogen 1953
129 111 116 121 91
101 95 97 101 108
1954 148 118 127 132 97
105 103 104 105 116
onoewoaen 1953
118 108 110 111 84
104 95 96 101 106
1954 129 114 121 123 93
105 101 103 102 113
20 -
1. De rentabiliteit
Bezien wy allereerst de kolom "Opbrengsten per f. 100,- kosten"dan blijkt, dat de rentabiliteit zioh in alle takken van
het bloemisterybedrijf ten opzichte van 1953 gunstig heeft ontwikkeld.
De oyfers geven voor de Aalsmeerse bloemisterij als geheel een styging te zien van f, 108,- (opbrengsten per f. 100,-kosten) in 1953, op f. 116,- in 1954.
In de rozen- en anjerbranche was deze ontwikkeling sterker dan in de seringen- en potplantencultures. Ook deze laatste hebben eohter thanSj in afwijking met het vorige jaar, een vooruit- gang in de rentabiliteit te zien gegeven,
By de rozenoultuur, die reeds in 1954 alle andere bloemen- teelten in winstgevendheid overtrof, zou zioh de styging het sterkst hebben voorgedaan, althans wanneer wy de "gewogen" oijfers in beschouwing nemen. Het feit dat de rentabiliteit, indien deze zonder de invloed van de bedrijfsomvang wordt berekend, sleohts met 11$ van de kosten in 1954 toenam, tegen 18$ in geval van een
"gewogen" berekening, wyst erop dat de toeneming van de rentabiliteit zioh het sterkst in de grotere bedryven van deze groep heeft voor- gedaan.
Een geringe verbetering deed zioh voor by de groep der
seringen met nevenoulturee en die der gemengde bedrijven. Uitgaande van de ongewogen oyfers is deze verbetering in beide gevallen minimaal (1$) geweest.
Overigens was de rentabiliteitsontwikkeling in alle takken van de Aalsmeerse bloemisterij zeer bevredigend.
Deze gunstige ontwikkeling is uiteraard het gevolg van het feit, dat de opbrengsten ten opziohte van 1953 sterker waren toegenomen dan de kosten. In welke mate deze stijgingen hebben plaats gehad, blykt uit de indexcijfers, walke in tabel 11 tot uitdrukking zyn gebraoht.
By beschouwing van deze verhoudingsoyfors valt in de eerste plaats te oonstateren dat de reritabiliteitsverbetering is verkregen door een zeer sterke toeneming der opbrengsten welke, voor alle
bedrijven tezamen, gemiddeld niet minder dan 22$ t.o.v. 1953 bedroeg.
De invloed hiervan op de rentabiliteit werd eohter in belangrijke mate verzwakt doordat de kosten eveneens belangrijk, ni. met 13$
waren gestegen.
1269
- 2? -
Deze ontwikkeling is wel sterk verschillend met die welke in het voorgaande jaar (t.o.v. 1952) werd geconstateerd: de kosten waren toen slechts met 1$, de opbrengsten met 4$ toe- genomen,
2. Be kosten
De mate waarin deze stygingen zioh per groep hebben voor- gedaan varieert, vooral waar het de kosten betreft, zeer sterk.
Voor de rozenbedryven b.v. werd een stijging, van slechts 7$» voor de anjerbedryven daarentegen van 17$, voor de gemengde rozen- en anjGrbedrijven zelfs van 22$ becijferd. Het vorsohil moet voor een belangrijk gedeelte worden toegeschreven aan het materiaalverbruik en wel voornamelyk aan het verbruik van brandstoffen. Hoewel de weersgesteldheid in 1954 ongunstiger was dan in 1953 (o.a. door
strenge vorst in januari 1954) en daardoor een sterke stijging van
het brandstoffenverbruik aannemelyk maakt, terwijl ook de anjeroultuur - b.v. door het voohtige najaar van 1954, tegenover het droge,
zachte najaar van 1953 - een sterkere toeneming van het brand- stof f enverbruik zal hebben gekend dan de rozenoultuur, moet ook hier ter plaatse op de betrekkelijke waarde van gemiddelde cyfers voor kleine aantallen bedrijven worden gewezen. Het valt daarom te betwyfelen, of de rentabiliteit der rozenteelt, in vergelijking met de anjertëelt wel zoveel sterker t.o.v. 1953 is toegenomen als in de oyförs tot uitdrukking komt (de standaardafwyking van het
gemiddelde rentabiliteitscyfer, dat voor de rozenbedryven over 1954 werd berekend, bedraagt niet minder dan 12$).
