1
Bijlage 1
Belangrijkste uitkomsten definitieve versie programmarekening 2016
Financiën Resultaat 2016
Het boekjaar 2016 sluit met een voordelig saldo van € 6.132.000. Het voordelig resultaat is nagenoeg volledig ontstaan door incidentele meevallers. Hierna zal dit verder worden toegelicht en een
doorvertaling worden gemaakt naar het structurele resultaat.
De resultatenrekening is opgenomen bij de jaarrekening. Hieronder is de verkorte weergave van de saldi opgenomen.
Resultaat concern
Het gerealiseerd resultaat 2016 bedraagt voordelig € 6.132.000 (voordelig € 1.324.000 voor de algemene dienst en voordelig € 4.808.000 voor het grondbedrijf). In totaal is dit € 5.818.000 voordeliger dan het geraamde overschot van € 314.000.
Resultaat algemene dienst
De algemene dienst sluit met een voordeel van € 1.324.000, tegen een begroot voordeel van € 314.000.
De afwijking met de herfstnota 2016 is voor de algemene dienst (na resultaatbestemmingen) dus
€ 1.010.000 voordelig. De belangrijkste afwijkingen zijn gedurende het jaar bij de zomer- en herfstnota al verwerkt, maar een aantal grote afwijkingen zijn pas later opgetreden.
De belangrijkste posten zijn:
Tekort uitgaven jeugdzorg N 538.000
WMO huishoudelijke hulp (deels gereserveerd) V 236.000
Uitgaven WMO vrijval risicofonds en schommelfonds V 783.000
Lagere uitgaven groenonderhoud (deels gereserveerd) V 70.000
Lagere bijdrage ODRN V 145.000
Overzi ht aten en lasten x € . + = nadeel - = voordeel
Werkelijk Werkelijk
2015 Primair Herfstnota 2016
Werk en inkomen € 6.554 € 5.898 € 5.895 € 5.749 Jeugd € 5.563 € 5.415 € 5.411 € 6.119 Maatschappelijke ondersteuning € 6.880 € 8.341 € 8.378 € 7.101 Welzijn en educatie € 6.125 € 5.728 € 5.821 € 5.105 Omgeving € 3.171 € 1.757 € 2.677 € 3.820 Openbare orde en veiligheid € 1.504 € 1.384 € 1.371 € 1.357 Bestuur en algemene ondersteuning € 25.285- € 22.224- € 22.044- € 22.570- Onroerende zaakbelasting € 7.026- € 7.002- € 7.053- € 7.040- Overige eigen middelen € 1.182- € 405- € 839- € 6.291- Gerealiseerd totaal saldo baten en lasten € 3.696- € 1.108- € 383- € 6.650-
Mutaties in reserves € 1.081 € 1.002 € 69 € 518
Gerealiseerd resultaat € 2.615- € 106- € 314- € 6.132-
V V V V
Begroting 2016
2
Hogere legesopbrengst omgevingsvergunningen V 176.000
Kosten onteigening Zandwinning Beuningse Plas N 861.000
Vrijval van eenmalige prioriteiten t.g.v. het rekeningresultaat V 167.000
Restantbudgetten stelposten onvoorzien/nominale compensatie V 90.000
Regelingen Werk&Inkomen (WWB,BZ,Bijz.bijstand, Schuldhulp) V 121.000
Wet Inburgering; vergoedingen ingevolge AZC (m.n. ambtelijke uren) V 138.000
Invoering IKB, lagere verplichting dan geraamd bij zomernota V 128.000
Lagere kosten overhead (deels gereserveerd) V 145.000
Overige voordelige verschillen (gesaldeerd) V 210.000 V 1.010.000 Het tekort op de uitgaven jeugdzorg ontstaat met name door de hogere kosten voor de uitgaven Jeugd GGZ en de zwaardere (duurdere) Jeugdzorg. Op beide onderdelen zijn de zorgkosten toegenomen doordat meer zorg is verleend. De toename van de kosten jeugdzorg speelt binnen de hele regio Nijmegen, maar laat met name bij Beuningen een sterke stijging zien. De gemeente Beuningen ontvangt van de regio wel een vereveningsbijdrage van ongeveer € 350.000 voor deze sterke stijging.
Deze bijdrage is echter incidenteel, terwijl het de verwachting is dat de uitzetting van de kosten een structureel karakter heeft.
