• No results found

DEEL 3: BIJLAGEN 1. Organigram Provincie Drenthe 2. Enquête 3. Resultaten enquête 4. Geïnterviewden 5. Interviewschema 6. Gespreksverslagen 7. Instrumenten

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "DEEL 3: BIJLAGEN 1. Organigram Provincie Drenthe 2. Enquête 3. Resultaten enquête 4. Geïnterviewden 5. Interviewschema 6. Gespreksverslagen 7. Instrumenten"

Copied!
62
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

DEEL 3: BIJLAGEN

(2)
(3)

BIJLAGE 2: ENQUETE

[ ]: vragen met een [ ] wil zeggen dat er meerdere antwoorden mogelijk zijn …….: zijn open vragen waar het gaat om schattingen.

1. Bij welke sector behoort het bedrijf hoofdzakelijk? Geef daarbij aan om wat voor soort bedrijf het gaat

0 Toerisme sector:………...

0 Agribusiness sector: primaire landbouw: ……… 0 Agribusiness sector: overige:………...

0 anders namelijk:………..

2. Wil het bedrijf in de komende 5 jaar nieuwe of (deels) vernieuwde producten/diensten op de markt brengen?

0 Ja

0 Nee (ga naar vraag 3)

2.a Geef aan welke ondersteuning het bedrijf van de Provincie wenst om nieuwe of (deels) vernieuwde

producten/diensten op de markt te brengen? Schat daarbij in hoe vaak de ondersteuning in 5 jaar nodig zal zijn.

[ ] geen provinciale ondersteuning nodig om nieuwe producten op de markt te brengen (ga naar vraag 3)

[ ] financiële ondersteuning te weten……… ………x

[ ] het in contact brengen met relevante samenwerkingspartijen ………x

[ ] het in contact brengen met een netwerk (voor verkrijgen kennis en vaardigheden) ………x

[ ] het in contact brengen met adviesorganisaties t.b.v. vernieuwing/verandering ………x

[ ] informatie verschaffen over de verschillende subsidieregelingen ………x

[ ] ondersteuning op het gebied van marketing/marktonderzoek ………x

[ ] anders: de ondersteuning die gewenst is om nieuwe producten diensten op de markt te brengen is: ……… ………x

2.b Met hoeveel procent zal het aandeel van nieuwe of (deels) vernieuwde producten/diensten van de totale omzet stijgen als de bovenstaande ondersteuning geboden zal worden? (komende 5 jaar) 0 1-5 % 0 5-10 % 0 >10 % 2.c Met hoeveel verwacht u dat het aantal nieuwe of (deels) vernieuwde producten/diensten binnen het bedrijf zal toenemen als de bovenstaande ondersteuning geboden zal worden? (komende 5 jaar) 0 1-2 0 3-4 0 > 5 3. Wil het bedrijf de komende 5 jaar nieuwe dan wel verbeterde technologieën/bedrijfsprocessen invoeren? 0 Ja 0 Nee (ga naar vraag 5) 3.a Geef aan welke provinciale ondersteuning het bedrijf wenst om nieuwe dan wel verbeterde technologieën/ bedrijfsprocessen in het bedrijf in te voeren? Schat daarbij in hoe vaak de ondersteuning in 5 jaar nodig zal zijn. [ ] geen provinciale ondersteuning nodig om nieuwe technologieën/processen in te voeren (ga naar vraag 5) [ ] financiële ondersteuning te weten……… ………x

[ ] het in contact brengen met relevante samenwerkingspartijen ………x

[ ] het in contact brengen met een netwerk (voor verkrijgen kennis en vaardigheden) ………x

[ ] het in contact brengen met adviesorganisaties t.b.v. vernieuwing/verandering ………x

[ ] informatie verschaffen over de verschillende subsidieregelingen ………x

[ ] ondersteuning op het gebied van marketing/marktonderzoek ………x

[ ] anders: de ondersteuning die gewenst is om nieuwe technologieën/processen in te voeren is: ………. ………x

3.b In welke mate zal het gebruik van nieuwe dan wel vernieuwde technologieën/bedrijfsprocessen toenemen als de bovenstaande provinciale ondersteuning geboden zal worden? (komende 5 jaar)

0 zeer veel toename 0 veel toename

0 neutraal (niet veel/niet weinig) 0 enige toename

(4)

4. Geef aan op welke gebieden u behoefte heeft aan kennis en/of vaardigheden van anderen om te gebruiken bij vernieuwingen? Licht per gekozen gebied toe waaraan u behoefte heeft.

[ ] geen behoefte aan kennis en vaardigheden van anderen (ga naar vraag 6)

[ ] op strategisch gebied te weten………. [ ] op het gebied marketing/marktonderzoek te weten………. [ ] op juridisch gebied te weten……… [ ] op technologisch gebied te weten……… [ ] op financieel gebied te weten………...

[ ] anders namelijk:………...

5. Met welke partijen zou u de komende 5 jaar in contact willen komen om nieuwe kennis en/of vaardigheden op te doen (om te gebruiken voor vernieuwingen)?

[ ] geen behoefte om met nieuwe partijen in contact te komen [ ] met klanten/afnemers

[ ] met onderzoeksinstellingen [ ] met externe adviseurs

[ ] met kennis- of onderwijsinstellingen [ ] met toeleveranciers

[ ] met concurrenten of collega-bedrijven

[ ] Anders namelijk:………..

5.a Welke provinciale ondersteuning is gewenst om in contact te komen met bovenstaande partijen?

Schat daarbij in hoe vaak de ondersteuning in 5 jaar nodig zal zijn. [ ] geen ondersteuning nodig van de Provincie (ga naar vraag 6)

[ ] organiseren van bijeenkomsten waar verschillende partijen bij elkaar komen ………x

[ ] geven van workshops met als onderwerp………. ………x

[ ] doorverwijzen naar organisaties die mij helpen bij het vinden van relevante partijen ………x

[ ] informatie verschaffen en adviseren over de voordelen van samenwerkingsverbanden ………x

[ ] anders namelijk:……… ………x

5.b Met hoeveel partijen verwacht het bedrijf in contact te komen om nieuwe kennis/vaardigheden op te doen als de bovenstaande provinciale ondersteuning geboden zal worden? (komende 5 jaar) 0 1-2 0 3-4 0 > 5 6. Met welke partijen zou u willen samenwerken om de vernieuwingen door te voeren? (komende 5 jaar) [ ] geen behoefte om met partijen te gaan samen werken (ga naar vraag 7) [ ] met klanten/afnemers [ ] met onderzoeksinstellingen [ ] met externe adviseurs [ ] met kennis- of onderwijsinstellingen [ ] met toeleveranciers [ ] met concurrenten of collega-bedrijven [ ] anders namelijk:……….. 6.a Wat zou de Provincie kunnen doen om het aantal samenwerkingsverbanden van uw bedrijf te bevorderen? Schat daarbij in hoe vaak de ondersteuning in 5 jaar nodig zal zijn. [ ] niets (ga naar vraag 7) [ ] organiseren van bijeenkomsten waar verschillende partijen bij elkaar komen ………x

[ ] geven van workshops met als onderwerp……… ………x

[ ] doorverwijzen naar organisaties die helpen bij het vinden van relevante partijen ………x

[ ] informatie verschaffen en adviseren over de voordelen van samenwerkingsverbanden ………x

[ ] subsidie verlenen voor samenwerkingsprojecten ………x

[ ] anders namelijk:……… ………x

6.b Met hoeveel zal het aantal samenwerkingsverbanden stijgen als de bovenstaande provinciale ondersteuning geboden zal worden? (komende 5 jaar)

0 1-2

0 3-4

(5)

7. Aan welke financiële middelen heeft u naar verwachting de komende 5 jaar behoefte om de gewenste vernieuwingen door te kunnen voeren? Geef waar mogelijk een toelichting

[ ] geen behoefte aan financiële middelen (ga naar vraag 7.d)

[ ] behoefte aan subsidie voor………

[ ] behoefte aan middelen van banken

[ ] middelen van privé investeerders/informal investors [ ] middelen van venture capitalists: risicodragend vermogen

[ ] anders namelijk:………

7.a Geef aan voor welke doeleinden u behoefte heeft aan externe financiële middelen als het gaat om het doorvoeren van vernieuwingen? Meerdere antwoorden mogelijk

[ ] geen behoefte aan externe financiële middelen [ ] uitvoeren van marktverkenning

[ ] uitvoeren van een haalbaarheidsonderzoek [ ] ontwikkelen en testen van een prototype/product [ ] opstellen van een strategisch marketingplan

[ ] bestudering van financiering van een acquisitie/bedrijfsovername [ ] uitbreidingsinvesteringen

[ ] menskracht [ ] leasen van machine

[ ] investeringen om aan nieuwe eisen te voldoen

[ ] anders namelijk:………...

7.b Aan welke provinciale ondersteuning op het gebied van financiën, heeft uw bedrijf behoefte om de gewenste vernieuwingen door te kunnen voeren? (komende 5 jaar)

[ ] geen behoefte aan provinciale ondersteuning (ga naar vraag 7.d)

[ ] informatie verschaffen over verschillende regelingen ………x

[ ] financiële ondersteuning te weten:……… ………x

[ ] doorverwijzen naar partijen die kunnen adviseren over financiële mogelijkheden ………x

[ ] doorverwijzen naar partijen die de benodigde financiële middelen kunnen verschaffen ………x

[ ] anders namelijk:……… ………x

7.c Hoeveel subsidie zal u naar verwachting van de Provincie nodig hebben om alle gewenste vernieuwingen door te voeren/innovaties te realiseren? Geef tevens aan hoe hoog de eigen investering zal zijn.

