• No results found

tijdschrift gewijd aan de theorie en praktijk van het marxisme-leninisme onder leiding van het partijbestuur der CPN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "tijdschrift gewijd aan de theorie en praktijk van het marxisme-leninisme onder leiding van het partijbestuur der CPN "

Copied!
48
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

38e jaargang nr. 5 - oktober 1978

POLITIEK

CULTUUR EN

tijdschrift gewijd aan de theorie en praktijk van het marxisme-leninisme onder leiding van het partijbestuur der CPN

Massa-actie contra terrorisme

De ontwikkeling van het moderne politieke terrorisme heeft een stroom van literatuur over dit verschijnsel tot gevolg gehad.

Los van het gebral in de reactionaire en boulevardpers zijn er honderden boeken en anikelen in wetenschappelijke tijdschriften verschenen.

Er zijn beschouwingen van religieuze en mystieke aard. Het terrorisme wordt er als een bovenaardse straf voorgesteld, als een teken, dat het einde der mensheid inluidt. Anderen menen het terrorisme op een soort anekdotische manier te moeten benaderen.

Zij beginnen bij de Italiaanse struikrover Rinaldini om via ) ack de Ripper bij de Baader Meinhof-groep te komen. 1)

Zeer omvangrijk zijn ook de verhandelingen van psychologische aard. Daarbij worden handschriften van terroristen, uitspraken en familieleden aan een nader psychologisch onderzoek onderworpen.

'Inzicht in de psychische, biologische en sociaal-culturele bronnen van terreur' achten zij fundamenteel voor de oplossing van het probleem.

2)

Dit soort literatuur legt nauwelijks verband tussen de grote maat- schappelijke, politiek-economische processen in de kapitalistische wereld en het terrorisme.

Samenhang

Er zijn echter vele publikaties, die dit verband wel leggen, die de

(2)

samenhang tussen het in ernstige crisis verkerende monopolistische kapitaal en het terrorisme beschrijven.

Ook H. W. Tromp legt in het blad Transaktie 3) deze verbinding.

Zijn determinatie van verschillende soorten terreur, zijn technisch- economische beschrijving van de factoren die het terrorisme in de hand werken leiden tot de volgende conclusie:

'De factoren die het terrorisme in de hand hebben gewerkt, bestaan in onverminderde sterkte voort of nemen nog in sterkte toe.

Te verwachten valt a) een toename van geografische spreiding van terroristische acties; b) een toename van terroristische strategieën; c) een toename van het aantal groeperingen, dat zich voor hun politieke doeleinden gaat bedienen van terroristische praktijken.' Een dergelijke benadering van het terrorisme gaat uit van een neutrale stellingname, waarbij vrijheidsstrijders, gewapende guerrillagroepen in Zuidelijk Mrika bijvoorbeeld op één hoop gegooid worden met Duitse en Italiaanse terroristen. De eerst ge- noemden steunen bij hun gewapende strijd echter op de massa- beweging onder de bevolking en verzetten zich tegen bestaande terreur van rassisten.

Verder leidt de conclusie van Tromp tot gewenning. Er zijn be- paalde ongunstige omstandigheden, die tot terrorisme leiden. Die omstandigheden blijven voorlopig en dus moeten we ons maar bij het terrorisme neerleggen. Deze introductie van het terrorisme als 'normaal' verschijnsel wordt door communisten en democratische krachten ten felste bestreden. Het zou het democratisch functioneren van het politieke leven verlammen en verhult ook, door zijn automatisme, het politieke samenspel tussen de reactie en het terrorisme.

Onafwendbaar?

In hetzelfde nummer van Transaktie schrijft K. Koch een anikel4) over het terrorisme en de ontwikkeling naar een 'sterke' staat. Zoals de titel al laat zien, wordt hier wel verband gelegd tussen het streven naar autoritaire staatsvormen en het terrorisme. Zijn conclusie luidt als volgt:

'In het bovenstaande heb ik getracht een aantal processen te

analyseren, die kunnen leiden tot de ontwikkeling van een 'sterke'

staat. Vervolgens heb ik vastgesteld, dat binnen die processen het

terrorisme hoogstens als tijdelijke versneller van en alibi voor de

ontwikkeling naar een 'sterke' staat kan dienen, maar nimmer als

de belangrijke. oorzaak van die ontwikkeling beschouwd moet

(3)

worden.'

De op zichzelf belangwekkende analyse van Koch loopt uit op een bijna onontkoombare invoering van een 'sterke' staat, een autoritair bewind. Er is! een autonome technische ontwikkeling in die richting en het terrorisme is een soon van buitenaf toegevoegde stroomversneller. Hier wordt het gevaarlijke karakter van het terrorisme onderschat.

Bij Tromp neemt het terrorisme onvermijdelijk toe, bij Koch is de opmars naar een 'sterke' staat nauwelijks tegen te houden.

In beide uiteenzettingen speelt de democratische actie uit de bevolking geen rol. Die bevolking blijft passieve toeschouwer. En dat is nu juist het hoofddoel van het terrorisme.

De intimidatie van de mensen, het verbreiden van schrik en paniek, het kweken van angst en passiviteit met als inzet het terug- dringen van de democratische massa-acties onder de bevolking.

Ziedaar de reactionaire doelstelling van · het terrorisme dat

(al

of niet voorzien van een etiket Rot of Rossa) beurtelings en gelijktijdig fungeert als werktuig en speelbal van autoritaire kringen.

In 1916 schreef Lenin in een discussie over de rol van de democratie in het imperialistische tijdvak:

'Het kapitalisme in het algemeen en het imperialisme in het bij- zonder verandert de democratie in een illusie en tegelijkerrijd brengt het kapitalisme een democratisch streven in de massa voort, schept het democratische instellingen, verscherpt het de tegenstellingen tussen het imperialisme, dat de democratie ontkent en de naar democratie strevende massa's.' 5)

Openlijke rechtse terreur tegen de arbeidersbeweging en de voor- uitstrevende krachten in de samenleving kennen wij door de fascistische regimes. De ervaringen, die de volkeren tijdens de Tweede Wereldoorlog hebben opgedaan, hebben deze, alle democratie en vrijheden vertrappende, zwarte terreur ontmaskerd en zwaar in diskrediet gebracht. Recente nederlagen van het fascisme in Griekenland, Portugal en Spanje onderstrepen dit feit.

Thans wordt de terreur in menig geval van een rood etiketje voorzien en dient het de monopolistische kringen als intimidatie- middel t.o.v. de arbeidersbeweging en als argument voor wets- wijzigingen in de richting van een 'sterke' staat, waarbij inderdaad getracht wordt de democratie in een illusie te veranderen. Een illusie die tot op zekere hoogte onmisbaar is voor het functioneren van de technisch hoog ontwikkelde multi-nationals.

Verbindingen

In het terrorisme wordt de uitzichtloosheid en de wanhoop van

(4)

sommige jeugdigen misbruikt en opgevangen in de netten van geheime diensten, wapenhandel en ordinaire misdaad. Manipu- laties en intriges spelen in deze terroristengroepen hoogtij.

Soms wordt een duidelijke verbinding tussen de zich revolutionair noemende terroristen, geheime diensten en de reactie blootgelegd.

Maar over het algemeen geeft het antwoord op de vraag 'Wie heeft er belang bij' een duidelijker aanwijzing voor het provocatarische en rechtse karakter van het terrorisme.

Toen de arbeiders in het oude St. Petersburg na de Oktober- revolutie beslag wisten te leggen op de uitgebreide archieven van het ministerie van Binnenlandse Zaken, werden de rollen van politiespionnen en provocateurs als Asew en Gapon duidelijk. De eerste leidde terroristen op, liet hen aanslagen plegen, die dan weer het motief vormden voor het arresteren van werkelijke revolutio- nairen. Gapon was een priester-provocateur, die zich onder de arbeiders ophield en bloedige confrontaties met de Tsaristische politiek uitlokte.

De twee aanslagen op keizer Wilhelm I gaven Bismarck, nu honderd jaar geleden, het motief om de socialisten buiten de wet te stellen. Met beide aanslagen hadden de socialisten, zoals later bleek, niets van doen. Berucht is de nazi-provocatie rond de Rijks- dagbrand in 1933. Via v. d. Lubbe hebben de nazi's willen aan- tonen dat de brand door 'links' was aangestokt>n. De brand vormde een motief voor de ontketening van massaterreur tegen de Duitse arbeidersklasse.

