Vraag nr. 44
van 3 november 1998
van mevrouw VEERLE HEEREN Vogelopvangcentra – Subsidiëring
Op 10 september laatstleden heeft de minister een persbericht verspreid waarin hij aankondigt een protocol te hebben afgesloten met de vinkeniers-bonden waarbij de bevoorrading van de vinkeniers met vinken uit de natuur wordt geregeld. Daaren-boven krijgen de vinkeniersbonden subsidies voor elke vink die in gevangenschap wordt gekweekt. Bij deze gesprekken werd Vogelbescherming Vlaanderen niet betrokken.
Deze subsidies worden toegekend onder vermel-ding van het instandhouden van traditie en folklo-re, terwijl de vogelopvangcentra in Vlaanderen niet in aanmerking komen voor subsidiëring door de Vlaamse overheid.
1. Waarom komen deze vogelopvangcentra, die jaarlijks zo'n 15.000 noodlijdende Europese vogels opvangen en verzorgen en hiervan meer dan 70 % terug in de natuur vrijlaten, niet in aanmerking voor een subsidiëring door de Vlaamse overheid ?
2. Waarom werd er bij de bespreking met de vin-keniersbonden geen onderhoud aangevraagd met Vogelbescherming Vlaanderen, gezien hun deskundigheid terzake ?
Antwoord
1. De meeste erkende vogelopvangcentra werken onder de vleugels van het Koninklijk Belgisch Verbond voor de Bescherming van de Vogels (Vogelbescherming Vlaanderen vormt de Vlaamse vleugel van deze vereniging).
Deze vereniging is erkend en ontvangt subsidies op grond van een besluit van de Vlaamse rege-ring van 3 juni 1992, dat de erkenning en subsi-diëring van milieu- en natuurverenigingen regelt. De subsidie wordt onder meer berekend op grond van het ledenaantal en de tijdschriften van de vereniging.
Ook het Natuurhulpcentrum in Opglabbeek, erkend als vogelasiel, ontvangt jaarlijks subsi-dies op basis van dezelfde reglementering. Andere vogelasielen kunnen meestal niet recht-streeks worden gesubsidieerd, omdat zij niet
voldoen aan de in het bovenvermelde besluit vermelde erkenningsvoorwaarden.
Nochtans kunnen zij als streekgebonden vereni-ging worden beschouwd, waardoor zij voor sub-sidiëring in aanmerking komen wanneer zij vol-doen aan de voorwaarden van artikel 16 van het bovenvermelde besluit. Zo moeten zij bijvoor-beeld activiteiten hebben die verder reiken dan zuiver gemeentelijke en tijdgebonden situaties en ze moeten al twee jaar bestaan.
Aanvragen moeten worden ingediend via een erkende gewestelijke vereniging, in dit geval het Koninklijk Belgisch Verbond voor de Bescher-ming van de Vogels.