• No results found

maandblad, gewijd aan de theorie en praktijk van het marxisme-leninisme onder leiding van het partijbestuur der CPN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "maandblad, gewijd aan de theorie en praktijk van het marxisme-leninisme onder leiding van het partijbestuur der CPN "

Copied!
48
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

32ste jaargang nr. 12 -december 1972

POLITIEK

EN

CULTUUR

maandblad, gewijd aan de theorie en praktijk van het marxisme-leninisme onder leiding van het partijbestuur der CPN

Wat nu? Verder doorbreken!

Ontwerp-resolutie partijbestuur CPN Het Dagelijks Bestuur van de CPN heeft zich beraden over de uitslag van de jongste verkiezingen en over de politieke toe- stand zoals deze thans ontstaan is. Het heeft het partijbestuur bijeengeroepen, teneinde op korte termijn de verkiezingsuitslag verder en diepgaander te beoordelen en de stellingname van de partij over de verschillende urgente vraagstukken te be- palen en uit te werken. Teneinde de discussies zo vruchtbaar mogelijk te doen zijn en daarin de gehele partij te betrekken, legt het Dagelijks Bestuur een ontwerp-resolutie aan het partij- bestuur voor, die het thans reeds publiceert, zodat een ieder daarvan kennis kan nemen. In de komende week zullen in verschillende delen van het land kaderbijeenkomsten worden gehouden.

Wat eens voor de eeuwigheid scheen te gelden, is nu verleden tijd!

Wat door de jaren heen werd voorgesteld als een onwrikbaar bolwerk, is nu uiteengedreven en takelt zienderogen af!

Dat wordt ondubbelzinnig tot uitdrukking gebracht in een ruk naar links, waarvan het belangrijkste is dat de CPN haar kiezerstal met een derde heeft uitgebreid. En tevens door een zware nederlaag van die partijen en richtingen, die aan de Amerikaanse leiband blijven lopen.

De verkiezingen van de 29ste november hebben het politieke beeld in ons land grondig veranderd.

De uitslag weerspiegelt een kentering in de na-oorlogse ge- schiedenis. Zij kondigt nieuwe tijden aan, waarin de op Ame- rika en West-Duitsland georiënteerde reactie nog zwaardere

slagen zullen worden toegebracht. 505

(2)

De krachten, waarop het reeds door de acties van de bevolking weggevaagde Biesheuvel-bewind steunde, liggen in duigen.

Het was de constellatie van machten, die tot dusver schijnbaar onbetwist de Amerikaanse belangen in Nederland en Europa dienden en die Westduitse eisen met een handomdraai pro- beerden in te willigen. Dat bewezen zij met hun slaafse volg- zaamheid ten tijde van het Marshall-plan zowel als ten aan- zien van de gruwelijke agressie tegen het volk van Vietnam, met het banen van de weg naar de Westduitse herbewapening tot aan de poging tot vrijlating van de drie Duitse oorlogs- misdadigers als een concessie aan West-Duitsland.

De openlijke kampioenen van NAVO en EEG, zij die de eerst verantwoordelijken zijn voor de knechting van Nederlands nationale belangen, hebben de klappen gekregen.

26 dat het hen zal heugen!

Het resultaat van de verkiezingen heeft de burgerlijke politici in grote verlegenheid gebracht en de KVP-leiders, die ons land op hoge toon in het buitenland 'vertegenwoordigen', pogen tevergeefs hun verwarring te verbergen.

Zij weten zich weliswaar gesteund door AKZO, Philips en andere concerns, door EEG-commissies en NAVO-raden, maar n i et door het eigen volk, dat zich resoluut van hen afkeert.

Dáárom kraakt het overal!

V oor het eerst sinds de tweede wereldoorlog is de verstarring van de burgerlijke partijen doorbroken. Wat door de koude oorlog (met een overspannen militarisering en een hysterische oorlogspsychose) nog samengehouden werd, valt thans uiteen, brokkelt verder af en wordt onbarmhartig zichtbaar voor ieder- een die het maar zien wil.

Dat is de consequentie van het vastlopen van de koude oorlogs- politiek op internationale schaal.

Dat is het resultaat van de ontelbare massa-acties vanuit prak- tisch alle lagen van de bevolking, die opkomen voor de ver- dediging van hun eigen bestaan en voor vrede in de wereld.

De stembusuitslag is van grote internationale betekenis. Neder- land is niet alleen een industrieel hoog-ontwikkeld kapitalis- tisch land geworden, maar neemt tevens een bijzonder belang- rijke strategische plaats in Europa in. Deze uitslag is daarom niet slechts een doorbreking van de binnenlandse politieke ver- houdingen, maar vooral ook een nederlaag voor Amerika en West-Duitsland. Het is voor deze machten een teken aan de wand hoe het staat met hun overheersing van ons land. Dat is ook de reden waarom de internationale pers een tot dusver ongekende aandacht besteedt aan de verkiezingsresultaten. De buitenlandse reactie, de 'groten', degenen die zich altijd graag de rol van gendarme aanmeten, beseffen waarschijnlijk beter dan wie ook wat zich op het ogenblik in Nederland in werke- lijkheid voltrekt en waarover dorpspolitici maar het liefst angstvallig zwijgen.

De uitslag van de verkiezingen is typerend voor de nieuwe toestand.

Welke partijen gingen achteruit en zijn de grote verliezers?

506 Dat is allereerst de KVP, die in ruim één jaar tijds van 21,8 op

(3)

17,7

procent terugviel en die in dertien jaar tijd gehalveerd werd.

Dàt is er thans over van de partij van Romme, die eens de communistische vertegenwoordigers uit het parlement wilde bannen en in de vijftiger jaren nog de waanidee had De Waar- beid te kunnen verbieden en een reactionaire clericaal-corpora- tieve staat te kunnen proclameren.

Het gaat hier over de partij van Beel, de 'geestelijke vader' van alle naoorlogse kabinetten en ook nu als commissaris van de AKZO weer in de kabinetsformatie gemoeid. Het gaat over de KVP, die op aanwijzing van NAVO en EEG regeringen placht te maken en te breken (al naar het uitkwam) en wier wil wet was in alle na-oorlogse regeringen tot dusver. Zij was het, die de stoot gaf tot de koloniale oorlogen in Indonesië en zich daarbij door Drees sr. op haar wenken liet bedienen. Zij was het ook, die in ons land de drijvende kracht was om de West- duitse herbewapening er door te krijgen en die van iedereen absolute trouw aan de Verenigde Staten eiste.

Met het exporteren van Luns leverde zij een secretaris-generaal voor de NAVO, die de Europese veiligheid saboteert. En Schmelzer is geen haar beter!

De KVP is niet alleen de grote verliezer van het moment. Zij wordt stelselmatig afgebroken door de acties van de bevolking die zich niet langer wil laten ringeloren en die ons land niet in een schietschijf veranderd wenst te zien en vooral ook wordt zij afgebroken door de bewustwording van honderdduizenden katholieken, die hun geestelijke opvattingen niet aan KVP- banden wensen te laten leggen, maar juist beschouwen als een uitgangspunt voor een actief optreden voor vrede en vooruit- gang. Géén vrijbrief dus voor collaboratie met de oorlogs- stokers en bewapenaars, maar een dwingende kracht voor een andere, een vredelievende en vooruitstrevende politiek. Dat thans ook de massa der katholieken zich bewust gaat oriënteren op Nederlandse belangen en buitenlandse decreten van West- duitse bisschoppen en door hen beïnvloede conservatieve elementen in Rome naast zich neerlegt, zal nog dieper door- werken in de politieke verhoudingen, zowel als in de vak- beweging.

Het nieuwe grote verlies van de CHU is vooral terug te voeren op de politiek van Udink, die zich met zijn huurharmonisatie berucht gemaakt heeft en die zich heeft doen kennen als een handlanger van het brutale Amerikaanse neo-kolonialisme, dat op ongekende en bloedige wijze een derde deel van de wereld- bevolking armoede laat lijden, opsluit in gevangenkampen of eenvoudig laat verdelgen. De vriendschap met Subarto's gene- raalsregiem is er een sprekend voorbeeld van.

De aftakeling van DS'70 van Drees toont aan, dat alles wat zich in de burgerlijke partijen, ook binnen de sociaal-demo- cratie, opstelt ten gunste van de Amerikaanse belangen, steeds meer geïsoleerd raakt van de eigen aanhang en door de massa van het volk verder zal worden uitgestoten.

