• No results found

Weergave van Restauratie van de muurschilderingen, het vervolg

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Weergave van Restauratie van de muurschilderingen, het vervolg"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

pagina’s 37-38

Restauratie van de muurschilderingen, het vervolg

Bernice Crijns

zetten zij de gewenste aanpak per schildering uiteen.

2

In eerste instantie was het moeilijk daaraan vast te houden. Het vraagt veel discipline en samenspraak om de voorgenomen stappen consequent op te volgen en bovendien bleek het protocol voor meerdere interpretaties vatbaar. Het protocol liet veel vrijheid toe op die punten waar de Rijksdienst belang aan hecht: verant- woording van de restauratieaanpak en de wijze van documente- ren en het retoucheren. De Stichting schakelde een kunsthisto- ricus en later ook een professionele fotograaf in, hetgeen het proces ten goede kwam. Interessante bevindingen zijn het gevolg, zie hierover Micha Leeflang over de Lakenscharenka- pel, in de bijdragen hierna. Verslaglegging van historisch onderzoek en de behandeling (vooraf, tijdens en na de restaura- tie) wordt ingezet als waardevolle verantwoording van de gemaakte restauratiekeuzes.

Sinds 11 september 2007 was er een nieuwe restaurator aan- getrokken, iemand die uitsluitend gespecialiseerd is in muur- schilderingen, dus niet alleen of tevens in schilderingen op doek of paneel. Dat was een gunstige ontwikkeling want de restauratie van muurschilderingen kent een geheel eigen pro- blematiek en vraagt een aanpak afgestemd op de bouwfysi- sche en historische eenheid met het gebouw. Deze uit België afkomstige restaurator Bernard Delmotte werkte aanvankelijk enkel als adviseur, maar weldra ook samen met de toen nog aanwezige restaurator. Delmotte werkt vanuit de actuele inter- nationale restauratieprincipes en verzorgt zelf de verslagleg- ging met verantwoording van het gekozen behandelplan.

Deze meer analytische en zelfkritische benadering maakte het toezicht voor alle partijen eenvoudiger. Ook heeft hij ruim aandacht voor het oorspronkelijke materiaal, zo werd bijvoor- beeld de verftechnische opbouw van de Hosties en Kelken onderzocht. De zwart verkleurde kelken waren vermoedelijk goudkleurig. De zwarte verkleuring is waarschijnlijk te wijten aan de oxidatie van het bladzilver. Bladzilver werd vaak voor- zien van een geelkleurige vernis om bladgoud te imiteren. Dit voorbeeld toont goed hoe kwetsbaar verf kan zijn en de gevoeligheid voor invloeden van buitenaf. De restaurator houdt daarom rekening met de (mogelijke toekomstige) reac- ties van het materiaal waarmee wordt gewerkt op het origi- neel. En de restaurator stopt tijdig door een handeling achter- wege te laten, zoals het inkitten of retoucheren van een lacune als de schade daarvan niet storend is.

De voorgaande bijdrage van Paul le Blanc en Karin Wisselaar beschrijft een bewogen restauratiegeschiedenis die eindigt in 2003. Hun standpunt werd in 1991 reeds vertolkt door restau- rator Willem Haakma Wagenaar naar aanleiding ‘Het goede en kwade gebed’ dat volgens hem slechts een consoliderende behandeling behoefde, dus geen zogenaamd ‘esthetisch her- stel’ door het aanbrengen van retouches. In deze bijdrage komen de meest recente ontwikkelingen aan de orde op basis van de ervaringen van de specialisten ‘Kleur en Schilderin- gen’ van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed en via ver- slaglegging door andere betrokken partijen.

1

De andere partij- en zijn de leden van de restauratiecommissie (waaronder de Stichting van de kerk), architect, restaurator en kunsthistori- cus. De conclusie over de wijze waarop nu met de schilderin- gen wordt omgegaan is - in tegenstelling tot die van het voor- gaande verhaal- veelbelovend en hoopgevend.

In 2006 begon een nieuw verhaal met de toekenning van een kanjersubsidie aan de Grote Kerk en de restauratie van de muurschilderingen werd hervat maar de werkwijze bleef onge- wijzigd: lacunes werden met trattegio techniek ingevuld waar- mee de fragmenten tot volledige tweedimensionale voorstellin- gen werden herschapen. De aanpak van de eerste muurschilde- ringen in het kanjertraject, ‘Het goede en kwade gebed’,

‘Wijdingskruisen’ en ‘Pilaren middenschip’ zijn door de van oorsprong Poolse restaurator Dorota Burgin op deze wijze gerestaureerd. Verslaglegging en verantwoording van de restau- ratiebehandeling bleven achterwege en getuigen van onvol- doende kennis over de laatste ontwikkelingen op het restaura- tievak. Aanvankelijk bleven er verschillen van mening tussen de genoemde partijen over de wijze van restaureren. De Stich- ting van de Kerk, de architect en de restaurator namen een ander standpunt in dan de Rijksdienst. De meningsverschillen betroffen met name het verantwoorden van restauratieaanpak, documenteren en het retoucheren. Gedurende het project wier- pen de discussies deze keer wel vruchten af ten faveure van de restauratieprincipes die de Rijksdienst voorstaat. Tijdens tus- sentijdse bijeenkomsten werd de voortgang van het werk besproken en de werkwijze in kleine stappen bijgesteld, meer conform internationaal geldende restauratieprincipes. Op deze principes wordt later nog ingegaan. De restauratiecommissie van de kerk had eerder al een restauratieprotocol opgesteld ten behoeve van de kanjersubsidieaanvraag in 2006. In dit protocol

557190 KNOB 1-2010 Bw.indd 37

557190 KNOB 1-2010 Bw.indd 37 09-03-2010 09:30:11 09-03-2010 09:30:11

(2)

38 bulletin knob 2010-1

Noten

1

Geschreven op basis van de tussentijdse verslagen door de kunsthis- toricus (nadat Micha Leeflang een baan accepteerde bij Museum Catherijneconvent werd haar taak overgenomen door Liesbeth Zui- dema) en de eigen verslaglegging door de RCE medewerkers n.a.v.

bezoeken aan de kerk en de bijeenkomsten van de restauratiecom- missie.

