• No results found

Europa in beweging. De EU in de wereld. Het buitenlands beleid van de Europese Unie. Europese Unie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Europa in beweging. De EU in de wereld. Het buitenlands beleid van de Europese Unie. Europese Unie"

Copied!
28
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Europa in beweging

De EU in de wereld

Het buitenlands beleid van de Europese Unie

(2)

Europese Commissie

Directoraat-generaal Communicatie Publicaties

B-1049 Brussel

Tekst voltooid in juni 2007

Omslagillustratie: © Wolf/zefa/Corbis

Bibliografische gegevens bevinden zich aan het einde van deze publicatie.

Luxemburg: Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen, 2007 ISBN 978-92-79-06090-8

© Europese Gemeenschappen, 2007 Overneming toegestaan

Printed in Belgium

(3)

De EU in de wereld

Het buitenlands beleid van de Europese Unie

(4)

Wereldpartner 3

Dynamische vooruitgang 5

Handel bevordert de groei 8

Een proactief buitenlands en veiligheidsbeleid 11

De helpende hand 13

Humanitaire hulp 15

Een geglobaliseerde wereld waarin iedereen

van elkaar afhankelijk is 17

De EU en haar buren 20

Lees ook 22

Inhoudsopgave

(5)

Wereldpartner

Met haar bijna 500 miljoen inwoners heeft de Europese Unie (EU) na China en India de grootste bevolking ter wereld. Door haar omvang en commerciële, economische en finan- ciële impact is de EU een belangrijke wereldmacht. Zij neemt het grootste deel van de wereldhandel voor haar rekening en produceert een kwart van de totale welvaart in de wereld.

Omvang en economische macht hou- den ook verantwoordelijkheid in. De

Europese Unie is de grootste ver- strekker van financiële steun en advies aan armere landen. De EU wordt geconfronteerd met de com- plexe en broze wereldorde en speelt een steeds grotere rol bij conflictpre- ventie, vredeshandhaving en terroris- mebestrijding. Zij steunt de wederop- bouw in Irak en Afghanistan. De EU heeft het voortouw genomen in de strijd tegen het broeikaseffect en de uitstoot van broeikasgassen.

De toegang tot drinkwater is een van de prioriteiten van de EU op ontwikkelingsgebied.

(6)

Een zachte kracht

Aangezien de Europese Unie een heel continent verenigt, streeft zij naar nauwe betrekkingen met haar buren om te voorkomen dat nieuwe kunstmatige tegenstellingen in de plaats komen van de oude. De EU heeft haar burgers stabiliteit en voorspoed gebracht en wil samen met anderen, in een wereld waarin iedereen van elkaar afhankelijk is, de voordelen van open markten, econo- mische groei en een op maatschap- pelijke verantwoordelijkheid en democratie gebaseerd politiek stelsel verspreiden.

De EU probeert haar systeem niet aan anderen op te leggen, maar is trots op haar waarden. Elk democra- tisch Europees land kan zich kandi- daat stellen om tot de EU toe te tre- den. Een aantal landen verkoos dat

niet te doen. In 50 jaar tijd heeft de EU 27 landen bijeengebracht, die hun economische en politieke mid- delen in het algemeen belang met succes hebben gebundeld. Als dus- danig is de EU voor landen in ande- re regio's een model voor samenwer- king en integratie.

De EU handelt uit rationeel eigenbe- lang, maar ook uit internationale solidariteit. In een wereld waarin alles steeds nauwer verweven is, is steunverlening aan economische ontwikkeling en politieke stabiliteit een investering in de eigen toekomst.

Door anderen te helpen, helpt de EU het leven binnen haar grenzen voor haar eigen burgers veiliger te maken.

Een multipolaire wereld wordt een feit en de EU-lidstaten moeten met één stem spreken als zij willen dat hun stem wordt gehoord.

Grootte

oppervlakte in 1 000 000 km² Bevolking

miljoenen 2006

Japan India

China Rusland

Verenigde Staten van Amerika EU

492

300

142

1 341

128 1 117

Rijkdom

euro koopkrachtstandaard per hoofd 2006

0,4

9,6 9,6

16,9

4,2 3,0 23 600

36 400

9 500

26 750

2 900 6 200

Hoe verhouden zij zich

tot elkaar?

(7)

Bij haar oprichting in de jaren vijftig had de EU de ambitie de Europese naties en volkeren na Wereldoorlog II en de nasleep daarvan samen te brengen.

Er waren twee belangrijke redenen om de externe betrekkingen van de EU te ontwikkelen. Toen de aanvan- kelijk zes EU-lidstaten hun onderlin- ge handelsbelemmeringen uit de weg ruimden, werden hun handels- betrekkingen met derde landen een gemeenschappelijke verantwoorde- lijkheid. Zo ontstond het gemeen- schappelijk handelsbeleid, het eerste gebied waarop de EU-lidstaten hun soevereiniteit in het belang van de gemeenschap bundelden. De lidsta- ten stemden er tegelijkertijd mee in een deel van de financiële kosten voor de bijstand van hun gewezen kolonies, meer bepaald in Afrika, gezamenlijk te dragen toen die lan- den afhankelijk werden.

Ondertussen zijn nieuwe lidstaten toegetreden en heeft de EU meer ver- antwoordelijkheden op zich geno- men. De EU moest haar betrekkingen met de rest van de wereld en met de internationale organisaties dan ook beter definiëren.

Het gemeenschappelijke beleid inza- ke externe handel is een essentieel onderdeel van de betrekkingen van de Europese Unie met de rest van de wereld. Het bestrijkt twee comple- mentaire niveaus. Allereerst is de EU er in het kader van de Wereldhan- delsorganisatie (WTO) samen met haar partners uit de hele wereld actief bij betrokken de regels vast te stellen voor het multilaterale stelsel van de internationale handel.

