• No results found

Consumentenmonitor najaar 2012 - Pensioenen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Consumentenmonitor najaar 2012 - Pensioenen"

Copied!
17
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)
(2)

Pensioen

 Niet-gepensioneerden hebben steeds minder vertrouwen in de afgegeven pensioenindicatie. Een ruime meerderheid schat in dat de afgegeven indicatie te hoog is en er naar verwachting bij pensionering minder overblijft. Van de

gepensioneerden die ooit een pensioenregeling via een werkgever hebben gehad geeft de meerderheid aan dat het pensioen overeenkomt met de eerder afgegeven indicatie. Een kwart van de gepensioneerden geeft aan dat zij minder ontvangen dan de indicatie.

 Waar bijna een kwart van de niet-gepensioneerden verwacht dat men na pensionering ongeveer 70% van het laatstverdiende bruto salaris over zal houden, blijkt dat op dit moment slechts één op de tien gepensioneerden dit percentage daadwerkelijk als bruto inkomen ontvangt.

 De helft van de niet-gepensioneerden verwacht maatregelen te moeten treffen om na pensionering financieel rond te komen. Een kwart is ervan overtuigd dat men na pensionering zuiniger zal moeten leven.

 De helft van de adviesgevoeligen weet niet of het pensioen waardevast is.

 Eén op drie niet-gepensioneerden spaart zelf op een spaarrekening om het pensioen aan te vullen.

 Een ruime meerderheid van de consumenten die een financieel product heeft afgesloten als aanvulling voor pensioen heeft deze stap op eigen initiatief genomen.

 Ruim één op drie consumenten weet niet welke onderwerpen een adviseur in het algemeen meeneemt voor een aanvullend pensioenadvies.

Management Summary

(3)

Steeds minder niet-gepensioneerden verwacht dat pensioenindicatie overeenkomt met uitkering

 Niet-gepensioneerden hebben steeds minder vertrouwen in de afgegeven pensioenindicatie (van 25%

voorjaar 2011 naar 16% najaar 2012). Een ruime meerderheid van de niet-gepensioneerden (62%) schat in dat de afgegeven indicatie te hoog is en er naar verwachting bij pensionering minder overblijft.

 Niet-gepensioneerden van 55 jaar en ouder (32%) verwachten vaker dat de indicatie overeenkomt met de uitkering.

 Van de gepensioneerden die ooit een pensioenregeling via een werkgever hebben gehad geeft 58% aan dat het pensioen overeenkomt met de eerder gegeven indicatie. Een kwart van de gepensioneerden (27%) geeft aan dat zij minder ontvangen dan de indicatie.

Verwacht u bij pensionering ook daadwerkelijk het bedrag te ontvangen, dat de

pensioenuitvoerder aangeeft?

Niet-gepensioneerden die een pensioen opbouwen of hebben opgebouwd

Niet-gepensioneerden

n = 297

n = 442

n = 222 n = 227

16

21

19

25

28

28

31

25

34

32

30

14

4

3

2

7

1

1

1

1

17

16

16

27

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Najaar 2012

Voorjaar 2012

Najaar 2011

Voorjaar 2011

Ja Nee, iets minder Nee, veel minder Nee, iets meer Nee, veel meer Weet ik niet

(4)

Steeds meer realisme over te ontvangen pensioenbedrag

 Waar bijna een kwart van de niet-gepensioneerden (23%) verwacht dat men na pensionering ongeveer 70%

van het laatstverdiende bruto salaris over zal houden, blijkt op dit moment dat slechts één op de tien (12%) gepensioneerden dit percentage daadwerkelijk als bruto inkomen ontvangt.

 Adviesgevoeligen (54%), 18-24 jarigen (69%) en laagopgeleiden (45%) die nog niet gepensioneerd zijn hebben vaker „weet ik niet‟ opgegeven en kunnen minder goed inschatten hoe hoog het bruto inkomen bij pensionering gaat zijn. De niet-gepensioneerden lijkt steeds meer moeite te hebben om een goede inschatting te kunnen geven van het loon bij pensionering (34%).