Inmiddels is duidelijk aangetoond, dat de nazi's vanuit het gebouw van Göring via een ondergrondse gang de Rijksdag waren binnen- getrokken en zelf in brand gestoken hadden.

In de Duitse Baader Meinhof-groep opereerden de politiespionnen Urbach en Voigt en de CIA-rol in het Italiaanse terrorisme wordt met de dag duidelijker. Ook in ons land bleken de terreuracties in Drente omgeven te zijn met CIA-, BVD- en Suharto-agenten.

Uitwerking

Alhoewel het optreden van terroristeq niet volgens een vast schema

in kaart kan worden gebracht, er vaak vanuit wisselende hoeken is

toegeslagen, wordt het reactionaire grondpatroon van het moderne

politieke terrorisme duidelijker als we het effect bezien dat deze

aanslagen bereiken of trachten te bereiken op het politieke

gebeuren in het betreffende land. Wie heeft er belang bij deze

aanslagen? Nooit de arbeidersbeweging, de vooruitstrevende

democratische krachten, altijd rechtse kringen.

(5)

De gijzelingsacties in Drente, twee maal vlak voor verkiezingen, hebben er mede toe bijgedragen, het drie-stromenland-effect in de politieke verhoudingen van ons land te formeren. Dit ten nadele van de anti-NAVO en anti-versoberingskrachten.

De ontvoering van Peter Lorenz in Berlijn versterkte de CDU ten koste van de SPD. De moord op Moro in Italië richtte zich direct tegen de zakelijke samenwerking tussen de CPI en de CD. Reeksen moorden in Spanje trachten het moeilijke democratiseringsproces aldaar te verstoren. En de recente laffe massamoord op honderden vrouwen en kinderen in de bioscoop van Abadan had tot doel ver- warring te stichten in het groeiende democratische verzetsfront tegen de terreur van de Sjah. Wij doen hier een kleine en vrij willekeurige greep uit recente gebeurtenissen. Zij sluit een blind toeval over het algemeen uit. Er zit lijn in het terrorisme.

Het is sterk georganiseerd, militair getraind, beschikt vaak over de modernste wapens en ruime financide middelen. De zich snel uit- breidende opsporingsapparaten blijken veelal 'onmachtig' en menige (bijna) gearresteerde terrorist blijkt, speciaal in Duitsland, op merkwaardige wijze te ontkomen.

Toch zou het een al te simpele voorstelling van zaken zijn, om achter alle terreurdaden één of enkele centrale meesterbreinen van de reactie te zien. Daar zijn de omstandigheden van tijd tot tijd en van land tot land te verschillend voor. Dat zou de algemene chaos bij en de scherpe tegenstellingen tussen de imperialisten en hun geheime diensten ontkennen. Het zijn ook deze chaos en tegen- stellingen, die het effect van de terreur reduceren en menige aanslag en provocatie als een nachtkaars laten uitgaan.

De terroristische acties in Duitsland en Italië, de politieke en wettelijke gevolgen daarvan en de reacties vanuit de bevolking hebben in Nederland begrijpelijk veel aandacht getrokken. Wij willen dan ook op enkele aspecten van het terrorisme in deze landen wat dieper ingaan.

Duitsland Om een democratische ontwikkeling in Duitsland mogelijk te maken werd in 1945 in het verdrag van Potsdam o.a. het volgende bepaald:

Nazi-organisaties worden ontbonden en oorlogsmisdadigers

opgespoord en berecht. De generale staf van het Duitse leger wordt

ontbonden. Het grootgrondbezit van de Junkers wordt verdeeld

onder de boeren. De grote concerns worden gesplitst in kleine be-

drijfseenheden.

(6)

Ruim denig jaar later kan iedereen zien wat er in West-Duitsland van deze overeenkomst terecht is gekomen. De grote concerns aan Ruhr en Rijn, de financiers van Hitler, hebben zich door fusies en overnamen sterker gemaakt dan ooit.

116 monopolies, nog niet een kwan van de 50.000 Westduitse industriebedrijven, bereikten in 1976 met een omzet van 585 miljard DM, 71 procent van de totale industriële verkoop van het lábd. In deze 116 bedrijven werken 4 miljoen arbeiders d.w.z. 55 procent van alle industrie-arbeiders. De bewapeningsindustrie is hier rijk venegenwoordigd. Deze financiële en industriële concentratie voen reeds vele jaren een door Bonn gecoërdineerdé, agressieve e:xpon- en handelspolitiek, in het bijzonder binnen de EEG en in de derde-wereld-landen. Daarbij kon geen 'onrust' op

het binnenlandse front worden geduld. Een jarenlang verbod van de Duitse Communistische Panij, achtervolging van progressieve studenten en intellectuelen, verdachtmaking tot en met grof politie-optreden tegen elke democratische beweging en demonstra- tie, geconcentreerde actie, een soon geforceerde samenwerking tussen vakbonden en grootkapitaal, het vormde tezamen jarenlang een verkrampt openbaar leven in West-Duitsland. Een verkrampt- heid, die ook een voedingsbodem verstrekte aan reeksen terroristische groepen.

Een sterke herleving van de progressieve krachten in de zestiger jaren en de oprichting van de legale DKP werden door de CDU-CSU met argusogen bekeken en fel bestreden. Gelijk bij de eerste terroristische acties in West-Duitsland nam het gebrul van de Springerpers, van Strauss en consorten enorme vormen aan.

'Wettelijke bescherming van de democratie', 'de democratische staat moet zich weten te verdedigen tegen haar vijanden' riepen de nieuwbakken democraten, wier nazi-verleden klip en klaar vast staat. De SPD week voor de druk van rechts en begon aan de democratische rechten te sleutelen.

Nieuwe wetten En zo werden de 'Notstandgesetze!, de 'Berufsverbote' en de 'Anti-terroristen-gesetze' (Kontaktsperre-) in West-Duitsland van kracht. De post voor 'binnenlandse veiligheid' bedroeg in 1969 400 miljoen DM en heeft nu het miljard ver overschreden.

Honderdduizenden leraren, ambtenaren, spoorwegarbeiders en

ander overheidspersoneel zijn beklopt en tot op de nieren beproefd

om na te gaan of ze niet een 'grondwet-vijandige mentaliteit'

hebben. Onder het mom van 'bescherming van het ambtenaren-

(7)

apparaat' werden actieve vakbondsmensen, communisten, soCla- listen en radicalen uit overheidsfuncties geweerd.

Toen de wet op de 'Kontaktsperre', zogenaamd gericht tegen terroristen in de Duitse Bondsdag werd behandeld verklaarde de SPD-afgevaardigde Coppic, die met vier van zijn fractiegenoten de moed opbracht om tegen deze ondemocratische overrompeling zijn stem te verheffen:

' ... niemand, al is hij nog zo onschuldig, kan er zeker van zijn, dat hij niet op grond van een aanklacht gearresteerd wordt om voor weken en maanden, zonder welk contact dan ook met zijn advocaat of zelfs met zijn familieleden, in een gevangenis te verdwijnen.'

Politie Het vele duizenden leden tellende apparaat voor de binnenlandse veiligheid, verder versterkt en uitgebreid om terroristen te bestrijden, blijkt in de praktijk zeer bureaucratisch en log op te treden als het werkelijk om terroristen gaat. Die ontsnappen uit gevangenissen, vliegen er in helikopters over heen, reizen van land tot land of kunnen zelfmoord

(?)

plegen onder absurde omstandig- heden. Gaat het om een manifestatie in Brockdorf of Kalkar, om demonstraties tegen beroepsverboden of nazi-activiteiten, dan treedt de bijzondere oproerpolitie in al zijn intimidatiekracht op.

Zelfs de jacht op de moordenaars van Schleyer, met het afzetten van huizenblokken, het binnendringen van woningen en willekeurig fouilleren van burgers heeft meer weg van een intimidatiecampagne tegen de bevolking, dan van werkelijke opsporingsactiviteit. De resultaten waren dan ook navenant.

Dit, door de monopolies verlangde en door de terroristen geprovoceerde afglijden naar een 'sterke' staat, stuit in West- Duitsland op toenemend verzet, speciaal onder de jongeren. Steeds meer voorbeelden van succesvol en massaal optreden tegen de beroepsverboden leiden tot aarzeling en verontschuldigingen in de toppen van de SPD. De krachten, die zich in de vakbonden keren tegen anti-democratische maatregelen, tegen versterkte bewapening en afkalving van het levenspeil zijn sterk toegenomen.

