• No results found

Vraag nr. 191 van 7 mei 1997 van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 191 van 7 mei 1997 van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 191 van 7 mei 1997

van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Specialisatie ziekenhuisapotheker – Wi j z i g i n g erkenningsnormen

In het Belgisch Staatsblad van 17 december 1996 verscheen het koninklijk besluit (KB) van 28 okto-ber 1996 tot wijziging van het KB van 4 maart 1991 houdende de vaststelling van de normen waaraan een ziekenhuisapotheek moet voldoen om te wor-den erkend.

In het vroegere artikel 18 moesten de ziekenhuis-a p o t h e k e r- t i t u l ziekenhuis-a r i s, ziekenhuis-alsmede ziekenhuis-alle ziekenhuis-apothekers ver-bonden aan de ziekenhuisapotheek, houder zijn van een certificaat Ziekenhuisapotheker afgele-verd door een Belgische universiteit. G e l i j k s t e l l i n g kregen zij die in een ziekenhuisofficina of een geneesmiddelendepot van een ziekenhuis werk-zaam waren sinds 12 juli 1986 en zich vóór 12 december 1986 kenbaar hadden gemaakt aan de minister van Volksgezondheid.

Nu is deze voorwaarde vervangen door een erva-ring van minstens 500 uren gedurende een periode van 12 maanden. Het bewijs daartoe wordt gele-verd door een attest afgelegele-verd door de titularis van de ziekenhuisapotheek.

In de sector is de vrees reëel dat door die wijziging het specialisatiediploma van ziekenhuisapotheker, zoals het nu bestaat, wordt tenietgedaan. Het ver-eiste aantal uren stage is immers niet te verzoenen met het specialisatiejaar zoals dat momenteel aan de universiteiten bestaat.

Is de Vlaamse minister bevoegd voor Onderwijs betrokken bij het oplossen van dit probleem ? Zo ja, is er reeds een oplossing in het vooruitzicht gesteld ? Welke en tegen wanneer ?

Antwoord

De Katholieke Universiteit Leuven, de Universi-taire Instelling A n t w e r p e n , de Universiteit Gent en de Vrije Universiteit Brussel verstrekken de voort-gezette academische opleiding "Gediplomeerde in de gespecialiseerde studies van ziekenhuisapothe-ker".

Overeenkomstig artikel 11 van het decreet van 12 juni 1991 betreffende de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap stelt het universiteitsbe-stuur zelf het programma van de opleidingen vast.

Het dient daarbij rekening te houden met voor-schriften inzake de beroepsuitoefening en uiter-aard met de maatschappelijke ontwikkelingen. De huidige programma's, met een duur van één a c a d e m i e j a a r, bevatten een stagecomponent die ten minste 500 uren telt. Dit betekent dat er wel, i n tegenstelling tot vrees van de Vlaamse volksverte-g e n w o o r d i volksverte-g e r, aan het federaal vereiste aantal stage-uren wordt voldaan. De wijziging van de federale eisen houdt dus niet in dat een houder van het diploma "Gediplomeerde in de gespecialiseer-de studies van ziekenhuisapotheker" niet het beroep van ziekenhuisapotheker kan uitoefenen, wel in tegendeel.

De universiteiten betreuren echter het verdwijnen van de academische component in de federale eisen voor het uitoefenen van het beroep van zie-k e n h u i s a p o t h e zie-k e r. Dit verdwijnen zal onvermijde-lijk leiden tot een kwaliteitsverlies.

Bovendien blijft het diploma "Gediplomeerde in de gespecialiseerde studies van ziekenhuisapothe-ker" zijn waarde behouden, omdat het certificaat Ziekenhuisapotheker automatisch aanleiding geeft tot erkenning als "leverancier van implantaten" volgens artikel 116bis en 116ter, § 1 van het KB van 27 oktober 1989 tot wijziging van het KB van 4 november 1963 tot uitvoering van de wet van 9 augustus 1963 tot instelling en organisatie van een regeling voor verplichte ziekte- en invaliditeitsver-z e k e r i n g. Voor het invaliditeitsver-ziekenhuis is het dus noodinvaliditeitsver-zake- noodzake-lijk iemand in dienst te hebben met dergenoodzake-lijke erkenning opdat deze producten in aanmerking zouden komen voor terugbetaling door het RIZIV (Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverze-kering) (KB van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige ver-strekkingen inzake verplichte ziekte- en invalidi-t e i invalidi-t s v e r z e k e r i n g ) . Heinvalidi-t beinvalidi-trokken KB vermeldinvalidi-t expliciet dat de houders van een universitair certi-ficaat Ziekenhuisapotheker na het opsturen van een kopie van dit certificaat automatisch een Riziv-nummer toegekend krijgen. Het is wel zo dat ook niet-houders van het certificaat Ziekenhuisapothe-ker deze erkenning kunnen verkrijgen, maar dan moeten ze wel een passende theoretische en prak-tische opleiding gevolgd hebben van ten minste één jaar en slagen in een daartoe speciaal georga-niseerd examen (art. 116ter § 2 van het KB van 27 oktober 1989).

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Indien men het begrip "onderwijsnet" verder zou hanteren voor de hogescholen, dan zou elke opleiding in een Vlaamse autonome hogeschool uniek zijn per net en

Het besluit van de Vlaamse regering van 13 mei 1992 somt de academische opleidingen op die slechts door één universiteit in de V l a a m s e Gemeenschap kunnen

M V M V Erasmushogeschool 25 2 16 Hogeschool Antwerpen 16 15 Hogeschool West-Vlaan- deren 7 4 Karel de Grote-Hoge- school 23 37 Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende 37 15

D a a r o m is het belangrijk dat al degenen die bij de ontwik- keling van Tongeren betrokken zijn de mogelijkhe- den kennen en maximaal gebruiken die door de Vlaamse overheid

De raad van bestuur van de Dienst voor de Scheepvaart zal tijdens de eerstvolgende zitting (begin juli) een bespreking houden over de resulta- ten van dit onderzoek en

Deze richtlijnen worden via verschillende kana- len door De Lijn aan de gemeentebesturen ter kennis gebracht : op de contactdagen,via de fol- der "Maak het uw bus- en

D a a r o m is het belangrijk dat al degenen die bij de ontwik- keling van Tongeren betrokken zijn, de mogelijkhe- den kennen en maximaal gebruiken die door de Vlaamse overheid

De overeenkomsten gaan onder andere over het toekennen van een tonnagevergoeding, o f het toekennen van een bedrag per bediende inwoner, of het geven van faciliteiten in