Het feit, dat er in de afgelopen periode binnen de PvdA, AR,

VVD en vooral ook middels de PPR duidelijk stromingen 507

(4)

zichtbaar werden, die onder vredelievende en nationale leuzen optreden, was er in belangrijke mate de oorzaak van dat deze partijen winst konden boeken.

Voor de toekomst is dat van het grootste belang. Het wil zeggen, dat zich binnen de niet-communistische partijen een verdere scheiding der geesten bezig is te voltrekken, welke de vereiste duidelijkheid kan brengen en die niet te omvatten is door de huidige partij-etiketten en formaties.

De zaken raken op drift (hetgeen de toestand tijdelijk onover- zichtelijk maakt). Door het verlagen van de kiesgerechtigde leeftijd worden vele mensen voor het eerst in de politiek be- trokken. Juist onder deze omstandigheden weegt het feit, dat de Communistische Partij van Nederland 83.000 stemmen won en zich daarmee als politieke factor, ook in het parlement, aanzienlijk versterkte, bijzonder zwaar.

Vandaar ongetwijfeld de pogingen om de harde werkelijkheid van deze winst te verzwijgen; om daarmee vooral de jongere generatie van de CPN af te houden.

Deze pogingen zijn in de eerste aanleg mislukt. In het volle bewustzijn van haar kracht zal de Communistische Partij vast- besloten en volhardend te werk gaan om haar standpunten over de aard van deze maatschappij, over het perspectief van het socialisme, over de oplossingen die nu reeds mogelijk zijn en die de koers veranderen kunnen, geduldig, ideologisch-gefun- deerd en zonder oppervlakkigheid uiteen te zetten. Dat is werk van man tot man, van vrouw tot vrouw, van jongere tot jongere: op de bedrijven, de universiteiten, de middelbare scholen en de technische opleidingen, via vergaderingen en cur- sussen. Het is een taak, waaraan de beste krachten, waarover de partij beschikt, zich moeten wijden.

Het vertrouwen, dat vele jonge kiezers reeds aan de CPN als strijdbare en consequente partij hebben gegeven, is een aan- moediging op deze weg.

De groei van de CPN is algemeen, maar zij is zonder twijfel het sterkst in de gemeenten boven de honderdduizend inwoners en in de grote industriële centra, waar de arbeiders in strijd staan voor verhoging van de lonen, waar de studenten hun actie voeren tegen de duizend gulden van De Brauw en Van Veen en waar de middengroepen, die steeds meer in de ver- drukking geraken, tot een keuze komen en zich verbinden met de andere lagen van de bevolking, die de mammoet-onder- nemingen en hun stromannen in de regering en de politiek bestrijden.

Deze groei is ook daarom juist van verstrekkende betekenis.

Niet alleen wat het getal betreft, maar ook wat het soortelijk gewicht van de gewonnen stemmen aangaat. Dit is belangrijk voor het optreden van de CPN in de bedrijven en in de actie.

In Groningen en Drente is een zekere achteruitgang in stem-

men opgetreden, die te wijten is aan de verzwakking van de

partij-organisatie en haar politieke leven. Dit kan en moet

verholpen worden en daarvoor zijn alle voorwaarden aan-

508 wezig, gezien de felle strijd die zich ook daar aankondigt.

(5)

WAT STAAT DE WERKENDE BEVOLKING VAN NE- DERLAND OP DIT MOMENT TE DOEN?

Via radio, televisie en pers wordt een ieder toegeroepen: het is nu afwachten, op de informatie, op de formatie, op de handel in ministerszetels binnenskamers.

Wij zeggen: niet afwachten, maar doen I

De reactie heeft op alle fronten zware klappen gehad, de tegen- standers zijn in verwarring, alles is in beweging. De leuze moet thans voor alle werkende mensen, voor alle democratische Nederlanders zijn: EN NU DOORDOUWEN! GEEN DAG EN GEEN MINUUT VERLIEZEN! DE TIJD IS RIJP OM SUCCESSEN BINNEN TE HALEN!

Het kabinet-Biesheuvel klampt zich aan de macht vast. Het poogt tijd te winnen om na wat lapwerk opnieuw te regeren.

Daarom mag het demissionaire kabinet niet in staat gesteld worden de formatie te rekken om nog meer voldongen feiten te scheppen. Want terwijl er zwaarwichtig over een lange formatie wordt gesproken, delen KVP- en VVD-ministers olie- concessies uit aan buitenlandse ondernemingen, sluiten zij lange- termijn-contracten met Philips inzake de 'milieu-hygiëne', be- stellen zij atoomraketten 'in Europees verband' en worden er handtekeningen gezet onder EEG-richtlijnen, die de grote con- cerns het recht geven hun prijzen nog verder te verhogen.

Met democratische 'hygiëne' heeft dit alles niets te maken!

De reactie moet juist op dit moment de zweepslaf; voelen van de massa-actie, van de beweging buiten het parlement.

Haar mag geen tijd gelaten worden, geen ademp;:mze f-eP.:und!

Er is geen enkele reden voor de verschillende o-roeoen. die het laatste jaar zoveel actie in zo'n prachtige eenheid hebben P:e- voerd. om nu in te binden en hun eisen te vervangen door be- sniegelingen over papieren combinaties.

De samenstelling van een nieuwe regering laat ons als com- munisten niet onverschillig. Zeker niet nu cle versterkte

DJ

rle- mentaire positie van de CPN (sterker in het parlement ver- tegenwoordigd dan D'66 en DS'70 van Drees jr.) ook in deze zaak een zwaarder gewicht geeft aan het optreden van ome oartij.

De inzet, ook bij de regeringsformatie, is echter de inwilliginr>, van de eisen van de brede massa van het volk.

Om deze eisen gaat het thans!

Zij zijn actueel en urgent.

Binnen het parlement zal onze partij steun P"even 8an ieder voorsteL aan iedere maatregel, die tot inwilli)!ing v;1n deze eisen bijdraagt. Van welke kant er ook voorstellen of initia- tieven mogen komen.

Buiten het parlement zal de CPN vooraan gaan in de strijd voor verbeteringen, die direct noodzakelijk zijn en tegen anti- democratische manipulaties.

Het gaat allereerst om:

1 De veiligheid in Europa. De veiligheid van Nederland in Europa en de wereld.

Verwijdering van de atoomwapens van Nederlands grond-

gebied. Drastische verlaging van de bijdragen in de NAVO- 509

(6)

bewapening. Géén Europese kernmacht. Géén nucleaire ta- ken voor de Nederlandse strijdkrachten. Verkorting van de diensttijd tot tien maanden.

2 De onafhankelijkheid van het land.

Het innemen van een zelfstandige positie binnen de NAVO;

stappen in de richting van een staatkundige neutraliteit, die kan leiden tot uittreding uit de NAVO, waar Griekenland en Portugal als Amerikaanse fascistische vazallen het hoogste woord hebben. Geen uitvoering van de besluiten van de EEG-topconferentie van oktober, waar Schmelzer optrad, die - naar thans overduidelijk blijkt - in het geheel geen mandaat had om Nederland te vertegenwoordigen. Onmid- dellijke erkenning van de DDR (zonder voorafgaande voor- waarden), Noord-Korea, en de Democratische Republiek Vietnam. Geen enkele steun aan de Amerikaanse agressie tegen de volkeren van Indo-China en aan de vertragings- tactiek van Nixon op de weg naar een vreedzame polititk.e oplossing.

3 Loonsverhoging en volledige werkgelegenheid.

De werkers van ons land en vooral het NVV verkeren in zo'n sterke positie, dat zij zich door het wrakke demissio- naire kabinet of door welk afgetakeld gezelschap rechtse politici dan ook geen, reeds door de arbeiders afgekeurde, centrale overeenkomst van bovenaf behoeven te laten op- leggen.

De arbeiders op de bedrijven moeten elke matiging met kracht afwijzen en zich door loonsverhoging beschermen tegen de m a t e 1 o o s h e i d waarmee de ondernemers de winsten vergroten en de prijzen omhoog jagen, daarbij nog gestimuleerd door de prijsopdrijving van de overheid.

Nu en onmiddellijk moeten de ondernemers gedwongen worden over de brug te komen met duurtetoeslagen, kerst- gratificaties, voorschotten op een loonsverhoging. Hetzelfde geldt voor de beambten, de technische kaders, de weten- schappelijke werkers e.a. Zij hebben er recht op naar hun prestaties te worden betaald. Dit gebeurt thans niet, want ook op hun arbeid wordt door de concerns grote uitbuitings- winst gemaakt. De VVD, die een demagogische campagne onder de kaders en zelfstandigen gevoerd heeft, poogt hier- door te verdoezelen dat zij zelf voor de onderbetaling van deze kringen verantwoordelijk is.