Crisis

De laatste jar~n worden ook Duitse concerns door de cns1s ge-

troffen. De 'sterke' staat is daarom in hun ogen nog niet 'sterk'

genoeg.

(8)

liJ verscheen het toonaangevende blad van de Westduitse monopolies, de Frankfurter Allgemeine, op 2 november 1977 met een opmerkelijk artikel, waarin onder andere het volgende werd opgemerkt:

'liJ gezien, biedt de bedreiging van de staat door het terrorisme een kans. Sinds de devaluatie, die het begrip staat met de ver- nietiging v;m een misdadig regime (1945) had opgelopen, is meer dan een generatie verlopen. Nu schijnt de tijd voor het herstel van de staat te zijn gekomen.'

Even daarvoor had de Frankfurter Allegemeine reeds geschreven:

'De bereidheid van de burger om zich met de staat te identificeren, is door de stormaanval in Mogadiscio versterkt geworden. '

Zelden is zo openlijk toegegeven dat acties van en tegen terroristen volkomen benut worden voor pogingen om West-Duitsland naar een nieuwe staat van 'ruhe und ordnung' te laten afglijden. Toch weerspiegelt zich in de F.A. ook het sterke onbehagen en de weer- stand tegen deze termijn-uitverkoop van democratische grond- rechten. Het heet:

' ... maar het bewustzijn, dat de staat, de vrije staat het recht heeft zich te weren is niet zonder twijfel ... '

De Westduitse grondwet, die in 1949 nog onder de indruk van de anti-fascistische overwinning tot stand werd gebracht, bevat elementen, waar de concernskringen nu van af willen.

Art.

20

tweede lid gaat er van uit dat alle staatsmacht berust bij het volk. Artikel 15 voorziet in de mogelijkheid om grond, natuurlijke rijkdommen en produktiemiddelen in gemeenschapshanden te laten overgaan.

De grote ondernemers zien in de grondwet teveel speelruimte voor progressieve krachten. Ze vinden deze grondwet te neutraal en niet waardevast genoeg, d.w.z. niet voldoende uitgaand van de bescherming van het privaat-bezit van de produktiemiddelen.

Anti-Terreur-Pakt

Een zeer bedenkelijk aspect van het Westduitse optreden tegen terroristen vormt het Europese terreurverdrag, dat onder zware pressie van Bonn tot stand kwam en door Van Agt is geparafeerd.

Nadat Bonn reeds tijdens de gijzelingsdrama's in Drente een

ruimer terrein zag voor zijn Sondercommando's en de Nederlandse

regering aanbood om de trein door haar specialisten te laten be-

stormen, begon in de Westduitse pers een opgewonden campagne

over het internationale terrorisme en de noodzaak om daar binnen

(9)

de EEG wat aan te doen. Vervolgens werd een terroristenverdrag naar voren geschoven. De tekst van dit verdrag is zoals verschillende juristen reeds hebben uiteengezet voor Nederland onaanvaardbaar.

'Het verdrag zal, eenmaal aanvaard, een einde maken aan enkele fundamentele rechtsbeginselen', aldus de Wiardi Beekman Stichting, werkgroep terrorisme. In het verdrag worden begrippen als 'ernstige daad tegen goederen', 'ernstige daad van geweld' en 'gemeen gevaar voor personen' gehanteerd en op deze uiterst vage gronden kan tot gedwongen uitlevering worden overgegaan. Een bedrijfsbezetting, een demonstratie kan, zeker door hard ingrijpen van de politie getypeerd worden als een daad van geweld en leiden tot uitwijzing. Reeksen overtredingen, die nu normaal worden berecht, krijgen door dit verdrag bijzondere betekenis en worden berecht volgens andere wetten.

Van Agt heeft de tekst van dit Pakt reeds laten afdrukken in het tractatenblad van de regering, maar de Kamer moet nog oordelen.

Zijn haast is opmerkelijk. Hij wil het Nederlandse recht met de democratische verworvenheden tegen terroristen beschermen, door datzelfde recht met wetsaanpassingen en aanvullingen te onder- mijnen. Ondertussen lapt het grote kapitaal wetten en bepalingen die hen niet welgevallig zijn aan de laars.

Toen wettelijk werd vastgelegd, dat een deel van de 25 procent huurverhoging uit 195 7 in een onderhoudsfonds moest worden gestopt, werd dit eenvoudig niet gedaan. Toen de kinderbijslag voor het eerste kind werd bevroren, werd het geld volgens een besluit gereserveerd voor goedkope woningbouw. Het kwam, uiteindelijk terecht in de zakken van de grote ondernemers via premieverlaging.

De wet op het minimumloon wordt door de ondernemers duizend- voudig overschreden, om van de openlijke ontduiking van het wettelijk minimum jeugdloon via het leerlingenstelsel maar te zwijgen. Het in de wet vastgelegde beginsel van veelzijdigheid in de 1V, de pluriforme voorlichting wordt een farce. Het oneigenlijke gebruik van wachtgeldregelingen door ondernemers is massaal, terwijl de belastingontduiking, omkoopschandalen en corruptie een zwart-geldcircuit in ons land forceerden van tientallen miljarden guldens.

Italië

Alhoewel de terroristen in Duitsland zowel als ltali"è zich vaak als

'links' voordoen is de uitwerking van hun daden en de reactie van

de bevolking verschillend.

(10)

In Italië is zonder meer sprake van een uiterst kritieke situatie. De algemene politieke en economische crisis werkt op de toch al zwakke Italiaanse huishouding ongemeen negatief uit. Een land met ernstige problemen en gevaren en tevens door de omvang en kracht van de arbeidersbeweging en de PCI een land met grote mogelijkheden om positieve oplossingen te bereiken.

Het land telt ruim 1

1

12 miljoen werklozen, nog los van de tien- duizenden schoolverlaters die geen enkel perspectief hebben. Er zijn bedrijfssluitingen aan de lopende. band en in het nog steeds half-feodale zuiden komt geen vooruitgang. Het aantal studenten, dat in de naoorlogse jaren verveertienvoudigd is, moet nog steeds van de oude faciliteiten en accommodaties gebruik maken. De landbouw blijft zwak ontwikkeld, de dienstverlening van de overheid stagneert. Corruptie heeft de staatsorganen aangetast en de misdaad neemt hand over hand toe. Fascistische groeperingen en een zich revolutionair noemend terrorisme bedreigen de democratie. Het verstarde, incompetente optreden van de christen- democratische regeringen boden geen oplossingen meer.

Uitweg Onder deze gecompliceerde omstandigheden eisen de communisten hun plaats op in de regering van het land, gaan zij een akkoord aan met de CD en andere partijen onder nadrukkelijke uitsluiting van de fascisten. Het gaat er om, een positieve oplossing te zoeken voor de crisissituatie; het opstellen van een ontwikkelingsplan, waarbij zwaardere lasten op de schouders van schatrijke en parasitaire groepen in de samenleving komen te liggen; uitbreiding van de sociale voorzieningen; bestrijding van corruptie; democratisering van de politionele organen om met steun van de bevolking een effectieve bestrijding van het terrorisme tot stand te kunnen brengen.

Een dergelijk noodprogramma kan alleen succes hebben als de PCI, die ruim een derde deel van de bevolking, en zeker het vitaalste deel daarvan, achter zich heeft staan, actief meebeslist en regeert.

Alleen dan kan de nodige steun vanuit de werkende bevolking, vanuit de steden worden verkregen. Alleen zo kan een democratische doorbraak voor Italië tot stand worden gebracht.

Reactionaire kringen binnen de CD waarschuwen en ageren tegen

een overeenkomst met de PCI. De fascisten gaan furieus tekeer en

uit de Verenigde Staten (waar ze Italië nog altijd als een half-

kolonie beschouwen) klinkt het dreigende geluid van Carter.

(11)

Welke weg moet het op?

Italië staat op een beslissend punt. Zo doorgaan leidt tot een staats- bankroet. Öf een autoritaire oplossing, die Italië tientallen jaren terug zou werpen Of een democratische oplossing en dat kan niet meer zonder de PCI. De Christen-Democraten onder leiding van Aldo Moro tekenden uiteindelijk een regeerakkoord met de communisten, socialisten en republikeinen.

Aldo Moro wordt onvoerd, vijf lijfwachten doodgeschoten en hij zelf 55 dagen later op gruwelijke wijze vermoord.

