Óscar Romero College
Campus Talen & Exacte Wetenschappen Vak: Wiskunde
Leerkracht: Sven Mettepenningen
Ruimtemeetkunde – Loodrechte stand, afstanden en hoeken
1. Gegeven zijn de vectoren A
1, 2, 3
en B
4, 1, 2
.a) Bereken de hoek tussen de vectoren A en B tot op de seconde nauwkeurig.
b) Verander de z-coördinaat van vector B zodat AB.
2. In de ruimte met orthonormale ijk beschouwt men de punten
A 1, 2,1
,B 2,3, 2
,C 2,1, 1
enD 4,1, 0
.a) Bepaal de cartesiaanse vergelijking van het vlak
dat door de punten A B, enC
gaat.b) Bepaal de coördinaat van het voetpunt van de loodlijn neergelaten uit D op
.3. In een driedimensionaal orthonormaal assenstelsel zijn gegeven het vlak
x y 2 0, de rechte 2 13 2
x z
r y en het punt P
2,1, 0
.a) Stel de vergelijking op van het vlak
datr
en P bevat.b) Stel de cartesiaanse vergelijkingen op van de loodlijn uit P op
. c) Bepaal de afstand van P tot rechter
.4. In de ruimte, voorzien van een orthonormale ijk, beschouwt men de punten A
1, 2, 0
, B
2,1, 2
en C
3,1,1
,en de rechte
4 2 3
6 3 2
x y z
d x y z
.a) Bepaal de cartesiaanse vergelijking van het vlak
dat het punt A en de rechted
bevat.b) Bereken de afstand van B tot vlak
.c) Bereken de hoek tussen rechte
AC
en vlak
op de seconde nauwkeurig.5. In een ruimte met orthonormale ijk zijn gegeven A
0,1, 0
en B
2,3,1
, en de rechte1
2 0
x y
c y z
. a) Bepaal het puntC c
zo dat AB enAC
elkaar loodrecht snijden.b) Bepaal de cartesische vergelijking van de rechte
d
zo datA d
en d vl ABC
.c) Bepaal
F d
zo dat AF AC .6. In de ruimte, voorzien van een orthonormale ijk, beschouwt men de punten A
4, 4, 0
, B
4, 4, 0
, C
0, 0,8
en D
8,8,8
en het vlak
x 2y z 4.a) Bepaal de cartesiaanse vergelijking van het vlak
dat door A gaat en loodrecht staat opBC
. b) Bepaal de coördinaat van het snijpunt P van de rechteBC
met het vlak
.c) Bepaal de cartesiaanse vergelijking van het vlak
dat door D gaat en evenwijdig is met
.2 0
x y z t
. D
8 2.8 8 t 0 t 16. Dus
x 2y z 160. d) Bereken de hoek tussen de vlakken
en
.Veel succes!
Antwoorden (moeilijkheidsgraad : eenvoudig, : gemiddeld, : lastig, : erg moeilijk)
1.
a)
A B , 62 11'17"
b) 2
' 4, 1, B 3
2.
a)
x y 2z 1 0 b)V 10 3,1 3, 4 3
3.
a)
3x y 5z 7 0b) 3 0
0 x y
l z
c) 10
PL 2
4.
a)
2x y 3z 4 0b)
,
14d B
2c)
AC,
40 53'36"5.
a)
C 1, 0, 0
b) 1
4 d x y z
c)
F
1 1 3, 4 3, 4 3
enF
2 1 3, 2 3, 4 3
.6.
a)
x y 2z 8 0 b) 4 4 163 3 3, , P
c)