• No results found

Titel cursief

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Titel cursief"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

e 1,95

71

ste

jaargang • nummer 24 • woensdag 10 juni 2015 Weekblad P608721 Afgiftekantoor 2099 Antwerpen X

Voor mensen met een goed hart en een slecht karakter...

Titel cursief

VRT mag Vlamingen niet voor de gek houden

70 JAAR

‘T PALLIETERKE

1945-2015

Met “Verdeelde klas”, de Koppen-repor- tage van vorige week, kregen we een schit- terend voorbeeld van de manier waarop de openbare omroep van journalistiek poli- tiek wil maken.

Nieuws was er niet, maar dan wordt er nieuws “gemaakt”. De uitzending moet een poging geweest zijn om aan te tonen hoe racis- tisch de Vlamingen wel zijn. Voortgaande op de felle reacties op de sociale media, maar ook op de reacties van een aantal wetenschappers werd dat geen al te groot succes.

Wat we te zien kregen, was een staaltje van

“constructieve journalistiek” waarmee de VRT ons een schuldgevoel wil aanpraten. Eerst even samenvatten: ingeleid door wat som- bere straatbeelden uit Antwerpen en onder- steund door een antiracistisch liedje, duiken we een lagere school in Borgerhout binnen.

Meester Jan Bergs splitste er op vraag van de Koppen-redactie zijn vijfde leerjaar op basis van de kleur van hun ogen. Een kopie van wat de Amerikaanse juf Jane Elliot in haar klas in de vorige eeuw hem voordeed.

De eerste dag waren de bruinogigen “de goei”, de tweede dag de blauwogigen. Om beurt mocht de ene groep, maar dan vooral toch de meester, de andere groep eens ferm pesten in de klas, in de gymzaal, op de speel- plaats…

Tot hier niets aan de hand. Met een rollen- spel aantonen dat groepsgevoel uit de hand kan lopen, daar is niets mis mee.

Schreef

Dat groepsgevoel is in de meeste gevallen onschadelijk. Ongelijkheid en competitie is de essentie van de hele samenleving, de motor van sport, economie, cultuur, politiek, relaties, et cetera. Geen mens die zijn eigen familie, buurt en territorium niet positief discrimineert.

Het is zoals rijden in het verkeer. Niets aan de hand, tenzij je over de schreef gaat. Van- zelfsprekend heeft de mens – in ontwikkelde en democratische samenlevingen althans – de negatieve en de pijnlijke kanten van dit ver- haal met wetgeving ingeperkt of uitgescha- keld. Om die reden is het evident dat racisme wordt bestreden.

Had de Koppen-reportage (lees, de VRT) dit willen aantonen, dan was er geen pro- bleem. Helaas leidde een gemene slordigheid tot begripsvervuiling. De hele reportage door hadden Jan en Jane het over “racisme”, terwijl de proef alleen discriminatie aantoonde. En

waar het racisme aan bod kwam, was het “uit- gelokt” door de meester: “Beste kindjes, ooit de zwarte mens horen spreken van negers, bruine apen, bananenplukkers, et cetera…”

Natuurlijk meester!

“Mensen met blauwe ogen worden?”…

“Ingenieur, meester!” “Mensen met bruine ogen worden?”… “Vuilnisman, meester!” … Zo vlot en ongedwongen verliepen de con- versaties.

Met hetzelfde gemak had meester Jan zijn klas kunnen verleiden tot lelijke uitspraken over dikkerdjes, rosharigen, Nederlanders, werklozen of stotteraars. Maar neen hoor, dat hoefde niet voor Koppen en de VRT. “Racisme”

heet het beest en dat wordt “onderweg opge- pikt”. Het zit niet in ons, het wordt ons aange- leerd. De programmamakers deden zelfs niet de moeite om in de academische wereld even repliek te vragen.

Jane Elliot, nu een oud vrouwtje, mocht de hele reportage van commentaar voorzien. Ze wist het meteen: de Hel van het Superracisme moet ergens tussen de Noordzee en de Maas liggen. “Waar hebben jullie de voorbije 50 jaar gezeten?”, flipperde ze verontwaardigd.

Helemaal irritant is dat dit spel zo eenzij- dig werd gespeeld. Alsof groepsconflicten exclusief een westers, en in het bijzonder een Vlaams probleem zouden zijn.

Als bij toeval “getelefoneerd”, zinderde de al flink vooraf aangekondigde reportage van Kop- pen de dag erna nog eens goed na in de com- mentaren van wat kranten.

Reacties

Wie de sociale media een beetje volgt, had het echter meteen begrepen. Dit soort “con- structieve” journalistiek pikken de Vlamingen niet meer. De kranten moesten meteen gas terugnemen. In De Morgen stelden academici dat het wij-zijdenken “in onze natuur” ligt. Uit niets bleek dat het racisme in Vlaanderen groot zou zijn of zou toenemen. Ze verweten Koppen sensatiedrang om de kijkcijfers te manipuleren en eenzijdigheid, want van enige wetenschap- pelijke repliek op het spelletje van meester Jan was er geen sprake.

Hans op de Beeck en Tom Smits (KU Leu- ven) maakten brandhout van de VRT. Veertig jaar onderzoek ter zake werd compleet gene- geerd. “Natuurlijk zijn racisme en discrimina- tie problemen die we moeten aanpakken. Maar het groepsdenken zelf krijg je niet weg. Dat zou al even moeilijk zijn als mensen te verbieden meer te houden van hun eigen familie en vrien- den dan van onbekenden.”

Alain van Hiel en Arne Roets (UGent) waren op Knack.be evenmin mals. “Leuke tv, maar geen bewijs en zelfs gevaarlijk”, omdat kinde- ren en hun ouders de facto gebrandmerkt zijn in een uitzending met de bedoeling negatief gedrag uit te lokken. Positiever onderzoek over die materie haalt niet eens het nieuws. Zo wor- den vooroordelen alleen maar versterkt. Niet- temin blijven de redacteurs van De Morgen ontkennen dat taalachterstand “vanzelfspre- kend” een probleem is in onderwijs of op de werkvloer, en blijven ze “oversized” uitpakken

met verhalen over racisme in het onderwijs, op de werkvloer, en in ons onderbewustzijn.

VRT

Bij de VRT laten ze het niet aan hun hart komen. Voor Lin Delcour van Koppen was de uitzending geen wetenschap, maar een “soci- ale oefening”… En hiermee komen we stilaan bij de mannen die de VRT-touwtjes in handen hebben. Luc Rademakers (52), algemeen direc- teur Informatie VRT, zegt in Knack (3 juni) dat hij meer macht heeft dan Johan vande Lanotte, waarvan akte. Zijn uitspraken over journalis- tiek zijn verontrustend. Journalisten moeten kritisch zijn, “maar kritiek moet de goede zaak dienen”. Alleen, het is iets minder duidelijk wat die “goede zaak” precies is.

Journalisten hebben een maatschappelijke verantwoordelijkheid “dat het op alle vlakken goed gaat met de samenleving”. Alleen durven de meningen daarover wel eens verschillen.

Wat dan? Het doel moet altijd zijn “de waar- heid naar boven halen”. Dat zal wel, maar één klein detailke toch: wiens waarheid? De waar- heid van de buitenmaats progressieve journa- listengilde?

Constructief

“Nieuws moet meer zijn dan zomaar infor- meren, het moet oplossingen aanreiken.” Dat is de fameuze “constructieve” journalistiek, waar- mee ook Björn Soenens als hoofdredacteur van Het Journaal zo graag schermt. De “construc- tieve journalisten” moeten voortaan “mensen verbinden”. Geen “bekvechten” meer, dus min- der debat en tegenspraak. Geen nieuws meer zonder eigenzinnige selectie en duiding. Maar een synthese van de journalist die de sparring- partner moet worden van de politiek.

Rademakers en co zullen nog wat werk heb- ben om de wereld van die zotte gedachte te overtuigen. Zo bleek uit reacties van onder meer Rik van Cauwelaert (De Tijd), Bart Caron (voorzitter van de commissie Media in het Vlaams Parlement) en Pol Deltour (de nati- onaal secretaris van de Vlaamse journalisten- bond).

De autochtoon is racistisch, de allochtoon niet. Dat wisten we natuurlijk al veel langer. Als Rademakers, Soenens en andere werknemers van de VRT zich voor de kar van een gekleurde

“constructieve” boodschap plaatsen, dan past waakzaamheid en verzet. Ze mogen daar bij de VRT de Vlamingen niet te veel voor de gek houden.