Italië wordt geconfronteerd met een grondig voorbereide, twee maanden durende provocatie vol misbruikte dramatiek, explosieve spanning en verontwaardiging.

De misdaad werd georganiseerd door de 'Rode Brigades' en vormde een van de gevaarlijkste aanslagen tegen de Italiaanse democratie uit haar naoorlogse geschiedenis.

De moord op Moro Waarom richtte zich de aanval op Aldo Moro?

Hij werd op 16 maart ontvoerd, precies de dag waarop de Italiaanse regering, gesteund door een overeenkomst tussen vijf partijen waar- onder de PCI, zou worden beëdigd. Moro heeft veel bijgedragen aan de vorming van dit kabinet, dat een stabiele stap vooruit leek te worden op de weg naar een oplossing uit de crisis.

De Londense Times beschreef de ontvoering van Moro als een rechts complot tegen de staat. Communisten, maar ook groepen binnen de CD zijn er van overtuigd dat

'verborgen krachten aan het werk zijn om de politieke stabiliteit, die mogelijk gemaakt is door de huidige brede samenwerking van vijf partijen, waaronder de communistische, te vernietigen'.

Onmiddellijk na de ontvoering openden de fascisten hun campagne. Geheel in de stijl van Strauss begonnen ze de PCI van terreur te beschuldigen. Zij eisten het aftreden van de minister van Binnenlandse Zaken en zijn vervanging door een militair. Een duidelijke poging om Italië een staat van beleg op te leggen.

In wezen sloot de opzet van de zogenaamde Rode Brigades daarbij aan. Hun aanslagen waren er, volgens hun eigen zeggen, op gericht een fascistische staat te provoceren. Pas daarna zouden de politieke verhoudingen in het land duidelijk komen te liggen. Maar de Italiaanse arbeidersbeweging heeft tijdens het 30-jarige Mussolini- bewind genoeg leergeld betaald om daar nog in te trappen.

Terwijl de Christen-Democraten hun houding aarzelend aan het

(12)

bepalen waren, werd hun partij en Moro's familieleden bestookt met dramatische brieven en dreigementen van de ontvoerders. Via de grofste methoden werd de eis tot onderhandelen met de ontvoerders kenbaar gemaakt.

Met een beroep op 'humanitaire' gevoelens heeft Craxi, de secretaris van de PSI, zich bereid getoond om met de Rode Brigades te praten. Met deze gevaarlijke manoeuvre, die het democratisch front van partijen zou splitsen, wilde Craxi, zoals later zou blijken, zich een positie verschaffen in een nieuwe coalitie van partijen, waarvan de PCI zou worden uitgesloten.

Massa-actie Maar alle terroristische activiteiten, alle aarzelingen bij de CD en manoeuvres binnen de PSI liepen te pletter op de democratische massa-actie van de be~olking.

De PCI, gesteund door vakbonden en andere massa-organisaties, mobiliseerde de bevolking. Zij werd de spil van de verdediging van de democratische republiek, zoals die uit de anti-fascistische strijd in 1945 naar voren kwam.

Protestdemonstraties tegen het terrorisme, proteststakingen en massabetogingen bij de begrafenis van de vermoorde lijfwachten van Moro, het beroep van de PCI op de bevolking om de kalmte te bewaren en vastbesloten op te treden tegen provocateurs, om alles te doen, opdat de moordenaars voor het gerecht zouden worden gebracht, hebben hun uitwerking niet gemist.

In plaats van de eenheid te verscheuren, leidde de terroristische daad tot versterking van de eenheid, juist aan de basis. De ver- deeldheid kwam bij rechts, de kritiek op de houding van Craxi brak los. De poging om de aanslag in de schoenen van links, van de PCI te schuiven, liep op niets uit.

Het eensgezinde optreden tegen de provocateurs, tegen de pogingen om in Italië een autoritair bewind in te voeren, nam ongekende vormen aan en behaalde uiteindelijk een grote over- wmnmg.

CIA

Na de moord op Moro werkt de PCI verder aan het politiek isoleren

van het fascisme, waarachter zich de complotteurs uit adellijke,

militaire en geheime-dienstkringen verbergen. Zij aarzelt niet,

zoals laatst in Bologna, een open gesprek aan te gaan met de ultra-

(13)

linkse jongeren, met groepen jeugd die het zicht op een beter leven hebben verloren. Maar de grens van de dialoog ligt daar, waar het geweld de discussie gaat vervangen.

De eis tot democratisering van de politie wordt steeds luider. Het valt niet te ontkennen, dat de goed geleide en georganiseerde Rode Brigades en andere terreurgroepen wel heel brutaal hebben kunnen optreden. Vast staat, dat de CIA de Italiaanse politie niet heeft willen helpen, bij de opsporing van Moro. De geruchten over een rol van de CIA in het geheel nemen toe, ook al wordt dit door de met

700

diplomaten bezette Amerikaanse ambassade in Rome ontkend. Ook binnen de CD wordt steeds vaker de rol van de CIA ter sprake gebracht en de secretaris van deze partij Zaccagnini noemde het 'een duister complot'. Een parlementair onderzoek naar de moord op Moro is dan ook te verwachten.

Het terrorisme, dat ook in Italië angst en passiviteit onder de bevolking teweeg moest brengen, dat tot doel had de democratische vooruitgang te keren en de communisten te isoleren, heeft zich zelf geïsoleerd.

Dat is het resultaat van het optreden van de werkende bevolking, van de massa-actie zelf. Dat is het gevolg van het mobiliserende vermogen van de PCI en de vooruitstrevende krachten in Italië, die zich ten volle bewust waren van hun grote verantwoordelijkheid voor de democratische toekomst van het land.

Overal zal het terrorisme bestreden moeten worden aan de hand van de specifieke omstandigheden in ieder land afzonderlijk.

De democratische massa-actie in Italië is daarbij een bron van inspiratie en kennis voor de gehele internationale arbeiders- beweging.

MAX VAN DER BERG

NOTEN

1) Prof. P.). Bouman, 'Vijf eeuwen terrorisme'.

2) C.). Dessaur, 'Golven van terreur', Delict en deliquent, februari 1978.

3) H. W. Tromp, 'Politiek terrorisme', Transaktie, maart 1978.

4) K. Koch, 'Terrorisme en de ontwikkeling naar een 'sterke' staat', maart 1978.

5) Lenin, 'Antwoord aan P. Kyewski', Verz. Werken, dl. 23, blz. 4, Duitse editie.

(14)

De CPN in de strijd tegen

crisis en fascisme

De periode voorafgaande aan de Tweede Wereldoorlog was een tijd vol spanning, een tijd waarin zich grote gebeurtenissen voltrokken, terwijl arbeiders, boeren en middenstanders tengevolge van de wereldcrisis in grote ellende werden gedompeld. Het aan de macht komen van het Hitler-fascisme in Duitsland maakte de catastrofe nog groter, omdat toen allengs duidelijk werd dat het fascisme niet alleen betekende meedogenloze onderdrukking en het venrappen van elk democratisch recht in Duitsland zelf, maar dat alle volken van Europa rechtstreeks bedreigd werden door het op revanche beluste Duitsland.

In de eerste jaren van de crisis van 19 30-' 3

2

was dit nog lang niet duidelijk voor iedereen, ook niet in de communistische beweging, waarop wij verder terugkomen.

Onze partij, de toenmalige CPN, sloot met haar congres in 1930 een periode in haar bestaan af, vooral door het aan de kant zetten van een partijbestuur, dat niet de wil en de bekwaamheid bezat om de partij tot een werkelijk communistische partij te maken, die de naam van voorhoede van de arbeidersklasse verdiende.

Toen het nieuwe partijbestuur in 1930 met zijn werk begon stond op het programma als hoofdtaak niet alleen nauwkeurig de economische onrwikkeling van ons land onder de omstandigheden van de zich baanbrekende crisis te volgen, maar leiding te geven

aan de economische strijd. ,

Welnu, onze partij heeft in die jaren het bewijs geleverd dat het haar ernst was met deze taakstelling. Er is in die jaren geen enkel stuk strijd van enige betekenis geweest, waarin onze partij niet een actief aandeel had. In die jaren kon je de stakingen nog aftellen op de vingers van één hand - iets waaraan vooral de reformistische leiders schuldig waren, die zich opwierpen als verdedigers van de opvatting: In crisistijd kun je niet staken. Niettemin hebben toen toch een aantal belangrijke stakingsacties plaats gevonden in de havens, de bouwvak, onder de landarbeiders, in de textielindustrie etc. Gememoreerd mogen ook worden vele tientallen jeugd- stakingen in die jaren. Deze jongeren, die over het algemeen niet georganiseerd waren, staakten dan onder eigen leiding.