………gevraagde subsidie in 5 jaar (in cijfers) ………eigen investering (in cijfers)

7.d Welke overige provinciale ondersteuning zal ervoor zorgen dat de totale uitgaven aan vernieuwing van uw bedrijf zullen stijgen? (komende 5 jaar) (vult u hier niets in, dan bent u klaar met deze enquête)

……….… ……….

7.e Met hoeveel procent zullen de totale uitgaven aan vernieuwing van het bedrijf stijgen als alle gewenste provinciale ondersteuning geboden zal worden? (komende 5 jaar)

0 niets

0 1-5 %

0 5-10 % 0 >10 %

- EINDE ENQUÊTE: HARTELIJK DANK VOOR HET INVULLEN VAN DE VRAGENLIJST -

Graag adresgegevens invullen als u kans wilt maken op een cadeaubon naar keuze ter waarde van €30,00 Evt. Naam Bedrijf: ……… Naam geënquêteerde: ………

Adres: ………

Postcode/plaats: ……… Telefoonnummer: ………

(6)

BIJLAGE 3: RESULTATEN ENQUÊTE VRAAG 1

N=97 Aantal Percentage

Toerisme sector 55 56,7

Agribusiness sector: primaire landbouw 27 27,8

Agribusiness sector: overige 14 14,4

Anders 1 1,0 Totaal 97 100,0 Agribusiness samengevoegd N=97 Aantal Percentage Toerisme sector 55 56,7 Agribusiness sector 41 42,3 Beide 1 1,0 Totaal 97 100,0 VRAAG 2

Percentage bedrijven die nieuwe of deels vernieuwde producten/ diensten op de markt willen brengen

95% Betrouwbaarheidsinterval

Aantal Proportie Ondergrens Bovengrens

Toerisme Sector 21 0,38 0,25 0,51

Agribusiness Sector 15 0,37 0,22 0,49

VRAAG 2A

Toerisme Sector 95% Betrouwbaarheidsinterval

N=21 Aantal Proportie Ondergrens Bovengrens

Geen ondersteuning 2 0,10 0,00 0,23

Financiële ondersteuning 12 0,57 0,36 0,78

In contact brengen met samenwerkingspartijen 6 0,29 0,10 0,48

In contact brengen met netwerk 5 0,24 0,06 0,42

In contact brengen met adviesorganisatie 5 0,24 0,06 0,42

Informatie verschaffen over subsidieregelingen 13 0,62 0,41 0,83

Ondersteuning op het gebied van marketing 9 0,43 0,22 0,64

Anders 3 0,14 0,00 0,29

Agribusiness Sector 95% Betrouwbaarheidsinterval

N=15 Aantal Proportie Ondergrens Bovengrens

Geen ondersteuning 0 0,00 0,00 0,00

Financiële ondersteuning 7 0,47 0,22 0,72

In contact brengen met samenwerkingspartijen 3 0,20 0,00 0,40

In contact brengen met netwerk 2 0,13 0,00 0,30

In contact brengen met adviesorganisatie 2 0,13 0,00 0,30

Informatie verschaffen over subsidieregelingen 12 0,80 0,60 1,00

Ondersteuning op het gebied van marketing 4 0,27 0,05 0,49

(7)

VRAAG 2A AANTAL KEER

Aantal keer per 5 jaar behoefte aan ondersteuning 95% Betrouwbaarheidsinterval Aantal Gemiddelde Ondergrens Bovengrens

Financiële ondersteuning 16 2,250 1,48 3,02

Informatie verschaffen over subsidieregelingen 22 2,909 2,17 3,64 Ondersteuning op het gebied van marketing 13 3,231 2,24 4,22 VRAAG 2B

Toerisme Sector 95% Betrouwbaarheidsinterval

N=19 Aantal Proportie Ondergrens Bovengrens

1-5% 5 0,26 0,06 0,46

5-10% 3 0,16 0,00 0,32

>10% 11 0,58 0,36 0,80

Agribusiness 95% Betrouwbaarheidsinterval

N=14 Aantal Proportie Ondergrens Bovengrens

1-5% 4 0,29 0,05 0,53

5-10% 5 0,36 0,11 0,61

>10% 5 0,36 0,11 0,61

VRAAG 2C

Toerisme Sector 95% Betrouwbaarheidsinterval

N=18 Aantal Proportie Ondergrens Bovengrens

1-2 8 0,44 0,21 0,67

3-4 6 0,33 0,11 0,55

>5 4 0,22 0,03 0,41

Agribusiness 95% Betrouwbaarheidsinterval

N=13 Aantal Proportie Ondergrens Bovengrens

1-2 12 0,92 0,78 1,00

3-4 1 0,08 0,00 0,23

>5 0 0,0 0,00 0,00

VRAAG 3

Percentage bedrijven die nieuwe/verbeterde

technologieën/bedrijfsprocessen in wil voeren 95% Betrouwbaarheidsinterval Aantal Proportie Ondergrens Bovengrens

Toerisme Sector 15 0,27 0,16 0,39

Agribusiness Sector 21 0,51 0,36 0,67

VRAAG 3A

Toerisme Sector 95% Betrouwbaarheidsinterval

N=15 Aantal Proportie Ondergrens Bovengrens

Geen ondersteuning 3 0,20 0,00 0,40

Financiële ondersteuning 8 0,53 0,28 0,78

In contact brengen met samenwerkingspartijen 1 0,07 0,00 0,20

In contact brengen met netwerk 1 0,07 0,00 0,20

In contact brengen met adviesorganisatie 4 0,27 0,05 0,49

Informatie verschaffen over subsidieregelingen 8 0,53 0,28 0,78

Ondersteuning op het gebied van marketing 1 0,07 0,00 0,20

(8)

Agribusiness Sector 95% Betrouwbaarheidsinterval

N=21 Aantal Proportie Ondergrens Bovengrens

Geen ondersteuning 7 0,33 0,13 0,53

Financiële ondersteuning 7 0,33 0,13 0,53

In contact brengen met samenwerkingspartijen 1 0,05 0,00 0,14

In contact brengen met netwerk 4 0,19 0,02 0,36

In contact brengen met adviesorganisatie 4 0,19 0,02 0,36

Informatie verschaffen over subsidieregelingen 9 0,43 0,22 0,64

Ondersteuning op het gebied van marketing 3 0,14 0,00 0,29

Anders 1 0,05 0,00 0,14

VRAAG 3A AANTAL KEER

Aantal keer per 5 jaar behoefte aan ondersteuning 95% Betrouwbaarheidsinterval Aantal Gemiddelde Ondergrens Bovengrens

Financiële ondersteuning 10 1,400 0,50 2,30

Informatie verschaffen over subsidieregelingen 13 3,538 2,01 5,07 VRAAG 3B

Toerisme Sector 95% Betrouwbaarheidsinterval

N=12 Aantal Proportie Ondergrens Bovengrens

Zeer veel toename 1 0,08 0,00 0,23

Veel toename 5 0,42 0,13 0,70

Neutraal 4 0,33 0,06 0,60

Enige toename 2 0,17 0,00 0,38

Geen toename 0 0,0 0,00 0,00

Agribusiness Sector 95% Betrouwbaarheidsinterval

N=16 Aantal Proportie Ondergrens Bovengrens

Zeer veel toename 1 0,06 0,00 0,18

Veel toename 4 0,25 0,04 0,46

Neutraal 3 0,19 0,00 0,38

Enige toename 7 0,44 0,20 0,68

Geen toename 1 0,06 0,00 0,18

VRAAG 4

Toerisme Sector 95% Betrouwbaarheidsinterval

N=55 Aantal Proportie Ondergrens Bovengrens

Geen behoefte aan kennis/vaardigheden van anderen 29 0,53 0,40 0,66

Op strategisch gebied 4 0,07 0,00 0,14

Op het gebied van marketing/marktonderzoek 13 0,24 0,13 0,35

Op juridisch gebied 1 0,02 0,00 0,06

Op technologisch gebied 7 0,13 0,04 0,22

Op financieel gebied 9 0,16 0,06 0,26

Anders 3 0,05 0,00 0,11

Agribusiness Sector 95% Betrouwbaarheidsinterval

N=41 Aantal Proportie Ondergrens Bovengrens

Geen behoefte aan kennis/vaardigheden van anderen 16 0,39 0,24 0,54

Op strategisch gebied 2 0,05 0,00 0,12

Op het gebied van marketing/marktonderzoek 6 0,15 0,04 0,26

Op juridisch gebied 6 0,15 0,04 0,26

Op technologisch gebied 8 0,20 0,08 0,32

Op financieel gebied 13 0,32 0,18 0,46

Anders 4 0,10 0,01 0,19

(9)

