Vraag nr. 107 van 12 maart 2004
van mevrouw MARIJKE DILLEN Psynet – Steun
Voor vele jongeren is de overstap van leerling naar student niet vanzelfsprekend. Bijna één op vijf stu-denten doet soms een beroep op studiebegeleiding. Eén op twintig studenten heeft nood aan hulp. D e-pressies vormen het frequentste probleem.
Om beter het hoofd te kunnen bieden aan deze problematiek hebben de studentenbegeleiders en psychologen van de universiteit en de vier hoge-scholen die samen de Associatie Antwerpen vor-m e n , de krachten gebundeld onder de naavor-m "Psy-n e t " . Va"Psy-n de 25.000 stude"Psy-nte"Psy-n die de A s s o c i a t i e t e l t , hebben er jaarlijks ongeveer 800 hulp nodig. 6 0 tot 80 hebben gespecialiseerde hulp nodig.
1. Wat is het beleid van de minister terzake ? Heeft de minister kennis van dergelijke initia-tieven aan andere universiteiten of hogescho-len ?
2. Dergelijk initiatief is belangrijk in het kader van de gezondheidsdoelstelling betreffende de gees-telijke gezondheidszorg.
Krijgt Psynet financiële of andere ondersteu-ning vanuit het departement Welzijn ? Zo ja, o p welke wijze ? Wat is het budget dat ter beschik-king wordt gesteld ?
3. Er is samenwerking met twee centra voor gees-telijke gezondheidszorg.
Wordt dit vanuit Welzijn ondersteund ? Zo ja, op welke wijze ?
Heeft de minister kennis van andere centra voor geestelijke gezondheidszorg die ook derge-lijke initiatieven ondersteunen en begeleiden naar studenten ?
Antwoord
1. De wijze waarop de Universiteit Antwerpen en de Hogescholen Antwerpen hun sociaal beleid organiseren en de financiën die ze daaraan be-s t e d e n , ibe-s in eerbe-ste inbe-stantie hun eigen bevoegd-heid en die van de minister van Onderwijs.
Als Vlaams minister van We l z i j n , G e z o n d h e i d en Gelijke Kansen kan ik wel stellen dat vanuit Gezondheidszorg 21 centra voor geestelijke ge-zondheidszorg worden erkend en gesubsidieerd. Deze centra staan ten dienste van de totale be-volking en staan dus ook open voor de studen-ten.
Een specifiek beleid vanuit Gezondheidszorg naar de doelgroep studenten is er niet.
Naast Psynet in Antwerpen bestaan er nog ge-lijkaardige initiatieven aan andere universitei-ten.
De KU Leuven (Katholieke Universiteit Leuven – red.) heeft een eigen psychotherapeutisch centrum voor studenten. Hier kunnen studenten met psychische problemen terecht voor profes-sionele hulp van psychologen en psychiaters. Op de campus van de Vrije Universiteit Brussel (VUB) is er een centrum voor psychotherapie met de naam Psychoplan aanwezig.
Bij de KU Brussel (Katholieke Universiteit Brussel – red.) verwijst het Centrum voor Stu-die- en Studentenbegeleiding (CSSB) bij inge-wikkelde problemen door naar meer gespeciali-seerde diensten buiten de KU Brussel, zoals een centrum voor geestelijke gezondheidszorg of medische hulpverlening.
Andere universiteiten en hogescholen hebben misschien ook dergelijke initiatieven, m a a r daarover hebben wij geen informatie kunnen vinden.
2. Psynet is een samenwerkingsovereenkomst tus-sen de Antwerpse universiteit en vier A n t w e r p-se hogescholen, met het doel om studenten van vermelde instellingen op een snelle en doel-treffende manier te helpen bij psychische pro-blemen.
3. Voor alle duidelijkheid wil ik erop wijzen dat de centra voor geestelijke gezondheidszorg beho-ren tot Gezondheidszorg en niet tot Welzijn. Er is inderdaad een samenwerking tussen Psy-net en twee Antwerpse centra voor geestelijke g e z o n d h e i d s z o r g, namelijk Adante en Va g g a ( Vereniging voor Ambulante Geestelijke Ge -zo n d h e i d s -zorg Antwerpen – red.). Deze samen-werking is momenteel nog volledig vrijblijvend. Het betreft enkel doorverwijzingen van studen-ten naar één van de vestigingen van deze twee centra voor geestelijke gezondheidszorg na een screening door een medewerker van Psynet. Wanneer er aanwijzingen zijn dat een student intensieve en langdurige begeleiding nodig h e e f t , wordt er doorverwezen naar een CGG. I n de toekomst zou Psynet, bij twijfel over de diag-n o s e, ook eediag-n beroep willediag-n doediag-n op deze CGG's voor diagnosestelling.