De prijscalculatiebeschikking is een fopspeen. Het enige, wat de voortdurende stijging tot stilstand kan brengen en wat de prijzen zou kunnen terugdraaien, is een prijsstop aan de bron, namelijk bij de grote concerns, bij industrie en groot- handel.

Daar ligt de oorzaak van het steeds duurder worden van het dagelijkse leven en niet bij de middenstand, de beoefe- naren van de vrije beroepen of de boeren.

Het gaat niet om de verdeling van de armoede, zoals Den Uyl in navolging van de oude Drees predikt, maar om ver- d e 1 i n g v a n d e r ij k d o m, die hoog ligt opgestapeld.

510

Daarom moet belastingverlaging worden afgedwongen voor

(7)

de lagere en middeninkomens en verlaging van de BTW.

Voor de kapitaals- en speculatie-winsten moeten de belastin- gen verzwaard worden.

Het is niet juist, dat genoemde belastingverlaging ten koste zou moeten gaan van sociale voorzieningen. Er valt genoeg op militaire en bureaucratische geldverspilling te bezuinigen.

Wie onmiddellijk geld wil vrijmaken voor verbetering van sociale voorzieningen, woningbouw en onderwijs kan dat doen door de 'Nederlandse ontwikkelingshulp' (biina een miljard en verhoudingsgewijs hoger dan de Verenigde Sta- ten) stop te zetten. Dit geld wordt uitsluitend besteed aan het in stand houden van Subarto's terreurregiem in Indonesië en het koloniale bewind in Suriname en de Antillen. <J.an de marionettenkliek in Saigon en aan feodaal-militaire despoten in Zuid-Amerika.

De werkloosheid. die thans in Nederland groter is dan in enig ander EEG-land, moet met alle middelen worden tenw- gedrongen. Niet alleen in het Noorden, maar ook in andere delen van het land. Dat in deze strijd grote succes,en Y1'nnen worden bereikt is bewezen door het optreden van de ENKA- arbeiders in Breda, door de werkers in de strokartonindustrie en bij Monroe.

4 Verdediging en uitbreiding van de democratie.

De CPN zal zich vastbesloten verzetten tegen reactionaire veranderingen in de kieswet, die de invloed van de arbeiders- beweging op het parlement beperken. Dit gevaar is actueel geworden door de toenemende degeneratie van de burgerlijke politiek. Deze was zichtbaar in de ongekende demagogie tijdens de verkiezingscampagne, vervuld van een ordinaire persoonsverheerlijking, die vreemd is aan Nederlandse tradi- ties en van buiten-af geïmporteerd wordt.

Wie terecht ontevreden is over de huidige gang van zaken, moet allereerst een einde maken aan dit soort methoden. Deze passen alleen lieden, die de kiezers beschouwen als stemvee in plaats van als mondige mensen. De tekortkomingen en misstanden, die ook aan de parlementaire democratie kleven, zijn niet op te lossen met geknoei, dat de rechten van de kiezers in feite beperkt. Daarvoor zijn politieke oplossingen nodig en overtuigingswerk onder de massa van het volk. De veel besproken splinters in de Nederlandse politiek zijn af- splitsingen van rechts. Zij zijn dus geen toonbeeld van 'ach- terlijkheid' van de kiezers of het kiesstelsel, maar wel van de rechtse politiek.

De bestaande verbrokkeling is in feite het gevolg van een tekort aan politiek inzicht, dat voornamelijk veroorzaakt wordt doordat de reactie en rechtse figuren in de arbeiders- beweging via televisie-hersenspoelingen al het mogelijke doen om het volk politiek af te stompen. Daarom tornt onze partij op tegen de onverschilligheid, waar deze nog onder lagen van de bevolking leeft, en komt zij met kracht op voor een- heid, voor gezamenlijk optreden in de acties voor concrete

doeleinden en voor bondgenootschappen, die - als zij er op

511

(8)

uit zijn de vitale eisen van de bevolking tot werkelijkheid te maken - inderdaad broodnodig zijn.

Jammer genoeg wordt dat nog steeds door leidende kringen in de PvdA tegengewerkt. In de PvdA heeft de grondir>e verandering in de situatie - het vastlopen van de Ameri- kaanse agressie en NAVO-politiek - nog geen duidelijke consequentie gekregen in de binnenlandse politiek. Zij heeft haar kiezers een progressief kabinet beloofd. maar stelde hen teleur. De gedachte aan een minderheidskabinet. d::>t V<'.n de steun van de KVP afhankelijk zou zijn, is alleen al hier- om verwerpelijk, omdat het om overeind te blijven op alle essentiële gebieden concessies aan rechts zou moeten doen.

Dit zou slechts nieuwe ontgoochelingen veroorzaken.

De PvdA heeft zich door de rechtse elementen uit D'66 on een dwaalspoor laten brengen. De zware klap, die de groep- Van Mierlo door de kiezers is toegebracht, moet voor de PvdA aanleiding zijn tot heroriëntering.

De basis voor een nieuwe, progressieve regering in de breed- ste zin des woords kan alleen door samenwerking van socia- listen en communisten worden opgebouwd. Hiervoor moet grondig gebroken worden met de anti-communistische ver- deeldheidspolitiek in de arbeidersbeweging. In

h~t

NVV heeft de meerderheid van leden en kaders aan dit anti- communisme een eind gemaakt. Ook het veto van Den Uyl c.s. tegen samenwerking met de CPN voor een progressieve regering moet worden opgeheven.

De verantwoordelijkheid die op ons allen rust is zeer groot!

Het Nederlandse volk moet en kan een progressieve regering aan de macht brengen. Hiervoor zijn de voorwaarden groei- ende. Doch ook de reactie laat zich niet onbetuigd. De hoog- ste waakzaamheid is geboden tegen mogelijke pogingen om de ontstane ontwikkeling in Nederland met autoritaire me- thoden tot staan te brengen. Het huidige kiesstelsel moet zonder enig voorbehoud verdedigd worden tegen degenen, die het in deze zin willen aantasten en de machtspositie van de rechtse partijen kunstmatig willen behouden door het invoeren van kiesdrempels e.d.

5 De belangen van de jonge generatie.

De werkende jongeren zowel als de studerende kunnen in de uitslag van de verkiezingen alleen maar een

aansporin~?;

zien om hun acties voort te zetten en te versterken. Een

drastische verhoging van de jeugdlonen is noodzake-

lijk evenals de verplichte doorbetaling bij deelname

aan vormingsdagen in het kader van de partiële

leerplicht, welke moet worden uitgebreid. Twee ministers

van onderwijs, De Brauw zowel als Van Veen, hebben een

smadelijke nederlaag geleden. Hun gehate duizend gulden-

regeling moet met terugwerkende kracht ingetrokken worden

en er moet afgezien worden van dwangmaatregelen, die

alleen maar verdere schade kunnen toebrengen aan het we-

tenschappelijk onderwijs en die er kennelijk op uit zijn chaos

512

te scheppen. Er moet een einde komen aan de vervolging

(9)

van groepen en personen, die in het leger in het belang van de democratie opkomen voor vrijheid van meningsuiting.

HET PARTIJBESTUUR VAN DE CPN ROEPT IN DEZE GEEST OP

VERSTERKT DE COMMUNISTISCHE PARTIJ VAN NEDERLAND!

VERSTERKT ONS DAGBLAD DE WAARHEID!

SLUIT U AANEEN IN ACTIE!

(De Waarheid, zaterdag 9 december 1972.)

Aan onze lezers

Als gevolg van de aanzienlijk gestegen drukkosten en verzendtarieven is het onmogelijk om Politiek en Cultuur in 1973 op de tot nu toe gebruikelijke wijze te laten verschijnen.

Reeds enige tijd zijn de kosten aanzienlijk hoger dan de abonnementsopbrengsten.

Het zal voor een ieder duidelijk zijn, dat het niet mogelijk is deze toestand te laten voortduren. Het is noodzakelijk om de uitgaven en de opbrengsten met elkaar in overeenstemming te brengen.

Te dien einde zal Politiek en Cultuur in 1973 zes maal verschijnen. Elk nummer zal 48 pagina's bevatten. De prijs per nummer wordt f 1.50.

De abonnementsprijs zal f 8.- per jaar bedragen (voor studenten f

5.-).

Toezending van P en C zal slechts kunnen geschieden als de abonnementskosten zijn voldaan. De abonnees van ons blad zullen daar toe in dit nummer een acceptgirokaart ontvangen.