Door de overgang van de maatwerkvoorziening naar een algemene voorziening bij de huishoudelijke zorg, is bij de Zomernota 2016 door de gemeenteraad besloten om extra middelen beschikbaar te stellen. Deze extra middelen zijn niet helemaal noodzakelijk gebleken. Voor een deel betreft het de kosten Huishoudelijke Hulptoelage (HHt). De niet bestede middelen Hht zijn gereserveerd.
Bij het vaststellen van de begroting 2016 is besloten om de rijksbijdrage voor de decentralisaties WMO en Jeugd beschikbaar te houden voor deze beide beleidsvelden. Doordat de gemeente Beuningen in 2016 volgens de begroting meer rijksbijdrage ontvangt dan dat de zorgkosten hoog zijn, is het restantbudget in het schommelfonds opgenomen. Eventuele uitzetting van de zorgkosten zijn toegerekend aan het betreffende budget, waardoor geen uitgaven rechtstreeks ten laste van het schommelfonds zijn gebracht. Het risicofonds was bedoeld om knelpunten als gevolg van de toename van de zorgkosten op te vangen.
In 2016 zijn er minder uitgaven groenonderhoud geweest dan begroot. De begroting is gebaseerd op het gemiddelde onderhoudskosten, gebaseerd op de afgesloten overeenkomst (groenbestek). De werkelijke onderhoudskosten kunnen hiervan afwijken. Vanaf 2016 wordt een deel van de overgebleven middelen gereserveerd in een vervangingsfonds voor groen.
Vanaf 2016 is de ODRN overgegaan op productfinanciering. In 2016 zijn door de gemeente Beuningen minder producten afgenomen, waardoor de gemeente ook een lagere bijdrage hoeft te betalen aan de ODRN.
De gemeente ontvangt een hogere legesopbrengst omgevingsvergunningen. Dit ontstaat mede doordat een aantal woningbouwprojecten eerder worden uitgevoerd, dan oorspronkelijk verwacht (o.a.
Hutgraaf).
Rondom de grondverwerving zandwinning Beuningse Plas speelden nog een aantal juridische
onteigeningsprocedures. De gemeente Beuningen is bij deze rechtsgedingen niet in het gelijk gesteld en heeft hierdoor een nadeel van € 861.000. Deze kosten kunnen niet ten laste komen van het project Zandwinning Beuningse Plas en komen dus rechtstreeks ten laste van de algemene dienst.
Als gevolg van de invoering van het Individueel Keuze Budget, moet de gemeente Beuningen de vakantiegeldverplichting per 31-12-2016 opnemen als schuld. De werkelijke verplichting valt mee ten opzichte van het geraamde bedrag. Dit komt mede doordat een deel van de verplichting wordt doorgeschoven naar de gemeenten die deelnemen aan het samenwerkingsverband Munitax.
De lagere kosten voor overhead hebben een aantal oorzaken. Hierbij valt te denken aan lagere kosten van energieverbruik van het gemeentehuis, lagere kosten werving personeel. De incidenteel
beschikbaar gestelde middelen voor het Nieuwe Werken en de E-Government, welke niet zijn uitgegeven, worden gereserveerd. De inzet van deze middelen wordt verwacht in 2017.
3 Resultaat grondbedrijf
Het grondbedrijf sluit met een voordeel van € 4.808.000. Dit positieve resultaat heeft de volgende oorzaken:
Resultaatneming Reekstraat V 2.713.000
Resultaatneming Structuurvisie Ewijk V 766.000
Vrijval voorziening Fruithof V 764.000
Overige voordelige verschillen (gesaldeerd) V 565.000 V 4.808.000 De resultaatneming Reekstraat was voorzien, maar pas verwacht in 2017. Door de voorspoedige afhandeling van dit project, kan het resultaat al in 2016 worden genomen.
De oorspronkelijke structuurvisie centrum Ewijk is achterhaald. Omdat er op dit moment geen stellig en reëel voornemen is om de deelprojecten tot uitvoering te brengen wordt het complex (met een
negatieve boekwaarde) afgesloten. In 2017 wordt een nieuwe structuurvisie voor de kern Ewijk opgesteld. Hierin worden alle eerdere deelprojecten heroverwogen. Voor de deelprojecten die gerealiseerd gaan worden in de periode 2017-2026 zal een grondexploitatie opgesteld worden welke onderdeel is van de vaststelling van de nieuwe structuurvisie.
