• No results found

Vraag nr. 108 van 12 maart 2004 van mevrouw MARIJKE DILLEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 108 van 12 maart 2004 van mevrouw MARIJKE DILLEN"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 108 van 12 maart 2004

van mevrouw MARIJKE DILLEN

Protocol onderwijs-cultuur – Stand van zaken In februari 2002 hebben de ministers van Cultuur en Jeugd en van Onderwijs een protocol onderte-kend met het oog op het aanzwengelen van de cul-turele competentie bij jongeren.

1. Dit protocol had onder meer tot doel sporadi-sche vormen van samenwerking om te zetten in een structurele samenwerking.

Wat is hier de stand van zaken ?

Op welke wijze is deze omzetting gebeurd ? Is er thans daadwerkelijk een structurele sa-menwerking tussen het departement Cultuur en het departement Onderwijs ? Wie zijn hiervoor de verantwoordelijken ?

Heeft er inmiddels een evaluatie plaatsgehad ? Zo ja, wat zijn de resultaten ? Zo neen, w o r d t deze nog gepland ?

2. Wat zijn de gevolgen van deze samenwerking op het beleidsmatige vlak ?

3. Het was de bedoeling een concreet actieplan uit te werken dat cultuur beter dient in te bedden in het traditionele onderwijs.

Wat is hier de stand van zaken ?

Wat is hierbij de inbreng vanuit het departe-ment Cultuur ?

Welke concrete projecten zijn er reeds uitge-voerd ?

4. Is er binnen de Canon Cultuurcel een steunpunt gegroeid ?

Wat is de opdracht van dit steunpunt ?

Wat is hierbij de inbreng vanuit het departe-ment Cultuur ?

N.B. Een gelijkaardige vraag werd gesteld aan mi-nister Vanderpoorten (vraag nr. 78).

Antwoord

In februari 2002 ondertekenden de ministers van Onderwijs en Cultuur een protocol met betrekking tot samenwerking tussen Onderwijs en Cultuur. Dit protocol heeft als voornaamste doelstellingen : 1) in gezamenlijk overleg een beleid te

ontwikke-len op de verschilontwikke-lende niveaus waar de beleids-domeinen Onderwijs en Cultuur elkaar raken ; 2) het ontplooien van de individuele culturele

competentie ;

3) de wisselwerking tussen leerplicht en DKO enerzijds en het culturele veld en onderwijs anderzijds te optimaliseren ( D KO : deeltijds kunst -onderwijs – red.) ;

4) het muzisch-creatieve zijn plaats te geven als noodzakelijke component in het onderwijs. Om deze doelstelling te bereiken, werden drie in-strumenten vooropgesteld :

1) een structureel overleg tussen de departemen-ten ;

2) gefaseerd een steunpunt uitbouwen ;

3) de nodige initiatieven nemen voor een transpa-rante op elkaar afgestemde regelgeving.

1. Stand van zaken samenwerking

Na de ondertekening van het protocol werden diverse initiatieven genomen om structurele sa-menwerking na te streven. Deze stappen wer-den steeds in overleg tussen beide administra-ties en kabinetten gezet.

Concreet werden volgende acties ondernomen : – in maart 2002 werden drie adviesgroepen

(2)

– tussen de administraties Cultuur en Onder-wijs werd een stuurgroep opgericht, z o a l s vooropgesteld in het protocol. Deze stuur-groep vergaderde viermaal per jaar ;

– op interkabinetten niveau en tussen beide ministers werd geregeld overleg gepleegd in verband met de te nemen stappen in de op-richting van een mogelijk steunpunt onder-wijs-cultuur.

Zowel de stuurgroep als de adviesgroepen kre-gen een mandaat van twee jaar. Op 17 m a a r t jongstleden stelden ze op een studiedag, die ge-organiseerd werd door beide departementen, hun adviezen aan het beleid en aan de sectoren Onderwijs en Cultuur voor.