Daarnaast onderhandelt de EU zelf over bilaterale handelsovereenkom- sten met landen en regio's. Zij spant zich extra in om producten uit ont- wikkelingslanden een gemakkelijke toegang tot haar markt te garande- ren en om ontwikkeling via haar han- delsbetrekkingen te bevorderen.

De financiële en technische bijstand was oorspronkelijk vooral op Afrika gericht en werd halverwege de jaren zeventig uitgebreid tot Azië, Latijns- Amerika en de landen ten zuiden en ten oosten van de Middellandse Zee.

Toen begon de EU ook overal in de wereld humanitaire hulp te verlenen aan slachtoffers van natuurrampen en door de mens veroorzaakte ram- pen.

Dynamische vooruitgang

(8)

Meer dan alleen handel en hulp

De overeenkomsten die de EU met haar partners overal ter wereld sluit, betreffen niet alleen handel en tradi- tionele ontwikkelingshulp, maar ook economische hervormingen, gezond- heid en onderwijs, infrastructuurpro-

De EU werkt met andere landen samen om milieunormen vast te

stellen.

gramma's en soms samenwerking op het gebied van onderzoek en ontwik- keling en milieubeleid. Deze overeen- komsten bieden ook een kader voor een debat over politieke aangelegen- heden zoals democratie en mensen- rechten. Recente overeenkomsten verplichten de partners tot non-pro- liferatie van massavernietigingswa- pens.

© Bilderbox.com

(9)

Duurzame betrekkingen

Tanzania, een van de minst ontwikkelde landen in de wereld, geniet rechtenvrije toegang voor alle export naar de Europese Unie, met uitzondering van wapens en munitie. Het land behoort ook tot de groep van 79 EU-partnerlanden uit Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS) waaraan de Overeenkomst van Cotonou met betrekking tot handel en hulp ten goede komt. De EU is Tanzania’s grootste externe markt: zij is goed voor meer dan 50 % van de export. Zij vertegenwoordigt ook net iets meer dan 20 % van Tanzania’s invoer en levert hoofd- zakelijk kapitaalgoederen en uitrusting. Jaarlijks verleent de EU meer dan 100 miljoen euro steun aan Tanzania. De door de EU gefinancierde projecten betreffen vooral de vervoersin- frastructuur, onderwijs, watervoorziening, het milieu, aidspreventie en ondersteuning voor een goed bestuur.

Toevoeging van een nieuwe dimensie

Overeenkomstig het Verdrag van Maastricht van 1992 is de EU een gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB) gaan ont- wikkelen zodat zij gemeenschappelijk kon optreden daar waar de belangen van de Europese Unie als geheel daarom vroegen. Defensie is een belangrijk onderdeel van het GBVB aan het worden nu de EU zich inzet om overal ter wereld stabiliteit te bevorderen en te handhaven. Nu zij ook met terrorisme, grensoverschrij- dende misdrijven, drugshandel, ille- gale immigratie en grensoverschrij- dende kwesties als het milieu te maken heeft, werkt de EU ook nauw samen met andere landen en inter- nationale organen.

Het aansturen van de externe betrek- kingen van de EU is een dynamisch proces: de EU geeft vorm aan haar eigen buitenlands beleid en moet dan ook rekening houden met exter- ne krachten zoals een groeiende eco- nomische onafhankelijkheid door het gecombineerde effect van een golf van marktliberaliseringen overal ter wereld, de revolutie van de wereld- wijde communicatie en de steeds snellere technologische vooruitgang.

De EU moest haar prioriteiten actua- liseren in een context van grotere internationale concurrentie, meer grensoverschrijdende investerings- stromen en een stijgende wereld- vraag naar grondstoffen en in het bij- zonder naar olie en gas.

(10)

De Europese Unie is het grootste handelsblok ter wereld, met bijna 20 % van de wereldin- en -uitvoer.

De Verenigde Staten, gevolgd door China en Rusland, zijn de belangrijk- ste handelspartners van de EU. De trans-Atlantische handelsstromen in beide richtingen zijn goed voor onge- veer 400 miljard euro per jaar.

De open handel binnen de EU heeft geleid tot een interne markt met vrij- heid van verkeer voor mensen, goe-

deren, diensten en kapitaal. Daarom vervult de EU een voortrekkersfunctie bij de verdere liberalisering van de wereldhandel zowel voor de rijke als de arme landen. Handelssancties — bijvoorbeeld de opheffing van han- delspreferenties of de beperking of bevriezing van de handel met een partner die de mensenrechten of andere internationale gedragsnor- men niet respecteert — zijn eveneens een instrument van het Europees bui- tenlands beleid.

Handel bevordert de groei

Vrij en eerlijk

De zichtbaarste manier om de handel vrij te maken, is de invoerrechten of -quota die landen op producten toepassen, te verminderen of helemaal op te heffen. Binnen- en buitenlandse leve- ranciers kunnen dan open op prijs en kwaliteit concurreren. Er zijn echter ook verborgen of tech- nische handelsbelemmeringen waarmee overheden en bedrijven op een oneerlijke manier een voordeel op anderen proberen te verwerven. Een paar voorbeelden van dergelijk oneerlijke han- delspraktijken:

op buitenlandse markten goederen onder de kostprijs of de prijs op de nationale markt ver- kopen om de producenten in die landen bijvoorbeeld van hun nationale markt te verdringen

— zogenoemde „dumping”;

uit de overheidsbegroting subsidies verlenen aan bedrijven, onder meer aan nationale para- depaardjes, om hen voor de export of op de nationale markt een oneerlijk voordeel te geven;

overheidscontracten voor plaatselijke ondernemingen voorbehouden, ook al doen buitenland- se bedrijven een beter aanbod;

intellectuele-eigendomsrechten (handelsmerken en copyright) negeren door gepirateerde en nagemaakte goederen te produceren, die goedkoop worden verkocht om de oorspronkelijke producent te onderbieden.