Toerisme Sector 95%

Betrouwbaarheidsinterval

N=25 Aantal Proportie Ondergrens Bovengrens

Geen behoefte om met nieuwe partijen in contact te komen 2 0,08 0,00 0,19

Met klanten/afnemers 7 0,28 0,10 0,46

Met onderzoeksinstellingen 11 0,44 0,25 0,63

Met externe adviseurs 14 0,56 0,37 0,75

Met kennis- of onderwijsinstellingen 6 0,24 0,07 0,41

Met toeleveranciers 4 0,16 0,02 0,30

Met concurrenten of collega-bedrijven 11 0,44 0,25 0,63

Anders 1 0,04 0,00 0,12

Agribusiness Sector 95%

Betrouwbaarheidsinterval

N=24 Aantal Proportie Ondergrens Bovengrens

Geen behoefte om met nieuwe partijen in contact te komen 1 0,04 0,00 0,12

Met klanten/afnemers 8 0,33 0,14 0,52

Met onderzoeksinstellingen 11 0,46 0,26 0,66

Met externe adviseurs 11 0,46 0,26 0,66

Met kennis- of onderwijsinstellingen 3 0,13 0,00 0,26

Met toeleveranciers 4 0,17 0,02 0,32

Met concurrenten of collega-bedrijven 11 0,46 0,26 0,66

Anders 0 0,00 0,00 0,00

VRAAG 5A

Toerisme Sector 95%

Betrouwbaarheidsinterval

N=23 Aantal Proportie Ondergrens Bovengrens

Geen ondersteuning nodig van de Provincie 2 0,09 0,00 0,21

Organiseren van bijeenkomsten met verschillende partijen 14 0,61 0,41 0,81

Geven van workshops 4 0,17 0,02 0,32

Doorverwijzen naar organisaties die helpen bij het vinden van relevante partijen

7 0,30 0,11 0,49

Informatie verschaffen en adviseren over samenwerken 4 0,17 0,02 0,32

Anders 1 0,04 0,00 0,12

Agribusiness Sector 95%

Betrouwbaarheidsinterval

N=23 Aantal Proportie Ondergrens Bovengrens

Geen ondersteuning nodig van de Provincie 6 0,26 0,08 0,44

Organiseren van bijeenkomsten met verschillende partijen 13 0,57 0,37 0,77

Geven van workshops 2 0,09 0,00 0,21

Doorverwijzen naar organisaties die helpen bij het vinden van relevante partijen

8 0,35 0,16 0,54

Informatie verschaffen en adviseren over samenwerken 4 0,17 0,02 0,32

(10)

VRAAG 5A AANTAL KEER

Aantal keer per 5 jaar behoefte aan ondersteuning 95%

Betrouwbaarheidsinterval Aantal Gemiddelde Ondergrens Bovengrens Organiseren van bijeenkomsten met verschillende

partijen

23 2,522 1,93 3,12

Doorverwijzen naar organisaties die helpen bij het vinden van relevante partijen

7 3,429 0,51 6,35

VRAAG 5B

Toerisme Sector 95% Betrouwbaarheidsinterval

N=21 Aantal Proportie Ondergrens Bovengrens

1-2 11 0,52 0,31 0,73

3-4 8 0,38 0,17 0,59

>5 2 0,10 0,00 0,23

Agribusiness 95% Betrouwbaarheidsinterval

N=18 Aantal Proportie Ondergrens Bovengrens

1-2 16 0,89 0,75 1,00 3-4 1 0,06 0,00 0,17 >5 1 0,06 0,00 0,17 VRAAG 6 Toerisme Sector 95% Betrouwbaarheidsinterval

N=55 Aantal Proportie Ondergrens Bovengrens

Geen behoefte om met nieuwe partijen samen te werken 24 0,44 0,31 0,57

Met klanten/afnemers 16 0,29 0,17 0,41

Met onderzoeksinstellingen 15 0,27 0,15 0,39

Met externe adviseurs 12 0,22 0,11 0,33

Met kennis- of onderwijsinstellingen 13 0,24 0,13 0,35

Met toeleveranciers 8 0,15 0,06 0,24

Met concurrenten of collega-bedrijven 18 0,33 0,21 0,45

Anders 3 0,05 0,00 0,11

Agribusiness Sector 95%

Betrouwbaarheidsinterval

N=41 Aantal Proportie Ondergrens Bovengrens

Geen behoefte om met nieuwe partijen samen te werken 9 0,22 0,09 0,35

Met klanten/afnemers 10 0,24 0,11 0,37

Met onderzoeksinstellingen 13 0,32 0,18 0,46

Met externe adviseurs 12 0,29 0,15 0,43

Met kennis- of onderwijsinstellingen 7 0,17 0,06 0,28

Met toeleveranciers 11 0,27 0,13 0,41

Met concurrenten of collega-bedrijven 17 0,41 0,26 0,56

(11)

VRAAG 6A

Toerisme Sector 95%

Betrouwbaarheidsinterval

N=30 Aantal Proportie Ondergrens Bovengrens

Niets 5 0,17 0,04 0,30

Organiseren van bijeenkomsten met verschillende partijen 14 0,47 0,29 0,65

Geven van workshops 4 0,13 0,01 0,25

Doorverwijzen naar organisaties die helpen bij het vinden van relevante partijen

6 0,20 0,06 0,34

Informatie verschaffen en adviseren over samenwerken 8 0,27 0,11 0,43 Subsidie verlenen voor samenwerkingsprojecten 17 0,57 0,39 0,75

Anders 2 0,07 0,00 0,16

Agribusiness Sector 95%

Betrouwbaarheidsinterval

N=29 Aantal Proportie Ondergrens Bovengrens

Niets 9 0,31 0,14 0,48

Organiseren van bijeenkomsten met verschillende partijen 12 0,41 0,23 0,59

Geven van workshops 4 0,14 0,01 0,27

Doorverwijzen naar organisaties die helpen bij het vinden van relevante partijen

7 0,24 0,08 0,40

Informatie verschaffen en adviseren over samenwerken 9 0,31 0,14 0,48 Subsidie verlenen voor samenwerkingsprojecten 11 0,38 0,20 0,56

Anders 0 0,00 0,00 0,00

VRAAG 6A AANTAL KEER

Aantal keer per 5 jaar behoefte aan ondersteuning 95%

Betrouwbaarheidsinterval Aantal Gemiddelde Ondergrens Bovengrens Organiseren van bijeenkomsten met verschillende

partijen

20 3,100 2,07 4,13

Informatie verschaffen en adviseren over samenwerken 10 3,900 1,95 5,85 Subsidie verlenen voor samenwerkingsprojecten 22 1,909 1,01 2,81 VRAAG 6B

Toerisme Sector 95% Betrouwbaarheidsinterval

N=23 Aantal Proportie Ondergrens Bovengrens

1-2 11 0,48 0,28 0,68

3-4 9 0,39 0,19 0,59

>5 3 0,13 0,00 0,27

Agribusiness 95% Betrouwbaarheidsinterval

N=16 Aantal Proportie Ondergrens Bovengrens

1-2 13 0,81 0,62 1,00 3-4 2 0,13 0,00 0,29 >5 1 0,06 0,00 0,18 VRAAG 7 Toerisme Sector 95% Betrouwbaarheidsinterval

N=55 Aantal Proportie Ondergrens Bovengrens

Geen behoefte aan financiële middelen 23 0,42 0,33 0,55

Behoefte aan subsidie 26 0,47 0,34 0,60

Behoefte aan middelen van banken 12 0,22 0,11 0,33

Middelen van privé investeerders/ informal investors 1 0,02 0,00 0,06 Middelen van venture capitalists: risicodragend vermogen 1 0,02 0,00 0,06

(12)

Agribusiness Sector 95%

Betrouwbaarheidsinterval

N=41 Aantal Proportie Ondergrens Bovengrens

Geen behoefte aan financiële middelen 11 0,27 0,13 0,41

Behoefte aan subsidie 21 0,51 0,36 0,66

Behoefte aan middelen van banken 18 0,44 0,29 0,59

Middelen van privé investeerders/ informal investors 0 0,00 0,00 0,00 Middelen van venture capitalists: risicodragend vermogen 3 0,07 0,00 0,15

Anders 0 0,00 0,00 0,00

VRAAG 7A

Toerisme Sector 95%

Betrouwbaarheidsinterval

N=30 Aantal Proportie Ondergrens Bovengrens

Geen behoefte aan externe financiële middelen 2 0,07 0,00 0,16

Uitvoeren van marktverkenning 8 0,27 0,11 0,43

Uitvoeren van haalbaarheidsonderzoek 5 0,17 0,04 0,30

Ontwikkelen en testen van prototype/product 4 0,13 0,01 0,25 Opstellen van een strategisch marketingplan 5 0,17 0,04 0,30 Bestudering van financiering acquisitie/bedrijfsovername 3 0,10 0,00 0,21

Uitbreidingsinvestering 17 0,57 0,39 0,75

Menskracht 7 0,23 0,08 0,38

Leasen van machines 0 0,00 0,00 0,00

Investeringen om aan nieuwe eisen te voldoen 6 0,20 0,06 0,34

Anders 4 0,13 0,01 0,25

Agribusiness Sector 95%

Betrouwbaarheidsinterval

N=28 Aantal Proportie Ondergrens Bovengrens

Geen behoefte aan externe financiële middelen 0 0,00 0,00 0,00

Uitvoeren van marktverkenning 1 0,04 0,00 0,11

Uitvoeren van haalbaarheidsonderzoek 8 0,29 0,12 0,46

Ontwikkelen en testen van prototype/product 5 0,18 0,04 0,32 Opstellen van een strategisch marketingplan 5 0,18 0,04 0,32 Bestudering van financiering acquisitie/bedrijfsovername 0 0,00 0,00 0,00

Uitbreidingsinvestering 17 0,61 0,43 0,79

Menskracht 3 0,11 0,00 0,23

Leasen van machines 6 0,21 0,06 0,36

Investeringen om aan nieuwe eisen te voldoen 12 0,43 0,25 0,61

Anders 2 0,07 0,00 0,16

VRAAG 7B

Toerisme Sector 95%

Betrouwbaarheidsinterval

N=23 Aantal Proportie Ondergrens Bovengrens

Geen behoefte aan provinciale ondersteuning 3 0,13 0,00 0,27 Informatie verschaffen over verschillende regelingen 11 0,48 0,28 0,68

