Vraag nr. 26
van 17 oktober 1997
van de heer WARD BEYSEN Hogescholen – Syndicaal statuut
Door het decreet van 6 april 1995 houdende diver-se wijzigingsbepalingen betreffende het hoger onderwijs werden de hogescholen in V l a a n d e r e n per 1 september 1995 volkomen autonoom.
Ten gevolge hiervan vallen de hogescholen niet langer onder het Sectorcomité X van het V l a a m s gemeenschapsonderwijs zoals bepaald in het koninklijk besluit van 28 september 1984 (uitvoe-ringsbesluit van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel).
1. Onder welk sectorcomité vallen de hogescholen nu ?
2. Hoe worden de syndicale belangen van het per-soneel gewaarborgd ?
3. Wat zijn de representativiteitsvoorwaarden voor de vakbonden om in de verschillende onderhandelings- en overlegcomités te kunnen zetelen ?
Antwoord
Op grond van de huidige reglementering zijn de volgende comités bevoegd voor het personeel van de hogescholen :
– Sectorcomité X : voor de personeelsleden van de Vlaamse autonome hogescholen ;
– Comité C2 : voor de personeelsleden van de officieel gesubsidieerde hogescholen.
Het koninklijk besluit (KB) van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel werd onlangs gewijzigd door het KB van 16 september 1997. D i t koninklijk besluit, dat op 4 november 1997 in het Belgisch Staatsblad verscheen, voegt expliciet de personeelsleden van de Hogere Zeevaartschool en de Vlaamse autonome hogescholen toe aan het Sectorcomité X. Er is dus niets gewijzigd aan de syndicale vertegenwoordiging van deze personeels-leden.
In deze reglementering worden ook de representa-tiviteitsvoorwaarden bepaald waaraan een vak-bond moet voldoen om in deze comités te zetelen.