(11)

De spelregels

De handel moet vrij en eerlijk verlopen en dezelfde transparante en onderling overeengekomen regels moeten voor iedereen gelden, zodat alle betrokke- nen er voordeel bij hebben. De EU is een krachtig voorstander van de Wereldhandelsorganisatie, die een reeks regels heeft opgesteld om de wereldhandel te helpen openstellen en ervoor te zorgen dat alle deelnemers een eerlijke behandeling krijgen. Het systeem is niet perfect, maar biedt niettemin een bepaalde mate van transparantie en rechtszekerheid voor de internationale handel.

De WTO biedt een procedure voor geschillenbeslechting ingeval tussen twee of meer handelspartners onenig- heid ontstaat. Soms neemt de EU in de WTO maatregelen tegen haar handels-

partners, maar zij wordt in de WTO ook soms aangeklaagd, onder meer in aan- gelegenheden die haar landbouwsec- tor betreffen.

Naast haar lidmaatschap van de WTO heeft de EU een heel netwerk van bila- terale handelsovereenkomsten met individuele landen en regio’s over heel de wereld ontwikkeld. Deze overeen- komsten vormen een aanvulling op de initiatieven binnen de WTO om belem- meringen voor de internationale han- del op te heffen en zijn een middel om sneller wederzijdse voordelen met de belangrijkste handelspartners veilig te stellen. Er zijn duidelijke WTO-regels waarbij de voorwaarden voor deze overeenkomsten worden vastgesteld, zodat wordt voorkomen dat daardoor andere handelspartners worden gedis- crimineerd. Alle EU-overeenkomsten zijn met die regels in overeenstem- ming.

In de wereld is er vraag naar EU-producten.

(12)

Anderen in de voordelen laten delen

Handelsovereenkomsten zijn niet alleen op commerciële belangen gebaseerd. De EU is bijzonder gevoe- lig voor de belangen van ontwikke- lingslanden en is er zich reeds lang van bewust dat handel hun economi- sche groei en productiecapaciteit kan stimuleren.

De ontwikkelingslanden genieten een rechtenvrije toegang of geredu- ceerde tarieven voor hun export naar de EU-markt van de 7 200 in het EU- systeem van algemene preferenties (SAP) opgenomen producten.

Kwetsbare landen met bijzondere ontwikkelingsbehoeften genieten een rechtenvrije toegang voor alle producten van het SAP. Deze conces- sies vereisen geen tegenprestatie van de begunstigden. De 50 minst ont- wikkelde landen in de wereld genie-

ten een volledig vrije toegang tot de EU-markt voor al hun producten, met uitzondering van wapens en munitie.

De bijzondere handels- en hulprela- tie tussen de EU en de 79 landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (de ACS-groep) dateert van de Overeenkomsten van Lomé van 1975. Deze betrekkingen worden via zogenoemde economische part- nerschapsovereenkomsten (EPO's) verder ontwikkeld. In deze EPO's combineert de EU handel en hulp op een nieuwe manier. De ACS-landen worden aangemoedigd om hun eco- nomische integratie met landen uit de regio te bevorderen als eerste stap op weg naar mondiale integratie, ter- wijl zij meer steun krijgen om goede instellingen op te bouwen en begin- selen van goed bestuur toe te pas- sen. In het kader van de EPO's wordt het ontwikkelingsaspect de hoek- steen van de betrekkingen tussen de EU en de ACS-landen.

Verharde wegen zijn voor de ontwikkeling van Afrika van levensbelang.

© EC/EuropeAid

(13)

Naarmate de EU meer lidstaten telde en zich op nieuwe beleidsgebieden begaf, leverde zij grotere inspannin- gen om in de internationale diploma- tie en het internationale veiligheids- beleid een rol te spelen die meer in overeenstemming was met haar eco- nomische macht. De conflicten die in de jaren negentig in Zuidoost-Europa zijn uitgebroken na het uiteenspatten van Joegoslavië, overtuigden de Europese leiders van de noodzaak dat zij meer gemeenschappelijk moesten optreden. Onlangs heeft de bestrij- ding van het internationaal terrorisme deze overtuiging nog versterkt. Bij het Verdrag van Maastricht werd in 1992 het beginsel van een gemeenschappe- lijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB) geformaliseerd. Daarin werd vastgesteld welke soorten diplomatie- ke en politieke activiteiten de EU bij het voorkómen en oplossen van geschillen kon ondernemen.

Het idee dat de EU-landen samen moeten optreden om voor hun strate- gische belangen op te komen, is zo oud als de EU zelf. De eerste stap was een niet succesvolle poging van de zes oprichtende staten om in 1954 tot een Europese Defensiegemeenschap te komen. Uiteindelijk stichtten zij de Europese Economische Gemeenschap.

Het huidige buitenlands en veilig- heidsbeleid vindt zijn oorsprong in de Europese politieke samenwerking, die in 1970 is begonnen en bedoeld was om de standpunten van de EU-lidsta- ten over belangrijke actuele kwesties van het buitenlands beleid op elkaar af te stemmen. De beslissingen werden met eenparigheid van stemmen geno- men en soms bleek het moeilijk om voor aangelegenheden waar de belan- gen van de landen uiteenliepen, de vereiste eenparigheid te bereiken.

Een proactief buitenlands en veiligheidsbeleid

De menselijke en economische kosten beperken

Sinds 1990 lieten meer dan 4 miljoen mensen het leven in conflicten overal ter wereld.

Negentig procent van hen zijn burgers. De zeven grootste conflicten van de jaren negentig heb- ben de internationale gemeenschap 200 miljard euro gekost, die anders voor vreedzame doel- einden hadden kunnen worden gebruikt. Daarom is de Europese Unie vastbesloten daadkrach- tiger op te treden om te voorkómen dat deze conflicten ontstaan. Een deel van die inspanning berust nu bij het Europees veiligheids- en defensiebeleid (EVDB).