21 29 25

33 42 34 28

34

23 25 25

28 12 10 16

19

21 19

27

10 13 19

26 13

34 27

23

29 32 36

30

34

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Verwacht bedrag te ontvangen Najaar 2012

Verwacht bedrag te ontvangen Voorjaar 2012

Verwacht bedrag te ontvangen Najaar 2011

Verwacht bedrag te ontvangen Voorjaar 2011

Bedrag daadwerkelijk ontvang Najaar 2012

Bedrag daadwerkelijk ontvang Voorjaar 2012

Bedrag daadwerkelijk ontvangen Najaar 2011

Bedrag daadwerkelijk ontvangen Voorjaar 2011

>70% 70% <70% Weet ik niet

Hoe hoog verwacht u dat uw totale bruto inkomen bij pensionering zal zijn?

Meer/minder/gelijk aan 70% van het laatst verdiende bruto salaris.

Alle respondenten

n = 350

n = 442

n = 222

n = 64

n = 108

n = 96

GepensioneerdenNiet-gepensioneerden n = 264

n = 49

(5)

Niet gepensioneerden steeds pessimistischer

(realistischer) over hoogte van inkomen bij pensioen

 Het aandeel niet-gepensioneerden dat 70% of meer van het laatst verdiende bruto salaris als bruto inkomen verwacht te ontvangen is sterk afgenomen (van 62% in de najaarsmeting 2009 naar 45% in de

najaarsmeting van 2012).

62 61

51

54

45

12

10

27

19 21

26

29

23

27

34

0 10 20 30 40 50 60 70

Verwacht bedrag te ontvangen Najaar 2009

Verwacht bedrag te ontvangen Voorjaar 2011

Verwacht bedrag te ontvangen Najaar 2011

Verwacht bedrag te ontvangen Voorjaar 2012

Verwacht bedrag te ontvangen Najaar 2012 70% of meer <70% Weet ik niet

Hoe hoog verwacht u dat uw totale bruto inkomen bij pensionering zal zijn?

Minder/70% of meer van het laatst verdiende bruto salaris.

Respondenten die niet gepensioneerd zijn

n = 358 n = 222 n = 442 n = 350 n = 264

(6)

Niet gepensioneerden verwachten maatregelen te moeten treffen om financieel rond te komen

 De helft van de niet-gepensioneerden (47%) verwacht maatregelen te moeten treffen om na pensionering financieel rond te komen. Een kwart (24%) is ervan overtuigd dat men na pensionering zuiniger zal moeten leven.

 Gemaksgeoriënteerden (49%) en huishouden met weinig vermogen (36%) verwachten vaker zuiniger aan te moeten doen.

 Driekwart van de huishoudens met veel vermogen (76%) verwacht niet in de problemen te komen of makkelijk financieel rond te komen omdat zij voldoende aanvullende producten hebben afgesloten om pensioen mee aan te vullen.

Verwacht u dat het totale bruto inkomen dat u bij pensionering ontvangt voldoende zal zijn om financieel rond te komen? Meer antwoorden mogelijk.

Respondenten die niet gepensioneerd zijn n = 264 n = 350

27

24

9

10

8

26 30

22

12

10

9

21

0 5 10 15 20 25 30 35

Ja

Nee, ik zal moeten bezuinigen om financieel rond te kunnen komen

Nee, ik zal langer moeten doorwerken

Nee, maar ik heb voldoende aanvullend vermogen/extra inkomsten waardoor ik niet in financiële problemen zal komen

Nee, maar ik heb aanvullend één of meer financiële producten gesloten om pensioen mee aan te vullen

Weet ik niet

Najaar 2012 Voorjaar 2012

(7)

Bijna de helft van de gepensioneerden heeft geen moeite om financieel rond te komen

 De helft van de gepensioneerden (47%) heeft geen moeite om financieel rond te komen. Zij hebben over het algemeen voldoende financiële middelen.