(2)

Actueel

10 juni 2015

2

Uit de smalle beursstraat

Domme saneringen onder Di Rupo, slimme onder Charles Michel

De regering-Michel saneert de overheidsfinanciën niet meer dan de regering-Di Rupo deed, zo leert een studie van de Natio- nale Bank. Voor de socialisten het bewijs dat de Zweedse coalitie slecht bezig is. Maar Di Rupo saneerde vooral via extra belas- tingen, en die worden in belangrijke mate door de Vlamingen betaald. Nu kiest de regering voor een sanering via de uitga- ven. Dat is vooral voor de Walen nadelig.

3,6 miljard euro of 0,9 procent van het bbp, dat is de sanerings- ronde die de regering-Di Rupo tussen 2011 en 2014 doorvoerde om de overheidsfinanciën opnieuw gezond te maken en het begrotings- tekort onder de 3 procent te krijgen, zoals de Europese Commissie vraagt. De regering-Michel zal tussen 2014 en 2017 een gelijkaar- dige inspanning doen, bevestigt een analyse van de Nationale Bank.

Blijdschap en vreugde ter linkerzijde: waar is de kracht van de ver- andering naartoe?

Welnu, er is wel een fundamenteel verschil in de saneringsoperatie van de PS-premier en die van de huidige N-VA/MR/CD&V/Open Vld- coalitie. Di Rupo koos voluit voor belastingverhogingen om de over- heidsfinanciën weer op koers te krijgen. Net zoals Jean-Luc Dehaene dat in de jaren negentig heeft gedaan. De regering-Michel kijkt voor de sanering vooral naar de uitgavenkant, een aanpak waar de rege- ringen-Martens in de jaren tachtig voor kozen.

Di Rupo koos duidelijk voor gemakkelijke maar ook domme sane- ringen. Hogere belastingen, in een land met een zware belasting- druk, fnuiken de economische groei. En het is communautair gede- termineerd. De 58 procent Vlamingen betalen meer dan 65 procent van de belastingen in dit land. Elke belastingverhoging raakt hen harder dan de Walen. Bij een sanering aan de uitgavenkant zijn het vooral de Walen die dat in hun portemonnee voelen. Vandaar dat de Walen volgens een recent onderzoek niet gewonnen zijn voor ver- dere besparingen in de sociale zekerheid.

Wat in deze discussie vaak vergeten wordt, is dat het gezond maken van de overheidsfinanciën onder Di Rupo niet alleen via de gemak-

kelijke weg van extra taksen (hogere roerende voorheffing, fairnes- staks,…) gebeurd is. Tevens, de inspanning was in vergelijking met de buurlanden en de rest van Europa zeer bescheiden. Om dat goed te begrijpen, moeten we een blik werpen op de evolutie van het struc- tureel primair saldo, dat zijn de ontvangsten min de uitgaven van de overheid zonder de rentelasten en conjunctuureffecten. Daaruit blijkt dat de Belgische begrotingssanering slechts 0,6 procent van het bbp bedroeg tussen 2010 en 2014. In onze buurlanden was dat gemid- deld 2,6 procent. Terwijl de begrotingstekorten van Frankrijk, Neder- land en in mindere mate Duitsland, en het tekort van de eurozone als geheel, in 2010 groter waren dan het begrotingstekort van Bel- gië, zijn ze in die landen aanzienlijk kleiner geworden, met uitzon- dering van Frankrijk. Duitsland heeft sinds 2012 opnieuw een begro- ting in evenwicht.

Er zijn ook verschillen in de aanpak van de sanering. In de meeste eurolanden werd tegelijkertijd gekozen voor het verhogen van de inkomsten en het beperken van de uitgaven. In België namen de uit- gaven ten opzichte van het bbp toe, of anders gezegd: de uitgaven namen sneller toe dan de economische groei. Wat een negatieve bij- dragen leverde tot de gezondmaking van de overheidsfinanciën. Die moesten dan gecompenseerd worden door extra inkomsten. Bondig gezegd: onder Di Rupo had de regering een gat in haar hand, en de put die gemaakt werd moest gevuld worden met extra belastingen.

Ondertussen heeft de regering het geweer van schouder veranderd.

Dat blijkt ook uit de voorjaarsprognoses van de Nationale Bank. Voor het eerst sinds de crisis zal de economie dit jaar sneller groeien dan de overheidsuitgaven. De regering-Michel kiest voor de broodnodige besparingen. Al is er volgens de Nationale Bank de komende jaren nog een duchtige inspanning te doen. Volgens gouverneur Jan Smets zal in 2017 het begrotingstekort 2 procent van het bbp of 8 miljard euro bedragen, terwijl de Europese doelstelling is 1 procent tekort of 4 miljard euro. Er moet dus nog veel bespaard worden.

Angélique VAnderstrAeten Hoofdzetel:

Hoogstratenplein 1 2800 Mechelen

Beste lezer van

’t Pallieterke:

Voor een Vlaamse

sociale zekerheid!

Bel gratis 0800 179 75 of surf voor ons kantorennetwerk even naar vnz.be

Word lid van het VNZ

Goed nieuws uit de Schelp: identiteit mag nog

Voor wie het nog niet weten mocht, de Schelp is dat glazen huis in Brussel waar de Vlaamse regering de democratie probeert te belichamen. Vorige zaterdag was die Schelp tjokvol gelopen voor een colloquium onder de wat uitdagende titel “Identiteit, mag het nog?”. Een uitgesproken positief antwoord op die indringende vraag werd verstrekt door een handvol boeiende sprekers van verschillend pluimage.

Het siert Vlaams Belang dat het de paar hon- derd belangstellenden met die verscheiden- heid aan meningen heeft laten kennismaken.

De gelegenheidsvoorzitter van het colloquium, Philippe Claeys, vond die breeddenkendheid van zijn gedecimeerde partij niet meer dan nor- maal. Immers, stelde hij, het VB is een ideeën- partij, een laboratorium van frisse ideeën. Hij gispte scherp de politiek-correcte stroming die eigen identiteit miskent en zelfs kinderen van 11 jaar hersenspoelt door hen te laten discri- mineren om de kleur van de ogen. Toekom- stige historici zullen een ferme kluif hebben aan de huidige mentaliteit van “Weg met ons”, al heerst die níét bij de man in de straat, maar alleen in politiek en media.

Bart de Valck

De partij-ongebonden voorzitter van de Vlaamse Volksbeweging viel prompt met de Vlaamse deur in het belgisch huis: “Vlaamse

identiteit, wat is dat en waarom moet Vlaande- ren onafhankelijk worden?” Hij gooide het luis- terbereide publiek een rist retorische vragen voor de voeten over wat de belgische identiteit zou kunnen zijn: de Rode Duivels, het konings- huis, de nationale feestdag, de Koningin Elisa- bethwedstrijd, Clouseau of Stromae? Op die en een paar andere mogelijkheden wist hij geen positief antwoord te bedenken, dus luidde zijn helder besluit: er bestààt geen belgische identiteit. “Bestaat er dan toch een belgisch gevoel?”, was zijn volgende vraag, waarop hij antwoordde dat zoiets er wel zou kunnen zijn, maar dan vooral bij Brusselaars en Walen, enkel gevoed door scheidingsangst. Willen de Vla- mingen zich bezinnen over hun identiteit, laat ze dan elke avond voor de spiegel gaan staan om in ‘t eigen hart te kijken. Als zij dan dromen van een Vlaamse republiek en een Vlaamse president, dan zijn we waar we moeten zijn.

De Vlamingen zijn echter geen Schotten, want

in tegenstelling tot het volk van Alex Salmond, voelen zij zich ongemakkelijk bij de keuze tus- sen Vlaamse identiteit en belgisch gevoel. Zei Bart: “Vlaanderen is te groot voor belgië en bel- gië is te klein voor Vlaanderen.” De VVB-voor- zitter wil het belgische huwelijk aan diggelen, liever vroeger dan later en hij krijgt daar een flink applaus voor. Uitdrukkelijk noemt hij con- federalisme géén oplossing. Alleen als Vlaan- deren een volaardige staat wordt, zal de door- snee-Vlaming zich daar wel bij bevinden.

Kleuren zonder quota

Volgde een paneelgesprek, deskundig en vlotjes geleid door Lawrence Urbain, die er fijntjes op wees dat het gesprek kon worden gevoerd door blank en zwart, vrouw en man zonder dat daar quota aan te pas moesten komen. Met zwart werd de Nederlander van Surinaamse afkomst Timon Dias bedoeld, en met vrouw senator Anke van dermeersch. Tus- sen die twee mocht Sam van Rooy zijn mening over vooral de islamitische immigratie ten beste geven. Hij had het, onder meer, over de Europese Unie die Gerolf Annemans een immigratiemachine noemt, maar die volgens hem ook een “belgië in ‘t groot is”, met alle negatieve aspecten daaraan verbonden. Waar de islamitische cultuur komt te staan tegen- over de westerse, individualistische cultuur, zei Timon Dias gevat, krijg je gedonder. Van der- meersch maakte dat gedonder hoorbaar: “Door de massa-immigratie naar Europa dreigen wij een monocultuur te krijgen die islamistisch is.”

