• No results found

Plan van aanpak Waterschapsverordening Fase 2

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Plan van aanpak Waterschapsverordening Fase 2"

Copied!
21
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Plan van aanpak Waterschapsverordening Fase 2

(2)

26 september 2019 Bezoekadres Maria Theresialaan 99 6043 CX Roermond

Postadres Postbus 2207 6040 CC Roermond

IBAN NL10NWAB0636750906 KvK 67682065

088-8890100

info@waterschaplimburg.nl waterschaplimburg.nl titel Plan van aanpak Waterschapsverordening Fase 2

subtitel

datum 22 januari 2020

versie PHO-versie

status concept

zaaknr. 2019-Z7672

documentnr. 2020-D220

vrijgave Dit document is tot stand gekomen onder verantwoordelijkheid van C.M.H. Jeuriens in samenwerking met:

naam

Rob Bonte, RoyalHaskoningDHV

Joost van de Broek Henny Sonnemans

Yvonne Eggels Frank Heijens

Geert Muyres Ellie Verheijen

Patrick Caris Hans Ehrens

Paul Geurt Gabriel Zwart

Joost Sieben Edith Verver

(3)

Inhoudsopgave

1 Inleiding 4

1.1 Inleiding 4

1.2 Bestuurlijke uitgangspunten regulering kort samengevat 4

1.3 Ontwikkelingsgericht werken 5

2 Projectdefinitie 6

2.1 Uitdaging 6

2.2 Aanleiding 7

2.3 Doelstellingen 7

2.4 Afbakening 8

2.5 Beoogde effecten 8

2.6 Gebruikers van het projectresultaat 8

2.7 Relatie met andere projecten 8

3 Beoogde resultaten 9

3.1 Digitaal beschikbare verordening 9

3.2 Kunnen werken met de verordening 9

3.3 Gebiedspartners bekend met de regels 9

3.4 Operationele routine en capaciteit voor actualisatie 9

4 Activiteiten 9

4.1 Ontwikkelingsgericht en projectmatig werken 9

4.1.1 Ontwikkelingsgericht werken 9

4.1.2 Projectmatig werken 10

4.2 Vaststellingsprocedure actualiseren en organiseren 11

4.3 Verkenning van mogelijke doelgerichte digitale regels 12

4.3.1 Doelen en werkwijze 12

4.3.2 Stappenplan 13

4.4 Gebiedsproces en communicatie 14

4.5 Werkingsgebieden vaststellen en voorbereiding DSO Waterschap 15

4.5.1 Werkingsgebieden vaststellen 15

4.5.2 Voorbereiding op het DSO 16

4.6 Opleiding, voorlichting en ondersteuning medewerkers 17

4.7 Operationele routine en capaciteit om verordening actueel te houden 19

5 Risico’s en beheersmaatregelen 20

6 Bijlagen 21

6.1 Planning 21

6.2 Capaciteitsplanning 21

(4)

1 Inleiding

1.1 Inleiding

Waterschap Limburg loopt voorop met de voorbereiding op de komst van de Omgevingswet. Het bestuur onderschrijft volmondig de doelstelling van de Omgevingswet. Ook wat de betreft de Waterschapsverordening zijn in fase 1 van het project ‘Waterschapsverordening’ goede resultaten geboekt. Onze Keur is omgezet naar de systematiek van de Omgevingswet en is als ‘Ja, mits’ - verordening Omgevingswet-proof. Er is een succesvolle proef uitgevoerd met het plaatsen van onze verordening in het Digitaal Stelsel Omgevingswet. In fase 2 gaat het om het lerend ontwikkelen van een werkwijze om onze verordening in de toekomst actueel en Omgevingswet-proof te houden.

Leeswijzer.

Parallel aan het opstellen van dit Plan van aanpak is een bestuurlijke nota van uitgangspunten opgesteld. Dit bevat ten eerste uitgangspunten over de rol van de verordening en regulering in relatie tot beleid. Deze uitgangspunten en visie vatten we hierna kort samen. De uitgangspunten op het gebied van ontwikkelingsgericht werken, die daarnaast ook in de nota staan, zijn sterk sturend voor dit Plan van aanpak en zijn daarom in hun geheel opgenomen. Voor de beleidsinhoudelijke ambities verwijzen we naar de nota van uitgangspunten, dat nog onderwerp van overleg is en op 4 februari 2020 door het Dagelijks Bestuur zal worden vastgesteld. Hoofdstuk 2 gaat in op de

projectdefinitie, hoofdstuk 3 op de te bereiken resultaten. In hoofdstuk 4 worden de werkwijze, het projectmanagement en de activiteiten belicht. De risico’s en beheersmaatregelen worden in hoofdstuk 5 belicht. In de bijlagen zijn de planning en een overzicht van de benodigde capaciteit opgenomen.

