AFM Consumentenmonitor najaar 2013 Attitude en imago
December 2013
Management Summary
© GfK 2013 | AFM Consumentenmonitor | December 2013 3
Attitude ten aanzien van financiële diensten
Eén op de vijf consumenten vindt dat de financiële markt in Nederland goed is georganiseerd. Een jaar geleden lag dit percentage beduidend hoger.
Bijna de helft van de consumenten heeft geen vertrouwen in financiële adviseurs.
Meer dan de helft van de consumenten geeft aan dat banken en verzekeraars het belang van hun klanten niet centraal stellen. Vergeleken met het afgelopen half jaar is dit aandeel groter geworden.
Het aandeel consumenten dat geen vertrouwen heeft in het financieel toezicht in Nederland is in het afgelopen half jaar verder toegenomen. Dit percentage ligt daarmee op het hoogste niveau in de afgelopen 2 jaar.
Een meerderheid van de consumenten legt de verantwoordelijkheid bij het afsluiten van een financieel product (voornamelijk) bij de aanbieder van het product neer.
Naamsbekendheid en imago AFM
DNB wordt spontaan het vaakst genoemd als toezichthouder op de financiële markt, gevolgd door de AFM. Bijna een derde kan spontaan geen enkele instantie die toezicht op de financiële markt houden, noemen.
De spontane naamsbekendheid van AFM ligt op hetzelfde niveau als in het najaar van 2012. De geholpen naamsbekendheid is het hoogst bij de Consumentenbond, gevolgd door DNB, Nibud en AFM. De geholpen naamsbekendheid van zowel AFM als DNB is stabiel in de tijd.
Bijna een kwart van de consumenten heeft een (zeer) positieve indruk van de AFM, ten opzichte van ruim één op de tien die een (zeer) negatieve indruk van de AFM heeft.
Management Summary -1-
Naarmate een consument beter op de hoogte is van de AFM, heeft men tevens een positievere indruk. Een meerderheid die vrij goed weet wat de AFM doet, is dan ook vaak (zeer) positief.
De bekendheid met AFM (communicatie-)activiteiten is afgenomen. Het Meldpunt Financiële Markten is de meest bekende activiteit/communicatiemiddel van AFM. Op de tweede plaats staat de website en op de derde plaats de publieksbrochures en rapporten.
Consumenten die (globaal) weten wat de AFM doet, geven aan dat de AFM meer op de voorgrond moet treden. Zij zijn het hier echter minder stellig in vergeleken met de voorjaarsmeting van 2013.
Ruim drie op de vijf geeft aan dat de AFM vaker publieke discussies moet aangaan over de risico’s die zij signaleert en meer aan consumentenvoorlichting moet doen.
Nog maar de helft van de consumenten geeft aan dat de AFM meer middelen moet krijgen om ervoor te zorgen dat de financiële markten eerlijker en transparanter worden. Een jaar geleden lag dit percentage nog op beduidend hoger.
Het aantal consumenten dat het (helemaal) eens is met de stelling “De AFM bevordert eerlijke en transparante financiële markten” ligt dit najaar op het laagste punt in de afgelopen 4 halfjaren.
Ten opzichte van een jaar geleden, vinden daarnaast minder consumenten dat de AFM duidelijk maakt wat de spelregels zijn in de financiële markt. Hetzelfde geldt voor de bescherming die de AFM de consument biedt.
Eén op de drie consumenten vindt de AFM alert. Meer consumenten vinden de AFM alert in vergelijking met de eerdere meting.
Het merendeel van de AFM-kenners vindt dat AFM zich moet bezighouden met optreden tegen financiële instellingen die zich niet aan regels houden.
In vergelijking met de voorjaarsmeting van dit jaar vinden de AFM-kenners in mindere mate dat de AFM ervoor moet zorgen dat financiële instellingen het belang van de consument centraal stellen.
Ruim een kwart van de consumenten die AFM minstens van naam kent, geeft aan kritischer te zijn geworden bij de aanschaf van een financieel product door het optreden van de AFM.
Management Summary -2-
© GfK 2013 | AFM Consumentenmonitor | December 2013 5
Financiële Interesse
De interesse in financiële onderwerpen is op alle gebieden gemiddeld. Consumenten die AFM niet kennen hebben in het algemeen minder interesse in financiële onderwerpen dan consumenten die AFM minstens kennen van naam.
Bijna de helft van de consumenten leest een regionaal dagblad, op de voet gevolgd door De Telegraaf . Kranten en dagbladen met een sterke focus op financieel nieuws (NRC en FD) worden door ongeveer één op de tien gelezen. AFM- kenners lezen vaker het FD en het NRC Handelsblad.
Vier op de vijf consumenten kijken naar een consumentenprogramma op televisie of via internet. Kassa is het meest bekeken programma, gevolgd door Tros Radar. Consumenten die weten wat AFM (globaal) doet, kijken vaker naar deze programma’s.
Provisieverbod
Ongeveer de helft van de consumenten is op de hoogte van het provisieverbod. Consumenten die AFM minstens van naam kennen zijn vaker op de hoogte van het provisieverbod dan consumenten die AFM niet kennen.
Ruim twee op de vijf consumenten die op de hoogte zijn van het provisieverbod, zijn kritischer geworden bij de aanschaf van een financieel product.
Van de consumenten die op de hoogte zijn van het provisieverbod, geeft ongeveer een kwart aan dat het provisieverbod er niet voor zorgt dat financiële dienstverleners het belang van de consument centraal stellen.
Management Summary -3-
Onderzoeksresultaten in detail
Attitude ten aanzien van financiële diensten
Verdeling van Nederland in type financieel beslisser is onveranderd
De verdeling van Nederland in de vier verschillende typen financieel beslisser is vergeleken met de voorjaarsmeting onveranderd.
In het najaar van 2013 is het aandeel ambitieuzen en gemaksgeoriënteerden het laagst van de afgelopen 3 jaar.