De grondexploitatie van de locatie Fruithof is geactualiseerd. Doordat op basis van de huidige inzichten een winst verwacht wordt, kan de in het verleden getroffen voorziening vrijvallen.
Verschillenanalyses
De zomernota en de herfstnota zijn via een begrotingswijziging in de financiële administratie verwerkt.
Dit betekent dat bij de jaarrekening alleen verschillen worden geanalyseerd tussen rekeningcijfers en bijgestelde ramingen. Alle begrotingswijzigingen zijn door de raad vastgesteld. Structurele
aanpassingen worden meegenomen naar het volgende boekjaar (Zomernota 2017).
Uitgangspunt bij de analyse is dat als een post niet expliciet als incidenteel is aan te merken, er vanuit gegaan wordt dat deze structureel van aard is. In de jaarrekening is een overzicht opgenomen van de beoordeling van de belangrijkste verschillen naar hun aard, structureel of incidenteel. Het voordelige verschil van het totale (concern)resultaat van € 5,8 miljoen kan globaal gezien volledig als incidenteel voordeel worden aangemerkt.
Resultaatbepaling en resultaatbestemming
Het gerealiseerd totaal saldo van baten en lasten bedroeg voordelig € 6.650.000. Hierna hebben diverse resultaatbestemmingen, dat zijn mutaties met reserves, plaatsgevonden. In de Jaarrekening staan deze mutaties verder toegelicht.
Het BBV schrijft voor dat mutaties met reserves niet functioneel worden verantwoord, maar worden beschouwd als resultaatbestemming. Dit heeft wel tot gevolg dat er op de programma’s vele verschillen kunnen ontstaan, welke later via de resultaatbestemming worden verrekend met reserves.
Het gerealiseerd totaal saldo van baten en lasten voordelig € 6.650.000 Saldo mutaties met reserves (storting) nadelig € - 518.000
Gerealiseerd resultaat voordelig € 6.132.000
Ná deze vastgestelde bestemmingen resulteert er een saldo waaraan de raad in het lopende boekjaar nog een definitieve bestemming dient te geven. Dit resultaat is dan ook afzonderlijk op de balans opgenomen en wordt pas in het boekjaar 2017 als resultaatbestemming vorig dienstjaar definitief geboekt. Hiervoor is de 6e begrotingswijziging 2017 samengesteld. Van dit eindresultaat wordt voorgesteld:
• Storting in een nieuw te vormen bestemmingsreserve combinatiefuncties € 100.000
• Storting in de algemene bedrijfsreserve algemene dienst € 1.224.000
• Storting in de algemene bedrijfsreserve grondbedrijf € 4.808.000
4
De voorziening combinatiefuncties is gevormd vanuit de algemene uitkering. Het BBV staat niet toe dat een voorziening wordt gevormd zonder dat hieraan een juridische verplichting aan ten grondslag ligt.
Er is vanuit de algemene uitkering geen terugbetalingsverplichting indien gelden niet worden besteed.
Wel is aan deze gelden (4 jaar) door de gemeente een bestemming gegeven. Het saldo van de voorziening is om die reden vrijgevallen in 2016. Bij de vaststelling van de programmarekening 2016 wordt de raad voorgesteld om deze € 100.000 als aanvullende resultaatbestemming in een
bestemmingsreserve te storten.
Bij deze 6e begrotingswijziging 2017 wordt tevens voorgesteld om de restantbedragen per 31 december 2016 van onderstaande eenmalige posten opnieuw beschikbaar te stellen per 1 januari 2017:
• Reserve kwaliteit openbare ruimte Centrum € 346.161
• Reserve eenmalig prioriteiten € 556.287
• Reserve decentralisaties (Huishoudelijke Hulp toelage) € 267.644
• Reserve Combinatiefuncties € 100.000
In totaal een bedrag van € 1.270.092. Voorheen werd dit steeds voorgesteld bij de zomernota, maar nu reeds bij de vaststelling van de programmarekening. Dit om enerzijds de formele beschikbaarstelling eerder in de tijd te laten plaatsvinden (belangrijk voor de budgetbewaking), anderzijds om de zomernota compacter te maken en meer te beperken tot het weergeven van afwijkingen.
