• No results found

Vraag nr. 49 van 14 december 2000 van de heer JOACHIM COENS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 49 van 14 december 2000 van de heer JOACHIM COENS"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 49

van 14 december 2000

van de heer JOACHIM COENS OVAM-regelgeving – Rechtsgrond

Uit verschillende bodemonderzoeken blijkt dat de Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaams Gewest (OVAM) aanvullende wetgeving maakt bij het bodemsaneringsdecreet en het V l a r e-bo (Vlaams Reglement op de Bodemsanering). Zo blijkt dat OVAM zogenaamde "protocollen" u i t v a a r d i g t . Naar ik heb vernomen, stelt OVA M daarbij criteria vast om uit te maken of er aanwij-zingen zijn van verontreiniging, of op grond waar-van moet worden gesaneerd.

1. Bestaan er dergelijke "protocollen" opgesteld door OVAM ? Zo ja, welke ?

2. Op welke rechtsgrond vaardigt OVAM dergelij-ke protocollen uit ?

Is er hier sprake van machtsoverschrijding ? 3. Kan het dat OVAM deze regels afdwingt via het

toezicht op de bodemsaneringsdeskundigen ? 4. Zijn er nog andere, eventueel door de minister

uitgevaardigde omzendbrieven ? Zijn die gepu-bliceerd in het Belgisch Staatsblad ? Zo neen, waarom niet ? Rijst er dan geen probleem van tegenstelbaarheid ?

Antwoord

1. Met het oog op de praktische uitvoerbaarheid van het decreet van 22 februari 1995 betreffen-de betreffen-de bobetreffen-demsanering heeft betreffen-de OVAM diverse documenten opgesteld, meestal met technische b e l e i d s r e g e l s. De belangrijkste daarvan hebben betrekking op de methode van onderzoek in het kader van de onderzoeks- en saneringsprocedu-re.

Sinds de inwerkingtreding van het bodemsane-ringsdecreet heeft de OVAM twee standaard-procedures opgesteld.

De standaardprocedure oriënterend bodemon-derzoek (januari 1997, van toepassing 1 februari 1997) geeft toelichting bij de vereiste onder-zoeks- en rapportage-inspanningen bij het uit-voeren van een oriënterend bodemonderzoek door een erkend bodemsaneringsdeskundige.

Deze standaardprocedure vormt het uitgangs-punt voor het kwaliteitsniveau van elk oriënte-rend bodemonderzoek dat wordt uitgevoerd. De standaardprocedure beschrijvend bodemon-derzoek (juni 2000, van toepassing 1 oktober 2000) geeft toelichting bij de vereiste onder-zoeks- en rapportage-inspanning bij het uitvoe-ren van een beschrijvend bodemonderzoek door een erkend bodemsaneringsdeskundige, e n vormt het uitgangspunt voor het kwaliteitsni-veau van elk beschrijvend bodemonderzoek dat wordt uitgevoerd.

Een derde beleidsregel, de standaardprocedure b o d e m s a n e r i n g s p r o j e c t , heeft betrekking op het opstellen van bodemsaneringsprojecten en is momenteel nog in ontwerp.

2. Het bodemsaneringsdecreet bepaalt in artikel 2, 3° dat men bij de evaluatie van de ernst van de bedreiging door bodemverontreiniging in con-creto rekening houdt met de kenmerken van de b o d e m , de aard en de concentratie van de stof-fen of organismen, de mogelijkheid op versprei-ding ervan, de functies die de bodem vervult en het gevaar op blootstelling van mensen, p l a n t e n of dieren en waterwinningen. Daarnaast bepaalt artikel 3, § 5 van het decreet dat een oriënte-rend bodemonderzoek tot doel heeft uit te maken of er ernstige aanwijzingen zijn voor de aanwezigheid van bodemverontreiniging op be-paalde gronden, en dat het een beperkt histo-risch onderzoek en een beperkte monsterne-ming inhoudt.