 Eén op de vijf gepensioneerden (18%) doet zuiniger aan om financieel rond te komen. Gepensioneerden met een gemiddeld huishoudinkomen (39%) zijn hierin oververtegenwoordigd.

Is het totale bruto inkomen dat u ontvangt voldoende om financieel rond te komen? Meer antwoorden mogelijk.

Respondenten die gepensioneerd zijn

n = 49 n = 64

47

18

13

6

6

11

53

13

12

3

18

4

0 10 20 30 40 50 60

Ja

Nee, ik moet bezuinigen om financieel rond te kunnen komen

Nee, maar ik heb voldoende aanvullend vermogen/extra inkomsten waardoor ik niet in financiële problemen kom

Nee, maar ik heb aanvullend één of meer financiële producten gesloten om pensioen mee aan te vullen

Nee, ik moet beroep doen op bijstand, zorg- of huurtoeslagen om financieel rond te komen

Wil ik niet zeggen

Najaar 2012 Voorjaar 2012 N.B. Relatief weinig waarnemingen

(8)

Sparen is meest populaire product als aanvulling op het pensioen

 Eén op drie consumenten die niet gepensioneerd is (30%) spaart zelf op een spaarrekening om het pensioen aan te vullen. Het percentage dat spaart voor de oude dag is afgenomen ten opzichte van de voorjaarsmeting (van 37% naar 30%)

 45-54 jarigen (25% / 20%), huishoudens met een hoog inkomen (23% / 18%) en huishoudens met veel vermogen (29% / 35%) hebben vaker een lijfrenteverzekering en een afbetaalde hypotheek.

 18-24 jarigen (75%), laagopgeleiden (56%), huishoudens met een laag inkomen (63%) en huishoudens met weinig vermogen (60%) hebben vaak (nog) geen acties ondernomen om het pensioen aan te vullen.

30

13

11

10

5

5

1

3

44 37

15

18

11

6

5

5

0

35

0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50

Zelf gespaard op een gewone spaarrekening

Lijfrente

Hypotheek afbetaald

Bankspaarproduct

Kapitaalverzekering

Beleggingsverzekering

Een ander financieel product

Een andere actie ondernomen

Geen van bovenstaande

Najaar 2012 Voorjaar 2012

Welke acties heeft u ondernomen om uw pensioen aan te vullen?

Meer antwoorden mogelijk.

Respondenten die niet gepensioneerd zijn

n = 264 n = 340

(9)

Aanvullende pensioenproducten vaak op eigen initiatief gesloten

 Een ruime meerderheid (61%) van de consumenten die een financieel product heeft afgesloten als aanvulling voor pensioen heeft deze stap op eigen initiatief genomen.

 Het percentage dat op eigen initiatief een financieel product heeft afgesloten als aanvulling op het pensioen is afgenomen ten opzichte van de voorjaarsmeting (van 70% naar 61%). De rol van externe adviseurs is vaker doorslaggevend geweest.

61

31

8

4

7

70

24

8

3

5

0 10 20 30 40 50 60 70 80

Op eigen initiatief

Op initiatief van een tussenpersoon

Op initiatief van een bank

Op initiatief van een verzekeraar

Op initiatief van vrienden/familie/kennissen

Najaar 2012 Voorjaar 2012

Heeft u de aanvullende pensioenproduct(en) op eigen initiatief gesloten of op initiatief van een adviseur?

Respondenten die voor aanvulling pensioen een financieel product hebben afgesloten

n = 79 n = 148

(10)

De helft van de adviesgevoeligen weet niet of het pensioen waardevast is

 De helft van de adviesgevoeligen (50%) weet niet of het pensioen waardevast is.

 Bij meer dan de helft van de consumenten die pensioen opbouwen (52%) stijgt het pensioen (waarschijnlijk) niet mee met de lonen en prijzen.

 Beheersten (23%) en reeds gepensioneerden (34%) zijn er het sterkst van overtuigd dat het pensioen zeker niet waardevast is en hierdoor niet meestijgt met de loon- of prijsontwikkeling.