Type respondent, gedefinieerd aan de hand van 10 stellingen
Alle respondenten
n = 313
n = 414
n = 460
n = 459 n = 364 n = 569
n = 410
n = 454 44
44
36
43
45
32
34
33
17
18
23
22
22
24
24
23
28
27
28
23
22
31
30
33
10
12
14
12
11
13
12
11
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Najaar 2013
Voorjaar 2013
Najaar 2012
Voorjaar 2012
Najaar 2011
Voorjaar 2011
Najaar 2010
Voorjaar 2010
Beheersten Ambitieuzen Adviesgevoeligen Gemaksgeoriënteerden
Minder consumenten vinden dat de financiële markt goed is georganiseerd
Eén op de vijf consumenten (20%) vindt dat de financiële markt in Nederland goed is georganiseerd.
Een jaar geleden lag dit percentage nog op 28%.
Eén op de drie (34%) vindt dat de financiële markt niet goed is georganiseerd. Dit percentage is het hoogste in de afgelopen 7 jaar.
Recente hypotheeksluiters (28%) en beleggers (34%) vinden vaker dat de financiële markt goed is georganiseerd. Bij beleggers met een groot vermogen ligt dit percentage zelfs op 52%.
Stelling: De financiële markt in Nederland is goed georganiseerd
Alle respondenten
n = 313 n = 414 n = 460 n = 459 n = 364
n = 1551 n = 1341
n = 1308 n = 1341
n = 1224 n = 1723
n = 1100
n = 1208 n = 1092 1
1 2 1 1 1 2 2 1 2 2 1 2
3 1
19 24
26 23 23
32 31 29 28
31
44 37
38 30 28
46 44
45 47 47
47 44 46 41
42
37 35
35 34
39
25 25
23 20
24 17 20 20 25
20 14 15
12 15
13
9 7
5 8
5 4 4 4 5
4 3 3 3 6
3
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Najaar 2013 Voorjaar 2013 Najaar 2012 Voorjaar 2012 Najaar 2011 Voorjaar 2011 Najaar 2010 Voorjaar 2010 Najaar 2009 Voorjaar 2009 Najaar 2008 Voorjaar 2008 Najaar 2007 Voorjaar 2007 Najaar 2006
Helemaal mee eens Mee eens Niet eens, niet oneens Mee oneens Helemaal mee oneens
n = 569
© GfK 2013 | AFM Consumentenmonitor | December 2013 10
Consumenten blijven minder positief over de kwaliteit van de financiële dienstverlening
Op de stelling “De kwaliteit van de financiële dienstverlening in Nederland is goed”, geeft 23% aan het er (helemaal) mee eens te zijn. Dit ligt op hetzelfde niveau als dit voorjaar (25%). Het percentage dat negatief op de stelling reageert blijft eveneens stabiel ten opzichte van het afgelopen half jaar (27%).
In de leeftijdscategorie 18-24 jaar vindt 41% dat de kwaliteit van de financiële dienstverlening goed is. De leeftijdscategorie 44-54 jaar en de hogere inkomens reageren vaker negatief op de stelling (41%, 34%).
Zowel recente hypotheeksluiters (34%) als beleggers (30%) zijn het vaker (helemaal) eens met de stelling
“De kwaliteit van de financiële dienstverlening is goed”.
Stelling: De kwaliteit van de financiële dienstverlening in Nederland is goed
Alle respondenten
n = 313
n = 414
n = 460
n = 459 n = 364 2
2
2
1
1
1
21
23
30
28
25
32
49
49
47
46
50
43
20
22
16
20
20
21
7
5
5
4
5
3
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Najaar 2013
Voorjaar 2013
Najaar 2012
Voorjaar 2012
Najaar 2011
Voorjaar 2011
Helemaal mee eens Mee eens Niet eens, niet oneens Mee oneens Helemaal mee oneens
n = 569
Vertrouwen in financiële adviseurs gedaald
Bijna de helft van de consumenten (48%) heeft geen vertrouwen in financiële adviseurs. In vergelijking met een half jaar geleden is het vertrouwen in financiële adviseurs met 8% gedaald.
De leeftijdsgroep 35-44 jaar heeft vaker geen vertrouwen in financiële adviseurs (60%). Dit staat in scherp contrast met de leeftijdsgroep 25-34 jaar waar slechts 29% zegt geen vertrouwen te hebben in financiële adviseurs.
Vooral recente hypotheeksluiters (36%), maar ook beleggers (21%) hebben vaker vertrouwen in financiële
Stelling: Ik heb vertrouwen in financiële adviseurs
Alle respondenten
n = 313
n = 414
n = 460 n = 364 n = 569 1
1
1
1 11
14
15
10
12
40
45
41
46
45
34
31
34
30
30
14
9
9
12
12
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Najaar 2013
Voorjaar 2013
Najaar 2012
Voorjaar 2012
Najaar 2011
Helemaal mee eens Mee eens Niet eens, niet oneens Mee oneens Helemaal mee oneens
© GfK 2013 | AFM Consumentenmonitor | December 2013 12
Vertrouwen in beleggingsadviseurs en vermogensbeheerders is gedaald
Stelling: Ik heb vertrouwen in beleggingsadviseurs en vermogensbeheerders
Alle respondenten 6
8
36
40
38
36
20
16
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Najaar 2013
Voorjaar 2013
Helemaal mee eens Mee eens Niet eens, niet oneens Mee oneens Helemaal mee oneens
n = 364 n = 569
Bijna drie op de vijf (58%) consumenten heeft geen vertrouwen in beleggingsadviseurs en vermogens- beheerders. Dat is meer dan in het voorjaar van 2013 waar nog 52% van de consumenten aangaf geen vertrouwen te hebben in beleggingsadviseurs en vermogensbeheerders
De leeftijdsgroepen 35-44 jaar (66%) en 55 jaar en ouder (65%) hebben minder vaak vertrouwen in beleggingsadviseurs en vermogensbeheerders.
6% heeft wel vertrouwen in beleggingsadviseurs en vermogensbeheerders. Beleggers (19%), en vooral beleggers met een groot vermogen (31%), en recente hypotheeksluiters (16%) hebben eveneens vaker wel vertrouwen in deze personen.
Aandeel dat vindt dat banken en verzekeraars het klantbelang niet centraal stellen is gegroeid
Meer dan de helft van de consumenten (54%) geeft aan dat banken en verzekeraars het belang van hun klanten niet centraal stellen. Vergeleken met het afgelopen half jaar is dit aandeel groter geworden (+6%).