1.2 Bestuurlijke uitgangspunten regulering kort samengevat

 We zorgen voor een toekomst vaste waterschapsverordening

 We zien de waterschapsverordening als cruciaal instrument om onze rol als decentrale waterautoriteit inhoud te geven.

 Ons beleid speelt flexibel in op maatschappelijke urgenties en vertalen we waar nodig in regelgeving.

 We ontwikkelen ons waterschap in lijn met de Omgevingswet in samenspraak en met heldere regels, maar alleen wanneer echt nodig.

 We prioriteren dynamisch en eens per jaar actualiseren we op basis van maatschappelijke urgentie.

 We ontwikkelen tot medio 2021, waarna de Waterschapsverordening van kracht wordt op 1 april 2022.

 We beperken deze verkenning vanwege de capaciteit én vanwege de nadruk op het ontwikkelen van de werkwijze tot maximaal één onderwerp per kerntaak.

Relatie met beleid

Zonder beleid geen regelgeving. Al onze regelgeving dient gebaseerd te zijn op ons beleid. Ons huidige beleid is te vinden in afzonderlijke beleidsstukken in reactie op externe ontwikkelingen en in de beleidsregels bij de Keur. Beleid is continu in verandering; maatschappelijke veranderingen (zoals digitalisering) en veranderingen in de fysieke omgeving (zoals de gevolgen van klimaatveranderingen) geven aanleiding om het beleid aan te passen. En om keuzes voor daarbij passende instrumenten.

Regelgeving is één van deze instrumenten, of eigenlijk een verzameling van allerlei verschillende

(5)

instrumenten, zoals algemene regels al dan niet met meldplicht, een vergunningenstelsel of algehele verboden.

Aandachtspunt: samenhang tussen beleid en regelgeving

Tijdens het opstellen van dit Plan van aanpak hebben we geconstateerd dat we bij de ontwikkeling van ons beleid vroegtijdiger en explicieter het gesprek over onze sturingsfilosofie en

instrumentenmix moeten voeren. Eén van de aspecten daarbij is het afwegen of, en zo ja, welke vorm van reguleren aan de orde is. De Omgevingswet geeft ons hiervoor nieuwe mogelijkheden en roept tegelijkertijd op om omgevingsbeleid samen met gebiedspartners vorm te geven. Het proces van beleidsvorming is geen onderdeel van dit project. Dit project draagt echter wel bij aan het vroegtijdiger en scherper aan de orde stellen van de mogelijkheden en wenselijkheid van reguleren in het beleidsproces.

Instrumenten van de Omgevingswet.

De waterschapsverordening bevat decentrale regels. Het schema laat zien dat regelgeving onderdeel is van een cyclisch, zich herhalend proces.

Regelgeving komt voort uit beleid en speelt een rol in de uitvoering, met name als kader voor de

vergunningverlening en

projectbesluiten en vervolgens bij toezicht, handhaving en monitoring.

De laatstgenoemde stappen vormen in de volgende cyclus de basis voor het ontwikkelen van nieuw beleid.

1.3 Ontwikkelingsgericht werken

Uitgangspunt: We ontwikkelen ons waterschap in lijn met de Omgevingswet

De ontwikkeling van ons Waterschap in de afgelopen jaren sluit aan bij de verbeterdoelen van de Omgevingswet: zie de figuur op de volgende pagina. Al deze verbeteringen zijn bedoeld om onze dienstverlening aan burgers en bedrijven te versterken. Zo streven we naar snellere besluitvorming, bijvoorbeeld door de Omgevingstafels, waarin we met de gemeenten overleggen over goed

afgestemde besluiten. Met het Omgevingsloket zorgen we samen met andere overheden voor meer gebruiksgemak.

Uitgangspunt: in samenspraak en heldere regels, maar alleen wanneer echt nodig Onze verordening gaat uit van ‘ja, mits’. We kiezen dus alleen voor regulering als andere

instrumenten, zoals samenwerking en overleg, niet voldoende zijn gebleken om onze waterdoelen te realiseren. Als we reguleren nodig achten, zorgen we voor duidelijke en begrijpelijke regelgeving en gaan we deze handhaven. We ontwikkelen onze waterschapsverordening ‘in de geest van de Omgevingswet’ en dus in nauw overleg met onze gebiedspartners.

(6)

Uitgangspunt: Dynamisch prioriteren en eens per jaar actualiseren op basis van maatschappelijke urgentie

De Verordening zal een dynamisch stelsel van digitaal toegankelijke regels zijn. Wij stellen voor om eens per jaar een verkenning uit te voeren of actualisatie van onze verordening aan de orde is. Deze afweging vindt plaats op basis van urgenties die voortkomen uit maatschappelijke ontwikkelingen en de ontwikkeling van de fysieke leefomgeving.