Zij ziet op de eerste plaats de vrouwen en moe- ders bedreigd, de “baarmoeders van de volks- identiteit” en vindt dat die een vuist moeten maken en op tafel moeten kloppen.

Geen sollicitatie-toespraak

LDD’er Dedecker zou Jean-Marie niet zijn indien hij voor de dag was gekomen met een wat uitdagende uitspraak in het VB-hol van de leeuw: “Dit is géén sollicitatie-toespraak!”

Vervolgens verbond hij zijn eigenzinnige kijk op identiteit aan Sinterklaas en zijn verguisde Zwarte Piet. Voor Sinterklaas mogen wij nog alleen spelen in Afrika, spotte hij, waarna hij de

“spastische multicultuur” over de hekel haalde en opkwam voor het recht op vrije menings- uiting, dat volgens hem absoluut is, zelfs voor idioten. Nog zo’n krasse: “De profeet interes- seert mij geen reet en wie dat niet kan verdra- gen, hoort niet thuis in onze maatschappij.”

In onze westerse samenleving is humor cruci- aal, gaat hij verder, en wij moeten onze tradi- ties koesteren. Het zal de lezer niet verbazen dat de sportief gevormde schuinsmarcheerder een heel lang applaus kreeg voor zijn niet-sol- licitatie-toespraak?

Vlaanderen, dat is van ons

De slottoespraak van voorzitter Tom van Grieken was zowat een samenvatting van dit geslaagde colloquium: migranten moeten ondubbelzinnig de sharia afzweren, de schei- ding tussen kerk en staat en het recht op vrije meningsuiting aanvaarden, de gelijkwaardig- heid van man en vrouw erkennen en ook het recht om uit de godsdienst te stappen. Als immigratie van alle tijden is, besloot de voorzit- ter, “dan is remigratie dat ook”. Is dat dan geen

“wij-zijverhaal”, zoals de politiek-correcte term luidt? Van Grieken: “Zeker en vast. Wij, dat zijn de Vlamingen en zij die zich Vlaming (willen) voelen. Iedereen is van de wereld, maar Vlaan- deren, dat is van ons!” (Applaus in de zaal.) Er komen nog twee colloquia in de Schelp (o.a.

over vrijheid), hopelijk met een betere geluids- installatie. De moeite waard!

hvo

GENocIDE oNDER DE hoofDDoEk

Voor één keer, dik tegen onze zin, moeten we iets positiefs schrijven over de cdH van

“madame non” Milquet. De cdH, die nu geleid wordt door Benoît Lutgen, heeft juist gehan- deld door haar “knuffel-Turk” Mahinur Özde- mir uit de partij te zetten toen zij weigerde de Armeense genocide expliciet te erkennen. Dat leidde zelfs tot een Turkse interventie in onze binnenlandse aangelegenheden: de dochter van kalief, pardon, president Erdogan stapte naar de Belgische consul-generaal in Turkije om daar te eisen dat het ontslag van Özdemir ongedaan gemaakt zou worden. Ook de Brus- selse afdeling van de AKP, de partij van Erdo- gan, heeft in een open brief haar steun uitge- drukt aan Özdemir.

Als ge zo’n straf woord als “genocide” al moet gebruiken om een paar massamoord- jes op christenen te omschrijven, waar gaat het dan naartoe met de vrijheid, nietwaar? Ja, de fundamentalisten van AKP zijn ook in Bel- gië actief. In 2009 deden de media heel lyrisch over Özdemir toen zij in het Brussels Parle- ment werd verkozen als eerste vrouw met een hoofddoek.

Zelf zei ze toen: “Denk je nu echt dat er in Brussel ook maar iemand wakker ligt van mijn hoofddoek?” Nee, van die hoofddoek mis- schien niet. Maar van de gedachten en opvat- tingen in het hoofd onder die doek natuurlijk wel. Van een genocide ligt men toch nog een béétje wakker. Zelfs als de daders Turkse mos- lims zijn en de slachtoffers “maar” christenen.

BRooDRoof

Een leraar van het Dachsbeck Lyceum van de stad Brussel is ontslagen omdat hij op Facebook zogezegd islamofobe uitspra- ken heeft gedaan. De moeder van een leer- ling had klacht ingediend bij de directie van de school, omdat de leraar in een Facebook- conversatie een kritische vraag had gesteld over de islam: “Waarom kiezen voor de reli- gie die zich kenmerkt door de hoogste graad van analfabetisme en die de meeste onderont- wikkelde en achtergestelde landen telt?” Een terechte vraag.

We zijn eigenlijk benieuwd naar het ant- woord. Die leraar staat al veertien jaar voor de klas. Hij had nog nooit een negatieve beoorde- ling gekregen, maar dat kon hem niet redden van de politiek correcte inquisiteurs.

(3)

Actueel 10 juni 2015 3

Verguisd

Monseigneur, meneer,

Gij hebt vijf zware jaren achter de rug.

Als aartsbisschop in ons land aangesteld in 2010, net voor uw zeventigste verjaar- dag, stond het in de sterren geschreven dat gij een overgangsfiguur zoudt worden. Met de letterlijke en figuurlijke zegen van uw vriend paus Benedictus – Joseph Ratzinger – werdt gij in de zuidelijke Nederlanden aan het hoofd gesteld van een kerk die het moei- lijk had en wat rechtlijnigheid kon gebruiken.

De al te zachte hand van Godfried Danneels die helemaal geen manager was geweest en problemen liever met de mantel der liefde bedekte in plaats van ze op te lossen, had voor een malaise en een stilstand gezorgd.

Tijdens zijn ‘bewind’ was de rek eruit geraakt en was alle dynamiek tot stilstand gekomen.

De theoreticus en haast fluisterende kardi- naal hoopte op een impuls van de Heilige Geest, maar vergat dat het geloof zonder de werken dood is. Dus vergrijsde zijn kerk en wat overbleef was een restkerk van oude getrouwen die elke band met de nieuwe generaties had gelost. De vernieuwingen, moderne beschouwingen, liturgische expe- rimenten en progressieve interpretaties van de geloofsleer hadden geen zoden aan de dijk gebracht. Danneels werd dan ook op handen gedragen door kerkverlaters, kerk- critici, antikerkelijken, progressieve christe- nen en natuurlijk de onvolprezen staatszen- der. Gijzelf waart na hem alleen goed voor kritiek. Elk woord dat gij zegde, werd tegen het licht gehouden.

Natuurlijk werd uw start verbrod door het uitbreken van het schandaal van het seksu- eel misbruik in de kerk. Niettemin hebt gij het hoofd hoog gehouden en met al uw bis- schoppen zeer deemoedig deze onverkwik- kelijke zaak aangepakt.

Hoewel gij het etiket ‘conservatief’ om de haverklap rond de oren kreegt geslingerd, hebt gij meer dan eens aangetoond dat gij wel degelijk in het midden van de kerk staat.

Gij hebt ruimte gegeven aan de verworven- heden van de vernieuwing in uw kerk, maar ook aan het behoud van de tradities. Gij hebt vastgehouden aan de aloude geloofsinzich- ten, maar ze zeer secuur vertaald en geac-

tualiseerd op basis van de principes van het Tweede Vaticaans Concilie. Gij hebt hulpbis- schoppen benoemd die zich naar uw eigen zeggen ‘in het midden van het kerkspec- trum’ bevinden. En terwijl Danneels men- senschuw en onzeker was bij het voetvolk, hebt gij het land doorkruist en hebt gij als een herder parochies, kloosters, bejaarden- tehuizen en ziekenhuizen bezocht. Gij keu- velde met de mensen, maakte grapjes en durfde wel eens een vrolijk lied met hen zin- gen. Gij bleeft overnachten in pastorijen en kloosters en gij waart tevreden met een een- voudige maaltijd en elementair comfort. In die zin waart en zijt gij iemand die perfect op de golflengte van paus Franciscus zit.

Wie zei daar dat jullie mijlenver van elkaar staan?! In organisatorische aanpak en theo- logische duiding duidelijk verschillend, maar op het pastorale vlak elkaars gelijken! Nie- mand vergeet uw grote luisterbereidheid, ook ten aanzien van fundamentele niet- katholieken. Het vrij recente ‘tafelgesprek’

op de vrt met de ex-katholiek en moraalfilo- soof Etienne Vermeersch was daarvan een subliem staaltje, in beide richtingen. Vlaan- deren heeft daarvan genoten en u door een andere bril gezien.