De belangrijkste aanbevelingen van de advies-groepen zijn :

– creativiteit als centraal overkoepelend/trans-versaal concept in het onderwijsprogramma ; – de vraag naar cultuurcoördinatoren op

school ;

– de vraag naar educatoren binnen de culture-le sector ;

– de vraag naar een nog betere afstemming tussen beide departementen enerzijds en de sectoren anderzijds ;

– het aantrekken en openstellen van expertises vanuit het culturele veld naar het onderwijs toe en omgekeerd ;

– organiseren van een verplicht pakket vrije schooltijd – tijd waarin leerlingen begeleid binnen en buiten de school kunnen deelne-men aan culturele activiteiten ;

– het opzetten van een structureel overleg tus-sen de amateurkunsten en het DKO ;

– het onderzoeken hoe amateurkunsten en D KO betrokken kunnen worden in culturele en onderwijskundige besluitvorming ;

– een meer structurele betrokkenheid/verte-genwoordiging van de adviesgroepen in de besluitvorming van beide departementen ; – het openstellen van subsidiemogelijkheden

binnen het culturele veld voor studenten hoger kunstonderwijs ;

– het stimuleren en ondersteunen van onder-zoek ;

– kwaliteitsverbetering en kwaliteitsbewaking binnen de lerarenopleiding.

De volledige adviezen kunnen worden geraad-pleegd via de sites van de Canon Cultuurcel ( h t t p : / / w w w.canoncultuurcel.be link onderwijs-cultuur) en de administratie Cultuur (http://www.vlaanderen.be/cultuur) (bijlage 2). Daarnaast werd in de afgelopen twee jaar ook gedebatteerd over de mogelijkheid om een steunpunt onderwijs-cultuur op te richten. H o e-wel beide departementen en kabinetten het hierover inhoudelijk eens raakten, is een geza-menlijke steunpuntstructuur in de schoot van de Canon Cultuurcel zoals aangegeven in het pro-tocol niet mogelijk in het kader van het voorlig-gende plan Beter Bestuurlijk Beleid. Eén van de basisbeginselen van BBB is het concept van homogene bevoegdheidsdomeinen, met andere woorden duidelijke bevoegdheidspakketten en geen vermenging van bevoegdheden over ver-schillende bewindspersonen. Het spreekt voor zich dat een steunpunt ten aanzien van dergelij-ke sterk rationeel-doordachte structuur veeleer als afwijkend dan wel als ondersteunend wordt ervaren.

Er ligt vandaag vanuit de stuurgroep een alter-natief voor, waarbij op het operationele vlak ad-ministratieve coördinatie tussen cultuur en on-derwijs centraal staat, naast conceptuele inspira-tie vanuit versterkte adviesgroepen. De uitein-delijke vormgeving zal vermoedelijk worden be-krachtigd in een nieuw (of : vernieuwd) proto-col Onderwijs-Cultuur tussen de volgende be-voegde ministers.

Beide departementen hebben in overleg en na evaluatie de voorliggende beleidsadviezen mee opgenomen in de eigen werking en de beleids-voorstellen voor de volgende Vlaamse regering. Vanuit het departement Onderwijs zal dit ver-der worden opgevolgd door de Canon Cultuur-c e l , vanuit de administratie Cultuur door de Cel voor Cultuurbeleid.

(3)

es-sentieel was met het oog op een later advies over de optimalisering van de inzet van beschik-bare middelen en methoden, zoals vooropge-steld in het protocol. Binnen de stuurgroep be-stond er consensus over het feit dat de toegan-kelijkheid van onderwijs tot culturele activitei-ten gehinderd wordt wanneer er onduidelijk-heid bestaat over de wegen die naar deze initia-tieven leiden en de middelen die daarvoor wor-den aangesproken. Die onduidelijkheid verhin-dert een maximale inzetbaarheid van middelen. Om deze onduidelijkheid te verhelpen, werd in-tussen een gezamenlijk onderzoeksproject uit-geschreven dat zal toelaten om beleidsaanbeve-lingen te formuleren die erop gericht zijn de transparantie te verhogen, de efficiëntie van de subsidiestromen op het kruispunt van onderwijs en cultuur te versterken en anomalieën in wet-geving en communicatie weg te werken.

