Op basisschool Het Mozaïek in Arnhem brengt debatteren leerlingen verder in hun ontwikkeling.
Welke lessen kunnen we hiervan leren?
Debatteren om te leren
Werken aan taal en burgerschap
S
inds 2006 zijn alle scholen in Neder- land verplicht aan burgerschaps- onderwijs te doen. Scholen doen dat op verschillende manieren.Maar hoe doe je dat goed? En hoe koppel je andere deelvaardigheden, zoals mondelinge taalvaardigheid, daaraan? Er is een werkvorm die vanaf groep 6 ingezet kan worden voor burgerschapsvorming, monde- linge taalvaardigheid en nog veel meer dan dat: het debat. Al meer dan tien jaar wordt debatteren met veel succes ingezet op Het Mozaïek, een school met veel leerlingen die Nederlands als tweede taal leren en die vaak uit landen zonder democratische traditie komen. Door met leerlingen te debatteren, bereiken de leerkrachten veel: ze bevorderen onder andere de vorming tot betrokken en demo cratisch vaardige burgers en zien over- tuigende verbeteringen van de mondelinge taal vaardigheid van hun leerlingen.
DRIE VOORDELEN VAN DEBAT ALS WERKVORM
In de Nederlandse schoolcontext kennen we nog geen rijke traditie op het gebied
van leerlingdebatten. Er is ook weinig onderzoek gedaan naar hoe leerkrachten moeten werken aan mondelinge taal- vaardigheid van hun leerlingen (Bonset &
Braaksma, 2008). Leerkrachten ervaarden hierdoor wellicht handelingsverlegenheid (Damkot, Janssen, & Lups, 2009). In de Angelsaksische wereld wordt meer aan debat gedaan op school. In bijvoorbeeld de Verenigde Staten is meer onderzoek gedaan naar de voordelen van debat als werkvorm. Zo noemen Akerman en Neal (2011) vier leereffecten bij leerlingen die debatteren: academic attainment, critical thinking, communication and argumen - tation skills en personal and social impacts.
Deze effecten vallen ook in de Nederlandse context te verwachten. Wij concentreren ons nu op drie voordelen die wij voor de Nederlandse context zien: mondelinge taalvaardigheid bij leerlingen gaat vooruit;
leerlingen leren de vaardigheden die ze nodig hebben om als democratisch vaardige burgers te kunnen functioneren;
de andere lessen zijn goed aan het debat te koppelen en krijgen meer betekenis.
TEKST HENK WILDEMAN EN CONNY ETTEMA TAAL
Naar onze inschatting is de traditionele spreekbeurt nog de meest gebruikte vorm om aan mondelinge taalvaardigheid te werken. Ten opzichte van de spreekbeurt, biedt debat als werkvorm echter voordelen.
Door debat onderwijs verbeteren leerlingen, naast hun kritisch denkvermogen, hun taal- vaardigheid (Bartanen & Littlefield, 2015).
De mondelinge taalvaardigheid wordt onder andere geoefend in een spelsituatie, waardoor de spreek opdrachten een groter leereffect hebben (Dekkers & Van den Brand, 2019).
Sinds 2006 moeten scholen in Nederland doen aan burgerschapsvorming. Het verschilt nogal per school hoe dat gedaan wordt (Sinnema, 2007). Volgens de wet is burger- schapsvorming: leerlingen opvoeden tot actieve burgers en vormgevers van sociale integratie. Door te debatteren, leren leerlingen luisteren naar andere standpunten en daarop te reageren. Dit zijn onder andere de critical thinking skills en communication skills die Akerman en Neal (2011) noemen. Daarmee is debat een sterke, geïntegreerde, werkvorm om aan burgerschapsvorming-doelen te werken. Naast de koppeling van mondelinge taal vaardigheid en burgerschap, kunnen meer vakken een plek krijgen in de werkvorm
debatteren. Leerlingen kunnen immers debat- teren over allerlei onderwerpen. De voor- kennis die ze daarvoor nodig hebben, kunnen goed thematisch aangeboden worden bij bijvoorbeeld wereldoriëntatie. Bovendien nodigt de voorbereiding van een debat leer- lingen uit tot betekenisvolle lees-, kijk- en zoekopdrachten in allerlei media. Een begrij- pend lezen-tekst wordt bijvoorbeeld met meer interesse gelezen als de leerlingen weten dat er daarna over wordt gedebatteerd. Zo komen veel vaardigheden binnen een thema aan bod – allemaal gekoppeld aan debat.
