• No results found

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 5 april 2001 *

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 5 april 2001 *"

Copied!
13
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 5 april 2001 *

In zaak C-201/99,

betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Finanzge- richt Düsseldorf (Duitsland), in het aldaar aanhangige geding tussen

Deutsche Nichimen GmbH

en

Hauptzollamt Düsseldorf,

om een prejudiciële beslissing over de uitlegging van de gecombineerde nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief, opgenomen in bijlage I bij verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 256, blz. 1), zoals gewijzigd bij de bijlagen bij de verordeningen (EEG) nr. 2886/89 van de Commissie van 2 augustus 1989 (PB L 282, blz. 1), nr. 2472/90 van de Commissie van 31 juli 1990 (PB L 247, blz. 1) en nr. 2587/91 van de Commissie van 26 juli 1991 (PB L 259, blz. 1),

* Procestaal: Duits.

(2)

wijst

HET HOF VAN JUSTITIE (Tweede kamer),

samengesteld als volgt: V. Skouris, kamerpresident, R. Schintgen (rapporteur) en N. Colneric, rechters,

advocaat-generaal: F. G. Jacobs,

griffier: H. von Holstein, adjunct-griffier,

gelet op de schriftelijke opmerkingen ingediend door:

— Deutsche Nichimen GmbH, vertegenwoordigd door H. Nehm, Rechtsan- walt,

— de Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door J. C. Schieferer als gemachtigde, bijgestaan door M. Núñez Muller, Rechts- anwalt,

gezien het rapport ter terechtzitting,

gehoord de mondelinge opmerkingen van Deutsche Nichimen GmbH en de Commissie ter terechtzitting van 19 september 2000,

gehoord de conclusie van de advocaat-generaal ter terechtzitting van 9 november 2000,

(3)

het navolgende

Arrest

1 Bij beschikking van 19 mei 1999, ingekomen bij het Hof op 26 mei daaraan- volgend, heeft het Finanzgericht Düsseldorf krachtens artikel 234 EG twee prejudiciële vragen gesteld over de uitlegging van de gecombineerde nomencla- tuur van het gemeenschappelijk douanetarief, opgenomen in bijlage I bij verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 256, blz. 1), zoals gewijzigd bij de bijlagen bij de verordeningen (EEG) nr. 2886/89 van de Commissie van 2 augustus 1989 (PB L 282, blz. 1), nr. 2472/90 van de Commissie van 31 juli 1990 (PB L 247, blz. 1) en nr. 2587/91 van de Commissie van 26 juli 1991 (PB L 259, blz. 1; hierna: „GN").

2 Deze vragen zijn gerezen in een geschil tussen Deutsche Nichimen GmbH (hierna:

„Deutsche Nichimen") en het Hauptzollamt Düsseldorf (hierna: „Hauptzoll- amt") ter zake van de indeling in de GN van een als satellietontvanger aangeduid product.

3 Dit soort ontvangers zijn, volgens de vaststellingen van de verwijzende rechter, in een aparte kast gemonteerde toestellen die ontvangen signalen omzetten door deze te verlagen tot de frequenties voor landantennes, zodat deze signalen door elk ontvangtoestel voor televisie en voor radio-omroep via de antenne-ingang kunnen worden verwerkt. Dankzij ingebouwde videotuners, voorheen „tuners"

genoemd, maken deze toestellen het voor de gebruikers mogelijk om tussen verschillende programma's of kanalen te kiezen. Aan de uitgang brengen deze ontvangers geen kleurenvideosignalen in de kleuren rood, groen en blauw voort, maar PAL-signalen (PAL-G of PAL-I) op een bepaalde frequentie, zodat de tuner van het ontvangtoestel voor televisie of radio-omroep voor het gebruik van de satellietontvanger slechts eenmaal op deze frequentie moet worden afgesteld.