Redactie en administratie van P en C vertrouwen er- op, dat de lezers de noodzaak van deze maatregelen zullen beseffen.

Van de zijde van de redactie zal alle mogelijke moeite worden gedaan om de beperking van het aantal num- mers op te vangen door een verhoging van de kwali- teit van de in P en C opgenomen artikelen en be- schouwingen.

Tegelijkertijd doen wij een beroep op alle abonnees en vrienden van Politiek en Cultuur om mee te werken aan de uitbreiding van het lezerstaL

Dat is het beste antwoord op de prijs- en kosten- stijgingen die als gevolg van de politiek van de rege- ring-Biesheuvel het verschijnen van ons blad, dat ge- wijd is aan de theorie en praktijk van het marxisme- leninisme, bemoeilijken.

Administratie Politiek en Cultuur Leidsestraat 25, Amsterdam

Tel. 020-231138- Postgironummer 447416

513

(10)

Werkloosheid moet worden

teruggedrongen

Het afgelopen jaar is de werkloosheid onrustbarend toege- nomen. Volgens cijfers van de arbeidsbureaus waren eind ok- tober 1972 112.000 mannen en vrouwen als werkzoekende in- geschreven. Dit cijfer geeft nog een geflatteerd beeld. De seizoenarbeid is in de herfst niet onbetekenend. Houdt men hiermede rekening dan bedroeg het aantal werklozen eind oktober circa 124.000 mannen en vrouwen. Ten opzichte van vorig jaar komt dit neer op een verdubbeling.

Daartegenover staat een scherpe daling van de vraag naar arbeidskrachten. Deze is gedurende het afgelopen jaar vrijwel gehalveerd.

Weliswaar wordt nu in ondernemerskringen verkocht, dat de werkloosheid weer iets zal dalen, maar daar wordt direct de eis van loonmatiging en loonsverlaging aan vastgeknoopt.

Ook in ambtelijke stukken komt deze zienswijze tot uitdruk- king.

Zo lezen we in de Sociale Maandstatistieken van oktober 1972, een uitgave van het CBS: "Voor 1973 wordt een stijging van de vraag naar personeel verwacht, waarvan de overheid, even- als het voorgaande jaar, weer 10.000 personen voor haar reke- ning neemt. Bij een dergelijke groei van de werkgelegenheid zou men een belangrijke daling van de werkloosheid kunnen ver- wachten. Uit de ervaringen van de vorige omslag is echter gebleken dat de immigratie van gastarbeiders in een dergelijke situatie weer snel op gang komt. Er wordt daarom een werk- loosheidsdaling van 15.000 personen verwacht. Bij een uit- blijven van de loon- en prijsmaatregel zal de daling echter nog kleiner zijn."

Uit dit citaat blijkt tevens, dat het werkloosheidscijfer hoog dreigt te blijven. Werkelijke maatregelen om deze omlaag te brengen zijn door de regering-Biesheuvel niet genomen. Het wordt steeds duidelijker, dat de ondernemers de werkers een toestand van een permanente hoge werkloosheid als "normaal"

willen laten accepteren. Niet voor niets wordt door hen zo vaak gewezen naar de toestand in de Verenigde Staten, waar ook bij opgang van de produktie de werkloosheid zeer hoog blijft. Van de kant van de ondernemers tracht men het als

"normaal" te doen voorstellen, dat werkloosheid niet alleen in een toestand van economische malaise voor zal komen.

Het bestaan van een groot werkloosheidsleger raakt de onder- nemers niet. Het gaat hen alleen om het opschroeven van de winsten en wat dat betreft komen zij aan hun trekken.

Zelfs het Centraal Planbureau moest deze herfst toegeven, dat

ondanks alle mooie woorden over een verantwoord prijsbeleid,

de grote ondernemers de winstmarges aanzienlijk verhoogd

514

hadden over de afgelopen periode van driekwart jaar.

(11)

Concernwinsten

Steeds onverhulder wordt door de concerns hun winststreven gerealiseerd.

Nemen wij het voorbeeld van Unilever. Over het derde kwar- taal van dit jaar ging de winst van deze wasmiddelen- en margarine moloch sneller vooruit dan de verkopen. De omzet van Unilever nam toe met 4,5 pct., de winst steeg met 13,5 pct.

Uit de cijfers over de afgelopen negen maanden blijkt, dat bij een omzetstijging van iets meer dan 2 procent een winststijging is gerealiseerd van meer dan 11 procent over die periode. Deze tendens is niet alleen bij Unilever te constateren.

Uit de schaarse gegevens die de grote ondernemingen geven over de besteding van hun winsten, valt op te merken, dat er het afgelopen jaar op behoorlijke schaal geïnvesteerd is en nog steeds wordt uit de eigen middelen. Volgens opgaven van het CBS terzake is er over de eerste helft van 1972 vergeleken met dezelfde periode in 1971 een stijging van rond de 200 miljoen gulden geweest.

De afgelopen jaren is daarbij door de concerns en de malti- nationalen steeds minder geïnvesteerd in de verdere uitbouw en groei van de ondernemingen. De investeringen zijn daar- entegen steeds meer gericht op directe winstenverhoging via opvoering van de efficiency door middel van een verder- gaande automatisering en rationalisering van het produktie- proces, de produktieorganisatie en de bedrijfsvoering. De be- doeling hiervan is zoveel mogelijk te kunnen besparen op de lonen. Dit brengt uiteraard geen uitbreiding van het aantal arbeidsplaatsen met zich mee.

Sneller dan voorheen worden technologische vernieuwingen doorgevoerd, zoals arbeidsbesparende produktiemethoden of gehele dan wel gedeeltelijke automatisering van fabricage- processen. Onder kapitalistische bedrijfsvoering komt dit neer op een relatieve, vaak ook absolute, vermindering van het aantal arbeidsplaatsen. Bovendien treedt er een behoefte op aan andersoortig geschoolden dan waarmee tot dan toe gè- werkt werd. Hierdoor komen de mensen, die te specialistisch of te afhankelijk van het bestaande produktieproces geschoold waren, op straat te staan. De veranderingen in de administra- tieve sector zijn hiervan een duidelijk voorbeeld.

Een ander gevolg van dergelijke veranderingen in het fabri- cageproces kan zijn, dat de behoefte aan allround vaklieden vermindert, omdat het gewoon goedkoper is voor de onder- nemers ongeschoolde of halfgeschoolde arbeidskrachten in te huren, die de nieuwe werkzaamheden ook kunnen verrichten.

Voorbeelden hiervan vinden we te over in de bouwnijverheid en de metaal.

Fusies en concentraties

Naast deze technologische veranderingen zijn er ingrijpende

veranderingen in gang gezet op het gebied van de bedrijfs-

515

(12)

voering. Op het niveau van hele ondernemingen zijn daar de fusies en concentraties in mammoetconcerns. De bedrijfspolitiek van deze multinationalen,

gc~teund

door de EEG-politiek van de afzonderlijke staten en de EEG zelf, is maar al te bekend.

Dat deze mammoeten er niet voor terugdeinzen uit wat dan heet rentabiliteitsoverwegingen hele fabrieken in een klap te sluiten of hele produktie-eenheden van het ene land naar het andere te verplaatsen, hebben we het afgelopen jaar kunnen zien aan de, door de werkers verijdelde, plannen van de AKZO.

Ook in de bedrijfsvoerinf, binnen afzonderlijke ondernemin- gen zijn ingrijpende wijzigingen gekomen, zoals het samen- trekken van oorspronkelijk gescheiden afdelingen, wat vrijwel altijd gepaard gaat met "afvloeiingen"; of het verzwaren en uitbreiden van de taken van bedrijfsafdclingen of werkgroepen bij een gelijk personeelsbestand. Bij de doorvoering van deze veranderingen in de organisatie van de produktie wordt tegen- woordig een zwaar beroep gedaan op de door de burgerlijke sociale wetenschappen bedachte methoden. Te denken valt in dit verband aan al de pogingen de motivatie of arbeidsbereid- heid van individuen en groepen te verhogen; of de werkers

"meer te betrekken bij hun werk". Een belangrijke verklarings- grond voor de grote vlucht die zaken als werkstructurering, werkoverleg, inspraakexperimenten, e.d. hebben genomen moet o.i. hier worden gezocht.

Tenslotte zijn er samenhangend met de bovengenoemde facto- ren duidelijke wijzigingen gekomen in het personeelbeheer, zo- als dat heet.