Wie uw opvolger wordt, zullen we binnen- kort weten. Het feit dat Godfried Danneels – die volgens geruchten u nooit als tweede kardinaal naast zich zou geduld hebben – nogal fors partij trekt voor de zachte en eer- der progressieve Antwerpse bisschop Bonny, is geen goede zaak. Hij zou beter niets meer zeggen en bidden voor zijn kerk. Als we echt een synthesefiguur willen, dan steekt Mgr.

Jean-Pierre Delville uit Luik er met kop en nek bovenuit: professor en volksmens, ver- nieuwend en met zin voor traditie, priester voor de armen, verzoener, actief op de bres en ‘slechts’ vooraan in de vijftig, een man van Benedictus én Franciscus. En net als gij geen Vlamingenhater.

En gij, gij zult herinnerd worden als een bijzonder man, met een bijzondere opdracht in bijzondere tijden en in bijzondere omstan- digheden. Het ga u goed.

Briefje aan aartsbisschop Leonard

Volkomen terecht maakt Koen Meule- naere (in De Tijd, 4 juni) zich daar vrolijk over. “Als de Europese Unie en de Verenigde Staten een zwarte lijst opmaken van hoog- geplaatste Russen die hun contreien niet meer in mogen, is dat een gerechtvaardigde maatregel” zo schrijft hij, maar “wanneer de Russen (in antwoord daarop) hetzelfde doen met een paar buitenlandse agitato- ren als Demesmaeker en Verhofstadt, schij- nen ze dat hier onaanvaardbaar en potsier- lijk te vinden”.

De hetze rond dit incident is nu weeral voorbij (wie zou het opnemen voor Verhof- stadt? en van Demesmaeker is bekend dat hij de liefde is gevolgd naar Oekraïne), maar het biedt wel een aanschouwelijke les voor wie iets wil leren over de kloof in de bericht- geving tussen de echte informatie (de Rus- sische maatregel is alleen maar een ant- woord op een kleuterspelletje waar “wij”

mee begonnen zijn, en verdient dus verder geen aandacht), en het laatste nieuws voor het volk, dat straffeloos mag opgejut wor- den tegen die verschrikkelijke Russen, die zich alles menen te kunnen permitteren.

Vooraanstaande politici spelen dit spel naar hartelust mee. Zo beweerden lieden die in de uitoefening van hun ambt enig sérieux dienen te bewaren, zoals de Neder- landse premier Rutten (volgens Le Monde, 2 juni) en de Duitse voorzitter van het Euro- pees parlement dat de Russen in deze zaak

“tegen het volkenrecht” zouden hebben gehandeld. Nog afgezien van de vraag of de Europese Unie, die met dat kleuterspel begonnen is, dan ook het volkenrecht aan haar laars heeft gelapt, is er de vaststelling dat het internationaal recht hierover niets zegt. Staten laten buitenlandse “agitato- ren”, zoals Meulenaere ze omschrijft, op hun grondgebied toe of niet, daar zijn ze volko- men vrij is. De marxistische ideoloog Ernest Mandel mocht destijds, toen hij overal de trotskistische gedachte ging verspreiden, in méér landen niet dan wel binnen. Man- del bezat de Belgische nationaliteit, hij was afkomstig uit een Antwerpse joodse familie, overigens flamingant. Dat laatste signaleer ik maar terloops, als contrast met de hou- ding van de N-VA’er Demesmaeker, waarvan Koen Meulenaere (De Tijd, 4 juni) beweert dat hij in zijn toespraak in het Oekraïense Kiev zijn gehoor waarschuwde voor “het spook van het nationalisme”. Met deze ver- oordeling van het nationalisme staat de man nog een carrière te wachten in de N-VA.

Volkenrecht tegen sancties

Als het volkenrecht niets zegt (voor zover ik mij herinner) over het recht van staten om al dan niet buitenlandse “agitatoren” tot hun grondgebied toe te laten, dan heeft daaren- tegen datzelfde volkenrecht wel heel wat te zeggen over het uitvaardigen van sanc- ties tegen andere mogendheden, en het was in dat kader dat de Europese Unie en de Verenigde Staten een lijst hadden opge- steld met namen van invloedrijke Russen die niet meer welkom waren in het Westen.

In datzelfde verband dienden ondermeer de Haspengouwse fruitboeren hun lucratieve export naar Rusland te staken, hoewel ze daar (Belgen zijnde) al gauw een draai wis- ten aan te geven door hun producten uit te voeren naar Kazachstan, vanwaar ze pro- bleemloos hun bestemming bereikten.

Van sancties weet men dat ze meestal weinig zin hebben, maar dat ze, als ze toe- vallig wel eens effect sorteren, gemakkelijk tot oorlog leiden. In het volkenrecht wordt derhalve niet aanbevolen om er gebruik van de maken. Destijds leerde men ons dat

sancties slechts mogen getroffen worden in uiterste nood, liefst door en onder toe- zicht van de Verenigde Naties. Men leerde ons dat sancties niet werken om mensen tot andere gedachten te brengen, en dat er geen voorbeeld bekend is van sancties die een positief resultaat afleverden. Steeds werd in de cursus Volkenrecht verwezen naar het uitbreken van de Tweede Wereld- oorlog in Azië als gevolg van door de Ame- rikanen tegen Japan uitgevaardigde sancties in 1940-41. Japan beschouwde de sanc- ties, die het van zijn levensbelangrijke invoer van grondstoffen beroofde, als een oorlogs- daad van Amerika, die het op 7 december 1941 beantwoordde met de luchtaanval op Pearl Harbour, waardoor de Tweede Wereld- oorlog zich tot Azië uitbreidde. De Ameri- kaanse president Roosevelt had de sancties tegen Japan omschreven als een middel om de oorlog te vermijden, maar het resultaat ervan was precies het tegenovergestelde:

Japan stelde dat als het essentiële grond- stoffen niet meer mocht invoeren, het wel verplicht was die grondstoffen door oorlog te gaan halen waar ze zich bevonden. Na Pearl Harbour verzekerde Japan de wereld dat het nog steeds bereid was tot vredeson- derhandelingen, maar dan wel op basis van de toestand die bestond voordat de Ame- rikanen sancties hadden getroffen tegen Japan. Sancties werden dus als een essen- tieel onderdeel van de oorlog beschouwd.

Dat mag men niet vergeten.

Nu is er al sprake van een boycot van het wereldkampioenschap voetbal dat in 2018 in Rusland moet plaatsvinden, maar wie

“straft” men daar eigenlijk mee? Dan mist ook bij ons een hele generatie sportlieden de kans om een wereldtitel te behalen. Zo ook met economische sancties. Destijds dwongen ze Japan om de oorlog te begin- nen. Zou iemand de bedoeling kunnen heb- ben Rusland zodanig te tergen dat het geen andere uitkomst meer ziet dan de aanval te openen? Een aanval die, naar het voorbeeld van Japan in 1941, zou kunnen bestaan uit het afvuren van een atoombom op de voor de NATO belangrijke haven van Antwer- pen? Het kleine Cuba heeft jarenlang de economische boycot van de Verenigde Sta- ten moeten ondergaan, en het bestaat nog:

alleen de Cubanen hebben door de boycot aan welvaart ingeboet. In het verleden zijn er nog boycotacties geweest tegen de toen- malige Sovjet-unie, tegen China en Noord- Korea, maar die gaven geen krimp als ant- woord op de sancties.

“Gendarmisme”

De kans dat Rusland zijn beleid zou wij- zigen als gevolg van de sancties is gering, maar de kans is wel groot dat er een lang- durige koude economische oorlog zal ont- staan tussen Rusland en het Westen. Daar- voor heeft Willy Claes al gewaarschuwd (in Knack, 6 augustus 2014). Ook de Duitse minister van Buitenlandse Zaken, de socia- list Frank-Walter Steinmeier, heeft zich in die zin uitgesproken (Le Monde, 30 janu- ari). Zelfs Herman van Rompuy gaf kritiek op de Amerikaanse onverschilligheid voor de voorzichtige Europese aanpak van de relaties met Rusland, die – getuige de han- delwijze van Angela Merkel en François Hollande – van Europa een fijngevoelig aftasten van mogelijkheden vergt, waar de Amerikanen niet altijd begrip voor hebben.

Le Monde (24 augustus 2014) waarschuwde al voor een dwaas Europees navolgen van wat het blad noemde een Amerikaans “gen- darmisme”.

