• No results found

Weergave van De restauratie van het Koninklijk Paleis Amsterdam

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Weergave van De restauratie van het Koninklijk Paleis Amsterdam"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

kozijnen, en is uitgegaan van het ontwerp van Van Campen. De historische gelaagdheid met de zichtbare ingrepen in het monument zijn daarmee, behalve in het genoemde koninklijke balkon, niet meer onmid- dellijk afleesbaar aan het exterieur. De gevels van de binnenplaatsen documenteren de ingrepen van De Bie Leuveling Tjeenk overigens nog wel. De vensters heb- ben daar nog steeds de lichte kleur.

Voor het interieur stond Van den Ende het harmo- nisch samengaan van zeventiende eeuw en vroege negentiende eeuw voor ogen. In opdracht van koning Lodewijk Napoleon was het stadhuis tussen 1808 en 1810 door de architecten J.-T. Thibault en B. Ziesenis verbouwd tot paleis. De wijzigingen hadden destijds nauwelijks betrekking op het casco, maar vooral op een verbouwing van het interieur. Van den Endes keu- ze voor een negentiende-eeuwse paleisinrichting in een zeventiende-eeuwse stadhuiscontext past in deze lijn. Bouwhistorisch onderzoek, kleurhistorisch on- derzoek en onderzoek naar en restauratie van meube- len, kroonluchters, spiegels, stoffering en dergelijke leverden belangrijke informatie.

In zijn artikel gaat bouwhistoricus Hein Hundert- mark in op zijn ontdekkingen en de betekenis en het gebruik van zandsteen in het oorspronkelijke stad- huis. Anne van Grevenstein en Emilie Froment belich- ten hun onderzoek, conservering en restauratie van enkele zeventiende-eeuwse plafondschilderingen, en in de bijdrage van Paul van Duin en Aagje Gosliga komt de Amsterdamse firma Breytspraak, de belangrijkste meubelmaker van Lodewijk Napoleon, aan bod. Zijn meubelen vormen onderdeel van een grote collectie empire meubelen die in het kader van het ‘binnenpro- ject’ zijn gerestaureerd. Het resultaat is conform het uitgangspunt: zeventiende eeuw en negentiende eeuw worden gecombineerd getoond. Van den Ende heeft de voorgaande restauratie van Wegener Sleeswijk gedeel- telijk gerespecteerd, en gedeeltelijk ongedaan ge- maakt of gecorrigeerd. Het verschil zit in keuzes van onderdelen, waarbij de geschiedenis en het gebruik van het gebouw, en niet de restauratiegeschiedenis centraal hebben gestaan. Toch is ook deze laatste een belangrijk onderdeel van de geschiedenis van het mo- nument.

Dit nummer is het tweede in de nieuwe vormge- ving. Afbeeldingen en tekeningen komen zo beter tot hun recht, en de opmaak sluit beter aan op de digitale mogelijkheden. Een daarvan is het digitale archief, waarmee oude nummers gemakkelijk zijn in te zien en te downloaden: bulletin.knob.nl. De lopende jaargang blijft, exclusief voor leden van de KNOB, alleen op pa- pier.

Marie-Thérèse van Thoor Hoofdredacteur

30 april 2013: het met appeltjes van oranje versierde balkon van het Koninklijk Paleis Amsterdam vormde het toneel voor de traditionele balkonscène ter gele- genheid van de troonswisseling. Ruim op tijd voor de abdicatie was het gebouw na een jarenlange restaura- tie uit de steigers gekomen, en toonde zich opnieuw in volle glorie.