Financiële ondersteuning 14 0,61 0,41 0,81

Doorverwijzen naar adviserende partijen voor financiële mogelijkheden

6 0,26 0,08 0,44

Doorverwijzen naar partijen die financiële middelen kunnen verschaffen

5 0,22 0,05 0,39

(13)

Agribusiness Sector 95%

Betrouwbaarheidsinterval

N=28 Aantal Proportie Ondergrens Bovengrens

Geen behoefte aan provinciale ondersteuning 4 0,14 0,01 0,27 Informatie verschaffen over verschillende regelingen 17 0,61 0,43 0,79

Financiële ondersteuning 6 0,21 0,06 0,36

Doorverwijzen naar adviserende partijen voor financiële mogelijkheden

10 0,36 0,18 0,54

Doorverwijzen naar partijen die financiële middelen kunnen verschaffen

10 0,36 0,18 0,54

Anders 0 0,00 0,00 0,00

VRAAG 7B AANTAL KEER

Aantal keer per 5 jaar behoefte aan ondersteuning 95%

Betrouwbaarheidsinterval Aantal Gemiddelde Ondergrens Bovengrens Informatie verschaffen over verschillende regelingen 19 2,632 1,64 3,62

Financiële ondersteuning 13 1,538 1,07 2,01

Doorverwijzen naar adviserende partijen voor financiële mogelijkheden

9 1,667 1,12 2,21

Doorverwijzen naar partijen die financiële middelen kunnen verschaffen

6 2,000 0,24 3,76

VRAAG 7C VRAAG 7E

Toerisme Sector 95% Betrouwbaarheidsinterval

N=24 Aantal Proportie Ondergrens Bovengrens

1-5% 11 0,46 0,26 0,66

5-10% 5 0,21 0,05 0,37

>10% 8 0,33 0,14 0,52

Agribusiness 95% Betrouwbaarheidsinterval

N=24 Aantal Proportie Ondergrens Bovengrens

1-5% 7 0,29 0,05 0,53

5-10% 10 0,42 0,16 0,68

(14)

BIJLAGE 4: GEINTERVIEWDEN INTERMEDIAIRS

• Karel Groen

Kamer van Koophandel • Léon van Nisselroy

Syntens Meppel • Jan Albert Westenbrink

Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij PROVINCIES • Rolf Teunis Provincie Flevoland • Klaas Stadens Provincie Groningen • Martijn Ledegang Provincie Friesland • Joke van der Zee

Provincie Overijssel • Monique Leijn

Provincie Drenthe • Wim de Bruin

(15)

BIJLAGE 5: INTERVIEWSCHEMA Algemeen:

1. Uw functie binnen de organisatie? 2. Doel van de organisatie?

3. Hoe probeert de organisatie het doel te bereiken?

Innovatiestimulering:

4. Wat is het doel van de innovatiestimulering door de organisatie?

5. Welke concrete middelen worden of zijn er in het verleden ingezet door de organisatie om de innovativiteit van de bedrijven te bevorderen?

6. Wordt er gemeten of de ingezette middelen het innovatief vermogen van bedrijven daadwerkelijk verhoogd? Wat zijn de resultaten? (rapportage)

7. Hoe draagt de verhoging van het innovatief vermogen van bedrijven bij aan het doel van de innovatiestimulering?

8. Wordt er (bovenstaand) gemeten of de ingezette middelen voor de innovatiestimulering een bijdrage leveren (heeft geleverd) aan het behalen van het doel?

9. Wat zijn de resultaten?

10. Hoe bent u zelf betrokken bij de innovatiestimulering? 11. Waarom is volgens u innovatiestimulering van belang?

12. Wat zijn volgens u de meest succesvolste middelen voor innovatiestimulering?

Contact:

13. Welke sectoren/doelgroepen wil de organisatie stimuleren om te gaan innoveren? 14. Hoe komen deze bedrijven in aanraking met de organisatie?

15. Hoe worden bedrijven op de hoogte gesteld van de aanwezige middelen die de innovativiteit van deze bedrijven kan bevorderen?

16. (bij intermediair: Houden de provincie en uw organisatie elkaar op de hoogte van wat er gebeurd op het gebied van innovatiestimulering?

Ideeën:

17. Welke middelen zouden er volgens u door de organisatie nog ingezet kunnen worden om de innovativiteit van de bedrijven nog meer te bevorderen?

18. Tot slot, Wat zou de provincie volgens u kunnen doen om bedrijven te stimuleren om te gaan innoveren? (welke middelen/ of juist dingen niet?)

(16)

BIJLAGE 6: GESPREKSVERSLAGEN INTERVIEWS

In deze bijlage worden de gespreksverslagen van de afgenomen interviews weergegeven. Als eerste komen de interviews van de intermediairs aan bod waarna de verslagen van de provincie worden weergeven. De gesprekken zijn opgenomen met een bandrecorder en vervolgens letterlijk uitgewerkt. Het komt voor dat er al eerder in het interview al antwoord gegeven is op een bepaalde vraag. Dit was mogelijk aangezien er sprake was van een halfgestructureerd interview.

INTERVIEW KAMER VAN KOOPHANDEL DRENTHE Geïnterviewde: Karel Groen

Wat is uw functie binnen de Kamer van Koophandel?

Manager regiostimulering en internationale handelsbevordering. Ik concentreer mij op regiostimulering. Wat is het doel van de Kamer van Koophandel?

De kamer van koophandel heeft drie taken. Registreren, informeren en stimuleren. (www.kvk.nl).

Registreren: startende ondernemers dienen zich in te schrijven. Iedere ingeschrevene betaalt een jaarlijkse heffing. Dit gaat meestal om enkele tientallen euro’s per jaar. Dit is afhankelijk van wat voor soort bedrijf het is. Een eenmanszaak betaalt minder dan €60,- per jaar voor de inschrijving. Er zijn 30.000 instellingen ingeschreven in Drenthe.

Informeren: Dat heeft te maken met het geven van voorlichting, bedrijfsoverdracht, etc. Internationale handel hoort daar ook bij. Daar doet de KvK erg veel aan.

Stimuleren: We hebben een aantal grote projecten op het gebied van het stimuleren van internationale handel. In Drenthe gaat dit dermate goed. Op de website kan je kijken naar de ERBO enquête (regionaal bedrijfsontwikkeling). Daar zie je bijvoorbeeld dat qua internationale handel Drenthe vorig jaar relatief gezien de snelste stijgende in Nederland was. De internationale handel was op een redelijk laag niveau maar daar zijn in de afgelopen tijd relatief gezien de grote stijgingen te zien. Dit moet nog een tijd doorgaan want Drenthe is er nog niet. Het belangrijkste hierin is het stimuleren van de economische ontwikkeling in de regio. Dat gaat over alle takken van sport. Zowel de industrie als de zakelijke dienstverlening als de toerisme. Toerisme is bij ons een speerpunt. Eén op de elf banen in Drenthe is afhankelijk van recreatie en toerisme. Vanuit de toerisme profiteert ook de detailhandel. Het is heel belangrijk dat we daarin groeien.

Hoe probeert de organisatie het doel te bereiken? (ook innovatiestimulering?)

Het realiseren van economische groei is het doel van de KvK. De verhoging van de werkgelegenheid is geen primair doel van de KvK. Het primair doel is dat bedrijven groeien en dat er nieuwe bedrijvigheid ontstaat. De KvK houdt zich niet bezig met de acquisitie van nieuwe bedrijven. Daar houdt de NOM zich primair mee bezig (De autonome groei en het stimuleren van nieuwe initiatieven die er komen). Economische groei is erg belangrijk voor de leefbaarheid van de samenleving en heeft in die zin een raakvlak met werkgelegenheid. Het is niet zo dat wij er puur voor banen zijn. Je ziet vaak bij de politiek of bij de overheid heel duidelijk dat er nieuwe banen moeten komen. Dat wil de KvK ook maar ze zijn niet in het leven geroepen om zich alleen in te zetten voor de werkgelegenheid. Het is puur om de economische groei te bevorderen.

Welke concrete middelen worden of zijn er in het verleden ingezet door de Kamer van Koophandel om de innovativiteit van de bedrijven bevorderen?

(17)

In het verleden waren Kamers van Koophandel heel actief met klankbordgroepen bij activiteiten die door anderen werden gedaan. Op dit punt hebben we de stap genomen om ondernemer te zijn en wat dat betreft meer concreet betrokken te zijn bij initiatieven. Een voorbeeld daarvan is marketing Drenthe. De KvK is de laatste tijd ondernemender geworden. Dat kan je terug zien in de tender Innovatief Ondernemerschap wat ik een zeer goed initiatief vind. De vraag bij de provincie is vaak hoe ver kan de provincie gaan. Ik denk dat de provincie daarbij voorwaardenscheppend bezig is, op het gebied van regelgeving zit en subsidie toekent aan bepaalde initiatieven.

