• No results found

Vraag nr. 189 van 7 mei 1997 van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 189 van 7 mei 1997 van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 189 van 7 mei 1997

van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Opleiding verpleegkundigen – Studiejaren

In het kader van de nood aan meer gekwalificeerd personeel in de verzorgende sector wordt aan ver-zorgenden de kans gegeven om onder begeleiding, en in combinatie met hun huidige werk, door te groeien tot "gebrevetteerde verpleegkundige". Tijdens het schooljaar 1995-1996 begon een aantal verzorgenden aan deze opleiding. Bij het begin van de opleiding werd hen verzekerd dat zij na twee jaar "ziekenhuisassistent" zouden worden, w a t reeds uitzicht gaf op een voldoende geacht diploma om de verpleging te beoefenen. Na het derde jaar zouden ze gebrevetteerde verpleegkundige wor-den.

In de loop van dit schooljaar (1996-1997) verna-men zij plots dat ze verplicht zijn nog een derde jaar te volgen vooraleer verpleegkundige te kun-nen worden. Bij de afspraken in september 1995 was hiervan geen sprake.

Dit lijkt dan ook op contractbreuk.

Allicht worden deze problemen mee veroorzaakt door enerzijds de vele veranderingen in het ver-pleegkundig onderwijs de laatste jaren, en ander-zijds het overvloedige aanbod van opleidingskana-l e n , nu eens georganiseerd in het kader van het reguliere dagonderwijs, dan weer als sociale pro-m o t i e, een V DAB-opleiding of een opleiding in het kader van de tewerkstellingsakkoorden, w a a r onderwijsmaatregelen niet altijd even bekend zijn. Het is in elk geval de minister van Onderwijs die de titel bepaalt na het beëindigen van de studies. 1. Bespreekt de minister wijzigingen in

beroepsge-richte opleidingen systematisch met instellingen die zich met dezelfde opleidingen via verschil-lende kanalen bezighouden ?

2. Hoeveel studenten halen jaarlijks een diploma van verpleegassistent/gebrevetteerd verpleeg-kundige/gegradueerd verpleegkundige in het reguliere dagonderwijs via onderwijs voor socia-le promotie ?

3. Hebben studenten die aan een opleiding begon-nen zijn en het bijhorende lessenpakket kregen, niet het recht hun studies af te maken conform de gemaakte afspraken bij het aanvatten van de opleiding ?

Antwoord

1. De verpleegopleidingen, niveau aanvullend secundair beroepsonderwijs, waren gebaseerd op een wetgeving die dateert van 1957. In het licht van de volledige omschakeling van het secundair onderwijs van het type I en II naar de eenheidsstructuur van het voltijds secundair o n d e r w i j s, bestaande uit drie graden, was een modernisering van het secundair onderwijs in de verpleegkunde dan ook opportuun.

Het decreet van 19 april 1995 houdende diverse wijzigingsbepalingen betreffende het hoger onderwijs in de Vlaamse Gemeenschap voorziet in een omzetting per 1 september 1996 van het aanvullend secundair beroepsonderwijs naar een vierde graad binnen voornoemde eenheids-s t r u c t u u r. De uitvoeringeenheids-sbeeenheids-sluiten van de Vlaamse regering dateren van 30 mei 1996 (wat de organisatie betreft) en 9 juli 1996 (wat het personeelsluik betreft).

In concreto bestaat er vanaf het schooljaar 1996-1997 enerzijds een driejarige studierichting ziekenhuisverpleegkunde en anderzijds een driejarige studierichting psychiatrische ver-pleegkunde. De duur van beide opleidingen, die bekrachtigd worden door een diploma en niet door een brevet, is ingegeven door de Europese bepalingen vastgelegd in :

– de richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 27 juni 1977 (77/453/EEG) betreffende de werkzaamhe-den van de verantwoordelijk algemeen zie-kenverpleger, gewijzigd door de richtlijn van 10 oktober 1989 (89/595/EEG) ;

– de aanbeveling van 16 april 1986 van het Raadgevend Comité voor de opleiding op het gebied van de verpleegkunde inzake een richtlijn betreffende de psychiatrische ver-pleegkunde.

2. De actualisering van het onderwijs in de ver-pleegkunde heeft uiteraard repercussies voor de betrokken scholen, leerlingen en personeelsle-den.

De decretale maatregelen werden bij ministe-riële omzendbrief ref. SO 41 van 25 april 1995 aan alle inrichtende machten en scholen ken-baar gemaakt. Bijkomend heeft mijn adminis-tratie in de loop van de maand mei 1995 voor alle secundaire scholen met opleidingen in de verpleegkunde een infodag georganiseerd

(2)

waar-op de veranderingen vanaf het schooljaar 1996-1997 werden toegelicht. Op deze wijze konden de leerlingen die zich bij het begin van het schooljaar 1995-1996 in het eerste leerjaar lieten inschrijven, onmiddellijk door de scholen op de hoogte worden gebracht van de verlengde opleidingstijd.