Wat nog in het vorige millennium was begonnen als groot onderhoud en renovatie, groeide uit tot een res- tauratie in twee campagnes, het binnenproject en het project gevel en dak. Restauratiearchitect Krijn van den Ende voerde de restauratie uit, in opdracht van de Rijks gebouwendienst. Het binnenproject behelsde een gedeeltelijke restauratie van het interieur; het project gevel en dak omvatte reiniging en restauratie van de gevels tot en met de bovenste kroonlijst. De leibedek- king, toren en andere dakopbouwen zijn gerepareerd, maar wachten nog op een grondiger aanpak. Wie zich de steigers niet herinnert of het gebouw lange tijd niet heeft gezien, zal de restauratie van het exterieur moge- lijk niet als zodanig herkennen. In opvatting en beeld is deze redelijk bescheiden gebleven. Het indrukwek- kende, volledig met zandsteenblokken beklede ge- bouw, heeft niet de kleur (terug)gekregen van blanke Obernkirchener of Bentheimer zandsteen, die we ken- nen van zeventiende-eeuwse schilderijen van de Dam.

Door zorgvuldige reiniging en gedeeltelijke retouche- ring is de als zware vervuiling ervaren grijze tot zwarte verwering opgeknapt, zonder het karakter van histo- risch patina weg te nemen. In zijn bijdrage aan dit nummer doet Timo Nijland verslag van het technische onderzoek waarop de keuzes voor de aanpak van de gevels zijn gebaseerd. De verwoording en interpretatie van het idee van ‘lichte gevels’ hebben eerder aanlei- ding gegeven tot de nodige verwarring en discussie, zoals blijkt uit de teksten van Bert van Bommel en Pieter Vlaardingerbroek.

Belangrijk voor deze discussie waren de uitgangs- punten van de restauratie, of het restauratieconcept.

In de twintigste eeuw heeft het gebouw tweemaal eer- der een restauratie ondergaan, in de jaren dertig en de jaren zestig, door respectievelijk de architecten J. de Bie Leuveling Tjeenk en C. Wegener Sleeswijk. Bij deze restauraties vormde de zeventiende-eeuwse staat van het (toenmalige) stadhuis van Jacob van Campen de leidraad. Zoals op schilderijen is te zien, had het stad- huis aanvankelijk lichte gevels en donkere vensters.

De Bie Leuveling Tjeenk handhaafde dit contrast door een omkering: hij liet ramen en kozijnen in de inmid- dels donker geworden gevel juist in een lichte kleur schilderen. Dit was niet een reconstructie van de ze- ventiende-eeuwse situatie, maar een interpretatie van het zeventiende-eeuwse beeld. Van den Ende heeft weer een donkere kleur laten aanbrengen op ramen en

De restauratie van het KoninKlijK Paleis amsterDam

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In strijklicht ziet men de deformaties van het oppervlak veroorzaakt door de houten planken waarop het doek verlijmd werd (foto Stichting Restauratie Atelier

Daarmee bleek het onder- zoek naar de zwart verwering van zandsteen achteraf het begin van een traject van onderzoeken dat een de- cennium later zijn bestemming vond in de namens de

Door alle partijen (Rgd, RDMZ en BMa) werd vast- gesteld dat het grootste deel van de plannen accepta- bele gevolgen voor de monumentale waarde zouden hebben; alleen de sloop van

Maar nog steeds zijn de verschillen zicht- baar: waar Nieuwenhuis, Cuypers en Muysken voor het herstel van de Domtoren op zoek gingen naar vormen uit het verleden en daarbij

1 Geschreven op basis van de tussentijdse verslagen door de kunsthis- toricus (nadat Micha Leeflang een baan accepteerde bij Museum Catherijneconvent werd haar taak overgenomen

Soms wordt daarbij aandacht gevraagd voor een gebouw of een reeks gebouwen die in de geschiedschrijving tot nu toe onderbelicht zijn gebleven en soms wordt recht- streeks ingegaan

In dit artikel wordt een indruk gegeven van de kosten gemoeid met het bouwpro- ces van kasteel de Haar in de periode 1891 - 1897, van het begin van de werkzaamheden tot het

Na haar overlijden wordt een uitgebreide inventaris opgemaakt, waar ook de indeling van het huis naar voren komt." Op de begane grond is er aan de straatzijde een