Afvloeiingen, inkrimpingen, personeelstoppen, zij zijn aan de orde van de dag. Steeds meer wordt in de "bedrijfskunde" de nadruk gelegd op een actief ingrijpen van de kant van de bedrijfsleiding in het personeelbestand en de personeelopbouw.

Evenals machines en sommen geld kun je dit verplaatsen, kun je er mee schuiven. Dat zien we dan ook gebeuren.

Met als belangrijkste doel maximalisatie van de winsten is in de afgelopen jaren door de bedrijfsleiding van de grote onder- nemingen op alle mogelijke manieren alles op alles gezet om met steeds minder mensen het zelfde of een hoger produktie- niveau te bereiken. Zo deelde men van de zijde van de raad van bestuur van Philips mee, toen er toch iets gezegd moest worden over die enorme stijging van de winsten over het derde kwartaal van 1972, dat nu de eerder ingevoerde veranderingen in de produktie-organisatie, de daarmee gepaard gaande per- soneelstoppen, afvloeiingen en herplaatsingen hun vruchten gingen afwerpen.

Via de op deze manieren opgebouwde besparingen op de uit te betalen lonen en daarbij de systematische opdrijving van de prijzen konden de enorme winsten gerealiseerd worden.

Voor de werkers echter is het resultaat achteruitgang van de

werkgelegenheid en achteruitgang in het reëel besteedbaar in-

516

komen.

(13)

"Harde kern werklozen"

Het aantal werklozen neemt toe, maar bovendien is de gemiddelde duur van inschrijving aan het arbeids- bureau als werkzoekende toegenomen. Wanneer men zonder werk komt, blijft men steeds langer werkloos. Er vormt zich langzamerhand, zo werd ook in september in het officieel orgaan van het NVV, de Vakbeweging, opgemerkt, een "harde kern van werklozen". In het artikel werd gezegd: "Er dreigt zich binnen het werklozenbestand bovendien een "harde kern"

te vormen van mensen, die er ook na bijvoorbeeld enkele maanden niet in slagen zich een nieuwe werkkring te ver- werven. Van alle mannelijke werklozen boven de vijftig jaar probeert liefst vijftig procent al langer dan een half jaar weer aan de slag te komen en vijfentwintig procent doet dit al langer dan een jaar."

Met name in de sectoren van de bouwnijverheid, de metaal, het kantoor-, handels- en winkelpersoneel en in de horeca lopen grote groepen al tiiden in de WW of trekken inmiddels steun.

Zij zijn al een half jaar, een jaar of langer werkloos. Uit de cijfers, die door het CBS worden gepubliceerd, valt op te maken dat over de periode oktober '71-oktober '72 de per- centages langdurig werklozen in elke leeftijdscategorie met tien procent of meer zijn gestegen.

Daarbij speelt ook een rol, dat door de afgelopen KVP- VVD- regeringen stelselmatig is geweigerd werkelijke maatregelen te nemen tot het scheppen van werk. De botte bezuinigingsmaat- regelen, waaraan met name DS'70 en VVD debet zijn en die vooral in de bouw desastreuze gevolgen hebben gehad, hebben ook tot het ontstaan van de steeds groter wordende groep van langdurig werklozen geleid.

Jeugdwerkloosheid Een bijzonder gevaarlijk aspect van de huidige werkloosheid is de jeugdwerkloosheid.

Een paar cijfers. Over de periode oktober 1970-oktober 1972 is het aandeel van de jongeren in de totale werkloosheid ge- stegen. Voor jongens beneden de 19 jaar was dit met 1,5 pct.

en voor meisjes uit dezelfde leeftijdsgroep was dit met 4 pct.

De 19-22-jarigen zijn bij de mannen en de vrouwen met 2 pct.

gestegen. Volgens de cijfers van het CBS waren er eind oktober 1972 een kleine 6000 jongens en 3500 meisjes van 18 jaar en jonger zonder werk; in de leeftijdsgroep 19-22 jaar waren dit 13.000 mannen en 5300 vrouwen.

Niet alleen is het aandeel van de jongeren in de totale werk- loosheid toegenomen. Ook blijven deze jongeren steeds langer werkloos. Ruim de helft van de werklozen jonger dan 19 jaar loopt al langer dan een maand zonder werk. In oktober 1970 was dit nog amper 35 procent en in oktober 1971 was dit 39 pct.

Voor de leeftijdsgroep 19-22-jarigen is dit percentage van

517

(14)

oktober 1970 tot oktober 1971 gestegen met circa vijf procent;

en over het afgelopen jaar met 14 procent.

Eenzelfde stijging zien we in het percentage, dat al meer dan drie maanden werkloos is. In de groep 18-jarigen en jonger is dit percentage gestegen met circa 6 procent over 1972 tegen- over 1 procent in 1971.

De 19-22-jarigen die al meer dan drie maanden werkloos zijn, zijn over 1972 gestegen met meer dan 10 procent, tegenover in 1971 met slechts

1

procent. Hiermede zijn de jongeren het afgelopen jaar sneller gestegen dan de overige leeftijdsgroepen.

Een twijfelachtige eer.

De officiële cijfers zeggen lang niet alles, zeker niet voor de jongste leeftijdsgroep die als "korter dan een maand werkloos"

in de boeken komt. Uit de gegevens van vormingscentra is op te maken, dat onder hen een groot aantal zwerft v<>.n baas naar baas; tijdelijk aan de slag, tijdelijk werkloos. Gevallen van jon- gens en meisjes, die sinds augustus al vier tot vijf bazen hebben gehad, zijn geen uitzondering meer.

Om aan de slag te blijven gaan de jongeren er steeds meer toe over werk aan te nemen, waarvoor zij niet zijn opgeleid of dat beneden hun niveau ligt. In de metaal lopen vele MTS-ers fabrieksbaantjes op te knappen, terwijl LTS-ers met lasdiploma lantaarnpalen versnijden of het kantoor van de b<>.as of zijn privé-woning moeten opknappen.

Het is bovendien bekend, dat met name de 15- en 16-jarigen de weg naar het arbeidsbureau in veel gevallen niet gaan, noch in voldoende mate op de hoogte zijn van hun sociale rechten.

Onlangs werd dit weer bevestigd in een onderzoek dat werd gehouden onder werkende jongeren in Eindhoven

1) Vol~ens

dit onderzoek geldt dit voor meer dan vijftig procent van de schoolverlaters. Het is een schrijnend feit, dat de onderwijs- instellingen te weinig middelen, tijd en mankracht hebben om ook deze zaken te onderwijzen.

Een gevolg natuurlijk met deze onbekendheid met de sociale wetgeving bij de jongeren is, dat zij ook niet in officiële statistieken verschijnen.

Naast de verborgen werkloosheid zoals bovengenoemd recht- vaardigt dit feit de conclusie, dat de officiële cijfers een te

?Ptimistisch beeld geven van de werkelijke situatie onder de Jongeren.

Uit gesprekken, die wij voerden met jongeren blijkt bovendien dat het voor hen moeilijker wordt, deel te nemen aan verdere vakopeidingen na hun school, wanneer zij geen vast werk krijgen.

D::tarnaast is het voor hen, die weliswaar werk hebben, al is

het vaak kortstondig en buiten hEn vak, moeilijk verplichte

vorming te volgen. Want die ene dag in de week is voor de

meeste bazen een beletsel partieel leerplichtigen, die op hun

recht blijven staan, in dienst te nemen of te houden. Sinds de

invoering van de verplichte dag heeft bijvoorbeeld Philips tien-

518

tallen jongeren ontslagen. De reactie van de PTT op de ver-

(15)

1

plichte dag is maar al te bekend. En dit zijn geen op zichzelf staande gevallen.

Partieel leerplichtigen zijn bij de PTT niet gewenst.

Jongeren in verzet Gebruikmakend van de werkloosheid zijn de ondernemers erop uit de opleiding van jonge mensen op de lange baan te schuiven of geheel na te laten, want zo een opleiding kost immers tijd en geld. Open plaatsen proberen zij uitsluitend te doen in- nemen door oudere, geroutineerde vakkrachten.

Een methode van de ondernemers is ook om jonge arbeiders, willen zij aan de slag komen, te dwingen af te zien van verdere scholing in het eigen vak of af te doen zien van vorming.

De werkende jongeren zijn de laatste jaren tegen deze situatie in verzet gekomen en hebben tijdens demonstraties en meetings hun verlangens op niet mis te verstane wijze onder woorden gebracht.

Tal van initiatieven zijn bijvoorbeeld genomen door het ANJV ter verdediging van de belangen van de werkende

jeu~>;d.