Uitgangspunt: De wendbaarheid van onze organisatie versterken en leren over anders werken Het ontwikkelen en de actualisatie van onze waterschapsverordening zien wij als een cruciale stap in de doorontwikkeling van onze organisatie. De zorgvuldige aanpassing van onze regelgeving conform de eisen, én in de geest van de Omgevingswet is een proces dat wendbaarheid en inspanningen vraagt van onze organisatie én van onze partners. Ook om deze reden en om de kosten te beperken is het verstandig het aantal aanpassingen te beperken, zodat er tijd is voor leerprocessen én de kwaliteit van de aanpassingen kan worden gewaarborgd.

Uitgangspunt: Ontwikkelen van een routine voor de actualisatie van beleid en regelgeving De lessen die we leren bij de ontwikkeling van de Verordening vertalen we in een routine voor de jaarlijkse actualisatie van ons beleid, de daarbij passende instrumentatie, en indien aan de orde: de daaruit volgende regelgeving. Voor alle in- en externe betrokkenen moet duidelijker dan nu zijn welke stappen in dit proces moeten worden doorlopen en hoe taken, bevoegdheden en

verantwoordelijkheden daarbij zijn verdeeld. Een goed samenspel tussen bestuur, ambtenaren en onze gebiedspartners is hiervoor noodzakelijk.

Uitgangspunt: Ontwikkelen tot medio 2021, Waterschapsverordening van kracht op 1 april 2022 Op basis van gesprekken met de meest betrokken bestuurders en ambtenaren selecteerden we zorgvuldig een beperkt aantal onderwerpen waarvoor we in 2020 een verkenning van de eventuele actualisatie van onze regelgeving gaan uitvoeren. Besluitvorming vindt plaats in 2022, richtdatum voor het van kracht worden van onze waterschapsverordening is 1 april 2022. Ook kunnen

maatschappelijke ontwikkelingen en ontwikkelingen in de omgeving tussentijds aanleiding geven tot aanpassing van de prioriteiten. Als organisatie willen wij hierin wendbaar zijn en meebewegen met wat actueel maatschappelijk noodzakelijk is.

2 Projectdefinitie

2.1 Uitdaging

Het Waterschap wil vanuit de eigen taak in samenwerking met gebiedspartners bijdragen aan integrale omgevingskwaliteit. De omgeving waarin het waterschap zijn taak uitvoert is continu in verandering. Dit is ten eerste het gevolg van veranderingen in de fysieke omgeving met name door klimaatverandering. Ten tweede gaat het om maatschappelijke ontwikkelingen zoals de

digitalisering, economische ontwikkelingen en de energietransitie. De maatschappelijke

ontwikkelingen vragen van het waterschap een permanente reflectie op, en aanpassing van de eigen rol en taken in dit veld.

(7)

De uitdaging waar het waterschap nu voor staat is om voor 1 januari 2023 een

Waterschapsverordening te ontwikkelen en vast te stellen die op al deze ontwikkelingen flexibel inspeelt, zodat de regelgeving, in een goede balans met andere instrumenten, optimaal bijdraagt aan het effectief en efficiënt uitvoeren van de taken van het waterschap. Belangrijke onderdelen van deze uitdaging zijn:

 om te prioriteren voor welke aspecten het waterschap in de komende twee jaar mogelijk nieuwe regels moet ontwikkelen of aanpassen, en voor welke aspecten de huidige regels nog voldoen;

 om te leren omgaan met het veranderende karakter van Omgevingswet-regelgeving in vergelijking met eerdere generaties regels, vooral in relatie met gebiedspartners (andere overheden, bedrijven en burgers);

 om te leren omgaan met het gegeven dat regelgeving veel vaker dan voorheen moet worden aangepast;

 om ‘digitaal’ te werken, waarbij de alle regels met betrekking tot de fysieke leefomgeving door burgers, bedrijven en andere overheden direct toegankelijk en toepasbaar zijn via het Digitaal Stelsel Omgevingswet.

2.2 Aanleiding

De aanleiding voor het ontwikkelen van de Waterschapsverordening is de voorbereiding op het van kracht worden van de Omgevingswet op 1 januari 2021. Daarin is de verplichting opgenomen dat op 1 januari 2023 de Waterschapsverordening van kracht wordt. Deze moet volledig voldoen aan de verplichtingen die zijn opgenomen in de Omgevingswet.

2.3 Doelstellingen

De doelstellingen van het project Waterschapsverordening zijn:

1. Het ontwikkelen van de Waterschapsverordening conform de voorschriften in de Omgevingswet en deze voor 1 april 2022 door het Algemeen Bestuur van het Waterschap te laten vaststellen.

De Waterschapsverordening ondersteunt het behalen van de doelen van het waterschap. Het waterschap kiest voor een termijn van 3 kwartalen voor de wettelijke datum zodat eventuele vertragingen kunnen worden opgevangen zonder dat de kwaliteit onder druk komt te staan.