PRAKTIJKVOORBEELD HET MOZAÏEK Groep 7 van juf Maureen is al gepokt en gemazeld in het debatteren. Zij heeft al vaak geoefend met beurtwisseling, spreektijden en andere debatregels en weet dus al volgens welke regels gedebatteerd gaat worden.
Deze les gaan zij debatteren over de stelling:
‘Kinderen moeten ouderen in de buurt helpen met online activiteiten’. De stelling heeft de leerkracht van www.iedereendebatteert.nl gehaald, met de behorende argumenten- en betoogbladen. De debatregels die op Het Mozaïek gehanteerd worden, zijn daar ook te vinden. Maureen heeft in de ochtend deze stelling al op het bord gezet, zodat
Er worden argumenten bedacht bij de stelling ‘Verschillend zijn, maakt de wereld leuker’: waarom ben je voor of tegen deze stelling?
FOTO’S: CONNY ETTEMA
HENK WILDEMAN (h.wildeman@saxion.nl) is docent taal en taal- didactiek op de Academie Pedagogiek en Onderwijs van Saxion Hogeschool in Deventer
CONNY ETTEMA (iedereendebatteert@
gmail.com) is leerkracht en docententrainer van IedereenDebatteert!
Zij heeft een effectieve methode ontwikkeld om leerlingen te leren debatteren
33 JSW 9 2020
aantekeningen, want zij gaan zo feedback geven op de samenwerking in de voor- bereidende fase. Ze letten er bijvoorbeeld op of iedereen deel neemt, of de leerlingen naar elkaar luisteren en elkaar verder helpen.
Voordat het debat begint, geven enkele leer- lingen mondeling feedback op de samen- werking. Tijdens deze fase ondersteunt de leerkracht leerlingen die vastlopen met feedback.
De teams krijgen eerst allebei de gelegenheid om een betoog te houden, dat is iedere keer een andere leerling. Djalino doet dat dit keer voor de voorstanders van de stelling; Sarah voor de tegenstanders. Beiden krijgen een groot applaus mee. Amina geeft als voorzitter aan wie mag spreken en zorgt dat iedereen aan de beurt kan komen. Beide teams wisselen hun argumenten uit en proberen daarmee de leerlingjury te overtuigen. Het hele debat duurt zo’n tien minuten.
Na het debat geeft de jury feedback en wijst de debatwinnaar aan, waarop een luid applaus volgt en de teams elkaar de hand schudden. De debatwinnaar en feedback kunnen goed worden bepaald door naar bijvoorbeeld het referentiekader taal te kijken. De leerkracht faciliteert vooral het leren en stuurt bij waar nodig.
leerlingen de gelegenheid hebben alvast na te denken over de stelling. Nadat zij een korte uitleg heeft gegeven bij de stelling en de betekenis van woorden in de stelling uitlegt, krijgen de kinderen de tijd om voor zichzelf en in tweetallen en groepjes aan elkaar te vertellen wat ze al weten over het onderwerp. Daarna pakt de leer- kracht weer de aandacht om klassikaal verder te gaan.
Eerst worden met de hele klas argumenten vóór de stelling bedacht, en daarna ertegen.
De hele klas denkt mee en wisselt moeiteloos tussen het met de stelling eens of oneens zijn. Onder andere door een bijpassend film- pje van het Jeugdjournaal te laten zien, ver- diept de leerkracht de voorkennis van haar leer lingen. Ze weten nu veel van het onder- werp en zijn klaar om hun debat te gaan voorbereiden.
De leerkracht verdeelt de hele klas nu pas in drie groepen: juryleden, voorstanders en tegenstanders van de stelling. De twee debat- teams vullen op het betoogblad de drie belangrijkste argumenten in en werken die samen met elkaar uit. Ondertussen kijken de juryleden geconcentreerd toe en maken
Leerlingen debatteren over de stelling
‘Verschillend zijn, maakt de wereld leuker’.
