Vraag nr. 46
van 29 november 2002
van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Artsentekort – Maatregelen
De problematiek van het tekort aan gespecialiseer-de artsen rijst steeds meer. Het tekort aan (kin-der)psychiaters in psychiatrische ziekenhuizen, b i j g e ï n t e r n e e r d e n , in de centra voor geestelijke ge-zondheidszorg (CGG), is bekend. Nu komen ook de problemen van artsen bij Kind en Gezin duide-lijk naar buiten.
Oorzaken zijn blijkbaar:
– de te lage instroom van kandidaat-artsen in de opleiding geneeskunde in het algemeen en in de specialisaties in het bijzonder;
– de werkomstandigheden ('s avonds werken, h e t aantal te presteren uren, ...
– de concurrentie tussen de verschillende dien-sten en de verschillen in verloning
– de aantrekkingskracht van Nederland, z o w e l wat de inhoud van het werk betreft als inzake statuut, uurregeling en verloning.
De contingentering van het aantal artsen zal de volgende jaren nog tot een groter tekort leiden in de specialisatierichtingen waar nu reeds problemen z i j n . De evolutie in de maatschappij is trouwens van die aard dat er meer en meer (kinder)psychia-ters en preventieartsen nodig zijn. V l a a n d e r e n heeft bovendien in zijn regelgeving vastgelegd dat men in de welzijns- en gezondheidsvoorzieningen over bepaalde artsen moet beschikken.
1. Gebeurde er reeds onderzoek naar het nodige aantal artsen nu en voor de eerstvolgende tien jaar in Vlaanderen ? Gebeurde dit ook voor de gespecialiseerde artsen ?
2. Werd er reeds een vergelijking gemaakt tussen de verschillende materiële verloningssystemen en werkomstandigheden van de artsen recht-streeks of onrechtrecht-streeks betaald door de Vlaamse Gemeenschap (Kind & Gezin), C L B ' s, C G G ' s, Vlaams Fo n d s, Vlaamse administratie, bijzondere jeugdzorg, gehandicapten, ... ) ? 3. Is er terzake geen actieplan nodig ? Hoe wordt
dit voorbereid ?
Antwoord
1. Bij het Ministerie van Sociale Zaken, Vo l k s g e-zondheid en Leefmilieu werd in uitvoering van de wet houdende sociale bepalingen van 29/04/96 een Planningscommissie-Medisch A a n-bod ingesteld (artikel 35octies koninklijk besluit n r. 78 van 10 november 1967 betreffende de uit-oefening van de gezondheidsberoepen).
Het bepalen van de behoefte aan artsen gebeurt in ons land door deze federale Planningscom-m i s s i e. Zij adviseert ook over het globaal aantal k a n d i d a t e n , opgesplitst per gemeenschap, d a t jaarlijks na het behalen van het diploma toe-gang krijgt tot het verkrijgen van de bijzondere beroepstitels.
De drie gemeenschappen hebben elk één verte-genwoordiger in de Planningscommissie. D e Vlaamse Gemeenschap wordt in deze commis-sie vertegenwoordigd door de directeur-g e n e-raal van de administratie Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek.
Deze administratie ressorteert onder de be-voegdheid van de Vlaamse minister van Onder-wijs en Vorming.
De meest recente gegevens over het medisch aanbod werden in de Planningscommissie voor-g e s t e l d . Het betrokken onderzoek was opvoor-ge- opge-splitst per gemeenschap.
Op grond van deze gegevens heeft de plan-ningscommissie de uiteindelijke discussies ge-voerd die hebben geleid tot het koninklijk be-sluit van 30 mei 2002 betreffende de planning van het medisch aanbod.
In dit koninklijk besluit wordt het aantal kandi-daten dat jaarlijks toegang heeft tot de oplei-ding voor een titel van huisarts of g e n e e s h e e r-specialist per gemeenschap vastge-legd voor de jaren 2004 t.e. m .2 0 1 1 . Hierbij werd uitgegaan van het op peil houden van het aan-bod en van de hypothese dat de behoefte aan artsen in de toekomst niet zal stijgen. Vo o r Vlaanderen worden jaarlijks 420 artsen toegela-ten in 2004 tot en met 2011. Voor de jaren 2004 tot en met 2006 is het maximum aan artsen-s p e-cialisten vastgelegd op 240 en het maximum aantal huisartsen op 180.
uit de contingentering gehouden (o. a . k i n d e r- e n jeugdpsychiatrie, arbeidsgeneeskunde, ... ). Als zou beslist worden om de contingentering na 2011 in stand te houden, dan is een nieuw ini-tiatief van de federale regering vereist.
2. Door de administratie Gezondheidszorg werd een nota opgesteld in verband met de knelpunt-functies van arts en psychiater, waarin heel wat vergelijkende gegevens zijn opgenomen. Dit ge-beurde in het kader van het nieuwe belonings-b e l e i d . Ook belonings-binnen Kind en Gezin werden der-gelijke analyses gemaakt.
Op 13/12/2002 besliste de Vlaamse regering om in het kader van haar vernieuwd beloningsbe-leid een kenniscel op te richten. Deze cel zal op-lossingen zoeken voor de knelpuntfuncties, waaronder die van de artsen.
3. De situatie is van dien aard dat er inderdaad maatregelen noodzakelijk zijn. De beslissing van de Vlaamse regering met betrekking tot het vernieuwd verloningsbeleid is reeds een eerste stap.
Naar disciplines waar mogelijk een tekort d r e i g t , zoals huisartsen, preventieartsen en kin-derpsychiaters kunnen meer specifieke acties nodig zijn. Zo is de federale overheid recent ge-start met een campagne die het beroep van huisarts in een positiever daglicht stelt.