De vooropgestelde adviezen van de drie advies-groepen werden door de desbetreffende dien-sten ook reeds mee opgenomen in beide be-leidsvoorstellen voor de volgende Vlaamse re-g e r i n re-g. Deze re-gezamenlijke beleidsmatire-ge aan-pak is een rechtstreeks gevolg van de afspraken die gemaakt werden binnen het protocol. Tussen het departement Onderwijs en de admi-nistratie Cultuur werd voorts ook overeengeko-men om maandelijks een structureel overleg te o r g a n i s e r e n , in afwachting van een mogelijk vernieuwd protocol. Dit overleg wordt opge-volgd door de Canon Cultuurcel en ABC ( A r t Basics for Children – red.) binnen het departe-ment Onderwijs en de Cel voor Cultuurbeleid binnen de administratie Cultuur.

3. Uitwerking concreet actieplan

De adviezen van zowel stuur- als adviesgroep stellen een duidelijk actieplan voorop. G e z i e n de centrale rol van Canon Cultuurcel in deze sa-m e n w e r k i n g, ligt het voor de hand dat in de schoot van deze cel concretisering wordt gege-ven aan een aantal van deze adviezen.

Het betreft concreet :

– de vraag naar structurele inbedding van cre-ativiteit in het onderwijs : hiervoor werd een denktank samengesteld met vertegenwoordi-gers uit het onderwijs, de culturele sector en een aantal experten.

Deze denktank zal in oktober 2004 een eer-ste studie aan de administratie voorleggen met hierin concrete aanbevelingen ;

– de vraag naar duidelijke beleidsafstemming inzake subsidieregeling : naast het reeds aan-gehaalde onderzoek werd een projectgroep samengesteld met vertegenwoordigers uit verschillende departementen, de V l a a m s e Gemeenschapscommissie (VGC) en het fe-derale Ministerie van Ontwikkelingssamen-werking.

Vanuit deze departementen kunnen scholen projectgeld aanvragen om concrete (culture-le) activiteiten in scholen te organiseren (bv. DynaMo2-ondersteuning vanuit Canon Cul-t u u r c e l ) . DoelsCul-telling van deze projecCul-tgroep is de regelgeving van diverse subsidievormen op elkaar af te stemmen en waar mogelijk samen te werken. Dit initiatief past ook in het afgesloten samenwerkingsprotocol met de VGC ;

– de vraag naar het ontplooien van de culture-le competentie : in samenwerking met CJP (Cultureel Jongerenpaspoort – red.) en Cul-tuurnet Vlaanderen werd een onderzoek door Canon uitgeschreven rond jongeren en cultuurparticipatie.

De concrete resultaten van dit onderzoek zullen in april en mei 2004 worden voorge-s t e l d . Aanvoorge-sluitend zullen de drie partnervoorge-s ook een grote bevraging bij jongeren zelf uit-v o e r e n . Dit initiatief wordt mee ondersteund door het Steunpunt Jeugd en diverse culture-le steunpunten ;

– de vraag naar cultuurcoördinatoren op school : vanuit Canon werd een oproep naar leerkrachten gericht om zich op te geven als cultuurcoördinator op school.

200 leerkrachten reageerden hierop. Vo l g e n d schooljaar zal met deze ruime resonantie-groep worden bekeken wat de mogelijke taak van een cultuurcoördinator op school kan zijn. Hiervoor zal met de diverse peda-gogische diensten van de koepels nauw wor-den samengewerkt ;

(4)

screening van de sector cultuur en het onder-wijs.

Dit leertraject moet duidelijke handvaten aan leerkrachten kunnen bieden om structu-reel met media(educatie) in de klas om te g a a n . In november 2004 worden de eerste re-sultaten verwacht ;

– de vraag naar onderzoek : Canon zal vanaf volgend budgetjaar 15 % van de jaarlijkse projectmiddelen aan onderzoek besteden. Dit onderzoek zal in nauw overleg met de administratie Cultuur gebeuren. Dit jaar wordt reeds 10 % van het budget voor on-derzoek gereserveerd.