De verschillen in reservemutaties komen in eerste instantie naar voren bij de diverse programma’s.
Daar wordt een en ander inhoudelijk toegelicht. Bij het programma Algemene dekkingsmiddelen is het onderdeel mutaties met reserves zelf opgenomen. Daar vinden we de betreffende
resultaatbestemmingen in zijn totaliteit terug. In de jaarrekening staat een totaaloverzicht van alle autorisaties m.b.t. de reserveringen. Aan alle reserveringen ligt eerdere besluitvorming ten grondslag.
Mutaties met voorzieningen blijven buiten de resultaatbestemmingen. Deze mutaties van voorzieningen worden ingevolge het BBV functioneel verantwoord.
Bij de bepaling van het resultaat zijn verder alle posten meegenomen, die bekend waren op het moment van samenstelling van de jaarrekening. Voor zover mogelijke verplichtingen nog niet
kwantificeerbaar zijn, worden zij opgenomen in de paragraaf weerstandsvermogen en/of bij de niet uit de balans blijkende verplichtingen.
Baten en lasten worden verantwoord in het jaar waarop ze betrekking hebben c.q. de prestatie is geleverd, ongeacht het moment waarop de gelden worden ontvangen of betaald.
5 Balans (verkort)
Stelselwijziging
In verband met een stelselwijziging van het BBV heeft er een verplichte herrubricering plaatsgevonden bij de vaste activa. Het is voorgeschreven dat dit afzonderlijk op de balans per 1/1 worden opgenomen.
Het betrof:
-Bijdragen aan activa in eigendom derden zijn overgeboekt van de financiële vaste activa naar de immateriële vaste activa
-Gronden zonder kostprijsberekening (de NIEGG’s) zijn overgeboekt van de vlottende activa (voorraden) naar de materiële vaste activa en/of financiële vaste activa
Vaste activa
In de toelichting op de concernbalans wordt het verloop van de vaste activa nader uiteengezet. In totaal is de boekwaarde met € 1,5 miljoen toegenomen ten opzichte van 31 december 2015.
De toevoeging aan de Immateriële Vaste Activa betreft een overboeking (ingevolge de stelselwijziging) vanuit de Materiële Vaste Activa van een aantal investeringen die de gemeente heeft verricht voor derden en dus niet direct voor zichzelf. Hierbij valt te denken aan de investering in het sportcomplex van de Beuningse Boys en andere sportterreinen.
In de MVA is in 2016 voor € 5,9 miljoen geïnvesteerd, zijnde: € 0,5 miljoen in wegen, € 2,0 afval en riolering, € 2,1 welzijns-accommodaties (o.a Kloosterhof), € 0,9 overboeking NIEGG’s grondbedrijf en
€ 0,4 overige investeringen.
Verder is er voor € 2,1 miljoen regulier afgeschreven op vaste activa en voor € 2,7 miljoen aan
aflossingen ontvangen op verstrekte geldleningen. Dit laatste bestaat voor € 2,3 miljoen uit vervroegde aflossingen van verstrekte hypothecaire geldleningen ambtenaren.
Het restant verschil van € 0,4 miljoen wordt veroorzaakt door een overboeking (ingevolge de
stelselwijziging) vanuit het Grondbedrijf (Voorraden) naar de Financiële Vaste Activa. Het betreft hier een vordering op Geertjesgolf betreffende de grond H1. (Per 1/1 € 800.000 minus ontvangen aflossing in 2016 € 400.000).
Vlottende activa; voorraden
Per 31 december 2016 was het geïnvesteerd vermogen complexen grondexploitatie € 22,0 miljoen. De toename in 2016 was € 0,1 miljoen ten opzichte van 31 december 2015.