Wat je bij een tender ziet gebeuren is dat het middel tender als resultaat heeft dat heel veel bedrijven getriggerd worden om hun innovatie wel of niet in te brengen. Het blijkt dat ze dat heel veel doen. Bij de tender innovatief ondernemerschap zijn veel aanvragen binnengekomen en die kunnen lang niet allemaal toegekend worden. Het leuke ervan is dat je op het einde niet alleen zegt van die hebben gewonnen klaar maar dat je ook kijkt naar hoe je het aantal dat niet heeft ‘gewonnen’ verder kunt gaan helpen. Door de tender is de provincie heel positief bezig met intermediaire organisaties. Wat ons betreft help je de ondernemer ermee. Ik denk wel dat je moet kijken naar hoe je degene die geen toekenning hebben gekregen verder kunt helpen. Dus kijken wat de rol van Syntens, NOM, KvK, Drenthe College etc kan zijn. Het is ook wel de verantwoordelijkheid van de provincie. Dus kijken hoe je kunt helpen zonder het geven van geld. Misschien door ze in contact te brengen met andere partijen die mee willen doen of mee willen investeren. Dus een tender, misschien in aangepaste/verbeterde vorm, is een goed initiatief. Het leuke ervan is dat het ook weer aan tijd is gebonden en dat het een bepaald actie element heeft. Wij zijn daarin de promotor. Met het project Digitale ontwikkeling Drentse ondernemers (DoDo), wat loopt tot 2009 en waar de provincie geld aan geeft, heeft de KvK veel ervaring opgedaan met het organiseren van roadshows (in dit geval: bijeenkomsten voor ondernemers). We krijgen iedere keer 100 tot 150 mensen in de zaal. De kracht daarvan is dat je het laagdrempelig doet. Dat je het in de regio doet en dat je naar de ondernemer toe gaat (vaak in samenwerking met gemeentes). Een bijeenkomst wordt bijvoorbeeld geopend door de burgemeester. Vervolgens worden er goede voorbeelden gegeven en is er een ict markt. De rol van de KvK is: initiëren, faciliteren & stimuleren. De KvK gaat op een bijeenkomst niet zelf vertellen wat er zo goed is aan ICT of Innovatie. Dit doen de ondernemers zelf. De KvK organiseert de bijeenkomsten. Ondernemers zijn meer geïnteresseerd in voorbeelden van andere ondernemers.

Bij de tender werd het een informatiemarkt genoemd omdat je informatie wilt geven over de tender. Je wilt de ondernemer duidelijk maken wat ze moeten doen om subsidie te krijgen. Dat is in de vorm van een markt gedaan. Op de markt stonden Syntens, het Drenthe college, andere organisaties etc. Door zo’n markt zie je dat het niet alleen om geld gaat maar dat het gaat om tips, contacten opdoen etc. Mensen denken altijd dat ze het zelf moeten indienen maar men kan ook samenwerken met andere bedrijven. Dan sta je veel krachtiger. Dat is ook te zien bij DoDo. Hoort ook bij innovatie gewoon risico nemen, dingen doen. Daar hadden we goede voorbeelden:

- 5 tuinmannen die met elkaar een systeem hebben opgezet waarmee ze de gehele planning doen van hun opdrachten. Hadden ze alleen niet kunnen realiseren maar met zijn vijven wel.

- Drie groepsaccommodaties die vaak zitten met verschillen in capaciteit. Ene keer zitten ze helemaal vol met Pinksteren en de andere keer hebben ze helemaal niets. Hoe kunnen ze daarin samenwerken. Gebeurd hier via internet en dan kan je zien dat bedrijven toch samenwerking zoeken.

95% van de bedrijven in Drenthe heeft maximaal 5 medewerkers. Dat geeft aan dat bijna alle bedrijven klein zijn. De bedrijven met de bekende namen is maar een kleine groep. Het zijn voornamelijk kleine bedrijven. Je moet op een of andere manier toch samenwerken om iets te kunnen realiseren. Je moet elkaar leren kennen, je moet elkaar vertrouwen.

Doet de KvK ook iets op het gebied van kennis?

(18)

op hun eigen leerprogramma. Docenten komen nauwelijks bij bedrijven. De nadruk ligt er op de eigen taak. We hebben samen met VNO-NCW projecten opgestart (de eerste twee).

- Student in bedrijf: doet de KvK samen met een aantal HAVO en VWO scholen. Hierbij kunnen studenten van HAVO 3 en VWO 4 solliciteren om een dag met een onderneming mee te gaan. Daar doet de KvK aan mee. Tevens doet de KvK mee aan ‘ondernemen is leuk’. Daar moeten scholieren van HAVO 3 en VWO 4 bedrijfsplannen maken en presenteren. De goedgekeurde plannen worden verder begeleid en er wordt gekeken of het ook echt in bedrijven kan komen. - Docent in bedrijf: doet de KvK samen met het Alpha College. Hierbij gaat de docent een

bepaalde periode stage lopen in een bedrijf. Een voorbeeld is een docent die voor een aantal weken stage gaat lopen bij de Gamma om te kijken wat er gebeurd in het bedrijf.

- Stichting jong ondernemen: Die houdt kantoor in de KvK te Meppel. We hebben daar ook iemand voor vrijgesteld die daar 1 of 2 dagen in de week actief mee is. Dat is ook gericht om vanuit kennisinstellingen bedrijfjes op te starten.

- Innovatiepoort: gedacht is ontstaan bij voorzitter Frans Boermans. Er moet meer gedaan worden aan innovatie en dat zou mooi zijn als het in de vorm van een kennispoort zou zijn waarbij voor de ondernemer al initiatieven zichtbaar zouden zijn.

Als je naar innovatie kijkt wordt er vaak direct gekeken naar Syntens. Die is met name één op één met ondernemers bezig en wij zijn toch altijd vanuit groepen met ondernemers bezig. De KvK geeft zelf geen persoonlijk advies. Daarbij verwijzen wij altijd direct door naar Syntens. Het is een rol van de KvK om bedrijven door te verwijzen. De KvK heeft een organiserende rol.

- Innovatiepoort (zie folder): Het KEI project: Kennis Exploitatie en Innovatie (van SNN programma) van professor Onno Lint. Innovaties die bij middelgrote bedrijven in Drenthe op de plank liggen worden samen met afgestudeerden HBO-ers opgepakt. Er wordt gekeken of ze binnen 3 tot 6 maanden tot de realisatie van een concrete business case/ concrete innovatie kunnen komen. Onno Lint heeft daar veel ervaring mee. Hij is ook betrokken geweest bij de oprichting van de kenniscampus van de Hogeschool Drenthe. De provincie Drenthe, Gerben Saalmink, is samen met Onno Lint bij de KvK gekomen waaruit het project is voortgekomen. Het is bij SNN aangevraagd en er is vervolgens geld voor gekregen.

We hebben goede kennisinstellingen in het Noorden en laten we proberen om de studenten vast te houden. De banen worden toch vaak elders gezocht. We moeten kijken in hoeverre we studenten en afgestudeerden in het noorden kunnen houden.

- Toekomst Triatlon: Dit is een project waarbij bedrijven een integrale strategiescan krijgen. Dit is meer gericht op de strategie van een onderneming. Het gaat niet direct over een concrete innovatie maar er wordt wel gekeken hoe een bedrijf verder moet: bedrijfsoverdracht, uitbreiding, hoe verder? Er wordt een integrale strategiescan, doorlichting, gedaan samen met betrokken medewerkers en dat resulteert in een concrete verbeteragenda. Dit is een beetje voortgekomen uit duurzaamheid, maatschappelijk ondernemen. Dit wordt gedaan met externe partijen. In dit geval is dat de BECO group.

Dus we kunnen al die projecten niet allemaal zelf doen en dat willen we ook niet. Het is niet onze missie en dus schakelen we de hulp in van externe partijen. Het hangt af van het project of we dat bij Syntens, de NOM of een andere organisatie moeten doen.

Hoe wordt er gemeten of de ingezette middelen het innovatief vermogen van bedrijven daadwerkelijk verhoogd heeft ? Wat zijn de resultaten?

(19)

vernieuwing. Ik denk dat we wat dat betreft nu een heel aantal projecten hebben die verschillende organisaties meehelpen. Ik denk dat die hier en daar soms nog wel wat beter op elkaar afgestemd kunnen worden. We hebben daar een poging toe gedaan door middel van de innovatiepoort. Ik zeg niet dat dat de oplossing is. De vervolgstap is om te kijken of er projecten bij zitten die overbodig zijn of projecten die samen gedaan kunnen worden, om te kijken hoe men nog meer van elkaar kan leren etc. Veel ondernemers zijn toch huiverig in het investeren in innovatie. Dat heeft ook te maken met die wat kleinere ondernemers. Ze moeten er nog meer aan gaan doen.

Hoe zorgt de verhoging van het innovatief vermogen van bedrijven ervoor dat het doel van de innovatiestimulering bereikt wordt? (realiseren van economische groei)

We meten ieder jaar de ERBO. Enquête Regionale Bedrijfsontwikkeling. De economische groei is de afgelopen jaar goed gestegen in Drenthe. Het is echter lastig te meten of de economische groei het resultaat is van de ingezette middelen.

Van het DoDo project is een evaluatie. Is een onderdeel van het onderzoek van Ecorys. Het onderzoek Ecorus gaat over drie zaken:

- Het gaat eigenlijk over het ICT-beleid van de provincie Drenthe. Daar wordt gekeken naar de ICT tender. De voorloper van de tender innovatief ondernemerschap.

- Daarnaast is er gekeken naar de Drenthe ring. - Ten derde is gekeken naar DoDo.

En natuurlijk het direct toewijzen van bepaalde verbeteringen door bepaalde projecten blijft gewoon lastig. Maar op dat gebied zie je wel een rode draad. We hebben ook een bedrijven dynamiek. Die komt in juni weer uit en dan zie je de verschillen tussen het aantal starters, het aantal bedrijven, het aantal vestigingen etc. Wij doen evaluaties van al onze bijeenkomsten. In die zin worden allerlei zaken gemeten. De ERBO metingen is ieder jaar. Bij veel gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek is het vaak dat je een paar jaar terug moet gaan voordat je de cijfers hebt. De ERBO is de thermometer die er in gaat om te kijken hoe het nu staat met de regionale economie. Als je kijkt naar het afgelopen jaar en dat jaar ervoor zie je een bepaalde trend ontstaan.