Naast de snellereactiemissies, die kunnen ingrijpen in een vroeg stadium, met name wanneer crises ontstaan, heeft het EVDB ook de taak informatie te verzamelen en te analyseren en is het bevoegd om toezicht te houden op de toepassing van internationale overeenkomsten en zodoende op mogelijke conflicten te anticiperen.

Deze nieuwe bevoegdheden versterken de traditionele instrumenten van de EU op het gebied van externe betrekkingen, met inbegrip van technische en financiële steun, steun voor ontwik- kelingslanden om goede instellingen op te bouwen en beginselen van goed bestuur toe te pas- sen, humanitaire hulp en diplomatieke instrumenten zoals politieke dialoog en bemiddeling.

Zo is de EU paraat om met de goede combinatie van instrumenten op specifieke situatie te

(14)

Uit fouten leren

Na de vergeefse diplomatieke inspan- ningen van de EU om vrede te bren- gen tussen de oorlogvoerende partijen toen Joegoslavië uiteenspatte, en in het licht van de grote conflicten in Afrika, gaven de EU-leiders in 1999 hun fiat voor een specifiek Europees veiligheids- en defensiebeleid (EVDB) binnen het algemene raamwerk van het GBVB. De eerste militaire missies vonden in 2003 plaats in de Balkan, waar de diplomatie reeds was tekort- geschoten, en in de Democratische Republiek Congo.

In het kader van het EVDB kunnen Europese militaire of politie-eenheden voor crisisbeheer, humanitaire en red- dingsoperaties, vredeshandhaving of zelfs vredestichting naar crisisgebie- den worden gestuurd. Deze eenheden verlenen eveneens ondersteuning en opleiding voor plaatselijke politiedien- sten.

Daarnaast richtte de EU ook een mili- taire snellereactiemacht op, die welis- waar gescheiden is van de NAVO, maar toegang heeft tot de hulpmidde- len ervan. Deze snellereactiemacht is op het gevechtsgroepenconcept geba- seerd. De EU beschikt tegenwoordig op elk moment over twee gevechts- groepen, die permanent paraat zijn. Zo kan zij snel met militaire middelen op crises reageren. De gevechtsgroepen zijn multinationaal, bestaan uit onge- veer 1 500 soldaten en zijn bij toer- beurt voor een periode van zes maan- den beschikbaar.

De afgelopen jaren werd gepoogd de manier waarop besluiten inzake het GBVB worden genomen, te stroomlij- nen. Voor belangrijke beslissingen is evenwel nog steeds eenparigheid van stemmen vereist. Zoals blijkt uit de uit- eenlopende manieren waarop de EU- landen op de door de VS geleide inva- sie van Irak hebben gereageerd, levert dat soms problemen op.

De EU beschikt tegenwoordig over de militaire capaciteit om vredeshandhavingsmissies uit te voeren.

(15)

De internationale ontwikkelingsstra- tegie van de EU heeft twee aspecten:

de handel bevorderen en de EU- markt openstellen enerzijds en armoedebestrijding in arme landen via directe technische en financiële bijstand anderzijds. In de wereld moet meer dan een miljard mensen van één euro per dag of minder leven. Een derde van die mensen leeft in Afrika, ten zuiden van de Sahara.

De Europese Unie en haar lidstaten verlenen momenteel meer dan 56 % van alle officiële ontwikkelingshulp afkomstig van grote industrielanden.

In 2006 werd ontwikkelingshulp ver- leend voor een totale waarde van 47 miljard euro of bijna 100 euro per burger. In de Verenigde Staten is dat 53 en in Japan 69 euro per burger. In 2006 steeg de Europese steun tot 0,42 % van het bruto nationaal pro- duct (BNP), wat nog onder het VN- streefcijfer van 0,7 % van het BNP ligt.

Slechts vier EU-landen, met name Denemarken, Luxemburg, Nederland en Zweden, halen (of overstijgen) het VN-streefcijfer. De EU heeft zich als doel gesteld in 2015 het gemeen- schappelijke streefcijfer van 0,7 % en in 2010 reeds het tussentijdse streef- cijfer van 0,56 % te bereiken. Het leeuwendeel van de EU-ontwikke- lingshulp, 15 miljard euro per jaar, gaat naar Afrikaanse landen.

De armen weerbaarder maken

menwerking is het uitbannen van armoede in het kader van duurzame ontwikkeling, met inbegrip van de verwezenlijking van de millennium- doelstellingen voor ontwikkeling. De EU verleent hulp om de materiële en sociale basisinfrastructuur en produc- tiecapaciteit te verbeteren en de democratische overheidsinstellingen te versterken. Deze steun kan arme landen eveneens helpen om moge- lijkheden op het gebied van de inter-

De helpende hand

Bij wijze van steun voor de mensenrechten stuurt de EU waarnemers naar verkiezingen overal ter wereld.

(16)

nationale handel te benutten en meer investeringen aan te trekken om hun economisch draagvlak te ver- groten.

De bevoorrechte betrekkingen van de ACS-landen met de EU hebben niet kunnen verhinderen dat veel ACS- landen in Europa marktaandeel ver- loren en in de wereldeconomie steeds meer gemarginaliseerd raak- ten. Daarom is de formule van eco- nomische partnerschapsovereenkom- sten ontwikkeld.

Met haar ontwikkelingssamenwer- king streeft de EU ernaar achterge- stelden in de derde wereld zeggen- schap over hun eigen ontwikkeling te geven. Dit betekent dat de oorzaken van hun kwetsbaarheid moeten wor- den aangepakt, met inbegrip van het ontbreken van of gebrek aan voedsel en drinkbaar water, gezondheidszorg, onderwijs, werk en een gezond leef- milieu. Het betekent eveneens dat ziekten worden bestreden, de toe- gang tot goedkope geneesmiddelen

tegen ernstige gezondheidsbedrei- gingen als aids wordt verbeterd, en maatregelen worden genomen ter vermindering van de schuldenlast die er oorzaak van is dat schaarse mid- delen niet kunnen worden besteed aan essentiële overheidsinvesterin- gen, maar terugvloeien naar geld- schieters in de industrielanden. Voor de EU is ontwikkelingssamenwerking ook een manier om de mensenrech- ten en gelijke kansen voor mannen en vrouwen te bevorderen en conflic- ten te voorkomen.