31.12.16 01.01.16 31.12.15 31.12.16 01.01.16 31.12.15
Immateriële vaste activa € 4.199 € 4.346 € - Gerealiseerd resultaat € 6.132 € 2.614 € 2.614 Materiële vaste activa € 49.144 € 45.519 € 45.225 Algemene reserve AD € 6.017 € 3.098 € 3.098 Financiële vaste activa € 10.250 € 13.343 € 16.889 Algemene reserve GB € 16.710- € 19.468- € 19.468-
Overige reserves € 1.383 € 3.927 € 3.927 Totaal vaste activa € 63.593 € 63.208 € 62.114
Totaal eigen vermogen € 3.178- € 9.829- € 9.829- Voorraden € 44.761 € 44.778 € 49.385
Af: Voorzieningen € 22.687- € 23.889- € 27.402- Totaal voorraden € 22.074 € 20.889 € 21.983
Voorzieningen € 11.221 € 10.877 € 10.877 Vorderingen € 9.551 € 11.948 € 11.948 Langlopende schulden € 82.922 € 87.742 € 87.742 Liquide middelen € 361 € 398 € 398 Kortlopende schulden € 5.602 € 6.602 € 6.602 Overlopende activa € 5.308 € 372 € 372 Overlopende passiva € 4.320 € 1.423 € 1.423 Totaal vlottende activa € 37.294 € 33.607 € 34.701 Totaal vreemd vermogen € 104.065 € 106.644 € 106.644 Totaal € 100.887 € 96.815 € 96.815 Totaal € 100.887 € 96.815 € 96.815
Balans per - - x € .
6
De voorraden worden netto verantwoord op de balans. De investeringskosten worden verminderd met de saldi van de voorzieningen die voor de betreffende complexen zijn getroffen. De toename van deze boekwaarde zit dus zowel in de uitgaven/inkomsten complexen in 2016, als in de mutaties van de voorzieningen. Hiervoor is al uitgebreid toegelicht hoe het exploitatieresultaat van het grondbedrijf tot stand is gekomen. Van de in 2016 afgesloten complexen zijn zowel de investeringskosten als de voorzieningen afgeboekt.
De voorraden bestonden uit BIE’s (Bouwgrond in exploitatie) en NIEGG’s (Niet in exploitatie genomen gronden). Deze laatste groep, waarvoor door de raad (nog) geen complete exploitatieopzet is
vastgesteld, zijn ingevolge een stelselwijziging van het BBV in 2017 niet meer toegestaan. Om die reden zijn deze per 1 januari 2016 òf afgesloten òf overgeboekt naar de Materiële Vaste Activa en Financiële Vaste Activa.
Samengevat:
Voor verdere specificaties wordt verwezen naar de paragraaf grondbeleid en de toelichting bij de balans.
Vlottende activa; overigen
Deze zijn in 2016 toegenomen met € 2,5 miljoen. De vorderingen worden ook netto op de balans opgenomen, dus verminderd met eventuele voorzieningen in verband met het dubieuze karakter ervan.
Dit geldt met name voor de vorderingen precariorechten. Hier staat eenzelfde voorziening tegenover.
De “opbrengsten” precariorechten zijn in 2014 t/m 2016 volledig buiten het rekeningresultaat gehouden.
Saldi van rekeningcourant tegoeden bij de banken worden gesaldeerd, dus afhankelijk van het eindsaldo debet of credit op de balans verantwoord. De stijging in 2016 wordt mede veroorzaakt door het sinds 2014 verplichte schatkistbankieren. Per 31 december 2016 was voor € 6,7 miljoen aan overtollige middelen uitgezet, tegen € 3,0 miljoen ultimo 2015.
Ingaande 2017 wijzigt het BBV op het punt van de vlottende activa. Te vorderen/vooruitbetaalde bedragen (bijdragen, subsidies, belastingen ed.) met de Europese Unie, het Rijk of overige overheden worden niet meer opgenomen onder de noemer debiteuren, maar dienen voortaan onder de noemer overlopende activa te worden verantwoord. Vooruitlopend hierop zijn deze bedragen per 31 december 2016 al onder de nieuwe noemer verantwoord zodat de beginbalans per 1 januari 2017 aansluit met de nieuwe BBV-voorschriften. Hetzelfde geldt voor nog te betalen/vooruit ontvangen bedragen, welke niet meer bij de crediteuren maar bij de overlopende passiva worden verantwoord.
Reserves en voorzieningen
Voor de aard en doelstelling van alle reserves en voorzieningen wordt allereerst verwezen naar de laatste nota Reserves en Voorzieningen 2016 die door de raad op 8 november 2016 is vastgesteld.
Hierna worden alleen de reserves kort beschreven, de voorzieningen blijven hier buiten beschouwing.
Bij de toelichting op de balans wordt het doel en het verloop van alle reserves en voorzieningen ook kort uiteengezet.