MARK GRAMMENS

Oost en West laten Verhofstadt vallen

Guy Verhofstadt en Mark Demesmaeker (N-VA) mogen Rusland niet meer bin- nen. Zij staan op een lijst van 89 namen van Europese politici en opiniemakers, die door de maatregel werden getroffen. De berichtgeving daarover laat veel te wensen over. In de media wordt veelal voorbijgegaan aan het feit dat deze maat- regel alleen maar het Russische antwoord is op een Europees besluit om aan 150 Russen de toegang tot het Westen te ontzeggen.

Klinken in de autopsiezaal

U kon het in de serieuze pers uitgebreid vernemen: er was een feestje in de autopsie- zaal in Luik, waar de lichamen van de gedode jihadisten onderzocht werden. Een onder- zoek naar de ware toedracht werd bevolen.

Duidelijk is dat menige fles bubbels werd gekraakt. Maar dat heeft totaal niets te maken met de goede afloop van de politieactie in Verviers, driewerf neen. De waarheid is dat ook in de autopsiezaal van Luik werd geklonken op 70 jaar ‘t Pallieterke. Tenslotte mocht iedereen een “selfie” insturen al klinkend op de gezondheid van ‘t Pallieterke, dus ook die mannen van de autopsiezaal. Dan volgt nu het slechte nieuws: we beginnen aan de ver- koop van de laatste 100 flessen Pallietercava. Op is op. Met onze dank aan alle kopers die reeds cava aankochten. U hoeft in ieder geval geen autopsiezaal te zoeken om te klinken op onze gezondheid.

Nieuwsfeit van de week

70 jaar ‘t Pallieterke: dat moet gevierd worden

(4)

Snel naar huis

Woensdag om 14.25 uur maakten de Kamerleden zich op om een lang debat aan te gaan over de twee inmiddels berucht gewor- den wetsontwerpen aangaande Doel; over de kerncentrale dus. Berucht, omdat de bevoegde minister Marghem al flink wat klungelwerk had geleverd. De oppositie lag dan ook op vin- kenslag en diende een reeks amendementen in. Daar is niks mis mee, want dat is het nor- male spel. Maar dan beriep de oppositie zich op haar recht om te vragen dat deze amen- dementen ook door de Raad van State zou- den bestudeerd worden. Er ontstond een hele procedurediscussie tussen gehaaide oppo- sitieleden en een toch nog altijd onzekere Kamervoorzitter. De 50 vereiste leden van de oppositie dwongen ‘met zitten op opstaan’ de doorverwijzing af. En toen zei voorzitter Bracke dat “dit betekent dat de bespreking van deze wetsontwerpen wordt opgeschort, tenzij er een andersluidende beslissing wordt genomen”.

Daarop verliet de oppositie woedend de zaal.

Hoe kun je iets bespreken dat eerst door een hoog rechtscollege moet beoordeeld worden?

Hij voelde nattigheid en maakte zich er als volgt vanaf: “Bij nader toezien en bij betere lectuur van het Reglement worden wij door het Reglement gedwongen om de vergadering te sluiten.” De oppositie had haar slag thuisge- haald en precies 16 minuten later kon ieder- een alweer terug huiswaarts…

Geen informatie

Elke Sleurs van N-VA, staatssecretaris voor onder meer ‘Gelijke Kansen’, kreeg een vraag op haar bord van Barbara Pas van het VB aan- gaande een persbericht over een incident tij- dens een voetbalwedstrijd. Een vrouwelijke scheidsrechter kreeg geen hand van een spe- ler die moslim is, en die dat weigerde van- uit zijn geloof. Hij zou daarbij zijn rug naar de dame hebben gedraaid. Pas wilde weten hoe het Instituut voor de Gelijkheid van Vrou- wen en Mannen en het Interfederaal Gelijke- kansencentrum daarop hebben gereageerd.

Het antwoord was hallucinant. Het centrum heeft gesteld dat er weinig feitelijke gegevens bekend zijn en dat het omwille van gebrek daaraan geen uitspraken zal doen over die zaak. Het IGVM gaf eenzelfde mededeling:

gebrek aan informatie over het incident en dus geen mening. Is het dan niet de taak van de staatssecretaris om een onderzoek te beve- len?! Of zijn die organisaties gewoon opper- machtig in hun doen en laten? Of zijn sommige discriminaties toegestaan en andere niet? Stel je even voor dat een moslim een hand gewei- gerd wordt door iemand die zegt dat hij dat doet omdat hij de islam niet leuk vindt. Het kot zou te klein zijn en de linkse zeloten zouden zich onverwijld opmaken om alle mogelijke rechtsprocedures uit de kast te halen.

Alle partijen?

Kamerlid Peter de Roover van N-VA kwam gedurfd uit de hoek over het door de cdH uit- gesloten Brusselse parlementslid van Turkse afkomst dat geweigerd had de Armeense genocide te erkennen, terwijl die partij daar- over in de Kamer wel duidelijke taal spreekt.

Op zijn persoonlijke webstek schetste hij de politieke loopbaan van Mahinur Özdemir.

Tevens toonde hij rechtstreekse verbanden

Roddels uit de Wetstraat

Dossier

10 juni 2015

4

aan tussen haar en de Turkse president Erdo- gan, via haar echtgenoot, die een adviseur is voor de AKP, de partij van Erdogan. De Roover fronste dan ook de wenkbrauwen bij het feit dat zelfs de dochter van de president actief tussenbeide is gekomen bij de Belgi- sche consul-generaal om te eisen dat de uit- sluiting van Özdemir uit de cdH ongedaan zou worden gemaakt. De vraag of onze poli- tieke agenda al dan niet gedomineerd wordt door de Turkse is geen detailkwestie, meent hij terecht. Klare taal! Naar verluidt is er een resolutie in de maak om vanuit de Kamer de Armeense genocide klaar en duidelijk te ver- oordelen. Peter zegt op zijn webstek dat hij alle partijen heeft uitgenodigd om de resolu- tie mee te ondertekenen: “Alle partijen, zowel meerderheid als oppositie, zouden onverkort achter deze resolutie kunnen staan.” Alle par- tijen? Neen, hoor, want naar verluidt heeft een andere Vlaams-nationale partij reeds in sep- tember vorig jaar een gelijkluidende resolutie ter zake ingediend. Broedertwist… Schande…

De politieke uitsluiting is hier vaak even erg als in Turkije.

Vlaamse mieren

Ze zijn nog met weinig, maar dat ze niet stilzitten, is ook de Franstaligen niet ontgaan.

In La Capitale kwam men tot de conclusie dat als men de activiteiten van de ‘overijve- rige’ Vlaams Belang-Kamerleden niet mee- rekent, pas dan zal blijken dat de Fransta- lige volksvertegenwoordigers “actiever” zijn dan de Vlaamse verkozenen: “La suractivité des trois élus du Vlaams Belang (plus de 300 questions écrites) pèse lourd dans la balance.

Si l’on se concentre sur les partis qui comptent plus de cinq élus, c’est une autre histoire: le rapport est totalement inversé!” La Capitale maakt zelfs de vergelijking met de fabel van de (Waalse) krekel en de (Vlaamse) mier. Ja wadde! Dat kan tellen. En dan hebben ze het nog maar alleen over schriftelijke vragen en niet over wetsvoorstellen en voorstellen van resolutie! Ja, voor de Vlaamse serieuze gazet- ten is dat natuurlijk geen nieuws.

Doordrijvertje

Yoleen van Camp van N-VA is pleitbezorg- ster voor vegetarische menu’s in de restau- rants van de Kamer. Heel excentriek springt ze in het oog met haar onwaarschijnlijke en enigszins gedateerde eis om als ‘juffrouw’ en niet als ‘mevrouw’ opgenomen te worden in de notulen van commissies en plenaire ver- gaderingen. Haar ‘entree’ in de Kamer heeft ze niet gemist. Maar – ere wie ere toekomt – Yoleen schuwt het spreekgestoelte niet en met haar professionele achtergrond in de medi- sche wetenschappen heeft ze reeds enkele tientallen concrete en vaak heel specifieke vragen gesteld aan Maggie de Block, minis- ter van Volksgezondheid en Sociale Zaken. In de wetsvoorstellen die Yoleen mee onderte- kende, vinden we er enkele die traditioneel door Vlaams-nationale partijen worden inge- diend, bijvoorbeeld de oprichting van een Vlaamse en Franstalige orde van tandartsen, of van kinesitherapeuten, of van apothekers…

Haar partij is echter een regeringspartij die vijf jaar communautaire stilstand heeft aangekon- digd. Eens benieuwd of doordrijvertje Yoleen hierop een uitzondering kan laten maken. Dat zou pas straf zijn!