De werkende jongeren laten van zich horen en hun activiteiten zijn niet beperkt tot één bepaald gebied of streek van ons land.

In Utrecht heeft een "Comité tegen Jeugdwerkloosheid" een brochure "Jeugdwerkloosheid" uitgegeven, waarin nader O!J de huidige situatie wordt ingegaan. Deze situatie wordt door een jonge arbeider als volgt geschetst:

.,Wii worden de verdrukl:elingen, omdat wij voor niets op- geleid worden en we geen werk kunnen vinden, zodat we ge- noegen moeten nemen met mindere baantjes en wat werk be- treft steeds minder kriie;en, waardoor we werkloos worden en bijgeschoold of omgeschoold moeten worden ...

Zo worden wij de gastarbeiders van morgen!"

Dit alles komt niet in de officiële cijfers tot uitdrukking. Maar het zijn juist deze zaken, die de jeugdwerkloosheid tot een zeer ernstig probleem maken. Leerlingenstelsels zijn gekoppeld aan werk. Wanneer ie werkloos wordt, vervalt in veel gevallen deze noodzakelijke mogelijkheid van

scholin~

tot vakman.

Hetzelfde geldt wanneer noodgedwongen werk aangenomen wordt, dat beneden het eigen niveau ligt of dat buiten de eigen opleiding valt. Dit leidt er weer toe, dat de kansen toenemen dat men ofwel als ongeschoolde of als halfgeschoolde in de toekomst aan de slag moet zien te komen, ofwel dat men vaardigheden en ervaring opdoet in relatief gespecialiseerd werk waar tijdelijk een grote behoefte aan bestaat, maar waar op den duur geen toekomst in zit.

Uit sociaal-wetenschappelijk onderzoek, uitgevoerd onder lang- durig werklozen, is bovendien bekend, dat deze toestand men- sen die erdoor getroffen worden, belangrijke psychische schade toe kan brengen.

Ook hierdoor raakt men, individueel gezien, weer in de vicieuze cirkel: geen werk of langdurig werken ver onder het eigen niveau brengt vooral op jonge leeftijd met zich mee een ver-

traagde ontwikkeling.

519

(16)

Dat onder de jonge arbeiders en beambten het percentage langdurig werklozen stijgt is in dit licht bezien verontrustend.

De maatregelen met betrekking tot de werkloosheid, zoals die door het inmiddels demissionaire ondernemersbewind van Bies- heuvel en consorten zijn genomen, zijn zoals opgemerkt vol- komen ontoereikend. In feite wordt met de selectieve investe- ringsregeling, zoals door de VVD-er Langman uitgedokterd, de grote ondernemers nog een duwtje in de rug gegeven, vooral door te gaan met hun investeringspolitiek. Voor de werkge- legenheid is hiervan geen goeds te verwachten.

De regionale ontwikkelingshulp, aanvankelijk alleen bedoeld voor het Noorden, maar nu noodzakelijk voor vrijwel elke regio, biedt op de lange termijn ook geen oplossingen. Wezen- lijke verbeteringen worden er met deze maatregelen niet door- gevoerd en de eisen, die vanuit de regio's voor wèrkelijke ver- anderingen worden gesteld, zijn dan ook alleszins op zijn plaats.

Voor de jeugdwerkloosheid komt daar nog als apart punt bij, dat in de huidige maatregelen geen garantie is ingebouwd, dat de aanvullende werkgelegenheid ook van hetzelfde niveau is als het vroegere werk of dat zij aansluit bij de opleiding.

Terecht wordt er in de eerder genoemde brochure van het Utrechtse comité op gewezen, dat er bovendien geen mogelijk- heden voor verdere vorming zijn ingebouwd.

De wijze, waarop in officiële kringen tegen de jeugdwerkloos- heid en de vorming van de jeugd wordt aangekeken, trad kort- geleden nog aan het licht in de zogenaamde plannen van de VVD-er Vonhoff. Eigenlijk zijn deze plannen te belachelijk om uitvoerig bij stil te staan. Deze ex-cultuurmusketier is er alleen maar op uit de werkende jongerenorganisaties en instellingen van jeugd- en jongeren, d.w.z. club- en buurthuizen, die hij eerst berooid heeft, voor ziin politieke karretje te spannen.

Dat blijkt uit de brief, die hij rondzond en waarvan men zich alleen maar kon afvragen hoe iemand dat aan het papier kan toevertrouwen.

2)

Al met al is het duidelijk, dat de verdediging van de bestaande werkgelegenheid en de uitbreiding hiervan in de toekomst in de huidige verhoudingen alleen tot stand gebracht kan worden door de acties van de werkende bevolking zelf en van haar organisaties.

Daarbij is de strijd tegen de jeugdwerkloosheid in de eerste

plaats strijden voor werkgelegenheid in het algemeen. De acties

bij de ENKA, tegen de sluitingen van bedrijven in Drente en

Brabant, in het Noorden om het behoud van de strokarton of

bij Bronswerk Utrecht of Monroe in Medemblik, deze acties,

waarbij jong en oud betrokken zijn, zijn dan ook van het

grootste belang. De oorzaken van de jeugdwerkloosheid ver-

schillen niet van de tendensen, die tot de huidige werkloosheid

hebben geleid. De strijd ertegen is allereerst verbonden met de

massa-acties tegen de EEG-politiek met haar desastreuze ge-

volgen voor de werkgelegenheid en tegen de niet aflatende

pogingen van het kapitaal de werkers in een afhankelijke

520 positie te brengen.

(17)

1

Onderwijs en bedrijfsleven

Er is nog een aspect met betrekking tot de jeugdwerkloosheid, dat alle aandacht verdient. De strijd tegen de jeugdwerkloos- heid betekent eveneens strijden tegen de vorming van grote groepen laag- of halfgeschoolden en tegen de pogingen in het onderwijs in korte tijd specialistische arbeidskrachten op te leiden, waaraan de bedrijven momenteel behoefte hebben.

Dit geeft haar een eigen betekenis. Gezien het karakter van de huidige werkloosheid getuigt het dan ook van een vergaand cynisme, wanneer onder verwijzing naar de huidige toestand gepleit wordt voor een afstemming van het onderwijs op het bedrijfsleven.

Uit kringen van het Verbond van Nederlandse Ondernemin- gen en uit de monden van rechtse politici wordt meer en meer gehoord, dat het aanbod van het onderwijs niet meer overeen- komt met de vraag van het bedrijfsleven. Hoe hier precies de vork in de steel zit, daarover wordt door deze heren verder een doodse stilte bewaard. Intussen blijft het een feit, dat de ar- beidsbureaus overspoeld worden door jongeren en dat grote groepen schoolverlaters direct de WW in kunnen of worden afgevoerd naar sociale werkplaatsen. (Een politiek overigens, die ook op oudere werknemers wordt toegepast.) LTS-ers, MTS-ers en HTS-ers wordt steeds vaker aangeraden hun di- ploma maar zo diep mogelijk in hun zak te houden en nog maar een jaartje naar school terug te gaan. Het komt meer en meer voor, dat ex-dienstplichtigen hun plaatsen bezet zien.

De vormingsplicht voor 15- en 16-jarigen wordt op steeds groter schaal ontdoken vanwege de dreiging van ontslag of leidt al direct tot ontslag.

Tegen deze achtergrond moeten dan ook de pleidooien uit ondernemerskring met betrekking tot de vormen van onder- wijs worden gezien. Het zijn pleidooien, die trouwens ook uit andere monden komen, zowel uit die van regeringsadviseurs en commissies voor het hoger onderwijs, als van de ministers voor wetenschappen en onderwijs uit de rechtse kabinetten.

Zo werd kortgeleden nog verklaard door een zekere A. Beek namens het VNO (Elsevier, oktober 1972), dat het onderwijs tegenwoordig steeds meer algemeen opgeleide mensen aflevert, die het aan vakkennis ontbreekt. Bij dezelfde gelegenheid werd door de heer Van der Peijl, directeur-generaal van het ministerie van Sociale Zaken, verklaard als uitleg voor de grote werkloosheid onder de schoolverlaters, dat het onderwijs absoluut niet meer aansluit bij de vraag uit de bedrijven.

De aanbevelingen, die door deze kringen vervolgens worden rondgestrooid, komen er regelrecht op neer de arbeiders en beambten van morgen, nu met behulp van hun onderwijs- herstructurering afhankelijk te maken van de anarchie van de arbeidsmarkt, zoals die onder het kapitalisme bestaat.