Waarom is volgens u innovatiestimulering van belang?

Omdat we er nog lang niet zijn. Ik denk dat je nu de eerste resultaten ziet. Dat zijn een aantal bedrijven die gewoon bezig zijn. Maar je merkt met name dat grote bedrijven dat makkelijker doen dan kleinere bedrijven. Komt ook omdat ze meer middelen hebben. De provincie en intermediaire organisatie zullen moeten samenwerken en ieder vanuit hun eigen verantwoordelijkheid concrete plannen moeten maken om het bedrijfsleven te stimuleren. Als we dat doen werkt dat gewoon door.

Middelen kunnen zijn: - Een tender

- Subsidieregelingen: hoeft niet altijd een tender te zijn

- De provincie kan een bepaalde reeks van bijeenkomsten in het kader van innovatie gaan organiseren waaraan de gedeputeerde zich verbindt en waar de invulling samen met de KvK, andere organisaties, het VNO-NCW en bijvoorbeeld het MKB wordt georganiseerd.

- Er zouden een aantal innovatiebijeenkomsten georganiseerd kunnen worden waarbij de provincie weer een ander vraagt om dat te organiseren. De provincie hoeft dat niet zelf te doen maar kan daar wel een rol in spelen. Bijvoorbeeld gedeputeerde of iemand anders van de provincie die aangeeft dat innoveren belangrijk is en dat de provincie graag wil weten wat eenieders ideeën zijn.

Ik denk dat we op het gebied van innovatie in samenwerking met de provincie en andere organisaties voor 2008 en verder nieuwe activiteiten moeten opzetten.

Wat zijn volgens u de meest succesvolste middelen voor innovatiestimulering?

(20)

dat helaas gebeuren. Het moet tijdig geëvalueerd en gemeten worden. Het meest erge is dat je kijkt naar de haalbaarheid en onderzoeken doet maar niet bereid bent om er verder geld in te steken. Een voorbeeld: Op het gebied van Toerisme en Zorg, heeft met innovatie te maken, is er door de drie provincies samen met de KvK, NOM, thuiszorgorganisaties onderzoek gedaan naar wat we met het thema zorg moeten doen in combinatie met toerisme in het Noorden en in Drenthe. Daar is uit naar voren gekomen dat er veel behoefte is om in het Noorden te komen recreëren door mensen met een fysieke of mentale beperkingen. Wat er vervolgens gebeurd is dat zo’n onderzoek blijft staan. In het nieuwe collegeprogramma wordt het nog een keer genoemd dat we er iets mee willen doen. De KvK en andere partijen zijn er klaar voor maar dan wil de KvK concrete afspraken maken van wat we gaan doen met zo’n thema. Mijn pleidooi is dat op een bepaald moment ook gewoon de nek uitgestoken moet worden. De vraag blijft hoe ver je moet gaan als provincie. Er wordt vaak gezegd laat die ondernemer nu maar eens zelf gaan investeren. Als die markt er is laat ze maar aan de gang gaan. Dat is echt te kort door de bocht. De provincie kan hiervoor de KvK of andere organisaties inschakelen. Het liefst dus met zo’n tender. Waarom zou je geen tender Toerisme en Zorg doen? Je kunt op die manier zo’n instrument daar ook weer voor inzetten. De KvK is er klaar voor.

Doet de kamer van koophandel ook dingen alleen of is het meestal in samenwerking met andere organisaties/provincie?

Niet alleen in samenwerking met de provincie maar bijna altijd in samenwerking met andere partijen. We staan tussen overheden en ondernemers in. De sterkte van de kamer van koophandel is de onafhankelijkheid. We hebben niet direct belang. We hebben geen leden waar we iedere keer voor moeten lobbyen. Vanuit onze onafhankelijkheid zijn we ook geloofwaardig naar alle partijen. De afgelopen jaren hebben we sterk gewerkt aan de zichtbaarheid van de KvK. Iedereen kent de KvK maar veel mensen hebben toch de eerste associatie met de acceptgiro die ze krijgen en het handelsregister. Voor de regio liggen er grote kansen als het gaat om regiostimulering.

Hoe worden bedrijven op de hoogte gesteld van de aanwezige middelen die de innovativiteit van deze bedrijven kan bevorderen?

- De maandelijkse kamerkrant: Daarin is de tender ook veelvuldig genoemd. Die wordt aan alle ondernemers gestuurd in een oplage van 20.000 stuks in Drenthe.

- De website

- Mailingen: daar moet je heel voorzichtig mee zijn omdat mensen al zo veel post krijgen. - Bijeenkomsten: We hebben daar een programma voor SurveyWorld waarmee we alle

bijeenkomsten evalueren.

- Lunchbijeenkomsten: Iedere maand met ondernemers uit de regio. Onze voorzitter en directeur die spreken daar samen met de accountmanager. We hebben accountmanagement hier bij de kamer. We nodigen zo’n beetje ad random verschillende ondernemers uit om te praten over wat er leeft in de regio. Dat moet je met name in de regio doen.

- Klanttevredenheidsonderzoek gehouden voor regiostimulering. Gaan we dit jaar weer doen. - Veelvuldig zichtbaar zijn: we hebben niet een hele grote afdeling met regiostimulering maar we

proberen zoveel mogelijk ook in samenwerking met voorlichting zichtbaar te zijn. Voor die tender zijn heel veel andere collega’s ingezet.

- De informatiemarkt: Er is samen met de gemeenten een informatiemarkt gehouden. Werkte heel erg goed. We hebben 350 bezoekers gehad. Ik denk dat we er wederzijds een heel goed gevoel aan over gehouden hebben.

Welke middelen zouden er volgens u door de KvK nog ingezet kunnen worden om de innovativiteit van de bedrijven nog meer te bevorderen?

(21)

bezig met de huidige werkzaamheden. Innovatie is toch altijd een beetje een risico. De vraag blijft of het een succes wordt. Komt het geld wat er in gestopt wordt er ook weer uit? We moeten gewoon doorgaan met de dingen die we nu doen. Ik ben heel blij dat er steeds meer aandacht komt ook bij kennisinstellingen voor ondernemerschap en dat moet gewoon nog verder doorgaan. We zullen tevens steeds nieuwe groepen moeten aanboren die zich nog niet inzetten voor innovatie.

Tot slot, Wat zou de provincie volgens u kunnen/moeten doen om bedrijven te stimuleren om te gaan innoveren?

Ik heb ze al een beetje genoemd denk ik. Bijeenkomsten etc. ik denk wel dat het iedereen zou helpen als de productgroep economie naar buiten toe maar ook naar ons toe een heldere verdeling heeft voor wie er op het gebied van innovatie de accounthouder is. Dat is voor ons zelf vaak nog niet helemaal helder wie precies wat doet, laat staan dat de ondernemer daar enig zicht op zou hebben. Ik zou ook pleiten voor een soort accountmanagement. Wij doen dat in een soort matrix. Aan de ene kant heb je thema’s op verschillende gebieden en aan de andere kant heb je dat ook in de regio’s. Thema’s zijn bij ons van belang en voor gemeenten denk ik ook. Dat Hoogeveen bijvoorbeeld weet bij wie ze moeten zijn. Dat is nog een spanningsveld omdat het relatief gezien een grote afdeling is en heel veel mensen zich met deelgebieden bezighouden. Dat is lastig. Maar dat is een kwestie qua organisatie.

Wat betreft middelen zou ik zeggen stel subsidies beschikbaar voor concrete acties: voor toerisme en zorg en dan met name innovatieve kant daarvan. Of een tender of een subsidieregeling. Laten we nu echt actie ondernemen en misschien kan de provincie zelf meedenken aan de hand van bijvoorbeeld de innovatiepoort, het overzicht van projecten en subsidies, om te kijken of de projecten inderdaad additioneel zijn. Tevens kan er gekeken worden of er projecten zijn die nog meer samen kunnen werken. Wij als KvK willen gewoon dat het MKB bijvoorbeeld echt een spin-off krijgt van Sensor Universe. Ondernemers staan er toch heel ver vanaf. De KvK wil daar absoluut een rol in spelen. Je moet het laagdrempelig houden. Je moet de regio ingaan en gericht met ondernemers aan de slag gaan.

INTERVIEW SYNTENS

Geïnterviewde: Léon van Nisselroy Wat is uw functie binnen de Syntens ?

Ik geef leiding aan negen adviseurs en die adviseurs zijn werkzaam in twee sectoren. 1) En ik zit in logistiek en groothandel. Dat is alles wat met opslag en vervoer te maken heeft tot en met recycling aan toe. 2) De andere sector heet creatieve industrie. Dat is een verzameling van sectoren van architecten, kunstenaars die ook ondernemer worden, reclamebureaus, zit heel dicht aan de ICT sector gerelateerd dus gaming. En de harde ict kant, creatieve industrie, multimedia valt er ook onder dat zijn uitgeverijen en uitgeverijen van gedrukte media van beeld van geluid van internet in relatie met ICT en de ICT sector. En dan voornamelijk de ontwikkeling van sensoren. (spin-offs van Astron en Lofar) Dit doen we voor heel Noord-Nederland (Groningen, Friesland, Drenthe en Flevoland)

Wat zijn de overige sectoren?

Dat betekent we kennen zes sectoren. De andere zijn: 3 Industrie: de makende maakbedrijven

4 Food en Agri: echt denken aan een keten van landbouw tot en met de verwerker tot en met de grootkeukens zeg maar en tot en met de toeleveranciers. Een voorbeeld daarvan is de teelt van bloemen. Transport van bloemen, teelt van bloemen, het selecteren van stekjes, de machinebouw die apparaten levert aan de teler om automatisch stekjes te selecteren, de hele internetinfrastructuur er om heen, de opslag, transport etc. De hele keten.