De hoogintelligente opportunist

Zelfs na al die jaren staat diens reputa- tie van cynische, gevaarlijke en dodelijk effi- ciënte politieminister nog altijd als een huis.

Joseph Fouché is de zoon van een kapitein uit Nantes, een slavenhandelaar die tijdens een reis sterft. De jonge, lange en uiterst magere Fouché bezit een briljant verstand; niet alleen voor woorden maar ook voor wiskunde en fysica.

Hij kan dankzij de oratorianen onderwijs volgen, waarna hij leraar bij de kloosterorde wordt. De lekenleraars dragen wel het orde- kleed maar kunnen altijd uitstappen. Van- daar de legende dat Fouché een uitgetreden priester is. Hij doceert op verscheidene plaat- sen, onder meer in Atrecht, waar hij advo- caat Maximilien de Robespierre leert ken- nen. Hij keert weer naar zijn geboortestad, waar het oratorenklooster inmiddels geslo- ten is, door de Franse Revolutie, en hij direc- teur wordt van het college dat de oude school vervangt. Hij liquideert het Latijn als school- taal ten voordele van het Frans. Een hoogin- telligente opportunist als Fouché ruikt zijn kans in een Frankrijk dat op zijn kop staat.

Parijs brandt en de provincie volgt. Bij de verkiezingen voor allerlei nieuwe instellin- gen komt maar 10 procent van de kiezers opdagen, maar dat maakt de zaak niet van de revolutionairen. Na wat mislukte pogin- gen slaagt Fouché erin zich als lid van de Con- ventie - het nationale parlement - te laten kie- zen. Hij krijgt … 266 stemmen. In Parijs valt hij onmiddellijk op door zijn prachtig Frans, zijn sluwheid en zijn werkkracht in de vele commissies waar hij lid van wordt. Fouché is geen volkstribuun die op het spreekgestoelte schittert. Zijn stem is te zwak omdat hij zijn hele leven aan een vorm van tuberculose lijdt, maar hij is in een tête-à-tête zeer charmant.

Inmiddels is hij voor de kerk getrouwd met een brave burgerdochter die al even lelijk is als hijzelf. Het koppel krijgt zeven kinderen, van wie er drie zeer jong sterven.

De man voor wie Frankrijk later beeft, is zijn hele leven een onberispelijk trouwe echtge- noot en een modelvader. Fouché heeft wel een neus voor de richting waaruit de wind waait. De revolutie wordt almaar radicaler, dus buigt hij mee. Hij is één van de 361 volks- vertegenwoordigers die de onmiddellijke exe- cutie van koning Lodewijk XVI goedkeuren (tegenover 360 tegenstemmers). Fouché maakt definitief zijn naam als commissaris van het bewind.

De terrorist

Op het moment dat de jonge Franse repu- bliek zowel van buiten- als van binnenuit bedreigd wordt, benoemt de Conventie afge- vaardigden “pour assurer le bonheur du peu- ple avec le triomphe de la République”. In the- orie moeten ze binnen bepaalde grenzen de rust herstellen en de republikeinse waarden vestigen in de provincies.

In de praktijk houden ze vanuit hun ambts- gebied angstvallig Parijs in het oog. De linkse afgevaardigden (radicale maar geen socia- listische bourgeois) onder de leiding van Robespierre krijgen de meerderheid in de Conventie en ze besluiten alle binnenlandse bedreigingen radicaal te liquideren met brute terreur. De commissarissen in de provincie willen dus niet onderdoen. Fouché heeft zo zijn eigen methodes. Als hij ergens aankomt, stelt hij zich eerst verzoenend op. Dan komt de stok achter de rug tevoorschijn. Hij laat wat koppigaards arresteren, stroomlijnt het bestuur van stad en regio, benoemt goede republikeinen, stelt rechters aan en engageert soldaten en gendarmes en beveelt dan om er met de grove borstel door te gaan.

En op de veroordelingen tot de guillotine staan vervolgens de handtekeningen van zijn ondergeschikten. Eén jaar na zijn kerkelijk huwelijk begint hij een harde antigodsdien- stige campagne en eist hij dat bijna dage- lijks belachelijke republikeinse ceremoniën in de plaats komen. Hij laat de rijken de cri- sis betalen. Hij perst hen grote sommen geld

af die hij naar Parijs zendt, al blijft er waar- schijnlijk een flink bedrag aan zijn strijkstok kleven. Kortom, hij is de ideale man om teza- men met een collega commissaris te worden in het opstandige Lyon dat zijn republikeinse burgemeester heeft gedood. Het leger schiet, in afwachting van zijn komst, al een goed deel van Frankrijks tweede stad in puin, en de stad heet officieel niet langer Lyon maar Ville- Affranchie (Bevrijde Stad). In Parijs heerst de terreur en dus mogen Fouché en zijn collega er ook in Lyon met de vuile voeten doorgaan.

Iedere verdachte heeft recht op een pro- ces van maximum 8 minuten, veroordeling inbegrepen. Binnen twee maanden sturen de commissarissen 820 mensen naar de guil- lotine en laten ze 1.120 echte en vermeende tegenstanders fusilleren of groepsgewijs met kanonnen neermaaien; vier keer meer dan er op hetzelfde ogenblik slachtoffers vallen in Parijs. Bij de komst van Fouché telt de stad 130.000 inwoners; bij zijn vertrek volgens zijn eigen cijfers nog 80.000. De rest is gedood of gevlucht. En weer slaagt hij erin zich als gematigd voor te stellen, zodat zijn collega later de blaam voor de slachtingen krijgt en zijn dagen in de hel van Guyana eindigt.

De minister van Politie

Wanneer Fouché naar Parijs terugkeert, vertelt zijn politiek gevoelige antenne hem dat men geen groot land kan blijven besturen met terreur. Robespierre kent geen remmen meer en zendt op zeven weken tijd 1.500 mensen naar de guillotine, terwijl er 8.000 veroordeelden wachten in de gevangenis.

Fouché neemt discreet contact op met de tegenstanders van de dictator, die begrijpt dat de gewezen oratoriaan hem in de rug schiet. Fouché duikt onder. Een paar dagen later slagen de vijanden van Robespierre erin de dictator op zijn beurt naar de guillotine te zenden. De reactie op de terreur verloopt ook niet zonder bloedvergieten en bij het nieuwe regime - het Directoraat - stromen de klachten toe.

Dus duikt Fouché met zijn familie even onder, en hij krijgt het bevel om Parijs te ver- laten. Naar de gevangenis moet hij niet, want hij weet te veel, al blijft hij discreet. Om zijn familie te onderhouden, gaat hij in zaken met onder meer de Zuid-Nederlandse bankiers Herries en Walckiers. Hij wordt rijk dankzij leveringen aan het leger; met dank aan Frank- rijks belangrijkste politicus Paul Barras, die zo corrupt als de neten is. Barras is de man die Joséphine de Beauharnais - één van zijn vele afgedankte minnaressen - in de armen duwt van een jonge Corsicaanse generaal die honderden betogers tegen het Directoraat met kanonnen laat neerschieten. Als belo- ning mag Bonaparte een leger leiden om Ita- lië te plunderen. Fouché maakt zich inmid- dels als spion zo nuttig voor Barras, dat hij eindelijk weer tot de politieke cenakels wordt toegelaten.

Na vier jaar proeft hij weer van de macht en in augustus 1799 wordt hij minister van Politie. Zijn bevoegdheid behelst de organi- satie van de gendarmerie en de gewone poli- tie over het hele grondgebied. Die politie- mannen houden zich niet alleen bezig met moord en diefstal, maar ook met de opspo- ring van buitenlandse spionnen en vooral met het opstellen van dossiers over politieke tegenstanders van de machthebbers en even- tuele arrestaties.

Fouché is een harde werker. Hij schrijft een onvoorstelbaar aantal brieven met beve- len en vragen voor inlichtingen. Die ver- werkt hij in een steekkaartensysteem en hij wordt de schrik van Frankrijk. Hij is de best geïnformeerde man van het land. Hij weet beter dan wie ook dat een aantal heren een staatsgreep tegen het corrupte Directoraat beraamt. Uiteraard hangt hij de huik weer naar de juiste wind. Dus verzet hij geen vin- ger tegen de succesrijke generaal Bonaparte en diens aanhangers. (Vervolg en slot toeko- mende week.)

Jan neckers

Fouché (1)

Naar aanleiding van 200 jaar Waterloo zal her en der het militaire genie van Bona- parte besproken worden. Toch dacht de Corsicaanse massamoordenaar al eens een dag niet aan het leger. Maar hij las iedere dag – zelfs als ie in Madrid of Moskou was - het rapport van zijn beruchte minister van Politie, Joseph Fouché.