Als "bewijs" voor de noodzaak van deze afstemming, die het grootkapitaal voor ogen staat, wordt de huidige grote jeugd- werkloosheid aangevoerd. De oorzaken hiervan worden gelegd

in een verkeerd onderwijs en een verkeerde beroepskeuze. Maar

521

(18)

522

de zaken liggen precies andersom. De werkloosheid van nu toont overduidelijk aan, waartoe de wensen van het VNO, de rechtse bewindslieden en de krachten die zij dienen, leiden.

Strijd noodzakelijk Niet de vraag van de ondernemers, die louter en alleen be- paald wordt door winstbejag, is doorslaggevend, maar de ont- wikkeling van de werkende mens. Dat het onderwijs ver- anderingen moet ondergaan, dat het uitgebreid moet worden dat het inhoudelijk op een hoger plan gebracht moet worden, dat is de werkende bevolking allang duidelijk. De massale acties van de laatste jaren zijn hiervan de meest sprekende uitingen. De bedoeling van deze veranderingen gaat lijnrecht tegen de belangen van de concerns en hun zetbazen.

Zij schrikken er dan niet voor terug deze veranderingen tegen te gaan en ongedaan te maken onder het mom van hun "be- zorgdheid voor de mogelijkheden van de leerlingen van nu om later aan de slag te komen".

Wanneer hun belangen gediend blijven zal het er inderdaad somber blijven uitzien, nu en in de toekomst.

Het is echter mogelijk een andere koers te gaan. De strijd tegen de ondernemersplannen en voor werkelijke veranderingen heeft zich ontwikkeld en hij zal zich blijven ontwikkelen.

T. MEIJMAN

1 ) Een onderzoek uitgevoerd door de KWJ in Eindhoven. Het toont aan, dat de verontrusting onder álle werkende jongeren leeft.

2) In Vonhoffs brief wordt onder meer gezegd:

"Om enigermate tegemoet te komen aan de problematiek van jeugdige werklozen is na over leg met het Ministerie van Sociale Zaken besloten te bevorderen, dat er een aantal projekten voor sociaal-culturele opvang van jeugdige werklozen gerealiseerd kunnen worden.

Hiervoor zijn gelden beschikbaar gesteld door de regering, welke geput worden uit fondsen voor de aanvullende werkgelegenheidsmaatregelen.

Bij deze projekten kan worden gedacht aan:

speciale vormingsaktiviteiten (o.a. met aandacht voor zinvolle voortge- zette scholing en discussie over verschillende facetten van arbeid en beroep).

kreatieve en rekreatieve programma's.

het opzetten van een dienstencentrale, van waaruit verschillende ar- beidsprestaties als vrijwilliger geleverd kunnen worden. Hierbij valt te denken aan verfraaiings-projekten (openbaar groen, straatbeeld), een sociale dienstencentrale, of het inzetten van werkloze jongeren a1o:

vrijwilligers bij het jeugdwerk en opbouwwerk.

Uiteraard moet er voor worden gewaakt, dat rondom deze projekten ca akti;,iteiten de indruk ontstaat van zinledige of minder zinvolle bezighe den.

Vooral ook die laatste zin doet de deur dicht! Het gaat immers niet om het bedenken van "zinvol" doen voor de jongeren, maar om hun recht op werk en hun recht op ontwikkeling van de vakbek waamhcid. Het was trouwens opvallend, dat Vonhoff pas wat over de jeugdwerkloosheid zei vlak voor de verkiezingen.

(19)

l

l

De strijd in Suriname voor nationale bevrijding

Door de Nederlandse regering werd geruime tijd geleden een zogeheten "Koninkrijkscommissie" ingesteld. Deze Koninkrijks- commissie - samengesteld uit een groepje Haagse regenten onder voorzitterschap van prof. W. F. de Gaay Fortman - kreeg tot taak de bestaande verhouding tussen N:oderland en de "Overzeese Rijksdelen", vastgelegd in het Koninkrijks- statuut, te herformuleren.

Het wordt immers steeds duidelijker, dat dit koloniale instituut is overleefd.

In Suriname zelf neemt het verzet daartegen toe en beperkt zich niet alleen meer tot die groeperingen, die van begin af aan tegen het statuut zijn opgetreden. Er zijn ook binnen de Nederlandse heersende klasse groeperingen, die om uiteen- lope?de redenen formeel de oude verhouding wel willen WlJZlgen.

Dat bleek onder andere, toen op 30 mei 1969 een staking bij de Shell-raffinaderijen op Curaçao uitmondde in een algemene opstand in Willemstad, en toen daarop volgend in Suriname begin september 1971 een driedaagse algemene staking werd georganiseerd bij alle koloniale bedrijven.

Terwijl de Surinamers met steeds meer kracht tonen "baas in eigen huis" te willen zijn, zit de Koninkrijkscommissie te 's Gravenhage te broeden op een ei waar naar verwacht "on- afhankelijkheid" op zal staan en dat waarschijnlijk pas in 1975 zal uitkomen. Zoals het er nu naar uitziet zal dat een windei worden en zal Suriname's ondergeschiktheid in een nieuwe jas worden gestoken. Als blijk van "onafhankelijkheid" zou het - wanneer het de "Haegsche Hecren" behaagt - een eigen vlag krijgen, maar ook door Nederland opgeleide mili- tairen en diplomaten.

Historische banden De Koninkrijkscommissie zoekt zogenaamd naar wegen om de

"historisch gegroeide banden" tussen Nederland en de West tot uitdrukking te brengen in een nieuwe staatsrechtelijke over- eenkomst tussen beide. Een dubieus uitgangspunt, want de ge- schiedenis van de Nederlandse macht in Suriname is de ge- schiedenis van de koloniale terreur. Treffend werd dit door één der kolonisatoren zelf onder woorden gebracht:

"Dese menschen zijn alsoo genaturaliseert, soa wanneer sij in vryheydt ghestelt of lieftalligh gekoestert werden, soa en wilden zij niet deugen en weten haar selfs niet te gouverneuren;

maar by afdien men gheduerigh met rottingen in hare lenden woont en dat men deselvige 't elckers sonder genade bastoneert, soa heeft men goede diensten van de selve te verwachten: alsoo

dat hare welvaert bestaet in slavernije".

523

(20)

Dat was kloeke taal van de Weleerwaarde Heer Johan Pickardt, bij leven en welzijn dominee te Coevorden. De Suri- namers konden zich zelf niet "gouverneuren", gewoon omdat zij niet "deugden". Dat was begin 1700. Het volk van Suri- name had toen nog 150 jaar slavernij op de plantages van de Nederlanders voor de boeg. Veel sla ven wisten zich in die jaren te bevrijden. Zij vluchtten weg van de plantages en bouwden diep in het oerwoud hun traditionele Afrikaanse cultuur weer op. Van daar uit werd de verzetsbeweging van de "Marons" georganiseerd, die bij de aanvallen op de plantages talloze slaven wist te bevrijden.

Ruim honderd jaar geleden werd de slavernij in Suriname op- geheven en vervangen door een moderner versie van de "ver- deel-en-heerspolitiek". Naast de voormalige slaven werden namelijk duizenden vanuit de Engelse kolonie India geronselde contract-koelies te werk gesteld. Als gevolg van deze koloniale praktijken kunnen we de Surinaamse bevolking onderscheiden in twee in rassiaal en cultureel opzicht verschillende groepen:

de Creolen en de Hindustanen. Doch deze kunstmatig be- vorderde verdeeldheid van het Surinaamse volk kon niet ver- hinderen, dat de verschillende bevolkingsgroepen zich voort- durend met elkaar verbonden tegen hun gemeenschappelijke vijand. In het dagelijks leven traden de Nederlandse onder- nemers en koloniale bestuurders immers op als de uitbuiters en onderdrukkers van beide bevolkingsgroepen.

Zo ontstond er in het begin van de dertiger jaren een brede beweging voor nationale onafhankelijkheid van Suriname, die echter op

7

februari 1933 op gewelddadige wijze werd neer- geslagen door het Nederlandse bewind. Een gebeurtenis - bekend staand als de opstand van Paramaribo - die in Neder- land nauwelijks in het nieuws kwam, omdat op hetzelfde moment dat in "De West" de koloniale terreur woedde, in Indonesië de roemruchte muiterij op de "Zeven Provinciën"

uitbrak, die eveneens in bloed werd gesmoord.