– de vraag naar kwaliteitsverbetering en -be-waking binnen de lerarenopleiding : h i e r v o o r werden diverse projecten ontwikkeld in sa-menwerking met de museale en culturele sector (Dubbelfocus, leermeester, ...)

Ook de samenwerking binnen het departement Onderwijs werd verbeterd : zo is er op dit ogen-blik een geregeld overleg tussen Canon, h e t D KO en het hoger onderwijs om gemeenschap-pelijke initiatieven te nemen en te ondersteu-nen.

Binnen het departement Cultuur werd onder-tussen werk gemaakt van een betere en structu-rele ondersteuning van de kunsteducatieve p r a k t i j k , waarop vanuit de scholen zeer dikwijls een beroep wordt gedaan. Zowel in het decreet op sociaal-cultureel werk, het decreet op lande-lijk jeugdwerk, als in het nieuwe kunstendecreet is in de structurele of projectmatige ondersteu-ning voorzien voor kunsteducatieve organisa-t i e s. Ook de sorganisa-teunpunorganisa-ten in de verschillende sectoren hebben een begeleidende en coördine-rende rol op het vlak van kunsteducatie. B o v e n-dien voorziet het kunstendecreet ook expliciet in de mogelijkheid tot ondersteuning van artis-tieke organisaties voor hun potentiële educatie-ve werking.

Aangezien deze decreten werken op basis van k w a l i t e i t s b e o o r d e l i n g, ligt het ook in de bedoe-ling om binnen dit ruime veld van kunsteduca-tieve bezigheden aan kwaliteitsbewaking te doen.

4. Steunpunt in Canon Cultuurcel

Zoals reeds aangegeven, was de realisatie van een steunpunt in het kader van het BBB niet m o g e l i j k . Er ligt vandaag vanuit de stuurgroep een alternatief voor, waarbij op het operatione-le vlak administratieve coördinatie tussen cul-tuur en onderwijs centraal staat, naast conceptu-ele inspiratie vanuit versterkte adviesgroepen. Binnen onze denkpiste zal er een centrale rol voor de Canon Cultuurcel binnen het departe-ment Onderwijs weggelegd zijn. Intussen werd aan de Cultuurcel wel de opdracht gegeven de voorgestelde adviezen waar mogelijk mee op te nemen in het huidige beleid (zie punt 3).

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In artikel 14 van deze tekst werd reeds bepaald dat de kandidaten voor een aanwervingsexamen slechts aan een deel van de toelatings- en aanwer- vingsvoorwaarden moeten voldoen op

Artikel 3, § 3 van de beheersovereenkomst die de Vlaamse regering op 29 november 1994 met de Vlaamse Instelling voor Te c h n o l o g i s c h Onderzoek (VITO) afsloot, bepaalt dat

De informatie over het eerste werkingsjaar, i n- clusief de bevindingen van de wetenschappelij- ke evaluatie, wordt in de loop van september 2001 aan de Onderwijscommissie van

Op basis van deze berekeningen zullen de forfaits voor de werking en de subsidie aange- past worden middels een ontwerp van besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het

Er wordt niet in financiële ondersteuning voor- zien vanuit de administratie Gezondheidszorg, aangezien Psynet ook geen vraag voor financië- le ondersteuning gesteld heeft.... Voor

Zo verleent het Vlaams Fonds voor het werk- jaar 2004 zijn principiële goedkeuring voor een project van het Pedagogisch Centrum Wa g e n- schot (Eke-Nazareth), waarbij ook

- de Vlaamse minister bevoegd voor Buiten- lands Beleid en Europese A a n g e l e g e n h e d e n de opdracht te geven onderhandelingen te voeren met het oog op het sluiten van

Op welke wijze heeft de minister in het kader van het gemeentelijk cultuurbeleid een goede synergie bepleit tussen alle lokale initiatieven op het vlak van de leescultuur?.