Ter verkrijging van inzicht in de mate waarin de verschillende kostenelementen tot de styging der totale kosten hebben bygedragen, zullen wy ons bepalen tot twee groepenoombinaties en tot de totaal- groep.
Tabel 12 DE VEEHOUDING DER KOSTENBESTANDDELEN 1954 T.O.V. 1953
(1953 - 100)
Aantal bedrijven Rente en afschrijving Onderhoud
Lonen
Brandstoffen
Overige materialen en W.d.D.
Overige kosten Totale kosten
Hozen en Anjers
32 122 102 112 . 127 122 106 116
Seringen en Potplanten
29 108 107 116 109 113 85 111
Alle bedryven
71
114 102 112 120 116 107 113
1269
- 22 -
Uit tabel 12 blykt, dat verrreweg de meeste kostensoorten een belangrijke stijging t.o.v. 1953 hebben ondergaan. By de groep der rozen- en anjerbedrijven komt de, reeds eerdervermelde, sterke toeneming der kosten van brandstoffen en andere materialen tot uiting. By' de groep der seringen- en potplantenbedryven blijken deze kosten minder sterk te zijn gestegen. Onderhoud heeft blyTebaar in vrywel dezelfde omvang plaats gehad als in 1953.
Aan deze kostenstygingen lagen zowel wijzigingen van kwantitatieve aard (waaronder ook uitbreiding) als wijzigingen in de pryzen der
materialen en lonen ten grondslag. De invloed van elk dezer factoren- kon alleen voor de rente- en afschryringskosteh der duurzame produktiemiddelen en die der lonen worden nagegaan. Voor de eerstgenoemde kostengroepen werd de prysinvloed gemiddeld op 5/°
beoyferd; zodat de stijging dezer kosten grotendeels door uitbreiding - in het byzonder in de rozen—en anjersector - is ontstaan. De
toeneming der arbeidskosten was slechts in geringe mate door hoeveelheidsfaotoren beïnvloed. De lonen waren nl. gemiddeld met niet minder dan 12$ t.o.v. 1953 gestegen.
Aangezien de brandstoffenpryzen geen belangryke stijging hadden ondergaan, kan de oorzaak van de sterke toeneming der brandstof- kosten in hoofdzaak aan hoeveelheidsfaotoren worden toegeschreven.
3. De opbrengsten
De opbrengsten van de groepen der rozen- en anjerbedryven over 1954 varieerden tussen 122 en 130$ t.o.v. de opbrengsten der
fc/vereenkomstige groepen over 1953. Sterkere versohillen traden op in de seringen- en potplantenseotor: de ondernemers der seringen- bedrijven verkregen een omzetverbetering van 12$, der seringen- bedrijven met nevencultures van 21$ en der potplantenbedryven van 17$. De opbrengsten der gemengde bedryven waren met 18$ t.o.v. 1953 toegenomen.
De staging van de omzet van alle bedryven tezamen (22$) vertoont een geringe afwijking t.o.v. de toeneming der omzetten van de beide plaatselijke veilingen, welke 24$ t.o.v. 1953 bedroeg.
Tabel 13 geeft een indruk in hoeverre de belangrijkste Produkten tot deze styging hebben bijgedragen.
1269