Slechts 10% is het er wel (helemaal) mee eens dat het klantbelang centraal wordt gesteld.
Stelling: Banken en verzekeraars stellen het belang van hun klanten centraal
Alle respondenten 1
1 9
10
36
42
36
36
18
12
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Najaar 2013
Voorjaar 2013
Helemaal mee eens Mee eens Niet eens, niet oneens Mee oneens Helemaal mee oneens
n = 364 n = 569
Vertrouwen in financieel toezicht in Nederland daalt verder
Het aandeel consumenten dat geen vertrouwen heeft in het financieel toezicht in Nederland is in het
afgelopen half jaar verder toegenomen tot 43% (+3%). Dit percentage ligt daarmee op het hoogste niveau in de afgelopen 2 jaar.
Bijna een vijfde deel (18%) van de consumenten heeft wel vertrouwen in het financieel toezicht in Nederland.
Met name bij adviesgevoeligen (25%) en jongeren in de leeftijdscategorie 18-24 jaar (33%) is het vertrouwen relatief groot, evenals bij recente sluiters van hypotheken (25%) en beleggers (28%).
Stelling: Ik heb vertrouwen in het financieel toezicht in Nederland
Alle respondenten 2
1
1
1
1
16
22
26
25
22
39
38
40
34
38
30
30
27
31
30
13
10
6
9
9
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Najaar 2013
Voorjaar 2013
Najaar 2012
Voorjaar 2012
Najaar 2011
Helemaal mee eens Mee eens Niet eens, niet oneens Mee oneens Helemaal mee oneens
n = 313
n = 414
n = 460 n = 364 n = 569
Meeste vertrouwen in financieel toezicht en het minste vertrouwen in beleggingsadviseurs en vermogensbeheerders
Consumenten hebben het meeste vertrouwen in het financieel toezicht in Nederland (18%) en het minste in
beleggingsadviseurs en vermogensbeheerders (6%). Stelling: Ik heb vertrouwen in
pensioenfondsen
n = 569 1
2
2 11
6
16
12
40
36
39
38
34
38
30
32
14
20
13
17
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Ik heb vertrouwen in financiële adviseurs
Ik heb vertrouwen in beleggingsadviseurs en vermogensbeheerders
Ik heb vertrouwen in het financieel toezicht in Nederland
Ik heb vertrouwen in pensioenfondsen
Helemaal mee eens Mee eens Niet eens, niet oneens Mee oneens Helemaal mee oneens
Een meerderheid vindt de aanbieder (vooral) verantwoordelijk bij afsluiten financieel product
Een meerderheid van de consumenten (58%) legt de verantwoordelijkheid bij het afsluiten van een financieel product (voornamelijk) bij de aanbieder van het product neer.
Vooral 45-54 jarigen (64%) en laag opgeleiden (59%) vinden dat de verantwoordelijkheid (voornamelijk) bij de aanbieder ligt.
Beleggers vinden vaker dat de verantwoordelijkheid bij het afsluiten van een financieel product (voornamelijk) bij de consument ligt (50%).
In hoeverre hebben consumenten en aanbieders een
verantwoordelijkheid bij het afsluiten van een financieel product?
Alle respondenten
n = 313
n = 414
n = 460
n = 459
n = 410
n = 454 n = 364 7
9
4
8
11
5
8
5
51
51
43
51
56
49
48
52
35
33
45
33
28
41
37
35
7
7
8
8
5
6
7
7
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Najaar 2013 Voorjaar 2013 Najaar 2012 Voorjaar 2012 Najaar 2011 Voorjaar 2011 Najaar 2010 Voorjaar 2010
De verantwoordelijkheid ligt voor 100% bij de aanbieder
De verantwoordelijkheid ligt bij beide, maar voor het grootste gedeelte bij de aanbieder De verantwoordelijkheid ligt bij beide, maar voor het grootste gedeelte bij de consument De verantwoordelijkheid ligt voor 100% bij de consument
n = 569
Naamsbekendheid en imago AFM
© GfK 2013 | AFM Consumentenmonitor | December 2013 18
DNB en AFM worden het vaakst genoemd als toezichthouders op de financiële markten
DNB wordt spontaan het vaakst genoemd (35%) als toezichthouder op de financiële markt, gevolgd door de AFM (25%). Bijna een derde (31%) kan spontaan geen enkele instantie die toezicht op de financiële markt houden, noemen.
De spontane bekendheid van zowel de AFM als DNB ligt net als de voorjaarsmeting hoger bij hoogopgeleiden (50%, 39%) en huishoudens met een hoog inkomen (47%, 41%).
Beleggers (55%) noemen AFM vaker spontaan als toezichthoudende organisatie op de financiële markten.
De spontane naamsbekendheid voor AFM is het grootst onder beleggers met een groot vermogen (78%). Dit geldt ook voor DNB (63%).
Welke instanties houden volgens u toezicht op de financiële markten? Meer antwoorden mogelijk, open vraag
Alle respondenten n = 569
35 25
14 7
4 2 2 2 1 1 0 0 0
8
31
0 5 10 15 20 25 30 35 40
DNB AFM Overheid / Regering Banken en verzekeraars zelf Ministerie van Financien ECB/EU IMF Consumenten-/belangenorganisaties NMA Vakbond SER OPTA NIBUD Anders
Weet niet %
Spontane bekendheid van AFM is weer terug op het niveau van najaar 2012
De spontane naamsbekendheid van AFM (25%) is, na een lichte stijging in het voorjaar van 2013, weer op hetzelfde niveau als in het najaar van 2012.
Na een dalende trend van de spontane naamsbekendheid van DNB sinds het voorjaar van 2010, krabbelt DNB sinds het voorjaar van 2012 weer enigszins omhoog (najaar 2013: 35%).
Vergeleken met het voorjaar van 2013 kent het Ministerie van Financiën in dit najaar een hogere spontane naamsbekendheid dan de AFM (31%, 25%).
