• No results found

Twee vierkanten tegen een driehoek

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Twee vierkanten tegen een driehoek"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Eindexamen vwo wiskunde B pilot 2013-II - havovwo.nl

- www.havovwo.nl - www.examen-cd.nl

Vraag Antwoord Scores

Twee vierkanten tegen een driehoek

9 maximumscore 3 • 2 2 0 p p AB OB OA q q −       = − =    − = −          1

• AD is het beeld van AB bij een rotatie over een hoek van 90° linksom, dus 2 q AD p   =      1 • 2 2 p q p q OD OA AD q p p q +       = + =  +  = − − +          1 of • yD = yA+(yDyA)= yA+(xBxA) 1 • Dus yD = + −q (2 p)= − + 2 p q 1 • Evenzo xD =xA+(xDxA)= + (dus p q 2 p q OD p q +   =  − +     ) 1 10 maximumscore 4 • 1 1 2 2 2 1 0 p p MA BO OA q q − −       = ⋅ + = ⋅    + =          1 • 2 2 2 2 p q p q q ED OD OE p q p q p + −       = − =   = − + + −          1 • 1 2 2 2 p q MA ED q p −     ⋅ =   −       1

•  MA ED⋅ =2pq−2q+2q−2pq=0, dus MA staat loodrecht op ED 1

of • De richtingscoëfficiënt van ED is (2 ) ( ) 1 ( ) ( ) D E D E y y p q p q p x x p q p q q= − + − + = − − + − − 2 • De richtingscoëfficiënt van AM is 1 M A M A y y q x x p= − − − 1

• Het product van deze richtingscoëfficiënten is −1 (dus MA staat

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

[r]

− een vierkant met zijde r dat met elk van de vierkanten uit figuur 1 één hoekpunt gemeenschappelijk heeft;. − een vierkant met zijde s dat met elk van de vierkanten uit figuur

[r]

Deze vierkanten liggen buiten driehoek OAB.. Het midden van lijnstuk OB is punt

De twee grafieken snijden elkaar in punt C.. 4p 17 † Bereken de oppervlakte van

Als in een driehoek de oppervlaktes van de vierkanten op twee zijden samen gelijk zijn aan de oppervlakte van het vierkant op de derde zijde,.. dan heeft de driehoek een rechte

Als twee driehoeken beschreven zijn om een kegelsnede, dan is er een tweede kegelsnede waarmee beide driehoeken zelfgeconjugeerd zijn.. Combinatie van deze stellingen

De middens van de zijden, de voetpunten van de hoogtelijnen en de middens van de bovenste hoogtelijnstukken van een driehoek liggen op dezelfde cirkel, de negenpuntscirkel van