De EU-hulp neemt diverse vormen aan: directe samenwerking met rege- ringen, uitvoering van individuele projecten (vaak via NGO's), humani- taire hulp, bijstand bij crisispreventie en steun voor het maatschappelijk middenveld. Een steeds groter deel van de hulp gaat naar de algemene begroting of sectorbegrotingen van de partnerlanden. Zo wordt het zelf- standige beheer van de middelen bevorderd.

Ook met kleine bedragen kan veel worden verwezenlijkt

In de loop der jaren heeft de Europese Unie in de hele derde wereld duizenden ontwikkelings- projecten gefinancierd. Dikwijls kan met relatief kleine bedragen veel worden verwezenlijkt. Een aantal recente successen:

hulp voor een groep van 250 vrouwen in de Indische staat Gujarat om ambachtelijke pro- ducten naar Europa, Noord-Amerika en Japan te exporteren;

steun voor een plaatselijk bedrijf in Belize om op duurzame kap- en bosbeheertechnieken over te schakelen;

bijstand voor boeren in centraal Kameroen om de productie te diversifiëren;

opleiding voor kleine boeren in Oeganda om de kosten van het gebruik van essentiële bedrijfsondersteunende diensten gezamenlijk te dragen.

(17)

ECHO is ook present in ongeveer 60 andere landen, waaronder Afgha- nistan, de Democratische Republiek Congo, Sri Lanka en Tanzania. De EU blijft steun verlenen aan de slacht- offers van de „vergeten crises”: daar ging 14 % van haar budget voor humanitaire hulp in 2006 naartoe.

De belangrijkste vergeten crises zijn Nepal, het grensgebied tussen Myanmar en Thailand, Tsjetsjenië, Kasjmir en de hachelijke situatie van de vluchtelingen uit de westelijke Sahara in het buurland Algerije.

Zij en veel anderen in dezelfde situatie worden met humanitaire hulp van de EU gevoed.

De lijst van landen en regio's waar de Europese Unie humanitaire hulp ver- strekt, stemt grotendeels overeen met de lijst van brandhaarden in de wereld. De humanitaire hulp is onvoorwaardelijk. Het maakt geen verschil of het om een natuurramp of om een door de mens veroorzaakte ramp gaat; het doel is de slachtoffers zo snel mogelijk te helpen, ongeacht hun ras, godsdienst of de politieke overtuigingen van hun regering.

De EU kanaliseert haar noodhulpgel- den via haar Bureau voor humanitai- re hulp (ECHO). Sinds ECHO in 1992 werd opgericht, was het in meer dan 100 landen overal ter wereld actief, en bracht het slachtoffers van ram- pen zo snel mogelijk essentiële uit- rustingsgoederen en noodhulp. Van zijn begroting van meer dan 700 mil- joen euro per jaar bekostigt ECHO eveneens medische teams, mijnenrui- mers, vervoer en communicatie, voed- selhulp en logistieke steun.

Een jaar vol uitdagingen

2006 was een veelbewogen jaar, waarin de EU-middelen voor humani- taire hulp extra werden aangespro- ken ingevolge:

de benarde situatie van duizenden ontheemden door het conflict in Darfur in Zuid-Soedan en de grens- regio's in het buurland Tsjaad;

de steeds verslechterende situatie van de Palestijnen op de westelijke Jordaanoever en in de Gazastrook;

de humanitaire gevolgen van de

Humanitaire hulp

(18)

Teamwerk

Als actieve donor van humanitaire hulp werkt de Europese Commissie via ECHO nauw samen met uitvoe- rende partners — niet-gouvernemen- tele organisaties, VN-organen en het Rode Kruis/de Rode Halve Maan — om te zorgen voor voedsel en uitrus- ting, zuiver water en sanitaire maat-

regelen, tenten, medische infrastruc- tuur en tijdelijke communicatiesyste- men. Zij verwacht niet dat het momenteel grote aantal natuurram- pen en conflicten zal afnemen en heeft het aantal plaatselijke functio- narissen met ervaring in de snelle evaluatie van behoeften uitgebreid om sneller humanitaire hulp te kun- nen bieden.

Tsjetsjenië: een crisis die almaar voortduurt

De conflicten van 1994 en 1999 hebben nog steeds gevolgen voor de Tsjetsjeense bevolking, die ook nu nog humanitaire hulp nodig heeft. Ongeveer een vierde van de 800 000 inwoners van de republiek was ontheemd. Velen zijn de laatste jaren uit het nabije Ingoesjetië en Dagestan teruggekomen. In heel Tsjetsjenië, ook in de hoofdstad Grozny, zijn de levensom- standigheden slecht.

Hoewel de situatie is verbeterd, zodat ECHO zijn programma voor het eerst sinds 1999 kon terugschroeven, zijn veel mensen nog steeds afhankelijk van financiering via organisaties zoals het Rode Kruis, het Hoog Commissariaat van de VN voor vluchtelingen en het Wereldvoedselprogramma. In het kader van haar programma financiert de EU onder meer opleiding voor kwetsbare mensen om hen te helpen beter in hun eigen behoeften te voorzien.

De opleidingen betreffen ook activiteiten die voor een inkomen zorgen, zoals de bouw van en het telen in broeikassen.

Tsjetsjeense vrouwen leren over zelfhulpprojecten.

© EC/ECHO/Daniela Cavini

(19)

Om deel te kunnen nemen aan de geglobaliseerde economie in een wereld waar iedereen van elkaar afhankelijk is, moet de Europese Unie steeds vaker gebruik maken van ande- re middelen dan de traditionele diplo- matie en handel. Financiële markten, arbeid, gezondheid en milieunormen worden geregeerd door nieuwe inter- nationale regels. Autonome oplossin- gen werken niet altijd. Denkt u bij- voorbeeld maar aan energie en milieu.