2. Het organiseren en doorlopen van een proces dat leidt tot intern eigenaarschap en extern draagvlak voor de in de Waterschapverordening opgenomen regels.

3. Het organiseren en doorlopen van een proces waarin alle relevante geledingen van het waterschap kennis kunnen nemen van voorstellen door het projectteam en hun ervaring en expertise kunnen inbrengen.

4. Het, als onderdeel het project, ontwikkelen en doorlopen van een proces waarin de

medewerkers van het waterschap worden ondersteund in de ontwikkeling van hun expertise en vaardigheden om met de nieuwe regels te werken.

5. Het organiseren en doorlopen van een intern ambtelijk en bestuurlijk proces waarin de

eventueel te ontwikkelen regels worden afgewogen en afgestemd met andere instrumenten die het waterschap ter beschikking staan.

(8)

2.4 Afbakening

Geen onderdeel van het project maken uit:

 de actualisering en aanpassing van de Waterschapswet-legger en de legger op grond van artikel 2.39 lid 1 van de Omgevingswet;

 de aanpassing van het beleid van het waterschap aan externe ontwikkelingen zoals ondergebracht in het project Waterbeheerprogramma;

 de technische aansluiting op het DSO;

 het formuleren van inhoudelijk beleid.

2.5 Beoogde effecten

Het project heeft invloed op:

 De bijdrage van de regelgeving van het waterschap aan het realiseren van de doelen van het waterschap;

 De rol die het waterschap heeft in de uitvoering van het omgevingsbeleid;

 De wijze waarop het waterschap zijn regulerende, toezichthoudende en handhavende taken uitvoert;

 De rolinvulling van de bestuurders en medewerkers van het waterschap en daaruit voortvloeiend: de wijze waarop zij hun taken uitvoeren;

 De samenwerking en relatie met andere overheden;

 De samenwerking en relatie met burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties.

2.6 Gebruikers van het projectresultaat

1. Ambtenaren en bestuurders van het waterschap;

2. Gebiedspartners van het waterschap: overheden, bedrijven, burgers en maatschappelijke organisaties.

2.7 Relatie met andere projecten

Het project heeft relaties met:

- Alle projecten en overige inspanningen die onderdeel uitmaken het implementatieprogramma Omgevingswet;

- Het project Waterbeheerprogramma, met name wat betreft de formulering en instrumentatie van het beleid;

- De actualisering en aanpassing van de Legger;

- De ontwikkeling van het DSO;

- De projecten en processen waarin de overheden waarmee wordt samengewerkt zich voorbereiden op de Omgevingswet, met name hun verordeningen;

- Projecten van andere samenwerkingspartners van het waterschap waarin zij zich

voorbereiden op de Omgevingswet: koepelorganisaties van bedrijven en maatschappelijke organisaties;

(9)

- Het project ‘Data to Go’.

3 Beoogde resultaten

3.1 Digitaal beschikbare verordening

Een door het algemeen bestuur van het waterschap vastgestelde Waterschapsverordening die volledig digitaal beschikbaar is via het DSO en is afgestemd met de regelgeving van de andere overheden.

3.2 Kunnen werken met de verordening

Ambtenaren en bestuurders zijn bekend met, en in staat om, te werken op basis van de in de Waterschapsverordening opgenomen regels.

3.3 Gebiedspartners bekend met de regels

Gebiedspartners van het waterschap zijn bekend met de in de waterschapsverordening opgenomen regels.

3.4 Operationele routine en capaciteit voor actualisatie

Een routine en capaciteit om de Waterschapsverordening actueel te houden.

4 Activiteiten

4.1 Ontwikkelingsgericht en projectmatig werken

In dit overzicht van activiteiten worden de afzonderlijke activiteiten beschreven die nodig zijn om de in hoofdstuk 2 beschreven doelstellingen en de in hoofdstuk 3 beschreven resultaten te bereiken. De bestuurlijke uitgangspunten, zoals beschreven in het nota van uitgangspunten zijn hierbij sturend.

4.1.1 Ontwikkelingsgericht werken

Zoals weergegeven in paragraaf 1.3 en in de nota van uitgangspunten staat, naast het ontwikkelen van een ‘Omgevingswet-proof’ verordening, ontwikkeling van onze mensen en organisatie en de toekomstvastheid van ons waterschap centraal in de aanpak van dit project.

