• No results found

Vraag nr. 424 van 8 juli 1997 van de heer WARD BEYSEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 424 van 8 juli 1997 van de heer WARD BEYSEN"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 424 van 8 juli 1997

van de heer WARD BEYSEN Geluidsschermen – Behoefteanalyse

In zijn beleidsbrief heeft de minister de opties weergegeven die de Vlaamse regering neemt met betrekking tot het bestrijden van geluidshinder. Inzake het plaatsen van geluidsschermen en -ber-men stelt de minister dat die enkel nog in uitzon-derlijke gevallen kunnen worden overwogen en uitsluitend langs de autonelwegen. Bij de behoefte-analyse wordt rekening gehouden met het aantal personen dat hinder ondervindt en met twee niveaus van geluidshinder, namelijk meer dan 70 dB (A) (decibel) en van 65 tot 70 dB (A).

Er rijzen vragen bij de praktische toepassing hier-van.

1. Wie kan dergelijke behoefteanalyse aanvragen, en tot wie moet deze aanvraag worden gericht ? 2. Welke concrete criteria worden gehanteerd

betreffende het aantal gehinderden ?

3. Is het aantal gehinderden altijd doorslaggevend of wordt er ook rekening gehouden met andere c r i t e r i a , zoals de verstoring van de rust in een landelijke omgeving of open landschap ?

4. Op welke tijdstippen wordt de geluidshinder gemeten ?

5. Aan wie worden de resultaten van de metingen bezorgd ?

Antwoord

Ik acht het vooreerst aangewezen erop te wijzen dat het voorzien in geluidswerende maatregelen het voorwerp uitmaakt van een mobiliteitsconve-n a mobiliteitsconve-n t , af te sluitemobiliteitsconve-n tussemobiliteitsconve-n de lokale overheid emobiliteitsconve-n het Vlaams Gewest (meer specifiek met bijakte 5 bij de hoofdakte of moederconvenant). O v e r i g e n s heeft de behoefteanalyse enkel de classificatie vol-gens prioriteit op het oog en bleek al snel dat wei-nig projecten werden geïnventariseerd.

Terugkerend op het mobiliteitsconvenant (bijakte 5) worden hierin (versie aangepast door V l a a m s e regering van 24 juli 1997) vooralsnog volgende randvoorwaarden gesteld :

"De onderhavige bijakte heeft tot doel geluidswe-rende maatregelen te nemen om de verkeersleef-baarheid te verhogen door middel van geluidswe-rende schermen of grondbermen voor zover de geluidshinder onvoldoende bestreden kan worden door middel van een geluidsarme wegverharding. De toepassing van deze doelstelling steunt op een verantwoording die minstens omvat :

– recent uitgevoerde geluidsmetingen ;

– een opgave van het aantal woningen dat gehin-derd wordt door een geluidsniveau (gevelbelas-ting) Leq van meer dan 55 dba ;

– een opgave van het aantal gehinderde woningen dat gebouwd werd voor en na de openstelling van de autosnelweg of de gewestweg."

Het is dan ook afhankelijk van het initiatief dat terzake door de lokale overheid wordt genomen dat maatregelen kunnen worden overwogen. De verbintenissen die hierbij door de lokale over-heid worden aangegaan, beantwoorden aan vol-gende criteria :

"De lokale overheid verbindt er zich toe om voor de bedoelde geluidswerende maatregelen een financiële tegemoetkoming te betalen die als volgt bepaald wordt :

– 0 % van de aanlegkosten als het maximaal gemeten geluidshinderniveau (gevelbelasting) groter of gelijk aan 80 dba is ;

– 25 % van de aanlegkosten als het maximaal gemeten geluidshinderniveau (gevelbelasting) groter of gelijk aan 75 dba is maar minder dan 80 dba bedraagt ;

– 50 % van de aanlegkosten als het maximaal gemeten geluidshinderniveau (gevelbelasting) groter of gelijk aan 70 dba is maar minder dan 75 dba bedraagt ;

– 75 % van de aanlegkosten als het maximaal gemeten geluidshinderniveau (gevelbelasting) groter of gelijk aan 65 dba is maar minder dan 70 dba bedraagt ;

– 1 0 0 % van de aanlegkosten als het maximaal gemeten geluidshinderniveau (gevelbelasting) minder dan 65 dba bedraagt of de geluidsweren-de maatregelen onvoldoengeluidsweren-de verantwoord kun-nen worden.

De in het eerste lid van deze paragraaf bedoelde financiële tegemoetkoming van de lokale overheid wordt evenwel met 10 % verminderd als de geluidswerende maatregelen tot doel hebben de geluidsoverlast in de onmiddellijke omgeving van ziekenhuizen te verminderen.

(2)

De lokale overheid verbindt zich ertoe financieel in te staan voor het onderhoud, de herstelling en eventueel de vervanging door het Gewest van de geluidswerende infrastructuur.

De lokale overheid verbindt zich ertoe om binnen het kader van haar bevoegdheid alle stedenbouw-kundige maatregelen te treffen ter vrijwaring van de verkeersleefbaarheid ter hoogte van de bedoel-de wegeninfrastructuur zoals zal blijken uit bedoel-de beslissingen en adviezen van de burgemeester en schepenen en/of de gemeenteraad krachtens art. 1 4 , a r t . 1 5 , a r t . 4 2 , a r t . 55 en art. 56 van het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, g e c o ö r d i n e e r d op 22 oktober 1996.

De overige partijen worden van deze maatregelen vooraf in kennis gesteld. Minimaal worden maatre-gelen om de woningbouw te verhinderen in gebie-den met een geluidshinderniveau (Leq) dat meer dan 55 dba bedraagt."

Wat verder de specifieke vragen betreft, kan hier-aan nog worden toegevoegd dat de geluidshinder wordt gemeten op een tijdstip dat toelaat om de daggemiddelde Leq-waarde, die als referentie dient, te bepalen.

De metingen zelf worden uitgevoerd door de afde-ling We g e n b o u w k u n d e, die de resultaten ter beschikking stelt van de provinciale afdelingen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

antwoord wordt een gedetailleerd overzicht gege- ven van onderzoeken en studieopdrachten die de Vlaamse regering sinds 1992 heeft toevertrouwd aan derden.. Welke bedragen werden

Er kan echter worden opgemerkt dat het in het dossier aanwezig zijn van een bepaald plan van de omgeving, hetzij een door de aanvrager of diens architect opgemaakt plan,

Tijdens deze termijn moeten jaarlijks alle dode en slecht opkomende planten worden vervangen en moet de aanne- mer ook zorgen voor een jaarlijkse onderhouds - b e u r t , die

Het koninklijk besluit (KB) van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar

b) Op welke plaatsen die in aanmerking zouden komen voor de aanleg van een carpoolpar- king is dergelijke verbinding voorhanden ? 4. Welke gegevens zijn bekend betreffende

Een gecoördineerd antwoord werd verstrekt door de heer Luc Van den Brande, minister-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Buitenlands Beleid,

Wat is het totale aantal studies en campagnes die de minister, zijn voorganger, zijn kabinet en zijn bestuur sinds 1992 hebben toevertrouwd aan rechtspersonen of

Met dit antwoord wordt een gedetailleerd over- zicht gegeven van onderzoeken en studieopdrach- ten die de Vlaamse regering sinds 1992 heeft toe- vertrouwd aan derden5. Welke