Opwarming van de aarde

In Europa zijn regeringen, burgers en het bedrijfsleven het erover eens dat de EU onmiddellijk maatregelen moet nemen om de opwarming van de aarde, die hoofdzakelijk wordt veroor- zaakt door de uitstoot van koolstof- dioxide als gevolg van het gebruik van fossiele brandstoffen (kolen, aardolie en gas), tegen te gaan. De wijze waar- op zij dit probleem aanpakt, heeft een voorbeeldfunctie voor andere landen.

Op internationaal vlak heeft de EU het voortouw genomen om de gevol- gen van de opwarming van de aarde in het kader van het protocol van Kyoto te beperken. Zij heeft zich ertoe verplicht de uitstoot van koolstof in de EU in 2008-2012 in vergelijking met 1990 met 8 % te verminderen. Na 2008-2012 wil de EU de broeikasgas- sen met nog eens 20 % terugdringen, en zelfs met 30 % indien de andere landen haar voorbeeld volgen.

De EU heeft ook het eerste marktge- richte mechanisme ter wereld geïntro- duceerd om de uitstoot van koolstof te beperken. Zij heeft een maximale CO-

bare emissierechten te kopen (wan- neer zij hun limiet overstijgen) of te verkopen (wanneer zij onder hun limiet blijven). De EU werkt tegelijker- tijd samen met andere landen zoals China om manieren te vinden voor een efficiënter energieverbruik en een schonere verbranding van fossiele brandstoffen.

Energieafhankelijkheid

Zelfs nu de EU haar energieverbruik probeert te beperken en hernieuwba- re energiebronnen bevordert, wordt zij steeds afhankelijker van externe

Een geglobaliseerde wereld waarin iedereen van elkaar afhankelijk is

Het gas dat de EU importeert, wordt per schip of via pijpleidingen geleverd.

(20)

leveranciers van fossiele brandstof- fen. Dat komt vooral doordat haar eigen olie- en gasreserves slinken. De Europese Unie is wereldwijd de grootste importeur en de op een na grootste verbruiker van energie.

Voor bijna de helft van de gasvoor- ziening, de minst vervuilende fossiele brandstof, hangt de EU nu reeds af van slechts drie landen, met name Rusland, Noorwegen en Algerije, en wanneer binnenkort geen radicale maatregelen worden genomen, zal de EU voor 70 % afhangen van inge- voerde olie in plaats van voor 50 % nu. Bovendien zal de wereldvraag naar olie en gas stijgen naarmate de economische expansie van landen zoals China en India voortschrijdt.

Daarom is het in het belang van de EU haar afhankelijkheid van een klein aantal leveranciers te beperken en de handelsbetrekkingen met de leveran- ciers waarvan zij het meest afhanke-

lijk is, tot wederzijds voordeel te ver- sterken. Tot de EU-strategie behoren samenwerking op het gebied van investeringen, technologieoverdracht, wederzijdse toegang tot markten en voorspelbaarheid van de handelsbe- trekkingen met landen als Rusland, die over veel fossiele brandstoffen en eventueel ook elektriciteit beschikken, en de olie- en gasproducerende lan- den uit Noord-Afrika, de Perzische Golf en Centraal-Azië.

De EU en zeven Zuidoost-Europese landen hebben een energiegemeen- schap opgericht waarin voor iedereen dezelfde energiemarktregels zullen gelden. De continuïteit van de gas- en elektriciteitsvoorziening in de EU die via deze landen verloopt, zal beter worden gewaarborgd. De ener- giemarkten van de zeven landen zul- len met de toepassing van de EU- regels en -normen doeltreffender functioneren.

Op de valutamarkten wordt de euro actief verhandeld.

© Image Source Pink/Getty Images

(21)

Een wereldvaluta

Sinds zijn ontstaan in 1999 is de euro een wereldmunt geworden.

Alleen de dollar wordt vaker gebruikt voor handelstransacties en als reser- vevaluta voor landen overal ter wereld. In 2005 presteerde de euro op de internationale obligatiemarkt zelfs beter dan de dollar: daar was de euro goed voor 46 % en de dollar voor 37 % van de uitstaande obliga- ties.

De euro is bij overeenkomst de offi- ciële munt van drie externe landen:

Monaco, Vaticaanstad en San Marino. In Andorra, Kosovo en Montenegro wordt de euro de facto

als munt gebruikt. In een aantal lan- den is de euro een van de referentie- valuta om het wisselkoersbeleid vast te stellen. Dat is bijvoorbeeld het geval in Botswana, Kroatië, Israël, Jordanië, Libië, Marokko, Rusland, Servië, Tunesië en de voormalige Joegoslavische republiek Macedonië.

Sinds 1999 is de euro een steeds belangrijker rol gaan spelen als reser- vemunt voor de centrale bank van landen overal ter wereld, hoofdzake- lijk ten nadele van de dollar en de Japanse yen. Meer ontwikkelingslan- den dan industrielanden zijn op de euro overgeschakeld. De cijfers in de tabel hieronder gelden voor alle lan- den samen.

Gebruik van de belangrijkste munteenheden in de wereld

Percentage van de belangrijkste munten in de aangehouden reserves van alle landen.

1999 2005

US-dollar 71,0 66,5

euro 17,9 24,4

yen 6,4 3,6

pond sterling 2,9 3,8

Zwitserse frank 0,2 0,1

overige 1,6 1,6

Bron: IMF, Jaarverslag 2006.