De acties stonden onder leiding van de Rode Vakverenigings

Oppositie, een beweging die door onze partij in het leven was

(15)

geroepen om vooral binnen de moderne arbeidersbeweging de strijd te organiseren, tegen de ondernemers en over de onwillige vakbondsbestuurders heen, die er niet aan dachten tot actie over te gaan.

De strijd richtte zich vanzelf ook tegen de politiek van de regering- Ruys de Beerenbrouck, een regering die al gauw de naam kreeg van honger-Ruys. Het verzet tegen die regering uitte zich in de eerste plaats onder de werklozen-, die op de Rode Dinsdagen bij de opening van het parlement in Den Haag, waar het dikwijls door het optreden van de politie rauw toeging, met duizenden hun eisen aan de regering kenbaar maakten. Er was sprake van een toenemend verzet tegen de aanpassingspolitiek van de regering;

tegelijk werd de roep naar een 'sterke man' steeds luider. Dit streven van de reactie werd nog krachtiger, toen zelfs op Harer Majesteits 'Zeven Provinciën' een muiterij losbarstte tegen een voorgenomen gagevermindering van niet minder dan 17 % . Die 'sterke man' verscheen op het toneel in de persoon van Colijn, een man die zijn sporen al verdiend had in de strijd tegen de vrijheidsbeweging van het Indonesische volk op Atjeh en op Lombok en later een van de topfiguren was geworden binnen de Shell. Van hem kwam de eis: een bom op de Zeven Provinciën!

Het is algemeen bekend dat deze opdracht werd uitgevoerd met als resultaat 14 doden en nog veel meer gewonden.

Met de komst van Colijn als minister-president werd met nog straffere hand de aanval op lonen en salarissen van rijks- en gemeentepersoneel ingezet. Het is van belang er op te wijzen, dat bijvoorbeeld een kwekeling-met-acte die volslagen onderwijswerk verrichtte, afgescheept werd met een jaarinkomen van f 300,-!

Het ligt voor de hand, dat de afbraakpolitiek van de regering ook een kolfje naar de hand was van de particuliere ondernemers, die in die crisisperiode een frontale aanval openden op de lonen, zoals in de textielindustrie, waar een loonsverlaging van 5% werd geëist.

Ondanks de tegenstand van de reformistische leiders volgde daarop de maanden en maanden volgehouden staking van de Twentse textielarbeiders; later brak de strijd in de textiel ook uit in Tilburg.

De werkloosheid had in de eerste crisisjaren reeds een omvang van enkele honderdduizenden gekregen, een aantal dat volgens officiële cijfers in 1935 opliep tot 468.321. Het kan zijn nut hebben er op te wijzen, dat de leuze van de regering was: 'Ieder moet iets prijsgeven, dat is de verdelende rechtvaardigheid'. Het is een klank, die ons allen ook nu bekend in de oren klinkt.

Met gulle hand werd ook toen aan de rijken honderden miljoenen

toegeschoven door middel van de z.g. contingenteringen (be-

perkingen op de invoer) en door landbouwsteun aan grootgrond-

(16)

bezitters en rijke agrariërs. De arme boeren ontvingen er hoegenaamd niets van.

Dat onze parlementsEractie zich nauw verbonden voelde met de strijdende mensen buiten, werd eenmaal typisch gedemonstreerd, toen de communisten bij het uitspreken van de Troonrede in koor riepen: 'Dat is het hongerprogram van Colijnf' Zij werden tengevolge hiervan op niet bepaald zachtzinnige wijze uit het parlement gedreven.

De werklozenstrijd De strijd van de werklozen stond voortdurend onder leiding van de werklozenstrijdcomités, waar onze partijgenoten actief in betrokken waren. Geregeld werden er werklozenkranten uitgegeven, die door de mensen zelf met enkele centen werden betaald. De werklozen hielden voortdurend demonstraties in de steden, zij wisten door hun acties vaak in de wintermaanden extra kolengeld af te dwingen.

Aan de stempellokalen, waar de mensen iedere dag een paar maal een controlestempel moesten komen halen, vonden geregeld drukke discussies plaats, waar onze mensen actief aan deelnamen.

Hoe ernstig onze partijleiding de strijd van de werklozen nam kan nog geïllustreerd worden met het feit, dat vanuit Amsterdam partijgenoten het land in werden gestuurd om leiding te geven aan de discussies aan de stempellokalen, vooral daar waar destructieve of Trotskistische elementen de eensgezinde acties van de werklozen poogden te dwarsbomen.

Bij grote bedrijven werd door functionarissen van partij- en districtsbestuur deelgenomen aan de vergaderingen van de bedrijfs- groepen. Wij hadden in die tijd een vrij sterke partijgroep in het Philipsbedrijf in Eindhoven. Deze groep werd rechtstreeks geleid door het partijbestuur, ook bij het verspreiden van de bedrijfskrant 'De Luidspreker', die er bij het Philipspersoneel grif inging, ondanks de verwoede pogingen door de bedrijfspolitie van Philips onder leiding van een zekere Dijs om dit tegen te gaan.

Hetzelfde systeem van politieke hulp werd toegepast bij grote metaalbedrijven, de havens en het gemeentebedrijf.

Onder het spoorwegpersoneel werd in die tijd een bedrijfskrant, 'Het Vliegende Wiel' uitgegeven. In 1934 had de partij bij de

spoorwegen een groep van 60 partijgenoten; samen met aan-

hangers van de RVO waren zij 120 man sterk. Met hen werd de

inhoud van de krant besproken, alsook de taktiek ten aanzien van

de uiterst rechtse bondsbestuurders. Opmerkelijk was dat een groot

(17)

gedeelte van onze mensen tot het machinistenpersoneel behoorde, de meest geschoolden.

Niet vergeten mag worden te wijzen op de acties in de werk- verschaffing, een instelling die o.a. onder leiding stond van de beruchte ir. Staf, de man die later tijdens de Duitse bezetting zo'n reclame maakte onder de boeren om ze naar het bezette 'Oostland' te krijgen, en die nog weer later minister van Defensie werd. In de werkverschaffing werd produktief werk geleverd, maat de mensen werden er niet naar betaald. De bossen in Drente en het Amster- damse Bos zijn o.a. de terreinen geweest, waar de werklozen met zweet en bloed het ontginningswerk hebben verricht, en waat menige actie is gevoerd tegen het uitbuiterssysteem van de Heide- maatschappij.

Toen in 1934 door Romme gepleit werd voor het afknippen van de franje van de werklozen steun (hij werd toen kwartjes-Romme ge- noemd), ontplooide zich in de AmsterdamseJordaan het verzet van de werklozen, dat uitmondde in straatgevechten en fusillades door politie en marechaussee. Die dagen zijn de geschiedenis ingegaan als de Rode Julidagen. Het antwoord van de reactie was het verbod van De Tribune, het dagblad van de partij.

Het heeft de reactie niet veel geholpen, want onze partij had door haar leiding geven aan de strijd van de door de crisis het meest ge- troffenen het vertrouwen verworven van de massa van werklozen.

Deze werden ook politiek sterk beïnvloed, hetgeen wel duidelijk aan de dag trad toen het fascisme onder de werklozen later geen poot aan de grond kreeg.

Onze partij heeft in die periode ook veel aandacht besteed aan de propaganda. Bij elke belangrijke gebeurtenis werden brochures uit- gegeven, die in grote oplagen werden verkocht. De partij was in ledental aanmerkelijk gegroeid en de behoefte aan scholing was dan ook zeer groot. Door het vertalen en uitgeven van de marxistische deeltjes en de Lenin-werken werd een belangrijke stap gedaan tot verhoging van het theoretisch niveau van de partij- genoten. Overal werden scholingsbijeenkomsten gehouden en later ook week- en tweeweekse cursussen. Vanzelf werd het hele partij- bestuur in de scholingsarbeid betrokken. De mensen die zich op dit terrein grote verdiensten hebben verworven waren Anton Struik, Alex de Leeuw en]an Postma.