Ontwikkelingsgericht werken houdt in dat:

 het leiderschap over de activiteiten zoveel mogelijk bij de verantwoordelijke medewerkers ligt; zij hebben dus de vrijheid om hun werkzaamheden voor het project zelf vorm te geven én de verantwoordelijkheid om tijdig de beoogde resultaten te behalen;

(10)

 de tijd wordt genomen om de binnen de organisatie aanwezige expertise ten volle te benutten door in multidisciplinaire teams gezamenlijk aan producten of processen te werken: hierdoor wordt wederzijds leren mogelijk gemaakt;

 de teamleden zich inspannen om de door hen geleerde lessen te delen binnen de onderdelen van de lijnorganisatie waarvan zij deel uitmaken;

 leren en ontwikkelen vindt plaats op alle niveaus van de organisatie – deze worden op de voor hen geëigende momenten betrokken in het proces;

 er aandacht is voor ‘expliciet leren’ in de vorm van trainingen en cursussen over ‘werken met de Waterschapsverordening’. Waar mogelijk worden deze door eigen medewerkers

verzorgd, zodat feedback van de deelnemers gebruikt kan worden voor het verbeteren van de werkwijze.

Dit Plan van Aanpak is ook op deze wijze tot stand gekomen. Het voorliggende document is hier het resultaat van – het is gebaseerd op de bijdragen en inzichten van tal van medewerkers. Managers en bestuursleden waren betrokken in dit proces en hebben hun sturende rol kunnen vervullen.

4.1.2 Projectmatig werken Inleiding

Uiteraard zijn projectmatige aspecten, zoals bewaken van de voortgang en capaciteitsplanning, noodzakelijk. De activiteiten worden hierna daarom, en omwille van de leesbaarheid en

concreetheid, afzonderlijk en in stappen beschreven. In de afzonderlijke paragrafen wordt telkens aangegeven hoeveel capaciteit de werkzaamheden vragen van verschillende (groepen van)

medewerkers. Een totaaloverzicht wordt gegeven in een afzonderlijke bijlage bij dit Plan van aanpak.

Planning en samenhang

In de paragrafen hierna wordt telkens aangegeven in welke kwartalen deze activiteiten plaatsvinden.

Het aantal verbindingen tussen activiteiten is eindeloos. De samenhang tussen de activiteiten is in hoofdlijnen weergegeven in een afzonderlijk planningsschema, dat achterin dit document is opgenomen.

Projectorganisatie

Het project wordt uitgevoerd door een team dat nauw met elkaar samenwerkt en waar nodig overlegt met, en bijdragen krijgt van, collega’s. Een projectleider leidt het project; zijn/haar opdrachtgever is de projectleider Omgevingswet. De projectleider Waterschapsverordening is eindverantwoordelijk voor: de dagelijkse gang van zaken, de voortgang, tussenresultaten en eindproducten en het plannen van overleggen met het team, management, directie en bestuur. De projectleider wordt hierin bijgestaan door een project assistent die zorgt voor agendabeheer, verslagen, documentbeheer en eindopmaak producten.

Het team heeft de volgende samenstelling:

- Projectleider - Project assistent - Senior jurist

- Jurist toezicht en handhaving - Jurist vergunningverlening

- Drie beleidsadviseurs(één per onderwerp) - Beleidsadviseur Legger

- Adviseur Geo-informatievoorziening

(11)

- Adviseur communicatie

Verder worden essentiële bijdragen geleverd door:

- Medewerkers ‘Data to go’

- Drie relatiemanagers

Deze medewerkers zullen, indien de te bespreken onderwerpen dat vragen, voor overleggen worden uitgenodigd.

Overleg

In lijn met de gekozen werkwijze van ‘ontwikkelingsgericht werken in multidisciplinaire teams’

waarbij het leiderschap vooral bij de medewerkers zelf ligt, zal veel overleg, proces- en

resultaatgericht, door henzelf worden georganiseerd. Vanuit hun verantwoordelijkheid nodigen zij hierbij de collega’s uit die zij nodig hebben voor de opgave zoals zij die definiëren. Het gaat hierbij niet alleen om het eindresultaat maar ook om de leer- en ontwikkelopgave. De projectleider heeft zo vaak als nodig met hen tussentijdse overleggen over deelactiviteiten en bewaakt de onderlinge samenhang. Eens per maand is er een teamoverleg waarin alle activiteiten in onderlinge samenhang worden besproken qua voortgang en kwaliteit. Indien hieruit zaken naar voren komen die bijsturing vragen, worden deze in het team besproken. Tijdens elk overleg wordt aandacht besteed aan

eventuele agendapunten voor management en bestuur en de voorbereiding daarvan. Bij de start van het project wordt besproken en besloten welke overlegstructuur- en frequentie op management- en bestuursniveau noodzakelijk is. Vooralsnog wordt uitgegaan van een tweewekelijks overleg met de projectmanager Implementatie Omgevingswet, een maandelijks overleg met de verantwoordelijke directeur en de meest betrokken clustermanagers en een maandelijks overleg met de

portefeuillehouder Omgevingswet en de betrokken beleidsinhoudelijke portefeuillehouders.

Hiernaast vinden over specifieke onderwerpen ad hoc overleggen met management, directie en bestuur plaats indien de projectleider of teamleden hier aanleiding toe zien.