Welke instanties houden volgens u toezicht op de financiële markten? Meer antwoorden mogelijk, open vraag Alle respondenten 25
40
46
43
39
37
30
30
34 35
14
28
34
27 27
26 25
28
25
4
7 5
4 3 4
2 1 1
4 54
25
17
28 28
30
27
32
25
31
0 10 20 30 40 50 60
2008 (n=1256)
2009 (n=957)
Voorjaar 2010 (n=454)
Najaar 2010 (n=410)
Voorjaar 2011 (n=459)
Najaar 2011 (n=460)
Voorjaar 2012 (n=414)
Najaar 2012 (n=313)
Voorjaar 2013 (n=364)
Najaar 2013 (n=569) DNB AFM Ministerie van Financiën Weet ik niet
Plateau in naamsbekendheid AFM
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013
Q3 Q1 Q3 Q1 Q3 Q1 Q3 Q1 Q3 Q1 Q3 Q1 Q3 Q1 Q3 Q1 Q3 Q1 Q3
Niet eerder van AFM gehoord
Ken AFM van naam
Weet globaal wat AFM doet Weet vrij goed wat AFM doet
Geholpen naamsbekendheid van AFM erg hoog bij beleggers
In hoeverre kent u de AFM?
n = 2049
Jongeren in de leeftijdscategorie 18-24 jaar (59%), laagopgeleiden (49%) en lagere inkomens (52%) hebben vaker niet eerder gehoord van de AFM. Deze resultaten zijn vergelijkbaar met die van het voorjaar van 2013.
36 28 20 20 20 12
13 3
31 28
24 23 25 27
28 12
24 28
38 37
41 37
37 37
9 16 19 20
14 24
22 48
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Representatief NL Recente sluiters hypotheek (Ex-)Bezitters beleggingsverzekering Bezitters beleggingsverzekering Ex-Bezitters beleggingsverzekering Beleggers totaal Beleggers vermogen (tot 250K) Beleggers groot vermogen (>250K)
Niet eerder van gehoord Ken ze van naam
Ken ze van naam en weet globaal wat ze doen Weet vrij goed wat ze doen
Geholpen naamsbekendheid van de Consumentenbond het hoogst
De geholpen naamsbekendheid is het hoogst bij de Consumentenbond (98%) gevolgd door DNB (95%),
Nibud (87%) en AFM (64%). In hoeverre kent u DNB, AFM, het
Nibud en de Consumentenbond?
n = 2049
5
36
13
2
39
31
41
23
41
24
38
43
15
9
8
31
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
DNB
AFM
Nibud
Consumentenbond
Niet eerder van gehoord Ken ze van naam
Ken ze van naam en weet globaal wat ze doen Weet vrij goed wat ze doen
Indruk van AFM is onveranderd ten opzichte van voorjaar 2013, lager dan 2012 en eerder
De gemiddelde indruk van het imago van de AFM is vergelijkbaar met de voorjaarsmeting van 2013 (3.11).
Bijna een kwart van de consumenten heeft een (zeer) positieve indruk (22%), ten opzichte van ruim één op de tien die een (zeer) negatieve indruk van de AFM heeft (12%).
Beleggers (34%), en dan met name beleggers met een groot vermogen (48%), hebben het vaakst een (zeer) positieve indruk van de AFM.
Welke indruk heeft u van de Autoriteit Financiële Markten?
Respondenten die AFM minstens van naam kennen
n = 366
Gemiddelde score
3.11
3.26
3.24
3.18
3.10 3.24
3.20 3.19
3.34 22
21 28
29 28 22
28 29 28 28
48 53
40 42
48 47
40 43 41 34
12 11 7
9 11 12 10
11 11 7
17 16 24
19 13 19 23
17 20 30
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Najaar 2013 (n=366) Voorjaar 2013
(n=225) Najaar 2012
(n=210) Voorjaar 2012
(n=268) Najaar 2011
(n=298) Voorjaar 2011
(n=321) Najaar 2010
(n=267) Voorjaar 2010
(n=292) Najaar 2009
(n=276) Voorjaar 2009
(n=299)
(Zeer) positief Neutraal (Zeer) negatief Geen mening
3.11
Het goede toezicht is een positief punt van de AFM, de (pro-)activiteit een verbeterpunt
Kunt u omschrijven waarom u een (zeer) positieve/negatieve indruk van de AFM heeft?
Positief: n = 460 Negatief: n = 206
Consumenten die een positieve indruk hebben van de AFM vinden dat omdat het toezicht goed is en zij goed ingrijpen.
Consumenten die een negatieve indruk hebben van de AFM hebben als voornaamste reden dat ze niet (pro)- actief genoeg zijn.
“Als toezichthouder fungeert de AFM als waakhond, houdt in de gaten of een en ander
volgens de regels verloopt.”
Redenen voor een positieve indruk van AFM
“Het is een
onafhankelijk orgaandat de financiële marken goed in de gaten houdt.”
“Omdat ze niet bang
zijn misstanden aante pakken”
“Ze oefenen
goede controleuit”
“Uit berichten in de media maak ik op dat ze hun werk goed doen.”
“Zijn actief met het
toezicht bezig: Grijpen in als het niet goed gaatof er problemen dreigen”
“Niets voor mij
gedaan ondanksvragen”
“Grijpen onvoldoende
in”“Veel te weinig controleurs en niet kritisch genoeg
“Doen niet waar ze voor betaald worden”
Redenen voor een negatieve indruk van AFM
“Reactief, lopen achter de feiten aan en zijn
betuttelend” “Durven/kunnen geen
vuist maken bij
mismanagement, zoals bij
de bankencrisis”
Naarmate men AFM beter kent, heeft men een positievere indruk
Naarmate een consument beter op de hoogte is van de AFM, heeft men tevens een positievere indruk. Een
meerderheid die vrij goed weet wat de AFM doet, is dan ook vaak (zeer) positief (52%). Welke indruk heeft u van de Autoriteit Financiële Markten?