NIEGG's; Saldo uitgaven/inkomsten in 2016 -€ ,
NIEGG's; Resultaatnemingen € ,
NIEGG's; Overboeking MVA/FVA -€ ,
-€ ,
BIE's; Saldo uitgaven/inkomsten 2016 -€ ,
BIE's; Resultaatnemingen € ,
BIE's; Stortingen voorzieningen € ,
€ ,
€ ,
7 Algemene reserve algemene dienst
De algemene reserve is in 2016 met € 2,9 miljoen toegenomen. Het verloop ziet er als volgt uit:
Algemene reserve grondbedrijf
De algemene reserve is in 2016 met € 2,8 miljoen toegenomen. Het verloop ziet er als volgt uit:
Dit negatieve saldo wordt door de algemene dienst aangezuiverd. De bijdrage vanuit de algemene dienst is zodanig dat deze negatieve algemene reserve grondbedrijf in 2022 is teruggebracht tot 0.
De (structurele) bijdrage vanuit de algemene dienst voor de aanzuivering was in 2016 € 1,3 miljoen.
Bij de Nota Reserves en Voorzieningen 2016 is na opschoning van enkele reserves € 1,7 miljoen extra afgelost op deze negatieve reserve grondbedrijf.
Overige bestemmingsreserves
De overige reserves zijn per saldo met € 2,5 miljoen afgenomen. De stortingen waren € 0,7 miljoen:
eenmalige ruimte kapitaallasten MFA Kloosterhof Weurt (€ 0,2), de reserve eenmalige wensen (€ 0,3), de reserve decentralisaties (€ 0,1) en overigen (€ 0,1).
De onttrekking van € 3,2 miljoen betrof: reserve eenmalige prioriteiten (€ 0,5), afvalinzameling (€
0,3), overigen (€ 0,2) alsmede de volledige inzet (opheffing) van de reserve MFA Kloosterhof Weurt (€
1,7) en van de reserve bezuinigingen (€ 0,5). Door dit laatste kon in 2016 € 1,7 miljoen extra worden gestort in de negatieve reserve grondbedrijf.
Mutatieoverzi ht reserves x € .
+ = voordeel - = nadeel Autorisatie Aanvullend Omschrijving
Saldo 31-12-2015
Resultaat 2015
Saldo 01-01-2016
Mutaties reserves
Saldo 31-12-2016
Resultaat 2016
Saldo 1-1-2017 Algemene reserve algemene dienst € 3.098 € 2.829 € 5.927 € 90 € 6.017 € 1.224 € 7.241 Algemene reserve grondbedrijf € 19.468- € 215- € 19.683- € 2.973 € 16.710- € 4.808 € 11.902- Overige bestemmingsreserves € 3.927 € 3.927 € 2.544- € 1.383 € 100 € 1.483 Totaal € 12.443- € 2.614 € 9.829- € 519 € 9.310- € 6.132 € 3.178-
negatief negatief
ALGEMENE DIENST x € .
Saldo 31 december 2015 voordelig 3.098
Resultaatbestemming vorig boekjaar (2015) 2.829
Bijdrage Rekenkamer samenwerkingsscenario's -29
Rentebijschrijving 2% 119
Saldo 31 december 2016 6.017
Storting restant gerealiseerd resultaat 2016 1.224
Saldo 1 januari 2017 voordelig 7.241
2017
Begrotingssaldo na belastingvoorstellen etc. 201
Zomernota 2017 p.m.
201
voordelig 7.442
GRONDBEDRIJF x € .
Saldo 31 december 2015 nadelig -19.468
Bijdrage algemene dienst in tekort grondbedrijf 1.286 Extra bijdrage tekort grondbedrijf nota reserves/voorzieningen 1.687
Resultaatbestemming vorig boekjaar (2015) -215
Saldo 31 december 2016 -16.710
Storting restant gerealiseerd resultaat 2016 4.808
Saldo nadelig -11.902
8 Voorzieningen
Dit zijn de overige voorzieningen, niet zijnde voorzieningen ten behoeve van de bouwgrondexploitatie of dubieuze vorderingen. De overige voorzieningen zijn in 2016 met € 0,3 miljoen toegenomen. De belangrijkste storting was die in de voorziening pensioen wethouders (€ 0,5 miljoen). Verder wordt hiervoor slechts verwezen naar de toelichting bij de balans.