5 Bouw: de architect tot en met de tuinrecycler. De toeleveranciers aan de bouwketen dus betonelementfabrieken, straatsteeninstallatiebedrijven valt eronder

(22)

naar hoe wordt geld verdiend. Zo’n Health keten. Uiteindelijk moet er geld verdiend worden in die keten. En hoe ontstaan dan nieuwe producten en hoe ontstaan dan nieuwe diensten in die sector. Hetzelfde geldt ook voor Food en Agri en ook de samenhang tussen de verschillende bedrijven in zo’n keten.

Wat is het doel van de Syntens ?

Syntens is een organisatie die een opdrachtgever heeft en dat is het ministerie van economische zaken. Daarnaast hebben we nog een aantal andere opdrachtgevers maar het werk ligt wel in het verlengde in het werk dat we voor economische zaken doen. We moeten ondernemers stimuleren om te gaan innoveren.

Missie: We versterken het innovatie vermogen van het MKB ondernemingen, we zetten aan tot succesvol innoveren en we leveren daarmee een zichtbare bijdrage aan duurzame groei. Een vitale economie is basis van duurzame ontwikkeling en welvaart. Dat is eigenlijk het belang van EZ. Dat is merkbaar voor de ondernemer door omzet, winst, werkgelegenheid, export.

Je krijgt duurzame groei door innovaties te realiseren. Innovatie/ vernieuwing in een product, dienst technologie of markt. Vaak denken we bij innovaties aan techniek. Aan technologische innovaties maar net zo belangrijk is hoe realiseer ik dan dat idee en hoe breng ik dat op de markt. Dat is eigenlijk het innovatief vermogen.

Ik wil iets realiseren maar kan ik het ook realiseren. Heb ik de kennis, heb ik de financiële middelen heb ik de organisatie ervoor. Wat is mijn strategie, ben ik wel de juiste ondernemer, heb ik de juiste werknemers, waar haal ik de kennis vandaan om me te helpen, om me te ondersteunen, hebben we wel een innovatief cultuur in het bedrijf, hebben we voldoende middelen en hoe is het bedrijf gestructureerd. Om te kunnen innoveren is innovatief vermogen noodzakelijk. Deze drie elementen vind je weer terug in de missie. Helpen om innovatief vermogen te versterken daar mee kunnen ondernemers innovaties realiseren en dat zorgt voor duurzame groei. Bedrijven willen hulp om duurzame groei te realiseren. Dan vraagt Syntens eerst hoe staat het dan met je product en je dienstverlening, concurrentiepositie, is je productenpakket niet verouderd, moet je daar niet wat aan doen etc. Van boven naar beneden. Dus eerst kijken bij duurzame vitale economie en dan zo terug leiden naar innovatief vermogen.

De indicatie voor duurzame groei dan kan je kijken naar toegevoegde waarde per werknemer (medewerker). Duurzame groei/groei bereik je door toegevoegde waarde per medewerker. Dus als je dat weet te realiseren ieder jaar weer dan houdt die formule vanzelf, dan is de continuïteit ook gewaarborgd.

Hoe probeert de organisatie het doel te bereiken? (ook doel innovatiestimulering?)

Wij geven advies aan ondernemers gevraagd en ongevraagd aan ondernemers uit het MKB. Daarvan is bekent dat men over het algemeen de weg niet weet te vinden naar andere kennis, middelen, men eigenlijk niet weet dat men moet innoveren, men kent het eigen bedrijf niet, de dagelijkse waan is leidend in plaats van een stukje vooruit kijken. Veel ondernemers kijken niet naar de toekomst. Wij laten zien dat om te overleven als bedrijf duurzame groei noodzakelijk dus je moet innoveren dus je moet wat aan je innovatievermogen doen. Syntens kan daarmee helpen. Want wij brengen bedrijven in contact met degene die kennis hebben. Wij doen dat aan de hand met gesprekken met ondernemers en we gaan kijken hoe het staat met het innovatievermogen en welke innovaties zijn mogelijk. We lichten zo’n bedrijf door. We gaan gevraagd en ongevraagd naar MKB bedrijven toe. Ongevraagd wil zeggen dat we gewoon bellen. We weten dat een bedrijf in een bepaalde sector zit. Dan belt Syntens om te praten over innovatie, over de toekomst van het bedrijf. Wat heb je dan te bieden. Dan kom je bij de ondernemer en dan zetten we een gesprek voort. Een van de eerste vragen is dan wat wil je eigenlijk met je bedrijf. Zo gaan we het gesprek aan en zo prikkelen we de ondernemer om na te denken over zijn eigen bedrijf en over zijn rol in het bedrijf. Zo komen we vanzelf ideeën naar boven om te vernieuwen in het bedrijf. En vernieuwen niet alleen bv een nieuwe vrachtwagen kopen voor het bedrijf maar ook door te gaan samenwerken. Waar ben je nu echt goed in en wat voor een idee. Waar denk je dan aan. Heb je ook de kennis? Nee, welke kennis heb je dan nodig? Waar zitten de knelpunten om de innovatie te realiseren. Het willen en kunnen.

(23)

Maar als je die kans kunt pakken kunt grijpen heb je innovatief vermogen. Om het willen en kunnen aan elkaar te koppelen. Om die innovatie mogelijk te maken spreken we een aantal acties met de ondernemer af. Die acties definiëren wij aan de hand van het gesprek en die acties gaan we dan ook met de ondernemer invullen. We maken een soort innovatief actieplan. We stippelen een aantal acties uit over een periode van anderhalf tot drie jaar. De volgorde van de verschillende acties wordt opgesteld. We volgen het bedrijf bij de uitvoering van de acties.

Heeft een ondernemer een eenvoudige vraag dan hebben we een adviestraject. Dat gaat over 1 onderwerp. Dan maakt Syntens een advies specifiek over dat onderwerp en dan koppelen we dat ook aan subsidies. 1 op 1 advisering. Verder doet Syntens heel veel aan voorlichting in de vorm van bijeenkomsten en workshops. Dan nodigen we hier tussen de 5 en 15 ondernemers uit en die komen dan bij Syntens twee uur lang een soort klasje bijwonen. Die thema’s zijn: internet, personeelsbeleid, sensoren, beveiliging van bedrijfsterreinen, over elektronica, materiaalbewerken, we doen iedere maand een technologiekring in het noorden: over kunststof, over ontwerpen met een computer, over materiaal bewerken etc. Die kennis heeft Syntens niet zelf in huis maar we weten wel waar die kennis vandaan gehaald kan worden en organiseren dan die workshops met groepen ondernemers. Vaak doen we dat in samenwerking met brancheorganisaties.

Vaak kent Syntens de bedrijven al. We komen per jaar bij 1100 bedrijven. Het thema komt vaak voort uit de behoefte die we selecteren bij al die bedrijven en we nodigen de bedrijven uit waar de behoefte selecteren voor zo’n themabijeenkomst. De andere wijze is dat we een onderwerp hebben die we zelf interessant vinden en daarin voor de ondernemers en dan nodigen we een x aantal bedrijven uit de sector en dan laat Syntens zien wat ze voor de ondernemers hebben bedacht.

Wat we ook doen is samenwerking tussen bedrijven initiëren. Dan brengen we een aantal bedrijven bij elkaar ook rond een bepaald thema en daar vormen we een cluster van. En dat cluster dat kan samen een product ontwikkelen. Een voorbeeld daarvan is intelligente bedrijventerreinen. Voor de financiering ervan doe ik een beroep op de provincie. De provincie had dus een programma. Het innovatief actieprogramma Drenthe. Dat cluster van bedrijven heeft daar een subsidie verzoek aangericht en dat ook gehonoreerd gekregen.

Verder stimuleren van innoveren. We komen bij 1100 bedrijven in de regio en we hebben contacten met hogescholen, universiteiten, kennisinstellingen. We zijn een soort ambassadeur van innovatie. In Noord-Nederland heeft Syntens in totaal ongeveer contact met 2500 bedrijven. Die kennen ze met naam en toenaam. Vaak weten ze de winstcijfers etc.

Doet de Syntens ook iets op het gebied van Kennis om daarmee het innoverend vermogen van bedrijven te versterken? Speelt kennis een rol?

Per jaar mag er per bedrijf 16 uur gewerkt worden. We stimuleren de innovaties maar we voeren ze nooit uit. Daar halen we altijd anderen bij. De kennisinstellingen. De hogescholen de Universiteiten maar ook andere bedrijven of de ondernemer zelf. Vaak is een klein duwtje al voldoende. Samen met de kamer heeft Syntens is kennis intensief netwerk doorgroeiers. Voor bedrijven die in potentie sterk kunnen groeien heeft Syntens een programma georganiseerd waar ze met 8 – 10 in een groep komen onder leiding van een mentor (die extern is aangetrokken) en die leren dan van elkaar. Dat is ook kennis vergaren. Op het gebied van innovatief vermogen: hoe richt ik mijn personeelsbeleid in, hoe kan ik aan geld komen, mijn rol als ondernemer in het bedrijf etc. zulke dingen spelen dan een rol. Syntens zoekt ook andere partijen op om met name het vervolgtraject wat Syntens start om dat af te kunnen handelen. Wordt er gemeten of de ingezette middelen het innovatief vermogen van bedrijven daadwerkelijk verhoogd? Wat zijn de resultaten?