Respondenten die AFM minstens van naam kennen
n = 366 7
32
52 51
48
35 11
14
11 31
5
2
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Kent AFM alleen van naam
Weet globaal wat AFM doet
Weet vrij goed wat AFM doet
(Zeer) positief Neutraal (Zeer) negatief Geen mening
Bekendheid activiteiten AFM is opnieuw afgenomen
Consumenten die (globaal) weten wat AFM doet zijn opnieuw minder vaak bekend met de activiteiten/
communicatiemiddelen van de AFM in vergelijking met de voorjaarsmeting van 2013. De groep consumenten die geen activiteiten van de AFM kent is gestegen met 10% (van 49% naar 59%).
Het Meldpunt Financiële Markten is de meest bekende activiteit/communicatiemiddel van AFM (29%). Bijna één op de vijf consumenten die (globaal) weten wat AFM doet, is bekend met de AFM website (18%).
Zowel recente hypotheeksluiters, als beleggers zijn beter bekend met de activiteiten en communicatiemiddelen dan gemiddeld Nederland.
Met welke van de onderstaande activiteiten/communicatiemiddelen van de AFM bent u bekend?
Respondenten die (globaal) weten wat AFM doet
29
18
10
4
59 33
23
10
1
49 36
24
22
4
43 34
21
20
4
52 53
29
19
1
11
0 10 20 30 40 50 60 70
Meldpunt Financiële Markten
De website: www.AFM.nl
Publieksbrochures en rapporten
De digitale consumenten nieuwsbrief
Geen van bovenstaande
Najaar 2013 (n = 186)
Voorjaar 2013 (n=131)
Najaar 2012 (n=110)
Voorjaar 2012 (n=154)
Voorjaar 2008 (n=357)
Consumenten willen dat AFM meer op de voorgrond treedt
Consumenten die (globaal) weten wat de AFM doet, geven aan dat de AFM meer op de voorgrond moet treden. Zij zijn het hier echter minder stellig in vergeleken met de voorjaarsmeting van 2013.
Ruim drie op de vijf geeft aan dat de AFM vaker publieke discussies moet aangaan over de risico’s die zij signaleert (64%) en meer aan consumentenvoorlichting moet doen (63%).
Nog maar de helft van de consumenten (49%) geeft aan dat de AFM meer middelen moet krijgen om ervoor te zorgen dat de financiële markten eerlijker en transparanter worden. Een jaar geleden lag dit percentage
Uitspraken over de Autoriteit Financiële Markten
Respondenten die AFM kennen en (globaal) weten wat ze doen De AFM moet vaker de publieke
discussie aangaan over de risico’s die zij signaleert
De AFM moet meer aan
consumentenvoorlichting doen
De AFM moet meer middelen krijgen om ervoor te zorgen dat de financiële markten eerlijker en transparanter worden
n = 131 n = 110 n = 154 17
12 17 11
22 13
17 13
17 15
21 12
47 56
50 50
41 57 49 51 32
41 40 42
18 16
17 25 19
16 16
23 26
25 15 30
2 2
1 3 2
5 3
3 5
7 2
5 1
0 1
2 1
0 1
2 2
1 1
2 15 14 13
9 15
9 14
9 19
11 20
10
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Najaar 2013 Voorjaar 2013 Najaar 2012 Voorjaar 2012 Najaar 2013 Voorjaar 2013 Najaar 2012 Voorjaar 2012 Najaar 2013 Voorjaar 2013 Najaar 2012 Voorjaar 2012
Helemaal mee eens Mee eens Niet eens, niet oneens Mee oneens Helemaal mee oneens Geen oordeel
n = 186
n = 131 n = 110 n = 154 n = 186
n = 131 n = 110 n = 154 n = 186
Minder consumenten vinden dat de AFM eerlijkheid en transparantie van financiële markten bevordert
Uitspraken over de Autoriteit Financiële Markten
Respondenten die AFM kennen en (globaal) weten wat ze doen De AFM bevordert eerlijke en
transparante financiële markten
De AFM maakt duidelijk wat de spelregels zijn in de
financiële markt
De AFM beschermt mij als financiële consument
3 3 3 2
3 1
6 2 2 1 2 3
32 34
47 38
38 40
43 35
32 32
41 32
31 38
29 38 25
33 30 39 29
40 24 37
10
11 4 7 10
8 3
14 13
12 13
10 4
1 2
4 5
3 4
1 7
2 1
4 20
13 15
12 19
14 15 9 18
13 18
13
0% 20% 40% 60% 80% 100%
Najaar 2013 Voorjaar 2013 Najaar 2012 Voorjaar 2012 Najaar 2013 Voorjaar 2013 Najaar 2012 Voorjaar 2012 Najaar 2013 Voorjaar 2013 Najaar 2012 Voorjaar 2012
Helemaal mee eens Mee eens Niet eens, niet oneens Mee oneens Helemaal mee oneens Geen oordeel n = 131 n = 110 n = 154 n = 186
n = 131 n = 110 n = 154 n = 186
n = 131 n = 110
n = 154 n = 186
Het aantal consumenten dat het (helemaal) eens is met de stelling “De AFM bevordert eerlijke en transparante financiële markten” ligt dit najaar op het laagste punt in de afgelopen 4 halfjaren (34%).
Ten opzichte van een jaar geleden, vinden minder consumenten dat de AFM duidelijk maakt wat de
spelregels zijn in de financiële markt. Hetzelfde geldt voor de bescherming die de AFM de consument biedt.
AFM bevordert eerlijke & transparante financiële markten over de tijd
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
Q1 Q3 Q1 Q3 Q1 Q3 Q1 Q3 Q1 Q3
2009 2009 2010 2010 2011 2011 2012 2012 2013 2013
‘De AFM bevordert eerlijke en transparante financiële markten’
Niet eens, niet oneens Mee oneens
Mee eens
Geen oordeel
Eén op de drie consumenten vindt de AFM alert
Consumenten vinden de AFM meer alert in vergelijking met de voorjaarsmeting (van 24% naar 33%).
Het aantal consumenten dat vindt dat de AFM voldoende oog heeft voor de belangen van beleggers is gedaald (van 24% naar 18%).
De mate waarin de consumenten de AFM toegankelijk vindt is stabiel gebleven vergeleken met het voorjaar van 2013 (17%).