TOOGPRAAT

(5)

Actueel 10 juni 2015 5

Echo’s uit de Koepelzaal

De Homansshow

Onduidelijkheid en ophef zijn ontstaan door berichten over bedrijven met sociale tewerk- stelling die in de problemen zouden komen door hervormingen in het systeem. Dat vroeg om een debat over de “sociale inschakelings- economie”.

Stefaan Sintobin (VB), die de spits afbeet, werd al meteen onderbroken door minister Homans, die vastbesloten was de dingen eens haarfijn uit te leggen aan het zootje achterlij- ken dat het halfrond bevolkt. Daarmee kon de grote Liesbeth Homansshow beginnen, in wat een uiterst rommelig debat zou worden. Een zekere onderkoelde charme kan Homans niet worden ontzegd, maar ze zou haar dedain voor de achtbare volksvertegenwoordigers toch wat beter moeten verbergen.

Kern van het probleem met de Vlaamse

“sociale inschakelingseconomie” is dat het systeem met dienstencheques eigenlijk niet mag van “Europa”; de EU beschouwt dit als ongeoorloofde staatssteun.

Om te vermijden dat enige gelden zouden worden teruggevorderd, moet dus aan de zaak worden gesleuteld. Intussen is er onrust in de sector. Niks aan de hand, volgens Homans.

Erg veel aan de hand, volgens de verzamelde oppositie. Veel duidelijkheid viel er niet te rapen.

Gebedshuizen

Chris Janssens (VB) kon moeilijk slikken dat officiële centen vloeien naar achtentwin- tig erkende Vlaamse moskeeën. Zoals bekend, maakt de Moslimexecutieve er al jaren een potje van, zodat het Vlaamse moskeewezen licht onrendabel is en de overheid de tekor- ten mag bijpassen. Een beetje te veel van het goede, vond Janssens.

Minister Homans, bijgetreden door Nadia Sminate (N-VA), huldigde het standpunt dat het verkieslijk is te werken met erkende mos- keeën die een soort Vlaamse islam toegedaan moeten zijn, om zo toch enige grip en controle te hebben op wat zich daar allemaal afspeelt.

Liever dat dan allerlei vreemd gedoe in groe- zelige, “wilde” moskeeën.

Daar is iets voor te zeggen, maar het blijft een feit dat in het totale plaatje de “brave”

moskeeën nogal in de minderheid zijn en dat veel van die oosterse gebedshuizen opzet- telijk onder de federale dan wel de Vlaamse radar blijven.

Zelfrijdende auto

Niemand kan beweren dat het Vlaams Par- lement niet met de toekomst bezig zou zijn.

Zo bekommerde Peter van Rompuy (CD&V) zich om de zelfrijdende auto. Die technologie komt nu ook naar Vlaanderen, maar het wetge- vende kader daarvoor is nog niet geheel aan- wezig, wat minister Weyts ruiterlijk erkende.

Van Rompuy vond het van het allergrootste belang dat spoedig zelfrijdende wagens over onze snelwegen bollen en hij gaf zich over aan visioenen van een Vlaanderen waarin over twintig jaar de autobestuurder een totaal voor- bijgestreefd iets zou worden.

Discriminatie

Van toekomstdromen naar de bittere heden- daagse realiteit. Martine Taelman (Open Vld) rakelde nog eens het probleem op van de dis- criminatie waaraan dienstenchequebedrij- ven zich soms schuldig zouden maken. Hier- tegen is een reeks maatregelen “uitgerold”, want natuurlijk moet de discriminatiegruwel te vuur en te zwaard worden bestreden. Een instrument zijn “mystery callings” (anonieme belletjes).

Minister Muyters wist te melden dat bedrij- ven die op die manier worden betrapt (foei), zullen worden “geholpen” met onder meer een antidiscriminatiehandleiding. De nadruk lijkt vooralsnog te liggen op “sensibilisering” eerder dan “sanctionering”, met dank aan enige nuch- terheid van N-VA en overig “centrumrechts”.

Als het aan Bart van Malderen (sp.a) lag, zou een grote heksenjacht worden ontketend, maar helaas: “De Vlaamse overheid kan wel, maar wil niet.”

Elke heeft het gezien

Dat een samenleving zorg draagt voor mensen op de sukkel, is een verdomd goede zaak. Maatschappelijke integratie noemt zoiets. Daartoe behoort het leefloon, dat door de OCMW’s wordt uitbetaald, vooral voor werklozen die geen uitkering meer krij- gen of zelfstandigen .

De hoogte van het bedrag dat een leef- loner krijgt, varieert van ca. 545 euro voor een samenwonende tot 817 euro voor een alleenstaande en 1089 euro voor een gezins- hoofd met minstens één minderjarig kind in huis. Ook EU-burger, statenlozen of erkende vluchtelingen komen in aanmerking voor het leefloon. Maar waarom telt Wallonië driemaal meer leefloners, en Brussel zesmaal meer? Dat is een verdomd slechte zaak.

Ten opzichte van 2010 is het totale aantal leefloners in België (102.657) met 7,4 pro- cent gestegen. In vergelijking met 2013 nam het aantal leefloners vorig jaar met 4 procent toe. Dat blijkt uit het jongste driemaandelijks rapport van de Programmatorische Overheids- dienst Maatschappelijke Integratie (POD MI).

Regionaal

Belgische leeflooncijfers verdoezelen een harde werkelijkheid: Vlaanderen is met 60 procent van de bevolking goed voor 24,2 pro- cent van de leefloners en 13 procent van de uitgaven. Brussel heeft met 10 procent van de totale bevolking een aandeel van 29,4 procent in het aantal leefloners. Wallonië met goed 30 procent van de bevolking heeft 46 procent van de leefloners Staatssecretaris Elke Sleurs (N-VA) heeft het gezien en dat is maar goed ook. De stijging situeert zich alleen in Brus- sel (+11,3 procent) en Wallonië (+10,6 pro- cent). In Vlaanderen was er een daling met 9,6 procent.

Er zijn wel meer opmerkelijke verschillen tussen de gemiddelde leeflonen per gewest.

In Vlaanderen bedraagt dat gemiddelde 2.828 euro, in Wallonië 3.434 euro en in Brussel niet minder dan 4.133 euro.

“Vlaanderen zet sterk in op activering en werk is de snelste manier om uit de armoede

te raken. Een doelgerichte aanpak leidt tot resultaten”, zegt Sleurs. Een erg brave verkla- ring. Hoe zal ze dit verschil aanpakken?

Jongeren

Laat ons het even hebben over de jongeren tussen 18 en 25 jaar. Die maken 10,7 procent uit van de Belgische bevolking, maar zijn goed voor 30,1 procent van het aantal leefloners.

De verklaring is simpel: strenger aangepakte werklozen verhuizen naar het leefloon. Het gaat evenwel ook om een forse toename van het aantal leefloonstudenten, in het jargon

“gesteund” via een geïndividualiseerd pro- ject voor maatschappelijke integratie (GPMI), een aanmoedigingsprogramma om met de hulp van de OCMW’s alsnog een diploma te behalen.

Durf?

Wie a zegt, moet ook eens durven b zeggen.

En b is vrij simpel: Brussel en Wallonië staan klaarblijkelijk níét voor een “doelgerichte aan- pak die tot resultaten leidt”…

En waarom is dat zo? Is er sprake van laks- heid in het toekennen van leefloon? Is het normaal dat in Franstalige regio’s zoveel meer studenten langs de leefloonkassa mogen pas- seren? Even zeggen “dat het thuis niet meer gaat”, en hop, daar opent zich een pad naar een behoorlijk “leefbedrag”: 817 euro per maand voor een alleenstaande student. Al goed dat de overgrote meerderheid van de Vlaamse studenten wat minder aan dat sub- sidiekraantje draait.

Zal Elke Sleurs toelichten dat, mits het leef- loon federaal wordt gefinancierd, die grote regionale verschillen neerkomen op nog maar eens een serieuze, blijvende en blijkbaar toch niet zo efficiënte geldstroom naar de twee

andere gewesten?

Als nog maar eens wordt gezegd dat het aantal uitkeringsgerechtigde werklozen in Wallonië de jongste drie, vier jaar iets sneller daalt dan Vlaanderen (maar in verhouding tot het bevolkingscijfer nog altijd meer dan dub- bel zo hoog is), mogen we dan van de staats- secretaris verwachten dat ze die “overloop”

van het ene stelsel (werkloosheid) naar het andere (leefloon) even onder de aandacht brengt?