Er zijn voorstanders en tegenstanders van de stelling en juryleden
Een debat wordt leuk als de kinderen veel van
het onderwerp
weten
DEBATTEREN UITERMATE EFFECTIEF Het is prachtig om te zien welke stappen leerlingen maken als je met ze gaat debatte- ren. Juf Maureen zei het treffend: ‘Het is erg verrassend waar je leerlingen mee komen.
Soms verandert zo zelfs mijn eigen idee over een bepaalde stelling.’ Bovendien zien we dat stille of verlegen leerlingen ook loskomen door de stimulerende werking van samen- werking die debat in zich heeft. Het is een investering voor leerkrachten om zich de debatwerkvorm eigen te maken, maar dat is de moeite zeker waard. In tegenstelling tot bijvoorbeeld de traditionele spreekbeurt, is deze vorm uitermate effectief om bij je leer lingen de mondelinge taalvaardigheid, het zelf vertrouwen en samenwerkings- vaardigheden te vergroten. Bovendien voldoe je als school aan de eis om burgerschaps- vorming te geven. Je lessen wereldoriëntatie of begrijpend lezen kunnen door erover te debatteren betekenisvoller worden, want je leerlingen hebben de lessen nodig om inhou- delijk goed te kunnen debatteren. Deze voor- delen rechtvaardigen jouw investering om met debatteren te starten. Probeer het debat meerdere keren uit, krijg het zelf in de vingers en ervaar wat het met jou en jouw leerlingen kan doen.
WAT DOE JE ALS JE ZELF WILT GAAN DEBATTEREN?
Wat moet je als leerkracht nu doen om zinvolle debatlessen te organiseren? Hieronder volgt een rijtje aanwijzingen die uit de les van juf Maureen zijn te halen.
• Bied voldoende structuur. Voor iedere fase van de voorbereiding (twintig minuten), het betoog (betoog voor en tegen elk twee minuten), het debat zelf (vijf minuten) en de jurering met feedback (vijf minuten), hanteer je een strakke tijdsplanning met duidelijke opdrachten en leerdoelen per fase. Zorg dat de leerling steeds weet wát hij moet doen en hoe lang hij daarvoor heeft.
• Vertel je leerlingen het doel van debatte- ren. Zeg bijvoorbeeld dat ze niet zelf mogen kiezen of ze voor of tegen de stelling zijn, zodat ze zich leren inleven in een ander.
Of dat ze leren met zelfvertrouwen te pre- senteren en argumenteren.
• Breng voldoende kennis aan. Een debat wordt leuker als je leerlingen veel van het onderwerp weten. Door filmpjes en teksten, bijvoorbeeld van het Jeugdjournaal of Nieuwsbegrip, gecombineerd met het be spreken in de klas, kun je de kennis aanbrengen.
• Leg leerlingen het standpunt op, laat ze dus niet zelf kiezen of ze voor of tegen de stelling zijn. Het is belangrijk dat leer- lingen zich in andere standpunten leren verdiepen. Dat doen ze op deze manier.
Leer lingen kunnen vrijuit spreken, omdat het niet per se hun eigen mening is die ze vertegen woordigen. Zo kunnen ze standpunten die gevoelig liggen toch goed verkennen.
• Wijs teams als winnaars aan en maak samen werkingsvaardigheden, zoals elkaar stimuleren en argumenten aan een ander af kunnen staan, een belangrijk onderdeel van de beoordeling. Het hele team is er verantwoordelijk voor dat zoveel mogelijk leerlingen aan bod komen en durven te spre ken. Daarvoor is nodig dat ze argumenten af kunnen staan aan een team- lid en el kaar moed inpraten en stimuleren.
Zo voorkom je dat sterke sprekers het debat domineren, want iedereen moet zijn team- genoten positief stimuleren om te kunnen winnen.
De literatuurlijst is te vinden op:
www.jsw.nl/artikelen
Het is mooi om te zien welke stappen leerlingen maken als ze gaan debatteren
35 JSW 9 2020
Meer weten?
Ga naar www.jsw.nl of bel 088-2266692
Op de hoogte blijven van de ontwikkelingen
in het basisonderwijs?
Neem een abonnement op JSW
Ontvang 10 x JS W
JSW lezen op tablet en pc
Krijg toegang tot het digit aal
archief
(>1.000 artik elen)
Positieve kijk op ho og
begaafd heid
nr 5
Januari2020
Special
Voor slechts
€79,95 per
jaar
Studentenontvangen