Uitspraken over de Autoriteit Financiële Markten
Respondenten die AFM kennen en (globaal) weten wat ze doen De AFM is alert
De AFM heeft voldoende oog voor de belangen van beleggers
De AFM is toegankelijk
n = 131 n = 110 n = 154 n = 186
n = 131 n = 110 n = 154 n = 186
n = 131 n = 110
n = 154 n = 186 2
2 4 2 2 2 4 2 1 0 0 1
31 22
35 27 16
22 22 22 16 16
19 16
23 46
34 40 43
41 39 43 33
44 37
49
18
13 9 16 11
16 8
10 14
16 13
13 6
4 1
3 5
0 1
3 6
4 4
4
20 13 17
13 24
19 27
20 30
21 26
18
0% 20% 40% 60% 80% 100%
Najaar 2013 Voorjaar 2013 Najaar 2012 Voorjaar 2012 Najaar 2013 Voorjaar 2013 Najaar 2012 Voorjaar 2012 Najaar 2013 Voorjaar 2013 Najaar 2012 Voorjaar 2012
Helemaal mee eens Mee eens Niet eens, niet oneens Mee oneens Helemaal mee oneens Geen oordeel
Merendeel vindt dat AFM moet optreden als een financiële instelling zich niet aan de regels houdt
Het merendeel van de AFM-kenners vindt dat AFM zich moet bezighouden met optreden tegen financiële instellingen die zich niet aan regels houden (81%). Ook het grootste deel van representatief Nederland is het daarmee eens (67%).
In vergelijking met de voorjaarsmeting van dit jaar vinden de AFM-kenners in mindere mate dat de AFM ervoor moet zorgen dat financiële instellingen het belang van de consument centraal stellen (75% t.o.v.
82%).
In hoeverre bent u het met de volgende uitspraken over de werkzaamheden van AFM eens.
De AFM moet …
Alle respondenten
% (helemaal) mee eens 67
66
66
65
63 54
54
54
53
51
67
66
68
65
64
81
80
79
80
75
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90
...optreden als een financiële instelling zich niet aan de regels houdt
...er op toezien dat informatie van financiële aanbieders eerlijk en duidelijk is
...zorgen dat financiële instellingen naar consumenten toe duidelijk zijn over de kosten van een product
...consumenten waarschuwen voor misstanden in de financiële sector
...er voor zorgen dat financiële instellingen het belang van de consument centraal stellen
Representatief NL
Consumenten die AFM niet kennen
Consumenten die AFM alleen van naam kennen Consumenten die (globaal) weten wat AFM doet
Ruim een kwart kritischer bij de aanschaf van financieel producten door optreden van de AFM
Ruim een kwart van de consumenten die AFM minstens van naam kent (28%) geeft aan kritischer te zijn geworden bij de aanschaf van een financieel product door het optreden van de AFM.
Een kwart van de consumenten die AFM minstens van naam kennen (25%), geeft aan dat de AFM zijn vertrouwen in financiële dienstverleners niet vergroot.
Stelling over de Autoriteit Financiële Markten (wat hebben ze bereikt?)
Respondenten die AFM minstens van naam kennen
n = 336 3
1
1
1
25
18
16
11
32
39
37
40
9
10
16
17 6
7
6
7
25
25
24
24
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Door het optreden van de AFM ben ik kritischer geworden bij de aanschaf van een financieel product
De AFM zorgt er voor dat aanbieders het klantbelang centraal stellen
De AFM heeft mijn vertrouwen in de eerlijke werking van de financiële markten vergroot
De AFM heeft mijn vertrouwen in financiële dienstverleners vergroot
Helemaal mee eens Mee eens Niet eens, niet oneens Mee oneens Helemaal mee oneens Geen oordeel
Lagere inkomens in het algemeen minder interesse in financiële onderwerpen dan hogere inkomens
De interesse in financiële onderwerpen is op alle gebieden gemiddeld (rond 3.5 op 7-puntsschaal).
Consumenten die AFM niet kennen hebben in het algemeen minder interesse in financiële onderwerpen (gemiddeld 3.05 op de vijf stellingen) dan consumenten die AFM minstens kennen van naam (gemiddeld 3.94 op de vijf stellingen).
Gemaksgeoriënteerden zijn minder geïnteresseerd in financieel nieuws (2.32), zoeken minder actief naar financieel nieuws (3.04) en zappen vaker weg van een televisieprogramma met een financieel onderwerp (3.61) dan beheersten (4.61, 3.58, 4.25).
Stelling over interesse in financiële onderwerpen Op 7-puntsschaal Alle respondenten n = 569
Niet actief zoeken naar financieel
nieuws Actief zoeken naar financieel nieuws
Altijd lezen financiële artikelen Niet altijd lezen financiële artikelen
Niet geïnteresseerd in financieel nieuws
Geïnteresseerd in financieel nieuws Weg zappen televisieprogramma
financieel onderwerp
Kijken televisieprogramma financieel onderwerp
Interessant om bezig te zijn met financiële onderwerpen
Niet interessant om bezig te zijn met financiële onderwerpen
3.28 3.55
3.71 3.98
3.62
1 2 3 4 5 6 7
0% 25% 50% 75% 100%
Ik zoek zelf naar financieel nieuws Als ik financiele artikelen tegenkom, lees ik deze altijd
Ik ben geïnteresseerd in financieel nieuws Als in tv-programma aandacht besteed wordt aan fin.