Langlopende schulden
De afname van € 4,8 miljoen is het gevolg van de reguliere aflossingen van opgenomen langlopende geldleningen (€ 4,4 miljoen) en de vrijval van een lening van de Provincie inzake de Zandwinning (€
0,4 miljoen). Er zijn geen nieuwe geldleningen opgenomen in 2016. Wel heeft de gemeente Beuningen in 2016 een lening afgesloten voor de herfinanciering van een lening in 2020. Deze lening heeft als stortingsdatum 3 augustus 2020. Zie verder de paragraaf financiering.
Kortlopende schulden en overlopende passiva
Deze zijn met € 1,9 miljoen toegenomen. Dit is met name veroorzaakt door de toename van het onderhanden werk sociaal domein (€ 1,3 miljoen) en de afrekening MGR Werkbedrijf (€ 0,3 miljoen).
De overige toename is € 0,3 miljoen. In principe hebben deze posten een normale afloop in 2017.
Voorzieningen ingevolge de van derden ontvangen middelen worden bij de overlopende passiva opgenomen.
Voor de BBV-wijziging inzake nog te betalen/vooruit ontvangen bedragen wordt verwezen naar de opmerking die hiervoor is opgenomen bij de overlopende activa.
Begrotingsoverschrijdingen
In de jaarrekening is een overzicht opgenomen van de totale uitgaven per programma, afgezet tegen de begrote uitgaven zoals die zijn geautoriseerd door de raad. De “overschrijdingen” zijn wel gecorrigeerd voor de doorbelastingen van kapitaallasten en ambtelijke uren. Deze ambtelijke uren worden weliswaar per programma geraamd, maar kunnen in werkelijkheid op basis van het organisatie brede tijdschrijven hiervan afwijken en zodoende vinden er verschuivingen plaats tussen de verschillende programma’s. De hierdoor ontstane “overschrijdingen” van uitgaven worden ieder jaar pas achteraf formeel
geautoriseerd bij de vaststelling van de programmarekening. Na deze aanpassingen blijkt dat er bij 2 programma’s een overschrijding aan de uitgavenzijde van het programma heeft plaatsgevonden.
Programma Jeugd
Bij de blokken B en C treedt een overschrijding op van € 0,5 miljoen. Dit wordt afgedekt door:
-een ontvangen vereveningsbijdrage over 2016 van € 0,3 miljoen
-een incidentele bijdrage uit het restant schommelfonds van € 0,2 miljoen
Deze 2 aanvullende dekkingsmiddelen staan echter verantwoord bij het programma Maatschappelijke Ondersteuning. Aangezien deze overschrijdingen pas bekend zijn geworden bij het opstellen van de jaarrekening, was het niet mogelijk om bij de Herfstnota de aanvullende dekkingen al via een begrotingswijziging te verwerken.
Programma Omgeving
Bij dit programma is een overschrijding opgetreden van € 0,8 miljoen. De oorzaak is de verantwoording van de verplichting tot het betalen van 2 onteigeningsvergoedingen Zandwinning Beuningse Plas na de rechterlijke uitspraak. Hiervoor is geen begrotingswijziging gemaakt. De bedragen zijn eind januari 2017 betaald.
Tijdspad
Ingevolge de gemeentewet dient de programmarekening voor 15 juli door de raad te worden vastgesteld en, inclusief accountantsrapport, aan de Provincie te worden toegezonden.
De controle van de programmarekening door accountantskantoor Ernst & Young heeft inmiddels plaatsgevonden. De controleverklaring , alsmede het verslag van bevindingen, worden na ontvangst ter inzage gelegd. Hierover zal ook afzonderlijk worden gerapporteerd.
De opmerkingen uit het accountantsrapport 2015 zijn waar mogelijk in de programmarekening 2016 verwerkt. Over de managementletter 2016 is afzonderlijk gerapporteerd.
Communicatie
De programmarekening (Jaarstukken) wordt aan de raad ter vaststelling voorgelegd. Deze programmarekening heeft geen afzonderlijke bijlagen. Indien gewenst kan op aanvraag nadere informatie op onderdelen (digitaal) worden verstrekt. Na vaststelling door de raad wordt de programmarekening 2016 geplaatst op de website van de gemeente Beuningen.