(24)

omzet maar daar zit ook margeverbetering in. Dit is een maatstaf. Dit realiseert de ondernemer. De uitkomst is het resultaat van zijn activiteit. Vaak van een nieuwe of andere activiteit. Hoe komt die nieuwe activiteit tot stand omdat hij heeft vernieuwd. Hoe komt die vernieuwing tot stand. Misschien doordat hij met Syntens contact heeft gehad. In de keten kan je helemaal terug gaan en kun je zien wat is nu de invloed geweest van Syntens zodat dit groter wordt (resultaat van nieuwe acties). Dit probeert Syntens vast te leggen. Maar dit gaat niet per jaar maar dat gaat over een langere periode. Voordat er een innovatie gerealiseerd is gaan er een x aantal jaren voorbij. Belangrijk is nu voor ons dat die ondernemer vernieuwt. Kun je dat meten dat hij vernieuwt? Dat geeft hij bijvoorbeeld aan in een enquête. Iedere ondernemer waar wij een langere tijd contact mee hebben doet mee aan een klanttevredenheidsonderzoek. En wat vragen is heb je wat gedaan met adviezen van Syntens. Want als je dat doorvoert zou dat ertoe kunnen leiden dat het bedrijf daardoor innoveert. Daarom doen we mee aan een klanttevredenheidsonderzoek. Daarmee kunnen we vaststellen of bedrijven wat doen met de adviezen van Syntens. Meer dan 80% van de ondernemers die meedoen aan het klanttevredenheidsonderzoek doen wat met de adviezen van Syntens.

Dus de eerste stap is van hoeveel klanten hebben we. De tweede stap is wat is de klanttevredenheid van die klanten en de derde stap is van klant die zorgt ervoor dat er meer duurzame groei ontstaat

Er wordt wel gebruik gemaakt van performance indicatoren: aantallen bedrijven waarmee contact is geweest. De vraagstukken die een rol spelen. Soms schakelen we internen daarbij in. Dan volgen de adviezen. Die worden gehaald uit de klanttevredenheidsonderzoeken, dan hebben we de toegevoegde waarde per medewerker. (verslag (2005) met tevredenheidsonderzoek: van de ondervraagde ondernemingen was 76% (2004: 66%) door Syntens op nieuwe oplossingen of inzichten voor problemen gekomen, 25% (2004: 20%) heeft al concrete verbeteringen gerealiseerd en 66% (2004: 56%) heeft positieve verwachtingen dat de verbeteringen ook gerealiseerd gaan worden. Dit betekent dat 91% van de ondervraagde ondernemers door advies van Syntens verbeteringen kan realiseren. Het kan ze moeten het wel doen.

Voorbeeld: Strategisch communicatie adviesbureau: behoort tot de creatieve industrie. Innovatief actieplan. Er wordt gekeken naar het bedrijf, naar de klanten, naar de klanten van zijn klanten, naar de leveranciers en de leveranciers van de leveranciers, naar de competitie en substitutie. We kijken naar de gehele keten waar het bedrijf inzit. We kijken wat is de toegevoegde waarde voor je klant en ook naar jouw toegevoegde waarde van de klant van je klant. Een klant is bijvoorbeeld Philips. Wat zijn dan de klanten van Philips. Dat zijn de medewerkers waar hij in communicatie zit. Zijn de medewerkers van Philips tevreden over de communicatie dan is de klant tevreden over het strategisch communicatie adviesbureau. We werken met dit model. Ik merk dus ook dat ondernemers waarmee we aan het praten gaan dit model zelf ook gaan hanteren. Ze kijken niet alleen naar de klant maar ze kijken ook verder. Ze kijken ook naar de klant van de klant. Dat leidt weer tot nieuwe ideeën om dit aan hun klanten te verkopen. Aan de kant van de leveranciers: ik wil eigenlijk minder leveranciers hebben welke heb ik dan eigenlijk echt nodig. Verder wordt er gekeken naar de concurrentie (die doet eigenlijk hetzelfde als jij) en er wordt gekeken naar substituten (dat zijn organisaties die het anders doen). het belangrijkste substituut voor de Strategische Communicatie is dat bedrijven het gewoon zelf doen. Er wordt gebruik gemaakt van een kleine een SWOT analyse, wat doet een bedrijf eigenlijk, wat is je kernvaardigheid, welke innovatiekansen heb je, met welke bedrijven werk je samen en wat zijn de trends in je sector. (is de buitenkant)

Binnenkant: We kijken intern naar het bedrijf. Wat zijn je product markt en technologiecombinaties, financiën doelstellingen etc. wat we dan vragen aan iedere ondernemers is om cijfers te geven. Dan kan je over een paar jaar weer naar cijfers vragen en dan kan je de cijfers met elkaar vergelijken. Daar kan je uit opmaken wat doe je nou met je bedrijf en met de adviezen van Syntens. Wordt voor alle bedrijven een database bijgehouden. Er zijn bepaalde verbanden die eruit gehaald kunnen worden. Als je wilt weten wat is het effect nu van je werk dan probeer we dat op die manier te volgen/ te meten. We kijken of er wat gebeurd met de adviezen en over het algemeen zien ze heel snel dat er wat mee gebeurd. Het gaat om mensen maar ook om middelen. Geld is voor ons een middel om innovaties te realiseren

(25)

Hoe draagt de verhoging van het innovatief vermogen van bedrijven bij aan het doel van de innovatiestimulering?

Het wordt niet gemeten. Veel organisaties werken op projectbasis de looptijd van een project is twee a drie jaar. Eerst heb je een jaar nodig om de projectorganisatie op te zetten. Dan kom je bij bedrijven en die gaan dan wat doen. En dan zou je pas in het derde jaar wat kunnen meten, maar die bedrijven zijn dan nog bezig. De vraag is zouden er wel of niet meer innovaties zijn als dit instrument wel of niet beschikbaar was. Stel nou dat Syntens niet zou bestaan zouden er dan meer of minder innovaties zijn in Nederland. Ik denk dat het er minder zouden zijn maar ik zou niet weten of het echt veel minder zouden zijn. Het feit is wel dat innovaties nu sneller plaatsvinden. Door de snelheid krijg je dus ook meer binnen. We merken ook dat het gesprek met de ondernemer vaak ook belangrijker is dan het versrekken van subsidie. Die laat zich dan ook leiden door zijn eigen ambitie en niet door het geld.

Wat zijn de resultaten?

Sinds we niet meer structureel middelen krijgen van de provincie Drenthe vervalt de rapportage aan de provincie en dus doen we het op andere manieren. Het KIND project is ruim twee jaar bezig. Daarvoor is een evaluatieonderzoek gedaan. Daarin is vergeleken of bedrijven die deelnemen anders presteren dan bedrijven die niet deelnemen. Daaruit blijkt dat er significante verschillen zijn. Bedrijven die in zo’n groep zitten leren van elkaar en die hebben meer personeelstoename en meer omzettoename dan andere bedrijven.

Innovatie quick scan. We laten de ondernemer 41 vragen beantwoorden. Het gaat over innovatie, we vragen naar de noodzaak van innovatie, nieuwe producten, concurrentie dat wordt aangegeven in een waardering. De scan moet snel ingevuld worden. Als dingen niet kloppen dan ga je maatregelen nemen. Er wordt gekeken of je projectmatig te werk gaat, werk je systematisch gebruik van individuen, voortrekkers, werk je samen met anderen, samenwerking met kennisinstituten, hoe ga je met ideeën om. En we kijken naar hoe je het graag zou willen hebben. Uit het klimaat en het ideale klimaat: bestaande situatie en nieuwe situatie daar zit dus een verschil in. Daar moet je wat aan gaan doen. Daar wordt een antwoord op gegeven. Innovatieklimaat zegt iets over hoe je het graag zou willen hebben en hoe je het doet. Innovatiemechanisme is dan hoe ga je die verandering te weeg en wat gebruik je daarbij? Dan wordt uitgezet in een grafiek. En dan kruist zich dat ergens op een punt.

We vragen aan het begin aan de ondernemer doe eens een test en na twee jaar vragen we het nog een keer om te kijken of de ondernemer vindt dat het beter is geworden. Is de waardering omhoog gegaan. Wordt gekeken hoe vind je het nu dat je ervoor staat. En als je dan twee van de plaatjes die ontstaan na de test naast elkaar legt dan kan je zien of je wel wat gerealiseerd hebt. We hebben maar 16 uur per bedrijf per jaar dus dan kun je geen grote doorlichtingen doen. Het gaat Syntens om de acties die een onderneming moet doen om te kunnen gaan innoveren.

Bovenstaand is een manier om het te meten. Je kan het ook meten bij de ondernemer zelf maar dan moet je zeggen van nou dan moet je alle boeken hebben, dan ga je het rationeel bekijken, dan ga je echt een doorlichting doen. daarna gaat die ondernemer aan het werk en na twee/drie jaar ga je nog een keer al die boeken doornemen. Dan heb je ook echte cijfers.

Wat zijn de resultaten: onze stelregel is dat we minimale moeten opleveren wat we kosten. Syntens wordt betaald door ministerie van economische zaken. Syntens zegt tegen de ondernemers we kosten niets maar je moet wel meer winst gaan maken anders kom je er niet.

Waarom is volgens u innovatiestimulering van belang?

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

[r]

[r]

[r]

Hij gaat naar een eiland helemaal in het noorden.. Daar gaat hij met een

Simon loopt vanaf Groningen naar het dichtstbijzijnde eiland.. Deze wedstrijd is in een

1 Na een lange oorlog sloten Frankrijk en Spanje vrede in 1659?. Een gebergte werd de

/ Omdat ze (zelf) niet uit de

[r]