4.2 Vaststellingsprocedure actualiseren en organiseren

In onderstaand schema is een chronologisch overzicht gegeven van de vaststellingsprocedure die moet leiden tot de vaststelling van de waterschapsverordening met de bijbehorende

uitvoeringsregels en beleidsregels.

Nr. Procedurestap Toelichting Wanneer

Voorleggen voorstel delegatie op grond van 2.8

Omgevingswet

Van AB aan DB

Projectleider en juridisch adviseur juridische zaken

Q3 2020

Ondermandatering aan organisatie

Ondermandatering aan organisatie voor aanpassing beperkingengebieden als gevolg van vergunningen

Q4 2020

1 Toezending

conceptbesluiten aan gebiedspartners

Door projectondersteuning Q3 2021

2 Vaststelling ontwerpbesluiten

DB voorstel opstellen door projectleider in samenwerking met juridisch adviseur en beleidsadviseur

Q4 2021 3 Ter inzagelegging Het ontwerp van de Waterschapsverordening en eventuele Q4 2021

(12)

ontwerpbesluiten ontwerp-beleidsregels worden gedurende zes weken ter inzage gelegd met gelegenheid voor het indienen van mondelinge en schriftelijke zienswijzen (afd. 3.4 Algemene wet bestuursrecht).

4 Gemeenten

informeren over ter inzage legging ontwerpbesluiten

Ingevolge het bepaalde in art. 80, lid 1 Waterschapswet worden de besturen van de inliggende gemeenten geïnformeerd over de ter inzagelegging van een ontwerp voor een

waterschapsverordening.

Q4 2021

5 Verwerking

ontvangen zienswijzen

De ontvangen zienswijzen worden samengevat in een inspraakrapportage waarbij op elke zienswijze een reactie wordt geformuleerd en wordt aangegeven of de zienswijze al dan niet leidt tot aanpassing van de ontwerpbesluiten.

Q4 2021

6 Vaststelling

inspraakrapportage door DB

Db stelt inspraakrapportage vast. Overwogen kan worden om de inspraakrapportage na vaststelling door het DB en nog voorafgaand aan de bestuurlijke besluitvorming in het AB, aan de indiener van de zienswijze toe te zenden met gelegenheid om daarop een reactie te geven. In het keurtraject 2019 is hiervoor gekozen.

Q4 2021

7 Behandeling door commissies

Q1 2022

9 Besluitvorming door AB

Op basis van art. 2.5 van de Omgevingswet stelt het algemeen bestuur de kaderstellende hoofdstukken van de

Waterschapsverordening vast en op grond van 2.8 Ow

delegeert het AB aan het DB de bevoegdheid om een deel van de Waterschapsverordening vast te stellen, zoals nu ook is geregeld in de Keur WL 2019 voor de uitvoeringsregels.

Q1 2022

8 Besluitvorming door DB

Het DB stelt de uitvoeringshoofdstukken vast onder

voorbehoud van vaststelling van de Waterschapsverordening door het algemeen bestuur

Q1 2022

10 Bekendmaking Volgens planning treedt de Waterschapverordening met bijbehorende uitvoeringsregels en beleidsregels op 1 januari 2022 in werking.

Q2 2022

11 Mededeling besluitvorming aan inbrengers

zienswijzen

Degenen die een zienswijze hebben ingediend worden schriftelijk geïnformeerd over de besluitvorming die heeft plaatsgevonden en de wijze waarop met hun zienswijze is omgegaan.

Q2 2022

12 Informeren GS Ingevolge het bepaalde in artikel 80, lid 2 Waterschapswet dient GS te worden geïnformeerd over de vaststelling van de Waterschapsverordening.

Q2 2022

13 Informeren gemeenten en rechtbanken

Ingevolge het bepaalde in artikel 75 Waterschapswet worden de gemeenten alsmede de rechtbanken geïnformeerd over de vaststelling van de Waterschapsverordening.

Q2 2022

4.3 Verkenning van mogelijke doelgerichte digitale regels

4.3.1 Doelen en werkwijze

Het uitvoeren van een verkenning en de mogelijke ontwikkeling van een beperkt aantal doelgerichte digitale regels is ‘de inhoudelijke kern van het project’. Het gaat om een beperkt aantal regels. De keuze van onderwerpen is gemotiveerd in de bij dit Plan van aanpak horende nota van

(13)

uitgangspunten. In de startfase ligt de nadruk op de verkenning of regelgeving toegevoegde waarde heeft ten opzichte van andere instrumenten, zoals communicatie en samenwerking. Indien dit het geval is, worden voor de drie onderwerpen een aantal doelgerichte digitale regels verkend. Leren wat hierbij van belang is, vertrouwd raken met ‘de taal’ van de verschillende betrokken gremia binnen de organisatie en ontwikkelen van de vaardigheden en de noodzakelijke in- en externe samenwerking is, naast de regels zelf, een belangrijk doel van dit proces. Veel wordt nog ‘niet geweten’ en vergt dus onderzoek, doorvragen en afstemmen. Het is daarmee een proces dat aandacht en tijd vraagt van de betrokken medewerkers.