Het reformisme

Een ernstig obstakel voor het organiseren van de strijd, in eerste

instantie tegen de rechtse regeringen in die dagen, was de

(18)

reformistische politiek van de leiders van SOAP en NVV. Elke brief en elk voorstel van ons partijbestuur, op welk terrein dan ook, om tot gemeenschappelijke actie te komen, werd door hen hooghartig van de hand gewezen. De hele politiek van de toenmalige leiders, met Albarda en Vorrink aan het hoofd, wijst duidelijk in één richting. Zij wilden ook toen koste wat kost met de RK Staatspartij in een coalitiekabinet. Daaraan werd alles ondergeschikt gemaakt.

Hier willen wij eerst aangeven hoe internationaal de politieke situatie en de rol van de sociaaldemocratie werd beoordeeld.

In november 1932 werd door de Communistische Internationale een document gepubliceerd, waarin onder punt 3 stond:

'Zowel het fascisme als het sociaal-fascisme (sociaaldemocratie) zzin voor het behoud en de versterking van het kapitalisme, maar zij trekken er verschtllende taktische gevolgtrekkingen uit. Daar de positie van de heersende bourgeoisie in elk land tegenwoordig buitengewoon tegenstnjdig is, en haar vaak noodzaakt te laveren tussen een vastberaden ontketening van de stnjd tegen haar binnen- en buitenlandse vzjanden, en een meer voorzichtige koers, zo weerspiegelt zich dit tegenstnjdige karakter ook in het verschzl van het fascisme en het sociaal-fascisme.'

Die zienswijze klonk ook bij ons door.

Cees Schalket schreef in ons maandblad 'De Communist' van januari-februari 1933 het volgende:

'Met behulp der in hun dienst staande en aan hen onderworpen burgerlijke, resp. sociaaldemocratische regen·ngen, zoeken de in machtige monopolies georganiseerde geldmagnaten, ten koste van de werkende miljoenen van stad en land de kapitalistische uitweg uit de cnsis, en maken daarmee alle gewauwel der sociaal- fasctstische bedn.egers over geleidelijke verbeten·ng van het lot der werkers en 'ingroeien' in het socialzsme tot een bittere spot. '

In ditzelfde spoor ging Alex de Leeuw toen hij ongeveer een jaar later schreef:

'De SDAP speelt ten opzichte van Colzjn hetzelfde boze spel als de SPD toen Brüning njkskanselier was. Colzjn ts voor haar het

'kleinere kwaad'. zij· zal alles doen om de stri;d van de arbeiders- klasse, als Colzjn in het najaar de aanval opent over het gehele front, te breken en te saboteren. En daarmede maakt de SDAf zich zelf tot de wegbereidster van het fasczsme in Nederland.'

Deze citaten van enkele van onze toenmalige partijbestuurders geven een beeld, hoe in de communistische wereld over de sociaal- democratische leiders werd gedacht.

Nu hadden deze zoals men weet geen zuiver geweten. Zij hadden

door de jaren heen het eerste land van het socialisme, de Sowjet-

Unie, belasterd en besmeurd. En dat, terwijl diezelfde leiders

(19)

internationaal volkomen hadden gefaald, toen de Eerste Wereldoorlog een feit werd en zij zich bijna zonder uitzondering aan de zijde schaarden van hun eigen imperialistische bourgeoisie.

De Communistische Internationale was juist ontstaan op grond van dit verraad aan het socialisme door de leiders der Tweede Inter- nationale. Vandaar de weerzin van de communisten als zij zagen, dat de sociaaldemocratische leiders ook in de crisisjaren niet bereid waren hun oude reformistische politiek op te geven.

Het ontbreken van samengaan tussen communisten en sociaal- democraten had zoals wij weten tot gevolg dat hierdoor juist het nationaal-socialisme van Hitler kon profiteren en de openlijke dictatuur invoeren. En die richtte zich in eerste instantie tegen de communisten en daarna ook tegen de sociaal-democratie.

In hetzelfde document van de Camintern waarvan hierboven sprake was, was nog het volgende gezegd: 'In Duitsland - een buiten- gewone verscherping van de klassentegenstellingen, enenzjds groei van het fascisme, andenzjds groei van de revolutionaire massastrzjd, versnelde toename van de voorwaarden van de revolutionaire crzszs.' In goed vertrouwen schreef Anton Struik in december 1932:

'Daarnaast opent het tot rzj'phezd komen van de revolutionaire crzszs in Duitsland ook voor het Hollandse proletarz'aat perspectieven voor de stnjd om de macht. '

In ons land en zeker niet in de laatste plaats bij de communisten heerste dan ook diepe verslagenheid over de loop van de geschiedenis in Duitsland. Het valt niet te ontkennen, dat ook wij als Nederlandse communisten geïmponeerd waren over de massale aanhang van de KPD, met op haar hvogtepunt zo'n zes miljoen stemmen! Stemmen zeggen echter lang niet alles, dat bleek toen.

Het ontbreken van de eenheid leidde toen tot de nederlaag van de arbeidersklasse in haar geheel en tot de voorbereiding van de Tweede Wereldoorlog met al zijn verschrikkelijke gevolgen.

De Franse en Spaanse arbeiders trokken nadien de enig juiste gevolgtrekking: 'We moeten elkaar vinden.' Zij wisten van onder- op de eenheid van socialisten en communisten tot een feit te maken. In Frankrijk leidde dit tot de geslaagde afweer van de pogingen der Franse fascisten om ook in Frankrijk de macht te grijpen en tot de vorming van een regering van het Volksfront.

Maar zelfs na de ontgoocheling in 1933 door de machtsovername

van Hitler bleef de leiding van de SOAP star vasthouden aan het

tegenover de communisten ingenomen standpunt. Terwijl de SAI

(Socialistische Arbeiders Internationale) onder druk van de ont-

wikkeling in Frankrijk en in Spanje in november 1934 tot het

besluit kwam, de bij haar aangesloten partijen de vrije hand te

laten om al of niet met de communisten tot samenwerking te

(20)

komen, werd hier bij monde van Albarda iedere samenwerking met de communisten afgewezen. De hetze met het schendblad 'Vrijheid, Arbeid, Btood' werd integendeel nog heviger.

De fout onzerzijds was geweest dat wij door de term 'sociaal- fascisme' de sociaal-democratische arbeiders onmogelijk dichter naar ons toe konden halen, ondanks de pogingen die zowel in Duitsland als in ons land werden gedaan om de broederstrijd te staken. Geen wonder was het onder deze omstandigheden dan ook, dat een lang volgehouden campagne onzerzijds onder de leuze:

'Waarom moeten sociaal-democraten overgaan naar de Communistische Partij?' nauwelijks enig effect sorteerde.

Het roerom Pas na het Congres van de Komintern in 1935, toen Dimitrof in zijn magistrale rede de communisten de juiste weg had gewezen voor het tot stand brengen van de eenheid, heeft ook onze partij het roer omgegooid.

Voor Dimitrof was èn de catastrofe in Duitsland èn het tot stand komen van de eenheid in Frankrijk en Spanje het richtsnoer voor zijn betoog.

Hier een uitspraak van Ko Beuzemaker over de burgerlijke democratie. In een polemiek met Vliegen van de SOAP schreef Beuzemaker: 'De stnjd tegen het fascisme is btj de heer Vliegen niet de stnjd voor het socialisme, d.w.z. de stnjd voor de revolutionaire uitweg uit de cn"sis, de stnjd voor de proletaniche revolutie, voor de Sowjetmacht, de enige macht die in de werkeltik- heid bewzjst een werkelzjke uitweg voor de massa's te zzjn, neen deze stnjd zs de 'stnjd' voor de democratie, d.w.z. de burgerltjke democratie van het kapitaltsme.'

En dat was nu juist een van de hoofdpunten die Dimitrof op het Zevende Congres aansneed. In zijn slotwoord zei hij over de burgerlijke democratie het volgende:

'Maar heden ten dage moeten miljoenen werkers, die onder de voonvaarden van het kapitaltsme leven, hun houding bepalen tegenover die vorm e n, waan·n in de verschtllende landen de heerschappzj van de bourgeozsie zich hult. Wtj ztjn geen anarchisten, en het ts ons geenszins onverschtflig, welk politiek regime er in het gegeven land bestaat: de burgerltjke dictatuur in de vorm der burgerlijke democratie, zzj het ook met zeer beknotte democrattsche rechten en vnjheden, of de burgerlijke dictatuur in haar openlzjke, fasctstische vorm.

Tenvzjl wij· aanhangers ztjn van de Sowjet-democratie, zullen wij

(21)

iedere duimbreed van de democratische veroveringen verdedigen, die de arbeidersklasse in jarenlange hardnekkige strijd heeft bevochten, en zullen wij op besliste wijze voor uitbreiding daarvan vechten.'