onderwerpen, blijf ik kijken
Ik vind het interessant om met financiele onderwerpen bezig te zijn
+++ ++ + 0 - - - -
Financiële interesse Redelijk/ hoog Neutraal/laag Zeer laag
Interesse in financiële onderwerpen consistent
Respondenten zijn zeer consistent in antwoorden die ze geven voor financiële interesse. Cronbach alpha is heel hoog (0,95), dus de vragen kunnen opgeteld worden tot één variabele: Financiële Interesse
Drie groepen te maken: zeer weinig interesse (20%), lage interesse tot neutraal (45%), redelijk tot veel interesse (35%)
0 10 20 30 40 50 60 70 80
0 5 10 15 20 25 30
Aantal respondenten
Financiële Interesse
59%
39%
19%
26%
36%
28%
12%
21%
34%
3% 4%
19%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
Financiële interesse Zeer laag
[20%]
Financïele interesse Laag
[45%]
Financiële interesse Redelijk
[35%]
Niet eerder van AFM gehoord Kent AFM van naam Weet globaal wat AFM doet Weet goed wat AFM doet
Grote groep consumenten heeft
geen financiële interesse
50%
29%
18%
10%
33%
40%
31%
16%
16%
31%
51%
74%
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Niet eerder van AFM gehoord Kent AFM van naam Weet globaal wat AFM doet Weet goed wat AFM doet
Financiële interesse Zeer laag [20%]
Financïele interesse Laag [45%]
Financiële interesse Redelijk [35%]
Helft van consumenten die AFM niet kent, heeft zeer
weinig interesse in financiële onderwerpen
Positievere indruk AFM naarmate men meer interesse in financiële onderwerpen heeft
1%
2%
13%
12%
32%
52%
51%
44%
4%
8%
13%
3%
2%
30%
25%
7%
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Financiële interesse Zeer laag [20%]
Financiële interesse Laag [45%]
Financiële interesse Redelijk [35%]
Welke indruk heeft u van de AFM?
Zeer positief Positief Neutraal Negatief Zeer negatief Geen mening
Mensen met meer interesse in financiële markten
vinden iets vaker financiële markt goed georganiseerd
2%
2%
14%
15%
25%
42%
53%
40%
32%
25%
21%
9%
8%
10%
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Financiële interesse Zeer laag [20%]
Financiële inreesse Laag [45%]
Financiële interesse Redelijk [35%]
Financiële markt goed georganiseerd?
Helemaal mee eens Mee eens Niet eens, niet oneens Mee oneens Helemaal mee oneens
Regionale dagbladen en De Telegraaf worden het meest gelezen
Bijna de helft (47%) van de consumenten leest een regionaal dagblad, op de voet gevolgd door De Telegraaf (46%). Kranten en dagbladen met een sterke focus op financieel nieuws (NRC en FD) worden door
ongeveer één op de tien gelezen (10%, 9%).
AFM-kenners (21%, 20%), hoogopgeleiden (15%, 26%) en hogere inkomens (23%, 19%) lezen vaker het FD en het NRC Handelsblad.
Niet-AFM kenners lezen vaker geen krant of dagblad (18%).
Welke van de volgende kranten/dagbladen heeft u de afgelopen 12 maanden minstens één keer gelezen of ingezien?
Alle respondenten n = 569
% 47 46 37
37 33 15
10 9 7 6 3 3 4
13
0 10 20 30 40 50
Een regionaal dagblad De Telegraaf Metro Algemeen Dagblad (AD) Spits De Volkskrant NRC Handelsblad Het Financiële Dagblad Trouw NRC Next Reformatorisch Dagblad Het Nederlands Dagblad Andere krant/dagblad Ik heb de afgelopen 12 maanden geen kranten/dagbladen gelezen of ingezien
© GfK 2013 | AFM Consumentenmonitor | December 2013 40
Ongeveer vier op de vijf consumenten kijken naar consumentenprogramma’s
Vier op de vijf consumenten kijken naar een consumentenprogramma op televisie of via internet. Kassa is het meest bekeken programma (61%), gevolgd door Tros Radar (59%).
Consumenten die weten wat AFM (globaal) doet, kijken vaker programma’s als Kassa (71%) en Tros Radar (68%) dan niet AFM-kenners (48%, 43%). Bij het programma een Dubbeltje op zijn Kant is dit precies andersom: niet AFM-kenners (50%) kijken relatief vaker naar een Dubbeltje op zijn Kant dan AFM-kenners (38%).
Jongeren in de leeftijdscategorie 18-24 jaar kijken minder naar consumentenprogramma's (67%), dan ouderen in de leeftijd 55+ (86%).
Welke van de volgende
consumentenprogramma’s heeft u de afgelopen 12 maanden minstens één keer gekeken ? Alle respondenten
n = 569
% 61
59
43
3
21
0 10 20 30 40 50 60 70
Kassa
Tros Radar
Een dubbeltje op zijn kant
Ander consumentenprogramma
Ik heb de afgelopen 12 maanden geen consumentenprogramma`s gekeken
Ongeveer één op de vijf leest een column over persoonlijke financiën
Ongeveer één op de vijf leest een column over persoonlijke financiën (18%). De column in de Financiële Telegraaf wordt het meest gelezen (11%).
AFM-kenners (32%), ouderen in de leeftijdscategorie van 55 jaar en ouder (26%) en hogere inkomens (26%) lezen vaker een column.
Welke van de volgende columns heeft u de afgelopen 12 maanden minstens één keer gelezen?
Alle respondenten n = 569
% 11
7
3
1
82
0 20 40 60 80 100
Column in De Financiële Telegraaf
Column in de Geldgids van de Consumentenbond
Column van Erica Verdegaal (o.a. in NRC of via internet)
Andere column
Ik heb de afgelopen 12 maanden geen columns over persoonlijke financiën gelezen
© GfK 2013 | AFM Consumentenmonitor | December 2013 42
Ongeveer de helft van de consumenten is op de hoogte van het provisieverbod complexe producten
Ongeveer de helft van de consumenten is op de hoogte van het provisieverbod (51%).
Consumenten die AFM minstens van naam kennen zijn vaker op de hoogte van het provisieverbod (75%) dan consumenten die AFM niet kennen (27%).
Jongeren in de leeftijdscategorie van 18-24 jaar (16%), laag opgeleiden (37%) en lager inkomens (30%) zijn significant minder vaak op de hoogte.
Was u op de hoogte van het provisieverbod?
Alle respondenten n = 569
49 51
Ja
Nee
Ruim twee op de vijf consumenten (op de hoogte provisieverbod) zijn kritischer geworden
Ruim twee op de vijf consumenten (43%) die op de hoogte zijn van het provisieverbod, zijn kritischer geworden bij aanschaf van een financieel product. Van de consumenten die niet op de hoogte zijn van het provisieverbod, geeft 35% aan geen oordeel te kunnen vormen.
Van de consumenten die op de hoogte zijn van het provisieverbod, geeft ongeveer een kwart (24%) aan dat het provisieverbod er niet voor zorgt dat financiële dienstverleners het belang van de consument centraal stellen.