De verkenning en ontwikkeling worden uitgevoerd door een multidisciplinair team, dat wordt geleid door een ervaren beleidsadviseur, die inhoudelijk goed is ingevoerd in de materie en een juridisch adviseur die goed in doelgerichte digitale regelgeving is ingevoerd. Verder nemen medewerkers van de volgende bedrijfsonderdelen deel:

- Vergunningen;

- Geo-informatievoorziening;

- Beheer en onderhoud;

- Toezicht en handhaving.

In het proces is veel aandacht voor afstemming met portefeuillehouders van de betreffende onderwerpen en met de portefeuillehouder die verantwoordelijk is voor de implementatie van de Omgevingswet. Het proces heeft allerlei verbindingen met de overige onderdelen van het project.

Deze zijn weergegeven in het in de bijlage opgenomen planningsschema en worden in de paragrafen hierna toegelicht.

4.3.2 Stappenplan 1. Vaststellen nota van

uitgangspunten

Op 21 januari 2020 wordt door het DB, voorafgaand aan de uitvoering van dit Plan van aanpak, vastgesteld welke onderwerpen worden opgepakt in het project Waterschapsverordening

Q1 2020

2. Beleidsstukken inventariseren

De inhoudelijke beleidsadviseur verzamelt in samenwerking met de juridisch adviseur het reeds vastgestelde beleid over het onderwerp

Q1 2020

3. Bepalen

portefeuillehouder

Per thema/onderwerp wordt bepaald welke bestuurder verantwoordelijk is. Vervolgens overleggen deze

portefeuillehouder, projectleider en beleidsadviseur over de invulling van de hierna beschreven vervolgstappen

Q1 2020

4. Uitwerken doelgerichte digitale regelgeving

Met een team van projectleider, beleidsadviseur,

vergunningverlener, toezichthouder, areaalbeheerder, juridisch adviseur en Geo adviseur wordt het proces doorlopen om te bepalen of het waterschap dit onderwerp wil of moet reguleren in de Waterschapsverordening (op welke plek en tot in welke mate). Bij een positieve uitkomst worden vervolgens de doelgerichte digitale regelgeving ontwikkeld. Startpunt is de informatie uit het overleg met de portefeuillehouders en de opgehaalde informatie bij de stakeholders. (Drie sessies voor en tijdens het gebiedsproces en twee sessies erna om input uit de omgeving te verwerken -zie paragraaf 4.4 hierna voor

uitwerking gebiedsproces).

Q2 2020/

Q1 2021

(14)

5. Dagelijks bestuur stemt in met concept voorstel tot eventuele reguleren

Nog voordat de exacte juridische regels worden opgesteld, wordt aan het db voorgelegd op welke wijze al dan niet tot regulering zou kunnen worden overgegaan. Met dit voornemen wordt weer afstemming met de stakeholders gezocht

(projectleider , beleidsadviseur en jurist).

Q1 2021

6. Bestuurlijke vaststelling ontwerp t.b.v. formele inspraak

Definitief voorstel opstellen over wat we willen reguleren per onderwerp (projectleider , beleidsadviseur en jurist).

Q4 2021

4.4 Gebiedsproces en communicatie

Doel: doelgerichte, handhaafbare en begrijpelijke regels met draagvlak

Het streven is om regels te ontwikkelen die de doelen van het waterschap ondersteunen, begrepen worden door de belanghebbenden, niet voor meerdere uitleg vatbaar zijn en handhaafbaar zijn.

Door zorgvuldig met belanghebbenden te communiceren wordt gezocht naar draagvlak. Op voorhand kan niet worden gegarandeerd dat aan het eind draagvlak zal zijn bij de belangrijkste betrokkenen. Het betreft dus een inspanningsverplichting. Belanghebbenden zijn alle burgers, bedrijven, overheden en organisaties die in hun doen en laten mogelijk door onze regels worden beïnvloed.

Het gebiedsproces loopt parallel aan de verkenning en wordt uitgevoerd door:

 De projectleider Waterschapsverordening: coördinatie en aansturing gehele proces, bewaken ambtelijk en bestuurlijk schakelen, ontwikkelen maatwerkaanpak, faciliteren specifieke bijeenkomsten, ondersteuning analyses en adviseur;

 De beleidsadviseur voor het betreffende onderwerp;

 De project-assistent Omgevingswet: logistieke voorbereiding bijeenkomsten, verslaglegging;

 Ondersteunende ambtenaren, van de verschillende betrokken disciplines en organisatieonderdelen.