2

Dat protocol luidt als volgt: “Per object wordt de volgende procedu- re gevolgd:

1. Vooronderzoek archiefstukken door kunsthistoricus;

2. Foto’s van de nulsituatie;

3. Overleg met RDMZ [nu: RCE] over nulsituatie en voorstel plan van aanpak object; overeenstemming met RDMZ over plan van aanpak object;

4. Restauratie van het object in fasen: deelrestauraties waarbij na een periode van drie weken de stand van zaken wordt opgeno- men en restauratie wordt beschreven;

5. Na 6 weken tussentijdse opname door RDMZ; overleg over verdere stappen;

6. Foto’s van elke handeling door restaurator;

7. Begeleiding en verslaglegging door kunsthistoricus;

8. Eindrapportage door kunsthistorica; afsluiting project door kunsthistorica, Stichting en RDMZ.

Indien noodzakelijk en gewenst: per object kunnen bijsturingen van de algemene procedure worden besloten”.

De huidige restauratieaanpak anno 2010 is veelbelovend. De Stichting van de Kerk wil de bezoekers een zo compleet moge- lijke afbeelding tonen. De Rijksdienst maakt zich sterk voor het zo puur en eerlijk mogelijk laten zien van de geschilderde fragmenten. De huidige aangetrokken restaurator lijkt aan te kunnen tonen hoe de schildering juist zichtbaarder wordt zon- der gebruik te maken van overmatige retouches. Deze overma- tige retouches leiden juist de aandacht af van het origineel. Zij zijn slechts een niet ter zake doende interpretatie van dat origi- neel. De oude schilderingen worden een eer bewezen als de omgeving rondom de fragmenten rustig wordt ingetoond zon- der gebruik te maken van de kleurtonen uit het origineel. De conservering van de grote Christoffel achter op de zuidweste- lijke sluitingsmuur van de kerk is begonnen. Hieraan vooraf- gaand heeft grondig onderzoek plaatsgevonden, resulterend in een uitgebreide rapportage. Er is een verhelderende ‘conditie- opname’ gemaakt waarbij alle schaden grafisch in beeld zijn gebracht. Het werk op de steiger wordt aan het oog van de bezoeker onttrokken door een levensgrote reproductie op doek.

Tijdens de huidige aanpak gaat veel aandacht uit naar het ver- werven van meer kennis over de aangetroffen fragmenten.

Het voortzetten van de goede samenwerking tussen de partij- en creëert kansen tot het maken van een interessante presen- tatie voor de bezoekers. Niet langer via overgeïnterpreteerd of onleesbaar gemaakt origineel, maar door het vertellen van een aantrekkelijk verhaal achter de nog aanwezige eeuwenoude fragmenten in deze prachtige kerk.

Keizersgracht 181 1016 DR Amsterdam

020 620 81 32

info@vroomarch.nl Wij zijn lid van de BNA en de VAWR

Sterk in restauratie en behoud van het Rijksmonument www.vroomarch.nl

557190 KNOB 1-2010 Bw.indd 38

557190 KNOB 1-2010 Bw.indd 38 09-03-2010 09:30:11 09-03-2010 09:30:11

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Maar nog steeds zijn de verschillen zicht- baar: waar Nieuwenhuis, Cuypers en Muysken voor het herstel van de Domtoren op zoek gingen naar vormen uit het verleden en daarbij

Soms wordt daarbij aandacht gevraagd voor een gebouw of een reeks gebouwen die in de geschiedschrijving tot nu toe onderbelicht zijn gebleven en soms wordt recht- streeks ingegaan

In dit artikel wordt een indruk gegeven van de kosten gemoeid met het bouwpro- ces van kasteel de Haar in de periode 1891 - 1897, van het begin van de werkzaamheden tot het

Na een zorgvuldig vooronderzoek en kritische weging van de esthetische toe- stand van het interieur - architectuuronderdelen waren meer- dere malen overschilderd - werd besloten tot

De ervaring dezerzijds leert, dat plannen voor monumenten, die bijna altijd bestaan uit een restauratief deel en een nieuw- bouwdeel, niet door één architect moeten

Laten we dit aan de hand van volgend voor- beeld illustreren. Het huis Hoogpoort 48 wordt omschreven als een weinig zeggende bepleisterde lijstgevel met niet nader geï-

Willem van Geldof, Een nieuw lied, gemaakt op de victory, bevogten door de koning van Pruyze, den 1 october 1756... Een Nieuw Lied, gemaakt op de Victory, Bevogten door de Koning

Nu een kerntaak van het bestuur is het in kaart brengen en systematisch beheren van de risico’s, dient de RvC zich ervan te vergewissen dat het bestuur deze taak zorgvuldig