In hoeverre bent u het eens of oneens met de volgende stellingen?
Alle respondenten n = 569
Door de komst van het provisieverbod ben ik kritischer geworden bij aanschaf van een financieel product
Het provisieverbod zorgt ervoor dat financiële dienstverleners het belang van de consument centraal
stellen
7
9
4
23
34
11
40
35
46
7
11
4
2
3
1
21
7
35
0% 20% 40% 60% 80% 100%
Totaal
Wel op de hoogte
Niet op de hoogte
Helemaal mee eens Mee eens Niet eens, niet oneens Mee oneens Helemaal mee oneens Geen oordeel 3
6
1
22
27
17
36
33
40
12
18
6
5
8
2
21
8
33
0% 20% 40% 60% 80% 100%
Totaal
Wel op de hoogte
Niet op de hoogte
Bijlagen
Achtergrond
De AFM, de onafhankelijke gedragstoezichthouder op de financiële markten, streeft ernaar het vertrouwen van consumenten en bedrijven in de financiële markten te versterken, ook internationaal.
Daarbij faciliteert de AFM kennisvorming bij de Nederlandse consument op het gebied van financiële producten.
Door middel van de ConsumentenMonitor worden ontwikkelingen in het gedrag van consumenten gemeten in de tijd.
De ConsumentenMonitor is in 2004 gestart en wordt sindsdien elk half jaar uitgevoerd.
De primaire doelstellingen van de ConsumentenMonitor kunnen als volgt worden weergegeven:
Beschrijven van het gedrag en de attitudes van financiële consumenten;
Beschrijven van markt- en productaspecten in de financiële markt.
Doel: in kaart brengen van ontwikkelingen in het financiële keuzegedrag van de Nederlandse financiële consument.
Veldwerkperiode: 25 oktober t/m 10 november 2013
Doelgroep: representatieve steekproef van de Nederlandse bevolking (18+), waarbij een oversampling is gehanteerd van mensen die in de periode van april 2013 t/m oktober 2013 een hypotheek hebben
afgesloten, en personen die beleggen.
Weging: de representatieve steekproef is herwogen naar een afspiegeling van de Nederlandse bevolking (18+). Deze groep is gewogen naar leeftijd, geslacht, opleiding en district. De overige groepen zijn gewogen naar leeftijd. Bij beleggingsverzekeringen is eveneens gewogen naar de verdeling tussen bezitters en ex- bezitters. Bij beleggers is daarnaast gewogen naar de verhouding op basis van vermogen, omdat de steekproef naar personen met een groot vermogen (€250.000 of meer) is oversampled.
Methode: online onderzoek, vooraf is het volledige panel gescreend om de juiste groepen consumenten voor dit onderzoek te kunnen benaderen.
Steekproefomvang: de netto steekproef bestaat uit 569 respondenten die representatief zijn voor de Nederlandse bevolking (18+), 337 recente sluiters van een hypotheek, 462 (ex-)bezitters van
beleggingsverzekeringen en 681 beleggers.
Rapportage: de weergegeven resultaten in dit rapport zijn gebaseerd op een representatieve steekproef van de Nederlandse bevolking (18+). Indien er significante verschillen bestaan tussen specifieke
doelgroepen en totaal Nederland (18+) wordt dit aangegeven.
Belangrijk in het onderzoek zijn de vier soorten financieel beslissers, uitgelegd op de volgende slide.
Onderzoeksverantwoording
Consumentensegmentatie
In de rapportage worden termen voor verschillende typen financieel beslissers genoemd. De AFM
onderzocht in een eerder stadium hoe Nederlanders financiële beslissingen nemen en concludeerde dat mensen van elkaar verschillen in de manier waarop deze beslissingen genomen worden. Er zijn 4 typen, welke hieronder worden beschreven.
Beheersten verzamelen veel informatie over het financieel product dat zij willen aanschaffen. Zij overwegen veel alternatieven, gaan door tot zij het juiste product hebben gevonden en nemen uiteindelijk zelf de
beslissing, zonder financieel adviseur.
Ambitieuzen proberen graag nieuwe producten uit en mijden risico’s hierbij niet. Zij hebben luxe en
rendement als drijfveer voor hun besluiten en steken een gemiddelde hoeveelheid tijd in hun keuzeproces.
Adviesgevoeligen laten hun beslissingen over aan anderen. Zij vertrouwen adviseurs blindelings. Zij zijn niet geïnteresseerd in financiële producten en zijn niet perse op zoek naar het ideale product.
Gemaksgeoriënteerden stoppen weinig tijd in het bestuderen van financiële producten en vermijden hierbij risico’s. Zij hebben weinig vertrouwen in financieel adviseurs en kiezen vaak voor standaard producten.
Voor meer informatie of om zelf te testen wat voor type financieel beslisser u bent, kunt u terecht op
Indeling achtergrondkenmerken
Opleidingsniveau
Laag La -groep 1,2 en speciaal La -groep 3+
LBO
Mavo/Mulo
Opleiding leerlingwezen
Midden VSO/MMS
Havo/VWO/Gymnasium/HBS -1/3- Havo/VWO/Gymnasium/HBS -4+- Middelbaar beroepsonderwijs-
Hoog Hoger beroepsonderwijs Post HBO onderwijs WO -prop/kand- WO -doctoraal-
Inkomensniveau huishouden
Laag tot € 23.500
Midden € 23.500 tot € 39.000
Hoog € 39.000 of meer
Vermogensniveau huishouden
Laag tot € 10.000
Midden € 10.000 tot € 50.000
Hoog € 50.000 tot € 250.000
Groot € 250.000 of meer
Alle respondenten n = 569
11 15
18 19
37 33
43 24
23 27 24
27
51 49
0 10 20 30 40 50 60
18-24 jaar 25-34 jaar 35-44 jaar 45-54 jaar 55 jaar en ouder Opleidingsniveau: laag Opleidingsniveau: midden Opleidingsniveau: hoog Inkomensniveau: laag Inkomensniveau: midden Inkomensniveau: hoog Inkomensniveau: onbekend Vrouw Man
Steekproefoverzicht naar achtergrondkenmerken
Alle respondenten n = 569