Signalen van via satelliet uitgezonden programma's, waarvan de frequenties

(4)

tussen 4 en 20 GHz schommelen, kunnen evenwel pas door satellietontvangers worden ontvangen nadat zij door antennes — in het algemeen in de vorm van een reflector of een paraboolspiegel — zijn ontvangen en door converters omgezet.

Naast het versterken van de ontvangen signalen, verlagen deze converters hun frequenties tot de ingangsfrequenties van satellietontvangers, te weten tussen 950 en 1 750 MHz.

Het rechtskader

4 Voor het antwoord op de prejudiciële vragen verschillen de versies van verordeningen nr. 2886/89, nr. 2472/90 en nr. 2587/91 in wezen niet ter zake van de formulering van de in deze vragen vermelde GN-tariefposten alsook van de voor de verwijzende rechter ingeroepen tariefpost. In de versie van verordening nr. 2587/91 luidt deze tekst:

„8528 Ontvangtoestellen voor televisie (videomonitors en videoprojec- tietoestellen daaronder begrepen), ook indien met ingebouwd ontvangtoestel voor radio-omroep of toestel voor het opnemen of het weergeven van geluid of van beelden:

8528 10 — voor kleurenweergave:

[...]

— — andere:

— — — met ingebouwde beeldbuis, met een diagonaal van het beeldscherm:

[...]

(5)

— — — andere:

8528 10 80 — — — — met beeldscherm

— — — — zonder beeldscherm:

8528 10 91 — — — — — videotuners 8528 10 98 — — — — — andere [...]

8529 Delen waarvan kan worden onderkend dat zij uitsluitend of hoofdzakelijk bestemd zijn voor de toestellen bedoeld bij de posten 8525 tot en met 8528:

8529 10 — antennes en antennereflectoren van alle soorten; delen waarvan kan worden onderkend dat zij bestemd zijn om samen met deze artikelen te worden gebruikt:

[...]

— — andere:

— — — antennes:

8529 10 20 [...]

— — — — buitenantennes voor radio- en televisietoestellen:

8529 1 0 3 1 — — — — — voor ontvangst via satelliet

[...]

8543 Elektrische machines, apparaten en toestellen, met een eigen functie, niet genoemd of niet begrepen onder andere posten van dit hoofdstuk:

[...]

8543 80 — andere machines, apparaten en toestellen:

[...]

8543 80 20 — — antenneversterkers 8543 80 80 — — andere".

(6)

5 De in het eerste deel, titel I, A, van deze verordening gestelde algemene regels voor de interpretatie van de GN bepalen in het bijzonder:

„Voor de indeling van goederen in de gecombineerde nomenclatuur gelden de volgende bepalingen.

[...]

4. Goederen die niet kunnen worden ingedeeld overeenkomstig vorenstaande regels, worden ingedeeld onder de post die van toepassing is op de goederen waarmede zij de meeste overeenkomst vertonen.

6 Vaststaat, dat sinds de inwerkingtreding van verordening (EG) nr. 884/94 van de Commissie van 20 april 1994 houdende indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur (PB L 103, blz. 10), satellietontvangers als die welke in het hoofdgeding aan de orde zijn, onder postonderverdeling 8528 10 91 moeten worden ingedeeld.

Het hoofdgeding en de prejudiciële vragen

7 In 1991 en 1992 bracht Deutsche Nichimen herhaaldelijk satellietontvan- gers in het vrije verkeer. Hiertoe deelde zij deze toestellen in onder GN- I - 2720

(7)

postonderverdeling 8543 80 20, waarvoor een douanerecht bij invoer van 7 % gold.

8 Bij beschikking van 19 juni 1992 wijzigde het Hauptzollamt de aanslagen (Feststellungsbescheide) waarbij de tijdens de betrokken periode in het vrije verkeer gebrachte goederen in een open douane-entrepôt (offenes Zollager) waren opgeslagen, en deelde het deze toestellen opnieuw in, met name onder postonderverdeling 8528 10 91. Op deze postonderverdeling was een douane- recht bij invoer van 14 % van toepassing. Tegen deze beschikking diende Deutsche Nichimen binnen de gestelde termijnen een bezwaarschrift in.