1)

Op 7 februari 1933 vond te Paramaribo een massale demon- stratie plaats tegen het zonder vorm van proces gevangen houden van Anton de Kom, die was opgesloten vanwege zijn ageren tegen het Nederlandse kolonialisme. De demonstratie werd met geweervuur uiteen gedreven, waarbij twee doden en tientallen gewonden vielen. De twee doden waren een Eindu- staan en een Creool. Waarmee op tragische wijze het gemeen- schappelijk lijden en het verzet van het Surinaamse volk tot uitdrukking kwam.

Over het verloop van het bloedbad schreef het A.R.-dagblad De Standaard:

"Het volk werd tot drie maal toe gesommeerd terug te gaan, daar anders van vuurwapenen gebruik zou worden gemaakt.

Het mocht echter niet baten; de menigte bleef voorwaarts

dringen, waarop de procureur-generaal door vijf beambten een

- laag gericht - salvo liet afgeven, waardoor weliswaar

enkelen werden getroffen, maar waarvan de uitwerking op de

524 massa geen andere was dan een honen van de politie.

(21)

1

l

Een tweede salvo was noodzakelijk, maar had geen ander gevolg.

Een derde salvo bracht, hoewel men zag dat verschillende ge- troffen waren de menigte nog niet tot staan en pas na het vierde begon de algemene terugtocht."

Waarna De Standaard concludeert:

"De gebeurtenissen van begin februari hebben het voordeel opgeleverd, dat het vertrouwen in de machtsmiddelen van het bestuur is versterkt en dat de politie, die haar taak op lof- waardige wijze heeft vervuld, door haar optreden wederom in aanzien is gestegen."

In de Tweede Kamer werd het de CPH niet toegestaan de minister van koloniën over dit politie-optreden te interpelleren.

A. de Kom werd, nadat hij uit Suriname vcrbannen was, op een grootse solidaritcitsmeeting in

A:1~sterd:tm

ontvangen.

2) -

Van kolonie naar neo-kolonie Bij het intreden van de fase van het imperialisme werden de drijvende machten achter de buitc:1landse ovcrheersinç; van Suriname de internationale concerns, zoals de Unired Fruit Comp1-ny, de Aluminium Company of America, het

onlan~s

door Shell overgenomen mijnbouwbedrijf Billiton en het hout- bedrijf Bruynzeel. Deze bedrijven maken het bestaan van het Surinaamse volk volledig ondergeschikt aan hun belangen, doordat zij zich richten op de exploitatie van Suriname's bodemschatten.

De voornaamste bodemschat is bJ.uxiet, da.t is aluminiumerts.

De gehele Surinaamse

economi·~

is van de exploitatie van deze ene gronJstof afhankelijk, hetgeen o.a. blijkt uit de uitvoer, die voor 87 pct. uit bauxiet bestaat.

De bauxietexploitanten zijn de gebroedcriijk samenwerkende monopolies Shell-Billiton, die twintig procent, en de Aluminium Company of America (AlCoA), die tachtig procent van de bauxietexploitatie in handen heeft.

Eigenlijk is het dus deze Amerika::nse aluminiumgigant aan wie het lot van het Surinaamse volk is overgeleverd.

Achter Alcoa gaat een clan van financiers schuil, de Mellon Familie, wier vermogen geschat wordt op 15 miljard gulden.

Deze familie bezit 35 pct. van de aandelen van Alcoa en heeft daarmee de beslissende stem over de beleidsvoering. Verder bezit de Mellon-familie 70 pct. van de aandelen van Gulf Oil.

Ze bezit meer dan de helft van de aandelen van Koppers en Consolidated Coal. Bovendien heeft de familie aandelen- pakketten in een honderdtal bedrijven, waaronder Chrysler, Pullman, Bethlehem Steel, W estinghouse Elektric, General American Transportation, etc. etc.

3)

De stamvader van de Mellon-familie was Andrew Mellon, bankier te Chicago en van 1921 tot 1932 minister van financiën van de Verenigde Staten. Andrew Mellon had geen verstand van aluminium, doch slechts van geld verdienen. Daartegen-

over was er 'n groep van deskundigen, die een patent had op de 525

(22)

toenmaals modernste methode van het smelten van aluminium.

Zij wisten hoe de aluminiumproduktie georganiseerd moest worden, maar waren niet in staat dit te financieren. Daarom verkochten zij hun patentrechten in 1888 aan de bankier, die de Aluminium Company of America stichtte. Mellon liet de leiding van de produktie aan een groep deskundigen over en zag toe hoe de winsten over zijn in het aluminiumbedrijf ge- investeerde kapitaal binnen begonnen te stromen.

De helper helpt zichzelf In het optreden van de monopolies in Suriname, en van de financiersgroepen die hier achter schuil gaan, zijn de wezen- lijke bestanddelen van het imperialisme te herkennen zoals deze reeds door Lenin werden geschetst. In de uiterlijke ver-

s~hijningsvormen

ervan treden evenwel voortdurend verande- nngen op.

Met de zogenaamde ontwikkelingshulp bijvoorbeeld omgeeft het imperialisme zich met een nog "liefdadiger" aureool dan het voor de oorlog deed met zijn "ethische koloniale politiek".

De stelling, dat bij de zogenaamde ontwikkelingshulp van hulp geen sprake is, kan nota bene door de grootste "helpers" zelf niet verheeld worden. Zo merkte de voormalige Nederlandse minister voor ontwikkelingshulpzaken B. Udink indertijd

4

op:

"Een feit is bijvoorbeeld, dat alle ontwikkelingshulp, die wij aan Indonesië geven voor 100 pct. in Nederland wordt be- steed bij de Nederlandse industrieën en producenten.

Alle ontwikkelingshulp, die wij geven aan landen als India, Pakistan, Kenya, Colombia, Peru, Tunesië .. . ; die wordt voor 100 pct. in Nederland besteed."

De helper helpt zichzelf zouden we zo zeggen. (Dat de helper inderdaad zichzelf helpt wordt in noot 4 verder verduidelijkt aan de hand van uitspraken van Kennedy, Rockefeller en Black.)

Suriname is het land dat per hoofd van de bevolking de meeste

"ontwikkelingshulp" ter wereld heeft ontvangen.

Als leek het een gulle Sinterklaas ging de Nederlandse regering in Suriname te werk, en zij werd hierbij trouw terzijde gestaan door haar knechtjes Lach:non, Essed en Radhakishun, die er zorgvuldig op toezien dat alle Nederlandse cadeaus in blijd- schap worden ontvangen.

Het eerste grote "cadeau" dat Suriname van l.Jtèderland kreeg was het "modernste rijstbedrijf" ter wereld, het Wageningen- project.

Dit rijstbouwproject werd gefinancierd uit het zogenaamde

"Welvaartsfonds", dat bestond uit veertig miljoen gulden ont- wikkelingshulp. De onderneming werd opgezet als een ideële stichting, die in zijn statuten schreef niet te beogen winst te maken. Wel, van dit nobele streven is in de praktijk weinig terecht gekomen. In minder dan geen tijd wist het de gehele Surinaamse rijstbouw te monopoliseren. Als toeleveringsbedrijf van de Nederlandse rijstindustrie

We~sanen

levert het nu 85 pct.

526 van de Surinaamse rijstexport.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Dit brengt veel extra werkuren met zich mee (invallen, pieken opvangen), die niet meer ingelopen kunnen worden. Een andere factor waardoor voor velen de feitelijke werkweek

De belangrijkste onder hen was de meerderheidsgroep in de Russische Sociaal Democratische Partij (Bolsjewiki) onder leiding van Lenin. Bij het uitbreken van de

'De factoren die het terrorisme in de hand hebben gewerkt, bestaan in onverminderde sterkte voort of nemen nog in sterkte toe. Te verwachten valt a) een

Het betekent dat een front gevormd wordt, niet alleen tegen machinaties van het Westduitse, Franse en Amerikaanse imperialisme in deze gebieden, maar vooral ook

Pruisen~erd net als in ons land het jaar 1834 het jaar van een af- splitsing van de protestantse staatskerk. Het zijn vooral de ont- wikkelingen in Pruisen geweest,

Belangrijke vragen, omdat economische verhoudingen nu eenmaal een uitermate belangrijke rol spelen in elke machtsstrijd, of het nu gaat om de Oude tegen de

geweest.. Toen minister-president Biesheuvel op 28 september 1971 de commissie installeerde wist hij heel goed, dat het verzet tegen de hoge bewapeningsuitgaven en

Zo ook in de Midden-Molukken, maar deze federalisten zijn zeker géén RMS-ers; zij eisen slechts grotere zelfstandigheid van Djakarta, geen afscheiding&#34; (opm.