(22)

De EU en haar buren

In 50 jaar tijd heeft de Europese Unie een continent verenigd dat zich van de Atlantische Oceaan tot de Zwarte Zee uitstrekt. Het aantal lid- staten steeg van zes tot 27. Sinds de EU openstaat voor elk democratisch Europees land met een marktecono-

mie dat rijp is voor het lidmaatschap en voor de daaruit voortvloeiende rechten en plichten, is de uitbreiding een permanent proces. Het ontbreekt niet aan kandidaat- en aspirant-lid- staten.

Kandidaten en potentiële kandidaten

Momenteel hebben drie landen zich voor EU-lidmaatschap kandidaat gesteld: Kroatië, Turkije en de voormalige Joegoslavische republiek Macedonië. Wanneer de onderhandelingen zijn afgerond, moet de toetreding van elke nieuwe lidstaat door elke EU-lidstaat en door het Europees Parlement worden goedgekeurd.

Naast deze drie kandidaat-lidstaten zijn nog vier landen uit de westelijke Balkan — Albanië, Bosnië en Herzegovina, Montenegro en Servië — potentiële kandidaten voor het EU-lidmaat- schap. De EU verleent alle landen van de westelijke Balkan voor de meeste export nu reeds vrije toegang tot haar markt en steunt hun nationale hervormingsprogramma's.

Istanbul: Turkije is kandidaat-EU-

lidstaat.

(23)

republieken in de Kaukasus en Centraal-Azië zijn weliswaar geen kandidaat-lidstaten, maar zij ontwik- kelen hun betrekkingen met de EU op basis van partnerschappen en samenwerkingsovereenkomsten inza- ke handel en andere economische sectoren, alsook van gezamenlijke acties op tal van gebieden waarop zij gemeenschappelijke belangen heb- ben.

De overeenkomst met Rusland gaat verder dan de andere en betreft eco- nomische aangelegenheden, samen- werking op het gebied van onder- zoek en onderwijs, en interne en externe veiligheid. De EU wil de betrekkingen actualiseren via een nieuwe kaderovereenkomst waarin onder meer nauwere samenwerking op energiegebied wordt vastgelegd.

Het is de bedoeling met Oekraïne tot onderhandelingen voor een brede vrijhandelsovereenkomst te komen.

Regionale organisaties

Naast de bilaterale betrekkingen intensiveert de Europese Unie ook banden met internatio- nale organisaties (waaronder de VN, de NAVO en de Raad van Europa) en regionale groepe- ringen over de hele wereld. Op die manier kan de EU de handels- en investeringsstromen met de betrokken regio's, in het bijzonder in Latijns-Amerika en Azië, bevorderen. Ten aanzien van haar Aziatische partners heeft de EU haar beleid van handel en hulp ontwikkeld in de rich- ting van evenwichtiger betrekkingen die hun stijgende productie en grotere handelscapaci- teiten weerspiegelen.

De EU onderhoudt niet alleen met de kandidaat-lidstaten, maar ook met vier andere buurlanden — IJsland, Liechtenstein, Noorwegen en Zwitserland — zeer nauwe betrekkin- gen. Al deze landen zijn lid van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA) en besloten voorlopig niet tot de EU toe te treden. Deze vier landen heb- ben hun wetgeving grotendeels aan de EU-wetgeving inzake de interne markt aangepast en stemmen ook hun beleid op andere gebieden op dat van de EU af. Met uitzondering van Zwitserland maken zij, net als de EU, ook deel uit van de Europese Economische Ruimte (EER).

Een coherent nabuurschaps- beleid

De Europese Unie zet zich in om de betrekkingen met haar oostelijke en zuidelijke buren te consolideren.

Rusland, Oekraïne, Moldavië en de

(24)

De EU heeft zich ervoor ingezet om met haar zuidelijke partners een grote vrijhandelszone tot stand te brengen waarvan de EU, de aan de Middellandse Zee grenzende Arabische staten en Israël deel uitmaken. De afzonderlijke associatieovereenkom- sten tussen deze landen en de EU zijn één element in de betrekkingen; deze overeenkomsten worden momenteel tot andere gebieden, zoals de handel in diensten en investeringen, uitgebreid.

Om ervoor te zorgen dat de uitbrei- ding van de EU naar het oosten geen

nieuwe scheidslijnen trekt tussen de EU en haar directe buren, heeft de EU in 2004 het Europees nabuurschaps- beleid in het leven geroepen.

Daaronder vallen alle landen aan de Middellandse Zee, alle Oost-Europese landen én de Kaukasus, maar niet Rusland. Het Europees nabuurschaps- beleid moet bevoorrechte economi- sche en politieke betrekkingen tot stand brengen tussen de EU en elk van haar buurlanden. De steun voor de partnerlanden zal voor de periode 2007-2013 in totaal 12 miljard euro bedragen en met 32 % stijgen.

Lees ook

Bezoek voor meer informatie over de verschillende aspecten van de externe betrekkingen van de Europese Unie en haar vertegenwoordigingen overal ter wereld de site ec.europa.eu/world 50 jaar — 50 verhalen over solidariteit: in deze publicatie zijn 50 verhalen opgenomen over Europese solidariteit met degenen buiten onze grenzen die deze solidariteit het meest nodig hebben: de armen, degenen die honger hebben, de zieken en degenen die geen vrijheid kennen — ec.europa.eu/europeaid/reports/50-50/50-50_nl.pdf

De hechtste banden

De banden met de Verenigde Staten staan centraal in de externe betrekkingen van de Europese Unie. Niet alleen zijn er de zeer belangrijke trans-Atlantische handels- en investe- ringsstromen: de EU en de VS hebben ook gezamenlijke waarden en soms ook gezamenlijke belangen. Vanaf het begin heeft de VS de Europese integratie gesteund.

Onderlinge contacten en dialoog — tussen bedrijfsgroepen, vakbonden, milieuorganisaties, Europese Parlementsleden en leden van het Congres in de VS, en veel anderen — kenmerken deze betrekkingen.

De manier waarop de EU en de VS bilaterale problemen hebben opgelost, diende als model voor de betrekkingen van de EU met andere landen zoals Japan en Canada.