9 Bij een eerste wijzigingsbeschikking van 24 juni 1992 vorderde het Hauptzollamt douanerechten ten bedrage van 264 386 DEM na. Bij beschikking van 10 december 1993 verhoogde het dit bedrag tot 264 836,75 DEM. Ook tegen deze beschikkingen diende Deutsche Nichimen een bezwaarschrift in.

10 Bij beschikking van 13 december 1993 verklaarde het Hauptzollamt de bezwaar- schriften van Deutsche Nichimen ongegrond.

1 1 Daarop stelde Deutsche Nichimen tegen deze laatste beschikking beroep in bij het Finanzgericht Düsseldorf, met het betoog dat de in het hoofdgeding aan de orde zijnde toestellen onder GN-postonderverdeling 8543 80 80 of, subsidiair, 8529 10 31 vielen, gelet op de toelichtingen op het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen van de Internationale

(8)

Douaneraad (hierna: „toelichtingen op het geharmoniseerd systeem") en de toelichtingen op de GN. Voor deze postonderverdelingen gold een recht van respectievelijk 7 % en 7,2 %.

12 Het Hauptzollamt betoogde daarentegen voor deze rechter, dat de in het hoofdgeding aan de orde zijnde toestellen onder GN-tariefpost 8528 vielen, aangezien de functie van een satellietontvanger vergelijkbaar is met die van een videotuner. Indeling van deze toestellen onder GN-tariefpost 8529 was uitge- sloten, omdat zij niet voor inbouw in ontvangtoestellen voor televisie bestemd waren en evenmin delen van een antenne-installatie waren. Zij ontvangen immers zelf de signalen. Indeling onder GN-tariefpost 8543 kwam evenmin in aanmer- king omdat deze toestellen een aparte functie hebben.

13 In zijn verwijzingsbeschikking preciseert het Finanzgericht Düsseldorf, dat het niet nodig is te bepalen onder welke GN-postonderverdeling de betrokken toestellen moeten worden ingedeeld, aangezien de aanduiding van de juiste tariefpost volstaat om het aanhangige geding te beslechten. Hoewel de verwijzende rechter een indeling van deze toestellen onder GN-tariefpost 8528 mogelijk acht, verklaart hij niettemin, dat hij twijfels heeft over de juiste indeling van deze toestellen in de GN, gelet op de toelichtingen op het geharmoniseerd systeem en op de GN, alsook omdat verordening nr. 884/94 op het onderhavige geding niet van toepassing is.

1 4 In deze omstandigheden heeft het Finanzgericht Düsseldorf de behandeling van de zaak geschorst en het Hof de volgende prejudiciële vragen gesteld:

„1) Moet het begrip ontvangtoestellen voor televisie in post 8528 van de gecombineerde nomenclatuur in de van 1990 tot 1992 geldende versie, aldus I - 2722

(9)

worden uitgelegd, dat het ook toestellen als de in de considerans van deze beschikking nader omschreven satellietontvangers omvat, hoewel televisie- programma's door deze toestellen enkel zichtbaar en hoorbaar kunnen worden gemaakt met behulp van het soort ontvangtoestellen voor televisie dat in het huishouden wordt gebruikt?

2) Indien de eerste vraag ontkennend wordt beantwoord: moet het begrip ,delen' in post 8529 van de gecombineerde nomenclatuur of in aanteke- ning 2, sub b, bij afdeling XVI van de gecombineerde nomenclatuur in de van 1990 tot 1992 geldende versie, aldus worden uitgelegd, dat het ook toestellen als de in de considerans nader omschreven satellietontvangers omvat, en moeten die toestellen dan ondanks aantekening 2, sub b, bij afdeling XVI van de gemeenschappelijke nomenclatuur onder post 8529 van eerstgenoemde nomenclatuur worden ingedeeld?"