1

3

2

21

26

17

15

21

38

32

53

29

45

14

23

7

6

19

26

16

21

50

15

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Totaal

Beheersten

Ambitieuzen

Adviesgevoeligen

Gemaksgeorienteerden

Zeker wel Waarschijnlijk wel Waarschijnlijk niet Zeker niet Ik heb geen idee

Denkt u dat uw pensioen zijn waarde behoudt in de toekomst door mee te stijgen met de loon- of prijsstijging?

Respondenten die pensioen opbouwen of hebben opgebouwd n = 256

(11)

Niet-gepensioneerden die minder dan 70% bruto inkomen bij pensioen verwachten hebben vaker een pensioen zonder indexering

 Niet-gepensioneerden die verwachten minder dan 70% van het laatst verdiende bruto salaris over te houden

weten vaker zeker dat het pensioen niet geïndexeerd is. Denkt u dat uw pensioen via uw

(oud)werkgever zijn waarde behoudt in de toekomst door mee te stijgen met de loon- of

prijsstijging?

Respondenten die niet gepensioneerd zijn n = 227

1

2

21

32

15

5

39

48

49

16

12

6

25

11

28

12

11

69

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Totaal

70% of meer

Minder dan 70%

Weet ik niet

Zeker wel Waarschijnlijk wel Waarschijnlijk niet Zeker niet Ik heb geen idee

(12)

Eén op de drie heeft geen idee welke onderwerpen een adviseur meeneemt bij een pensioenadvies

 Ruim één op drie consumenten (36%) weet niet welke onderwerpen een adviseur in het algemeen meeneemt voor een aanvullend pensioenadvies.

 Hoogopgeleiden (25%), huishoudens met een hoog inkomen (20%) en huishoudens met veel vermogen (17%) geven minder vaak “weet ik niet” op. Zij geven vaker aan dat een adviseur meerdere onderwerpen meeneemt in het aanvullend pensioenadvies.

Welke onderwerpen verwacht u dat een adviseur in het algemeen meeneemt voor een aanvullend pensioenadvies?

Alle respondenten n = 313

33 32 30 27 26 26 24 21

12 11 10 8 5 2

13

36

0 5 10 15 20 25 30 35 40

De pensioenregeling via de werkgever De salarisgegevens / inkomsten uitkeringen De hypotheeksituatie De waarde van de woning De lopende levensverzekeringen Het spaargeld De lopende bankspaarproducten De lopende lijfrenteverzekeringen De lopende beleggingsverzekeringen of - rekeningen Het consumptieve krediet Kosten voor andere verzekeringen Nieuw te sluiten verzekeringen en bankproducten

Kosten voor de auto Andere onderwerpen Geen van bovenstaande Weet ik niet

(13)

Bijlagen

(14)

Achtergrond

 De AFM, de onafhankelijke gedragstoezichthouder op de financiële markten, streeft ernaar het vertrouwen van consumenten en bedrijven in de financiële markten te versterken, ook internationaal.

 Daarbij faciliteert de AFM kennisvorming bij de Nederlandse consument op het gebied van financiële producten.

 Door middel van de ConsumentenMonitor worden ontwikkelingen in het gedrag van consumenten gemeten in de tijd.

 De ConsumentenMonitor is in 2004 gestart en wordt sindsdien elk half jaar uitgevoerd.

 De primaire doelstellingen van de ConsumentenMonitor kunnen als volgt worden weergegeven:

 Beschrijven van het gedrag en de attitudes van financiële consumenten;

 Beschrijven van markt- en productaspecten in de financiële markt.

(15)

Doel: in kaart brengen van ontwikkelingen in het financiële keuzegedrag van de Nederlandse financiële consument.

Veldwerkperiode: 11 oktober t/m 28 oktober 2012.

Doelgroep: representatieve steekproef van de Nederlandse bevolking (18+).

Weging: de representatieve steekproef is herwogen naar een afspiegeling van de Nederlandse bevolking (18+). Deze groepen zijn gewogen naar leeftijd, geslacht, opleiding en district.

Methode: online onderzoek, vooraf is het volledige panel gescreend om de juiste groepen consumenten voor dit onderzoek te kunnen benaderen.