(25)

Europese Commissie De EU in de wereld

Het buitenlands beleid van de Europese Unie

Reeks Europa in beweging

Luxemburg: Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen 2007 — 22 blz. — 16,2 x 22,9 cm

ISBN 978-92-79-06090-8

De Europese Unie is zich bewust van haar economische en commerciële gewicht en gebruikt haar macht niet alleen voor zichzelf, maar ook in het belang van anderen. De EU bevordert welvaart en steunt democratische waarden overal ter wereld. Zij helpt daarbij ook de stabiliteit en het welzijn van de burgers binnen haar grenzen te consolideren. De integratie van nieuwe landen versterkt de inter- nationale rol van de EU. De EU drijft het meest handel, maar verstrekt ook het meest hulp aan ont- wikkelingslanden. Zij ontwikkelde een proactiever buitenlands en veiligheidsbeleid, dat haar de moge- lijkheid biedt in Europa en ver daarbuiten taken op het gebied van crisisbeheersing en vredeshand- having te vervullen. In deze complexe wereld heeft de EU naast de traditionele instrumenten van het

(26)

Ga online

Informatie in alle officiële talen van de Europese Unie vindt u op de Europawebsite:

europa.eu

Kom eens langs

Er zijn in heel Europa honderden plaatselijke EU-informatiecentra. Het adres van het dichtstbijzijnde centrum vindt u op deze website: europedirect.europa.eu Bel of schrijf ons

Europe Direct beantwoordt al uw vragen over de Europese Unie. U kunt ons bereiken op het gratis telefoonnummer 00 800 6 7 8 9 10 11 (of tegen betaling uit een land buiten de EU op het nummer (32-2) 299 96 96), of door een e-mail te sturen naar europedirect.europa.eu Lectuur over Europa

Publicaties over de EU vindt u op de website van EU Bookshop: bookshop.europa.eu

Informatie en publicaties over de Europese Unie in het Nederlands zijn ook verkrijgbaar bij:

EU Bookshop

VERTEGENWOORDIGINGEN VAN DE EUROPESE COMMISSIE Vertegenwoordiging in België Archimedesstraat 73, B-1000 Brussel Tel. (32-2) 295 38 44 Fax (32-2) 295 01 66

Internet: www.ec.europa.eu/belgium/

welcome/index_nl.htm

E-mail: COMM-REP-BRU@ec.europa.eu Vertegenwoordiging in Nederland Korte Vijverberg 5,

2513 AB Den Haag Nederland

Tel. (31-70) 313 53 00 Fax (31-70) 364 66 19 Internet: www.eu.nl E-mail: burhay@ec.europa.eu

BUREAUS VAN HET EUROPEES PARLEMENT Bureau in België

Wiertzstraat 60, B-1047 Brussel Tel. (32-2) 284 20 05 Fax (32-2) 230 75 55

Internet: www.europarl.europa.eu/brussels/

E-mail: epbrussels@europarl.europa.eu Bureau in Nederland

Korte Vijverberg 6, 2513 AB Den Haag Nederland

Tel. (31-70) 362 49 41 Fax (31-70) 364 70 01

Internet: www.europeesparlement.nl E-mail: epdenhaag@europarl.europa.eu

(27)

De Europese Unie

Lidstaten van de Europese Unie (2007) Kandidaat-lidstaten

(28)

De Europese Unie is zich bewust van haar economische en commerciële gewicht en gebruikt haar macht niet alleen voor zichzelf, maar ook in het belang van anderen. De EU bevordert welvaart en steunt democratische waarden overal ter wereld. Zij helpt daarbij ook de stabiliteit en het welzijn van de burgers binnen haar grenzen te consolideren. De integratie van nieuwe landen versterkt de internationale rol van de EU. De EU drijft het meest handel, maar verstrekt ook het meest hulp aan ontwikkelingslanden. Zij ontwikkelde een proactiever buitenlands en veiligheidsbeleid, dat haar de mogelijkheid biedt in Europa en ver daarbuiten taken op het gebied van crisisbeheersing en vredeshandhaving te vervullen. In deze complexe wereld heeft de EU naast de traditionele instrumenten van het buitenlands beleid nieuwe instrumenten ontwikkeld. Zij heeft bijvoorbeeld op internationaal vlak het voortouw genomen in de bestrijding van het broeikaseffect en de klimaatverandering. Wereldomvattende problemen vragen wereldomvattende oplossingen.

NA-AB-07-126-NL-CISSN 1022-8268

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Meer dan veiligheid: kwaliteit en variatie 20 Veilige basis voor gevarieerd en goed voedsel 21.. Meer

b) voor flexfuelvoertuigen op benzine en E85 worden de CO 2 -besparingswaarden voor benzine geregistreerd. http://www.emis.vito.be Publicatieblad van de Europese Unie d.d.. De

dat het belangrijk is dat werk wordt gemaakt van gelijke mogelijkheden voor deelname aan en toegang tot een leven lang leren voor iedereen, ongeacht achtergrond, door

Het vaststellen van hoge normen voor de productie en verkoop van speelgoed is een van de maatregelen waarmee de Europese Unie het opneemt voor de belangen van de consument en

De lijst van landen waarvan de inwoners wel een visum nodig hebben om naar het Verenigd Koninkrijk of Ierland te reizen, verschilt lichtjes van de lijst die voor de andere

Ik ben er vast van overtuigd dat Roemenië, een groot Europees land dat strategisch is gelegen aan de westkust van de Zwarte Zee, in dit opzicht een rol kan spelen door de

De lijst van landen waarvan de inwoners wel een visum nodig hebben om naar het Verenigd Koninkrijk of Ierland te reizen, ver- schilt lichtjes van de lijst die voor de andere

heeft leden uit alle EU landen die om de vijf jaar rechtstreeks door de burgers worden gekozen bespreekt nieuwe wetgeving die door de Europese Commissie wordt voorgesteld.