De eerste vraag

15 Met zijn eerste vraag wenst de verwijzende rechter in wezen te vernemen, of de GN aldus moet worden uitgelegd, dat satellietontvangers als die welke in het hoofdgeding aan de orde zijn, van 1990 tot 1992 onder tariefpost 8528 vielen.

16 Deutsche Nichimen pleit voor een ontkennende beantwoording van deze vraag.

Volgens Deutsche Nichimen kan de gestelde vraag onmogelijk worden beant- I - 2723

(10)

woord zonder een analyse van de onderverdelingen van GN-tariefpost 8528.

Hierbij kan enkel de indeling van de betrokken toestellen onder onderverdeling 8528 10 91, „videotuners", of onderverdeling 8528 10 98, „andere", van deze tariefpost in aanmerking komen.

17 Wat postonderverdeling 8528 10 91 betreft, blijkt met name uit de desbetref- fende toelichting 3 van de toelichtingen op het geharmoniseerd systeem, dat voor de kwalificatie als videotuner is vereist, dat het toestel „signalen [voortbrengt] die bruikbaar zijn voor video-opname- of videoweerga vetoestellen of voor video- monitors". Dit is echter juist niet het geval voor de betrokken toestellen, zodat deze niet onder die onderverdeling kunnen vallen.

18 Wat postonderverdeling „andere" betreft, is Deutsche Nichimen van mening, dat wat „lijkt op videotuners", juist niet kan worden gekwalificeerd als videotuner, gelet op toelichting 4 van de thans geldende versie van de toelichtingen op het geharmoniseerd systeem. Bovendien vervullen de betrokken toestellen evenmin de voorwaarde, dat de onder onderverdeling „andere" vallende toestellen ook een uitgangssignaal moeten voortbrengen „dat op een videomonitor kan worden weergegeven". Voorts kunnen deze toestellen niet onder de onderverdeling

„andere" vallen, omdat zij volgens — de ten tijde van de feiten niet van toepassing zijnde — verordening nr. 884/94 onder postonderverdeling „video- tuners" moeten worden ingedeeld.

19 Voor de beantwoording van deze vraag moet eraan worden herinnerd, dat volgens vaste rechtspraak, in het belang van de rechtszekerheid en van een gemakkelijke controle, het beslissende criterium voor de tariefindeling van goederen in beginsel moet worden gezocht in hun objectieve kenmerken en

(11)

eigenschappen, zoals deze in de tekst van de GN-post zijn omschreven (zie, met name, arrest van 26 september 2000, Eru Portuguesa, C-42/99, Jurispr.

blz. I-7691, punt 13).

20 Voorts kan de bestemming van het product een objectief indelingscriterium zijn, wanneer die bestemming inherent is aan het product; de inherentie moet kunnen worden beoordeeld aan de hand van de objectieve kenmerken en eigenschappen van het product (zie, met name, arrest van 28 maart 2000, Holz Geenen, C-309/98, Jurispr. blz. I-1975, punt 15).

21 In dit verband moet worden opgemerkt dat, gelijk in punt 3 van het onderhavige arrest is uiteengezet, satellietonvangers toestellen zijn voor het omzetten van televisiesignalen die voorafgaandelijk via satelliet zijn uitgezonden, door antennes zijn ontvangen en door converters zijn omgezet, zodat in beginsel een ontvang- toestel voor televisie deze signalen kan verwerken voor visualisering op een scherm. Voorts maken deze toestellen het voor gebruikers mogelijk om tussen verschillende programma's of kanalen te kiezen.

22 Welnu, naar deze bestemming, die inherent is aan de betrokken toestellen en verband houdt met hun objectieve kenmerken en eigenschappen, stemmen de satellietontvangers overeen met de onder GN-tariefpost 8528 vallende ontvang- toestellen voor televisie. Blijkens de tekst van de onderverdelingen van die post, ontvangen deze laatste toestellen immers signalen die bestemd zijn voor visualisering op een scherm, ook al beschikken zij zelf niet noodzakelijkerwijs over een beeldscherm.