(2)

vin-den is (Vlaamse Raad – Stuk 587 (1993-1994) – Nr. 1).

Deze concrete invulling is, wat oriënterende bo-demonderzoeken betreft, gebeurd in de stan-daardprocedure oriënterend bodemonderzoek. Voor beschrijvende bodemonderzoeken geeft de standaardprocedure beschrijvend bodemon-derzoek een concrete invulling van de in het bo-demsaneringsdecreet meegedeelde gegevens. Het in deze standaardprocedures uitgewerkte beoordelingskader betreft een eigen referentie-kader van de OVA M , dat niet de waarde heeft van een decretale bepaling, maar wel overeen-stemt met hetgeen wordt genoemd "eigen be-l e i d s r e g e be-l s " . De bevoegdheid tot bebe-leidsregebe-lge- beleidsregelge-ving van de overheid is inherent aan de haar toegekende discretonaire beslissingsbevoegd-heid en laat toe om binnen de grenzen van de wet stelselmatig en praktisch te werk te gaan. I n de rechtbank van de Raad van State wordt ge-steld dat dergelijke beleidsregels van relatief dwingende aard zijn. De overheid, in casu de OVA M , kan dan ook bij de concrete toepassing van de beleidsnorm slechts afwijken van deze beleidsregels zo daarvoor in redelijkheid aan-vaardbare motieven bestaan. Algemene begin-selen met betrekking tot gelijkheid, r e c h t s z e k e r-heid en een consistent overr-heidsoptreden zou-den in het gedrang komen zo de overheid op een willekeurige wijze van de eerder opgestelde beleidsnormen zou afwijken.

3. Het toezicht op de erkende bodemsaneringsdes-kundigen wordt geregeld in de artikelen 15 en 16 van het besluit van de Vlaamse regering van 5 maart 1996 houdende vaststelling van het Vlaams Reglement op de Bodemsanering. In bovenvermelde artikelen wordt heel duide-lijk bepaald om welke redenen de OVAM de er-kenning als bodemsaneringsdeskundige kan schorsen of intrekken.

4. Naast de door de OVAM opgestelde documen-t e n , zijn er geen door de minisdocumen-ter uidocumen-tgevaardig- uitgevaardig-de omzendbrieven.

Hoewel de door de OVAM opgestelde docu-menten niet in het Belgisch Staatsblad werden g e p u b l i c e e r d , bestaat er geen probleem van te-g e n s t e l b a a r h e i d . I m m e r s, het bodemsanerinte-gs- bodemsanerings-decreet schrijft voor dat oriënterende bodemon-derzoeken en alle stappen van bodemsanering moeten gebeuren onder leiding van een erkend b o d e m s a n e r i n g s d e s k u n d i g e. Aangezien het in-formeren van opdrachtgevers en mogelijke

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Op 14 juli 1998 heeft de Vlaamse regering echter een besluit goedgekeurd tot wijziging van het ko- ninklijk besluit van 23 augustus 1972 tot vaststel- ling van de minvermogendheid

De nieuwe regelgeving inzake private arbeids- bemiddeling in het Vlaamse gewest in uitvoe- ring van het decreet van 13 april 1999 bepaalt echter uitdrukkelijk dat "bureaus

Het stuk Autobaan dat deze twee punten (de ro- tonde en het kruispunt) verbindt (500-tal m) wordt momenteel door de omwonenden als erg storend ervaren door het motor- en rolgeluid

De omvangrijke inventaris die de administratie o p s t e l d e, betreft niet enkel illegale woningen – zoals de Vlaamse volksvertegenwoordiger lijkt te veronderstellen – maar ook

Minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie.

Minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie.

Uit de antwoorden die de universiteiten mij heb- ben gegeven als reactie op de vraag om uitleg van de collega van de Vlaamse volksvertegenwoordiger Dirk De Cock, blijkt dat

Vlaamse kusthavens – Studie hinterlandontsluiting In het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen werd de ontsluiting van de haven van Zeebrugge op het hoofdwaterwegennet als