Wij menen te mogen zeggen, dat ons pattijbestuur de besluiten van het Zevende Congres, die een wending in onze hele politiek moesten bewerkstelligen, ernstig ter harte heeft genomen.

In de tijd daarna nam onze pattij een hele reeks van belangrijke besluiten om haat goede wil te tonen, b.v. door er met klem voor te ijveren, dat de door ons geleide EMM, de organisatie van de werklozen, in het NVV werd opgenomen. Verder werd het besluit genomen om de RVO op te heffen en een beroep te doen op onze partijgenoten niet alleen voor de moderne organisatie leden te werven, maat tevens om binnen de vakbeweging als gelijk- berechtigde leden op te komen voor het voeren van de klassenstrijd en binnen de organisatie te ijveren voor de eenheid van optreden.

In een nog latere periode heeft onze partij zelfs voorgesteld om als partij in federatief verband opgenomen te worden binnen de moderne arbeidersbeweging. Zij deed dit om de reformistische leiders geen enkel argument te geven, dat de Nederlandse communisten een sta-in-de-weg zouden zijn voor het formeren van de eenheid.

Het door de SOAP met veel tam-tam gelanceerde Plan van de Arbeid naar het voorbeeld van het plan-De Man in België, was in de jaren daarvoor tot en mèt gekraakt, als een plan dat tot geen enkel resultaat zou leiden, indien de leiders van NVV en SOAP niet bereid waren er ook de consequentie van strijd tegen de klasse- vijand aan te verbinden.

Niettemin besloot onze pattij nu op het punt vooral van het scheppen van werken er haar steun aan te verlenen, en werden onze aanhangers opgeroepen deel te nemen aan de betogingen van SOAP en NVV voor het Plan.

Dit alles gebeurde mede in het licht van de steeds dreigender situatie waarin ons land was komen te verkeren.

De in 1931 opgerichte beweging van Mussen begon zich na de

machtsovername van Hitler steeds driester op te stellen. Politiek

gezien sloegen deze lieden als Mussen, Rost van Tonningen, Geel-

kerken e.a. een misselijk figuur, vooral ook in de openbate

lichamen, waarin zij sinds de Provinciale Statenverkiezingen van

1935 hadden zitting genomen. En al kregen zij in 1937 bij de

Kamerverkiezingen een gevoelige terugslag door van ongeveer

300.000 stemmen terug te lopen tot ongeveer 170.000 stemmen,

zij waren als kwartiermakers voor Hitler c.s. een alleszins gevaarlijke

tegenstander. Zij hadden hun steunpunten in bepaalde lagen van

(22)

de bourgeoisie, in het officierenkorps in het leger, in Indonesië en verder onder delen van de boeren.

Van de zijde van de regering werd niets tegen deze lieden onder- nomen, een beweging als EDD (Eenheid door Democratie) die zich ten doel had moeten stellen tegen het fascistisch gewroet met kracht op te treden, richtte zich in de allereerste plaats tegen ...

het communisme. Geen wonder dan ook, dat de landsverraderlijke NSB bij de laatste verkiezingen voor de Staten in 1939 vergeleken met de verkiezingen voor de Kamer in 193 7 een vrijwel stabiel kiezerskorps had behouden.

De polidek van de respectievelijke regeringen tegenover de NSB was er een van tolerantie, laat staan dat er ingegrepen werd tegen het werk van Duitse spionnen, die ons land in die jaren onveilig maakten.

Anti-fascistische actie In die hele periode van na 1930 heeft onze parrij op talrijke terreinen heel wat activiteiten ontplooid, zowel tegen de politiek van de rechtse regeringen als in de strijd tegen het fascistische gevaar. Na het aan de macht komen van Hitler werd ons land evenals andere Westeuropese landen overspoeld door een golf van emigranten: joodse vluchtelingen, communisten, die in ons land een toevlucht zochten. In enkele woorden is niet te beschrijven wat er voor die emigranten niet allemaal moest worden gedaan om hen onder te brengen bij vertrouwde mensen, die bereid waren daad- werkelijke solidariteit te verlenen.

Vaak genoeg ook moesten er scherpe protesten worden ge- organiseerd tegen het optreden van de autoriteiten tegenover de politieke vluchtelingen, omdat het verscheidene malen is voor-

gekomen dat gearresteerde Duitse communisten over de grens werden geleid en zodoende rechtstreeks in handen van de Gestapo werden gespeeld.

Een klemmend beroep op solidariteit werd ook in ons land gedaan toen in 1936 de revolte van Franco c.s. plaats had en het Spaanse volk zich had te verdedigen niet alleen tegen de contra-revolutie in Spanje, maar ook geconfronteerd werd met Duitse en Italiaanse fascistische eenheden, zowel te land als in de lucht.

Het beroep ook op ons Nederlanders om vrijwilligers te leveren

voor de Internationale Brigade, die zij aan zij vocht met het

Spaanse volk, werd niet tevergeefs gedaan. Zoals bekend hebben

vele honderden Nederlanders aan die strijd tegen Franco deel-

genomen, velen van hen zijn ook in Spanje gevallen en onder hen

(23)

waren talrijke leden en functionarissen van onze partij.

Aan internationale solidariteit heeft het nooit ontbroken, onze partijgenoten waren in die geest opgevoed. Die internationale ver- bondenheid was er door de jaren heen met het door het Neder- landse imperialisme onderdrukte Indonesische volk, met de Duitse anti-fascistische emigranten en joodse burgers, met het Spaanse volk in de strijd tegen Franco enz.

Nu wij binnenkort het 60-jarig bestaan van onze partij, de CPN, zullen vieren, zouden wij in deze bijdrage willen zeggen: Onze partij heeft in de jaren tussen 1930 en 1940 een partij opgebouwd van mensen die zich bewust waren van hun grote verantwoordelijk- heid tegenover de arbeidersklasse en ons gehele werkende volk. Ons pad ging zeker niet over rozen, wij hadden ons te verweren niet alleen tegen de reactie met al zijn agenturen, maar ook tegen de rechtse leiders van SOAP en NVV, waarover wij in dit artikel hebben geschreven. Ondanks dit alles is onze partij pal blijven staan en de duizenden communisten die in de vooroorlogse jaren waren gestaald, leverden het bewijs van hun trouw aan de belangen van ons volk in de jaren van de bezetting, toen onze partij als enige politieke partij gesloten in de illegaliteit ging, en mede door haar inzet duizenden anderen inspireerde tot verzet tegen de fascistische indringers.

Onze partij van nu heeft sindsdien een bijna volledige gedaante- verwisseling ondergaan. Tienduizenden nieuwe leden zijn na de oorlog onze partij komen versterken. De communisten van de oude jaargangen zijn er trots op te behoren tot die partij, welke zovele duizenden actieve jonge mensen telt, die in de voetsporen zijn ge- treden van de oude generatie. Zij ervaren iedere dag dat onze partij nu een factor van grote betekenis is geworden in de strijd tegen onze klassevijanden en spreken de overtuiging uit, dat de partij zoals zij nu geformeerd is, de lessen zal trekken uit het verleden en zonder aarzelen voort zal gaan in de geest van ons laatste partij- congres, dat reeds nu gebleken is een enorme stimulans te zijn voor de organisatie en doorvoering van grote massabewegingen in dit land.

CHRIS SMIT

(24)

'Beeldenstorm' in Tilburg

De schnj'ver van dit arttkel was bti de gemeenteraadsverkie- zingen Iristaanvoerder van de CPN in Tt/burg. Op die grond werd hti ontslagen bti de btj'zondere school waar hij werkte.

De Tilburgse autoriteiten hanteren in hun campagne tegen het communisme nog graag de principes van de heksenjagers ten tijde van de Inquisitie: je verrelt dat iemand een ketter is, je 'bewijst' dat en tenslotte geef je hem de hem toekomende 'rechtvaardige' straf. Althans de poging daartoe is nu geweest. Op het moment dat ik dit schrijf is het nog twee weken voor de zitting van de commissie van beroep; als je dit leest is die al voorbij. Maar los van de uitslag is het toch nuttig om even op dit verschijnsel van anti- communisme in te gaan.