I - 2725

(12)

23 Hieruit volgt, dat de in het hoofdgeding aan de orde zijnde toestellen onder dezelfde tariefpost moeten worden ingedeeld als de ontvangtoestellen voor televisie.

24 De argumenten van Deutsche Nichimen doen aan deze conclusie niet af. Zij moeten immers worden afgewezen om de door de advocaat-generaal in de punten 36 tot en met 38 en 40 van zijn conclusie uiteengezette redenen.

25 In deze omstandigheden moet op de eerste vraag worden geantwoord, dat de GN aldus moet worden uitgelegd, dat satellietontvangers van 1990 tot 1992 onder tariefpost 8528 vielen.

De tweede vraag

26 Gelet op het antwoord op de eerste vraag, behoeft de tweede vraag niet te worden beantwoord.

Kosten

27 De kosten door de Commissie wegens indiening van haar opmerkingen bij het Hof gemaakt, komen niet voor vergoeding in aanmerking. Ten aanzien van de partijen in het hoofdgeding is de procedure als een aldaar gerezen incident te beschouwen, zodat de nationale rechterlijke instantie over de kosten heeft te beslissen.

(13)

HET HOF VAN JUSTITIE (Tweede kamer),

uitspraak doende op de door het Finanzgericht Düsseldorf bij beschikking van 19 mei 1999 gestelde vragen, verklaart voor recht:

De gecombineerde nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief, opgenomen in bijlage I bij verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief, zoals gewijzigd bij de bijlagen bij de verorde- ningen (EEG) nr. 2886/89 van de Commissie van 2 augustus 1989, nr. 2472/90 van de Commissie van 31 juli 1990 en nr. 2587/91 van de Commissie van 26 juli 1991, moet aldus worden uitgelegd, dat satellietontvangers van 1990 tot 1992 onder tariefpost 8528 vielen.

Skouris Schintgen Colneric

Uitgesproken ter openbare terechtzitting te Luxemburg op 5 april 2001.

De griffier

R. Grass

De president van de Tweede kamer

V. Skouris

I - 2727

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

10 gewichtspercenten, anti-oxydatiemiddelen, emulgatoren, vitaminen of geringe hoeveelheden zuren (citroensap hieronder begrepen)”. 24 Aangezien deze toelichtingen de toevoeging

„Factuurwaarde conform/reactieprijs gecontroleerd/opgegeven bescheiden over- gelegd". 13 Bij een latere controle heeft de inspecteur van de belastingdienst van het

1697/79 van de Raad van 24 juli 1979 inzake navordering van de rechten bij invoer of bij uit- voer die niet van de belastingschuldige zijn opgeëist voor goederen welke zijn

12 Mignini en de Italiaanse regering betogen in wezen dat uit controle-oogpunt de fabrikanten van diervoeders of voedingsmiddelen (hierna: „bijmengers") zich in een

17 Derhalve moet worden vastgesteld dat het Koninkrijk Spanje, door niet de nodige maatregelen te treffen om met betrekking tot de stortplaatsen van Torreblanca, San Lorenzo

52 Met zijn eerste, zijn tweede en zijn vierde vraag wenst de verwijzende rechter in we- zen te vernemen of artikel 22, lid 2, tweede alinea, van verordening nr. 1408/71 aldus

De overgedragen overnamevergoeding in een bedrijfscombinatie wordt gewaardeerd tegen reële waarde, die berekend wordt als de som van de reële waardes op de overnamedatum van

1) De artikelen 18 VWEU en 21 VWEU verzetten zich tegen een nationale re- geling als in het hoofdgeding aan de orde, die het aantal studenten die niet worden beschouwd als in