Steekproefomvang: de netto steekproef bestaat uit 313 respondenten die representatief zijn voor de Nederlandse bevolking (18+).

Rapportage: de weergegeven resultaten zijn gebaseerd op representatief Nederland (18+). Indien er significante verschillen bestaan tussen specifieke doelgroepen en totaal Nederland (18+) wordt dit aangegeven.

 Belangrijk in het onderzoek zijn de vier soorten financieel beslissers, uitgelegd op de volgende slide.

Onderzoeksverantwoording

(16)

Consumentensegmentatie

 In de rapportage worden termen voor verschillende typen financieel beslissers genoemd. De AFM

onderzocht in een eerder stadium hoe Nederlanders financiële beslissingen nemen en concludeerde dat mensen van elkaar verschillen in de manier waarop deze beslissingen genomen worden. Er zijn 4 typen, welke hieronder worden beschreven.

Beheersten verzamelen veel informatie over het financieel product dat zij willen aanschaffen. Zij overwegen veel alternatieven, gaan door tot zij het juiste product hebben gevonden en nemen uiteindelijk zelf de

beslissing, zonder financieel adviseur.

Ambitieuzen proberen graag nieuwe producten uit en mijden risico‟s hierbij niet. Zij hebben luxe en

rendement als drijfveer voor hun besluiten en steken een gemiddelde hoeveelheid tijd in hun keuzeproces.

Adviesgevoeligen laten hun beslissingen over aan anderen. Zij vertrouwen adviseurs blindelings. Zij zijn niet geïnteresseerd in financiële producten en zijn niet perse op zoek naar het ideale product.

Gemaksgeoriënteerden stoppen weinig tijd in het bestuderen van financiële producten en vermijden hierbij risico‟s. Zij hebben weinig vertrouwen in financieel adviseurs en kiezen vaak voor standaard producten.

 Voor meer informatie of om zelf te testen wat voor type financieel beslisser u bent, kunt u terecht op

www.afm.nl/besliswijzer

(17)

Steekproefoverzicht naar achtergrondkenmerken

11

15 19 19

35

34

40 26

20 23

28 29

51 49

0 10 20 30 40 50 60

18-24 jaar 25-34 jaar 35-44 jaar 45-54 jaar 55 jaar en ouder

Opleidingsniveau: laag Opleidingsniveau: midden Opleidingsniveau: hoog

Inkomensniveau: laag Inkomensniveau: midden Inkomensniveau: hoog Inkomensniveau: onbekend

Vrouw

Man

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Een laag inkomen mag niet betekenen dat u minder goed deel kunt nemen aan de samenleving.. Daarom zijn er regelingen om u

pensioenuitvoerder indien deze zijn ontstaan als gevolg van baanwisseling. De Stichting van de Arbeid, de Pensioenfederatie en het Verbond van Verzekeraars hebben een aantal

Sociaal Werk Nederland is de brancheorganisatie voor sociaal werk De Commissie-Van der Meer wijst erop dat een trajecttoevoeging bij meerdere, verschillende juridische

‘pauzewoningen’ voor gescheiden va- ders of moeders, appartementen voor tienermoeders, ouderen met een islami- tische achtergrond, en er zijn etages met werkplekken voor

• 367.586 mensen hebben hun aanvullende pensioenrechten opgebouwd als zelfstandige; in één (of meer) VAPZ-overeenkomsten of in één of meer pensioenplannen van de vennootschap voor

beeld dienen voor effectmetingen in andere (publieke) orga- nisaties en kan daarmee ook van belang zijn voor de interne

Opvolger van Bertone in de Congregatie voor de Geloofsleer werd Angelo Amato, wel een ge- reputeerd theoloog en op zijn beurt salesiaan?. Zuster Enrica Ro- sanna bezet

Ik had nog heel wat om han- den, maar hij kon me niet langer bijbenen.” Toen Louis niet meer zelfstandig bleek, nam Simonne haar man overal met zich mee, maar ook dat werd al snel