Rekening houdend met deze initiatieven kan van enige contractbreuk door de overheid ten aanzien van de leerlingen dan ook geen sprake zijn.

Daarnaast heeft de administratie in de loop van de maand mei 1996 voor dezelfde scholen een tweede infodag georganiseerd waarop de uit-voeringsreglementering werd gespecificeerd. 3. De nieuwe wetgeving en reglementering heeft

destijds het voorwerp uitgemaakt van onder-handelingen met zowel de inrichtende machten (of representatieve verenigingen ervan) als de syndicale organisatie. Ze is het resultaat van nauwe samenwerking met de administratie G e z o n d h e i d s z o r g, ressorterend onder de Vlaamse minister bevoegd voor het Gezond-heidsbeleid.

Hierdoor kon, in de mate van het mogelijke, met de adviezen en suggesties van de beroeps-wereld rekening worden gehouden.

4. De opleidingen in de verpleegkunde worden uitsluitend georganiseerd in instellingen voor voltijds secundair en hoger onderwijs en dus niet in instellingen voor onderwijs voor sociale p r o m o t i e. Opleidingen afhankelijk van andere overheidsinstanties die leiden tot een beroeps-kwalificatie in de verpleegkunde bestaan niet. Naast het schoolse circuit bestaat wél het alter-natief een diploma te verwerven via de examen-commissie van de Vlaamse Gemeenschap. Ik vestig er de aandacht op dat de V l a a m s e regering bevoegd is de vorm van en de vermel-dingen op de uitgereikte studiebewijzen vast te l e g g e n , doch dat de toekenning van beroepsti-tels een federale aangelegenheid is.

5. In een aantal scholen voor verpleegkunde wor-den volwassenen opgevangen die werkzoekend zijn en beogen een verpleegdiploma te verwer-v e n . De V DA B biedt hierbij ondersteuning evenals – in bepaalde gevallen – het Sociaal Fonds voor de Privé-ziekenhuizen.

Voor het eindjaar (derde jaar) van de opleiding ging het tijdens het schooljaar 1995-1996 om 40 studenten in het hoger onderwijs en 41 leerlin-gen in het secundair onderwijs, waarvan respec-tievelijk 38 studenten en 41 leerlingen effectief het einddiploma behaalden ; globaal volgden tij-dens dat schooljaar over de diverse studie- en leerjaren heen meer dan 400 werkzoekenden, met bedoelde steun, de opleiding tot verpleeg-kundige.

Voor het lopend schooljaar 1996-1997 gaat het zelfs over meer dan 500 cursisten, waarvan 40 laatstejaars hoger en 53 laatstejaars secundair onderwijs.

Noteer tot slot dat bepaalde scholen met de V DAB ook samenwerken om werknemers van ziekenhuizen en werkzoekenden die niet de mogelijkheid hebben de (dag)opleiding ver-pleegkunde te volgen, voor te bereiden op deel-name aan de examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap ; het behelst hier dit jaar 95 cur-susten secundair en 140 cursisten hoger onder-wijs.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Gegevens van de gemeente zelf kunnen aan dit systeem worden toegevoegd en dit zowel voor uitkeringsgerech- tigde volledig werklozen, als voor andere werkzoeken- den1. Het systeem is

1. Bij het buiten dienst stellen van tenten wordt enkel gekeken naar de staat van het zeildoek en nooit naar de ouderdom van de tent. Zo worden de ten- ten die normaal na 5

Daarom worden er aanpassingen uitgevoerd : groot- scherm voor computer, diverse speciale toestellen voor het telefoneren voor gezichtsgestoorde ambte- naren, braille,

Een gecoördineerd antwoord zal worden verstrekt door de heer Luc Van den Bossche,Vlaams minister van Onderwijs

Aangezien ik van mening ben dat de leden van de Vlaamse Heraldische Raad mogelijk een waardevolle bijdrage zouden kunnen leveren aan de werkzaamhe- den van de Raad van

Een gecoördineerd antwoord wordt verstrekt door de heer Luc Martens, Vlaams minister van Cultuur, Gezin en Welzijn.. (Zie : Bulletin van Vragen en

den er nog andere maatregelen voorbereid, om de integratie te bevorderen van gehandicapten in de diensten die onder de bevoegdheid van de minister

Een gecoördineerd antwoord wordt verstrekt door de heer Leo Peeters, Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Stedelijk Beleid en Huisvesting.. (Zie : Bulletin van Vragen