Nieuwkomers

Zal ze, tot slot, ook eens becijferen wat het verband is tussen de onophoudelijke instroom van nieuwkomers in dit land en de droeve maar erg logische vaststelling dat die mensen hier niet zo makkelijk en zeker niet meteen aan de bak komen? Het zou eens wat anders zijn dan het afgezaagde liedje - een protest- song tegen de autochtone Vlamingen eigen- lijk - over de grote armoede waar wij die men- sen toch altijd weer met de neus induwen?

Het orgeltje van de socialearmoedeindustrie speelt kattenvals. Een kwart van de leeflo- ners beschikt niet over de Belgische nationali- teit. Een aanzienlijk ander deel ervan is recent Belg geworden.

“De regering-Michel zet volop in op econo- mische groei en jobcreatie… Dat zal positieve gevolgen hebben op het aantal leefloners, maar vergt enige tijd”, besluit een hoop- volle Sleurs. IJdele hoop, vrezen we. Ook het komende jaar zal waarschijnlijk een nieuwe groep komen aankloppen bij het OCMW: zij die geen beroep meer kunnen doen op de inschakelingsuitkering.

Afwachten wat dat wordt…zeker als de leef- lonen vanaf september door de huidige rege- ring met twee procent worden verhoogd. Dat mag dan een sociaal signaal zijn van de rege- ring-Michel, die ploeg heeft ook de taak de forse groei van het aantal leefloners in te per- ken. En dan moet ze door een regionale bril durven kijken.

De knikkers van Europa

Einde mei hebben het Europees Parlement en de Europese Raad een akkoord bereikt over het plan om vanuit een Europees Inves- teringsfonds 315 miljard euro te verwerven voor “strategische investeringen” in de slabak- kende economie. Overheidsgaranties moeten daarbij het nodige private kapitaal lospeute- ren. In de Vlaamse pers was er maar weinig aandacht voor dit alweer communautair gela- den dossier.

Het zijn de lidstaten die concrete projec- ten indienen. Hoe die fondsen zullen wor- den verdeeld over de lidstaten en wat België erbij te winnen heeft, is nog niet duidelijk. Het zijn technische experts die de plannen zullen beoordelen. Nog veel minder duidelijk is hoe die budgetten voor projecten in België zullen worden verdeeld tussen federale en regio- nale projecten en tussen de regio’s onderling.

Premier Michel, die weet dat hij in die mate- rie “snel” moet zijn, wil onder meer inzet- ten op investeringen op vlak van energie en telecom. Wat is de strategie van Vlaanderen daarin?

In De Morgen kwam het thema zijdelings ter sprake in een interview met Julie Bynens,

als hoofd van de permanente vertegenwoordi- ging van de Vlaamse regering bij de Europese Unie zo’n beetje de Vlaamse ambassadeur bij de EU. Voor Bynens is deelname aan de wor- stelpartij over de miljardeninvesteringen de hoofdbezigheid.Als diplomate is ze voorzich- tig, maar ze wil wel kwijt dat het Fonds “niet de zoveelste nieuwe structuur mag worden die zichzelf vervolgens in leven houdt”.

Vlaanderen heeft alvast zes “werven” aan- geduid, prioritaire projecten - van Oosterweel over het kanaal Gent-Terneuzen tot scholen- bouw - waarvan men wil onderzoeken of ze een kans maken om in aanmerking genomen te worden voor steun vanuit het fonds.

“Voor zo’n projectfinanciering zou Europa soepeler mogen optreden dan voor schuld die gemaakt wordt om vaste uitgaven te financie- ren, zoals lonen van ambtenaren of onderwij- zers”, aldus Bynens. Bijkomend probleem: tot nader order moet België met één stem spre- ken in Europa en dus intern eerst tot een con- sensus komen. “Lijkt me knap lastig, want België ís natuurlijk een soort permanente diplomatieke conferentie”, daar moet je niet flauw over doen, aldus nog Bynens. AP

Vlaggenrel

Consternatie in Noord-Ierland vorige week.

Gedurende tien minuten wapperde de Ierse driekleur op het dak van het Noord-Ierse par- lement, Stormont. Het incident zorgde voor danig verhitte gemoederen bij de loyalisten.

Zij spraken van een ‘criminele daad’ bedoeld om tweedracht te zaaien en een deel van de gemeenschap te beledigen. Volgens de uni- onisten is de enige vlag die boven Stormont mag wapperen de Union Jack. Er werd een

‘diepgaand’ onderzoek opgestart en ook de politie houdt zich met de zaak bezig.

Het ziet er evenwel niet naar uit dat de ‘who- dunit’ snel zal opgelost zijn. De bovenverdie- ping van het parlement wordt verbouwd, en het zou best kunnen dat één van de werk- nemers een grap wilde uithalen. De bouw- firma werd opgeroepen om ‘sancties te treffen’

mocht de dader zich onder haar werknemers bevinden.

Bij de republikeinen zagen ze er de grap wel van in. Volgens hen is de reactie van de loyalis- ten niets minder dan ‘pure hysterie’. Op Twitter konden enkele parlementsleden van Sinn Fein het niet laten wat zout in de wonde te strooien, onder de hashtag #flytheflag. Maar het inci- dent wierp een terechte vraag op: of niet altijd zowel de Ierse driekleur als de Britse vlag aan officiële gebouwen mogen wapperen, als uit- drukking van de speciale status van Noord-Ier- land. The Belfast Telegraph stelde die vraag aan zijn lezers. Resultaat: 52 procent voor, 45 procent tegen, en een kleine rest kan het niets schelen. De peiling toont meteen aan dat sym- boliek in Noord-Ierland de geesten nog steeds beroert én de samenleving diep verdeelt. Als de mysterieuze vaandrig dat wilde bewijzen, dan is zijn missie alvast geslaagd.

als De lille De passie preekt...

o...jazeker, boer pas dan beslist op uw gan- zen. Wat tovert dat opdondertje nu weer uit zijn hoed? Waarom vervangen we in Brus- sel in de naam van Vlaamse Gemeenschaps- commissie (VGC) dat ‘Vlaamse’ niet gewoon door ‘Nederlandse’? Op zich zou dat aanslui- ten bij de oude NCC, wat stond voor Neder- landse Commissie voor Cultuur, voorloper van de VGC en zonder meer een keurmerk in de jaren zeventig en tachtig. Is dit op het eerste zicht een bespreekbaar punt, wordt het dit veel minder als we weten wie de suggestie doet. Bruno de Lille (Groen) dus, links, homo, oud-VRT-presentator, en vooral een adept van dat geweldige Brussel waarvan de grootsheid mijlenver verwijderd is van het stiefmoeder- lijke Vlaanderen. Toen Daniel Buyle, de bijna gepensioneerde hoofdgriffier van de VGC, op een nieuwjaarsreceptie van VVB-Brussel het belang van de band tussen Vlaanderen en Brussel onderstreepte, kwam de hevigste reac- tie van De Lille. Hij eiste zelfs het ontslag van de brave man. Nee, als het woord Vlaamse uit Vlaamse Gemeenschapscommissie moet, gaat het echt niet over historisch besef of een Heel-Nederlandse reflex, maar enkel en alleen over een soort Bruxellitude dat de kloof tus- sen ‘Nederlandstalig’ Brussel en Vlaanderen zo ruim mogelijk wil maken.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Onderhouding met God (vert d B.J. Gerving) Purmerend Bronstring, J.P. Open paradys des hemels, verciert met Dixmuide Stok en zoon, P. Open paradys des hemels, verciert met Gent

Toen mede-verzetsstrijdsters Truus Menger en Freddie Dekker in 2014 door premier Rutte werden onderscheiden met het Mobilisatie-Oorlogskruis realiseerde ik me dat 2015

Nadat in Gent drie minderjari- gen werden opgepakt die gezien worden als de leiders van de “jongeren” die de 14-jarige Jordan in elkaar hebben geslagen omdat hij zijn

Als Bart de Wever goed geadviseerd wordt door Guy Clémer en Johan van Overtveldt, de twee economen aan zijn rechter- hand, weet hij dat er boven het Rijnlandmodel wolken drijven

Die maakte de beelden die ze wenste, liep luid lachend naar haar regiewagen en kon de teneur zetten voor de mediabe- richtgeving de dagen erna: ‘PEGIDA is een verzameling

Ook dat is typisch voor een catego- rie Vlaamse Bewegers die alleen dapper zijn vanop grote afstand: in het buitenland juichen zij nationalistische guerrilla- en terreurbewe-

Mohammed heeft nooit aanspraak gemaakt de zoon van God te zijn, hij is niet uit een maagd geboren, hij deed geen mirakels, deed geen doden herleven, verrees niet ten hemel,

     Bij onvoldoende effect van pijn stilling (paracetamol, NSAID’s, intra-articulaire injecties