Het heeft namelijk te maken met de presentatie van het beeld van de communist. Een volkomen vals beeld wordt gehanteerd en dè communist wordt gepresenteerd als iemand die gelijktijdig met de intrede in de partij zijn zelfstandig denken en kritisch vermogen inleven en zich dan overleven aan een soon kadaverdiscipline, die zijn weerga niet kent. Zijn totale denken en doen wordt vanaf dat moment bepaald door de partijleiding. Er is geen enkele persoon- lijke vrijheid in onze partij, nee, er heerst volgens deze lieden slechts een kille en genadeloze sfeer van gewetensdwang.

Natuurlijk staat er iets tegenover. In mijn geval is vele malen ge- suggereerd dat het lidmaatschap van de CPN mij een onbeperkte macht verleent om de kinderen op totaal verkeerde wijze te be- invloeden; het toverwoord indoctrinatie is vele malen gevallen. Het lijkt sprekend op het verhaal van de man die zijn ziel en zaligheid verkocht aan de duivel in ruil voor de geheimen van de zwarte kunst.

Het is echter een totaal onecht beeld.

In de eerste plaats, dè communist bestaat niet. Er bestaan wel mensen die lid zijn van de CPN in de afdeling Tilburg, of in Gro- ningen, Utrecht, Limburg en Zeeland, mannen en vrouwen, jong en oud, ambtenaar, metaalarbeider, onderwijzer, arts, AOW-er, student enz. Een bonte verscheidenheid van mensen die zich vinden op één basis, nl. die van onze politiek. :

In de tweede plaats bestaat er in onze partij geen inperking van de

persoonlijke vrijheid. Juist in de partij die opkomt voor de vrijheid

van de arbeidersklasse, voor emancipatie van de vrouw en strijd

(25)

tegen discriminatie en beperking van de vrije meningsuiting kan geen beperking en inmenging in de persoonlijke levensopvatting en overtuiging plaatsvinden. Het zou haar eigen grondbeginselen aantasten. Iedereen is dan ook vrij om welke levensovertuiging dan ook aan te hangen. Of je katholiek, gereformeerd, boeddhistisch of islamiet bent, of ie zweert bij het huwelijk of vrije seks, bio- dynamisch voedsel boven hutspot met klapstuk stelt is niet het belangrijkste, maar de politiek van de partij staat voorop. In plaats van een zwijgende volgzame groep gedisciplineerde discipelen is het een partij van discussiërende en werkende mensen.

Eén van de belangrijkste levensvoorwaarden van de partij is juist de discussie en de eigen inbreng van de leden; de bijdrage van iedere partijgenoot over zijn ervaringen en inzichten op de bedrijven en instellingen is een wezenlijk onderdeel van het partijleven. Hoe kan ze anders werken als niet door de informatie, de eigen inventiviteit en het zelfstandig optreden van de kameraden de partij verbonden wordt met de massa van de mensen.

Natuurlijk speelt zich dit allemaal af binnen het raam van de congresbesluiten, die echter na een intensieve discussie in de partij en op democratische wijze tot stand zijn gekomen.

Daarnaast is het zo dat we ons bedienen van het wetenschappelijk socialisme om de maatschappelijke verhoudingen te analyseren en de tegenstellingen in al hun harde onverzoenlijkheid bloot te leggen. Niet puur uit genoegen maar om effectief de strijd aan te binden tegen de monopolies, het wapenkapitaal en hun hand- langers in de regering. Deze werkwijze maakt dat we van elkaar weten wat we doen en in heldere en klare eensgezindheid kunnen optreden. Dat is onze kracht en die vreest men.

Dit alles is al 60 jaar zo en het is dan ook niet uit onkunde dat de heren machthebbers en hun vazallen dit valse beeld hanteren, maar het is met opzet dat ze de partijgenoten afschilderen als staats- gevaarlijk, antidemocratisch, onzelfstandig, een gevaar voor de kinderen en noem maar op, om zodoende speculerend op de voor- oordelen en de onwetendheid bij de mensen, hun maatregelen als zwijgplicht en broodroof te rechtvaardigen. In de hoop rustig hun rechtse politieke te kunnen uitvoeren.

Alleen blijkt dat de vooroordelen en de onkunde onder de mensen niet meer zo groot en bespeelbaar zijn als gehoopt werd. Het is bekend dat

2

I 3 van de ouders door het rookgordijn van het anti- communisme heenkeken en daarin niet wenste mee te gaan.

Macht inplaats van argumenten

De Tilburgse bestuurderen gaan echter verder dan alleen het ver-

(26)

dachtmaken van de CPN en haar leden, zij 'bewijzen' dat ook.

Naast de bekende frases als 'antidemocratisch' en 'de toestand in Rusland' komen ze ook aandragen met hun kennis van het 'marxisme-leninisme' en voeren deskundigen op die glashard beweren dat de CPN atheïstisch is omdat uitgangspunt van het communisme de woorden van Marx zijn: 'Godsdienst is opium voor het volk'! Daarom is volgens hen christendom en marxisme onverenigbaar en kan een katholiek geen lid zijn van de CPN en een lid van de CPN geen katholiek. Punt uit, geen discussie meer:

'Hier willen we niet over spreken meneer Hartstra, want u zult wel beter op dit onderwerp voorbereid zijn dan wij. Daarbij blijft ons standpunt toch hetzelfde' ...

En zo, een foutief citaat tot grondslag van het gehele weten- schappelijk socialisme bombarderend en het weigeren van elke discussie met de mensen die het aangaat (mijzelf, collega's en ouders die daarop aangedrongen hebben), voeren zij bewijs. Niet op basis van argumenten of logica en met respect voor de mening van de meerderheid, maar op basis van macht. Over democratie gesproken!

Want als de discussie gevoerd zou moeten worden op basis van feiten en argumenten zou een heel andere conclusie getrokken moeten worden.

Want de werkelijkheid is dat de CPN in het geheel geen anti- godsdienstige politiek voert. Zij erkent het bestaan van religies en beschermt zelfs de rechten van gelovigen, bijvoorbeeld op het gebied van het bijzonder onderwijs.

Het is wèl zo dat haar uitgangspunt niet een religie is, maar het wetenschappelijk socialisme.

En zoals elke andere wetenschap richt het wetenschappelijk socialisme zich naar de feiten en de gebeurtenissen en beschrijft de wetmatigheden die zich in de maatschappelijke processen voor- doen. Zij oriënteert zich hierbij op de wetenschappelijke methodes van onderzoek en niet op bijbel of God. Maar dat is geen unicum, andere wetenschappen doen dat ook niet, de burgerlijke economie niet, de juridische wetenschap niet, de sociologie niet, de natuur- kunde niet, maar ook de psychologie en de pedagogiek niet.

Onze politiek is een politiek gedragen door het wetenschappelijk

socialisme en is in de kern niet antigodsdienstig maar anti-

kapitalistisch en anti-oorlog. Maar op het moment dat delen van de

Kerk zich verbinden met de kapitalistische staat zullen we dat be-

kritiseren; niet omdat we het geloof van de mensen willen uitroeien

en niet op antigodsdienstige motieven, maar omdat we het

kapitalisme willen uitroeien. We zien trouwens heel goed dat de

kerk en de godsdienst op dit moment een hele ontwikkeling door-

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Balken kunnen op twee manieren worden neergelegd: met de lange rechthoekszijde horizontaal of verticaal.. We noemen dit horizontaal of verticaal

De belangrijkste onder hen was de meerderheidsgroep in de Russische Sociaal Democratische Partij (Bolsjewiki) onder leiding van Lenin. Bij het uitbreken van de

Het betekent dat een front gevormd wordt, niet alleen tegen machinaties van het Westduitse, Franse en Amerikaanse imperialisme in deze gebieden, maar vooral ook

Pruisen~erd net als in ons land het jaar 1834 het jaar van een af- splitsing van de protestantse staatskerk. Het zijn vooral de ont- wikkelingen in Pruisen geweest,

Belangrijke vragen, omdat economische verhoudingen nu eenmaal een uitermate belangrijke rol spelen in elke machtsstrijd, of het nu gaat om de Oude tegen de

geweest.. Toen minister-president Biesheuvel op 28 september 1971 de commissie installeerde wist hij heel goed, dat het verzet tegen de hoge bewapeningsuitgaven en

Zo ook in de Midden-Molukken, maar deze federalisten zijn zeker géén RMS-ers; zij eisen slechts grotere zelfstandigheid van Djakarta, geen afscheiding" (opm.

willen laten accepteren. Niet voor niets wordt door hen zo vaak gewezen naar de toestand in de Verenigde Staten, waar ook bij opgang van de produktie de