Activiteiten

 Het gebiedsproces wordt voorafgegaan door een zorgvuldig intern proces dat naar verwachting eind Q 1 zover is gevorderd dat de communicatie met gebiedspartners kan worden gestart.

 In Q1 wordt, parallel aan het interne voorbereidingsproces voor ontwikkeling van de regels, een stakeholderanalyse per onderwerp/gebied uitgevoerd. Het gaat er om te analyseren welke belanghebbenden te maken hebben met de regels, wat hun invloed en rol is en of ze naar verwachting de aanpassing van de regels al dan niet zullen steunen.

 Op basis hiervan wordt een maatwerkaanpak per onderwerp, gebied en doelgroep voor de communicatie en participatie ontwikkeld. De belangrijkste stakeholders wordt gevraagd mee na te denken over de aanpak. Hierin worden de kernboodschappen, vragen en communicatievorm en het niveau van participatie op ‘de participatieladder’ bepaald. Er wordt helderheid gegeven over de rolverdeling tussen ambtenaren en bestuurders. Er zijn twee, goed gekoppelde sporen:

een ambtelijk en een bestuurlijk spoor;

 Generieke externe communicatie vindt plaats via de website: hierin wordt het gebiedsproces en de inhoud daarvan toegelicht, met een mogelijkheid tot reactie.

(15)

 Het gebiedsproces wordt gestart in Q2 en afgerond medio Q4. Gedurende deze periode is er intensieve interne communicatie tussen de meest betrokken ambtenaren en de meest betrokken DB-leden. Medio 2020 is er een communicatiemoment met het Algemeen Bestuur.

 Van alle bijeenkomsten worden verslagen gemaakt. Op basis hiervan worden adviezen gegeven over de ontwikkeling van de regels.

Resultaten en producten

 Stakeholderanalyse per onderwerp

 Maatwerkaanpak per onderwerp/gebied/doelgroep

 Bijeenkomsten/communicatiemomenten met belanghebbenden

 Terugkoppel- en schakelmomenten ambtelijk-bestuurlijk

 Verslagen van bijeenkomsten

 Analyse van de uitkomsten en adviezen over de ontwikkeling van de regels

4.5 Werkingsgebieden vaststellen en voorbereiding DSO Waterschap

4.5.1 Werkingsgebieden vaststellen

De doelgerichte digitale regels in de verordening kennen allen een werkingsgebied. Deze moeten volgens de standaarden van het DSO worden vastgesteld zodat ze in het DSO kunnen worden opgenomen. Deze werkzaamheden worden uitgevoerd door een team dat interne opdrachten geeft aan het project ‘Data to go’. De betrokken medewerkers en organisatieonderdelen zijn:

- Geo-informatievoorziening - Medewerkers ‘Data to go’

- Beleidsadviseur Legger - Jurist

1. Richtlijn opstellen voor aanleveren gegevens voor DSO

 Onderzoeken aan welke standaarden en eisen de werkingsgebieden moeten voldoen.

 Start Q1 2020, gereed Q1 2020.

 Product: factsheet met eisen voor geodata werkingsgebieden.

2. ‘Data to go’ opdracht geven de werkingsgebieden aan te passen

 De uitkomsten van de pilot hebben geresulteerd in een lijst met verbeterpunten. Deze wordt samen met de factsheet (3.1) overgedragen naar ‘Data to go’ en SMART gemaakt. Data to go zorgt voor aanpassing van de data.

 Inrichten datamodel werkingsgebieden en topologische checks

 ‘Data to go’ opdracht keurkaarten omzetten naar werkingsgebieden

 ‘Data to go’ opdracht topologische correcte werkingsgebieden: aanpassen geometrische fouten

 Start Q1 2020, gereed Q1 2020.

 Product: opdracht om data te verbeteren en werkingsgebieden op te stellen.

 ‘Data to go’ voert de opdracht daarna uit.

(16)

3. Eisen leggerwijziging (incl. beperkingsgebieden) voor projecten en vergunningen opstellen (incl.

revisiemetingen)

 De beleidsregel legger + ‘factsheet met eisen voor geodata werkingsgebieden’ vertalen naar een werkinstructie. De werkinstructie dient ervoor om aannemers en ingenieursbureaus duidelijk te maken hoe zij gegevens moeten aanleveren.

 Vergunningverlening aanpassen standaard 4 uur.

 Start Q2 2020, gereed Q2 2020.

 Product: werkprotocol hoe projectdata (planvorming + revisie) aangeleverd moet worden.

4. Implicaties beleidsregel legger voor de werkingsgebieden in beeld brengen. Waar mogelijk ‘Data to go’ opdracht geven dit te wijzigen

 Beleidsregel legger analyseren en vertalen naar werkingsgebieden, vergelijken met bestaande situatie en waar nodig werkingsgebieden laten aanpassen door ‘Data to go’.

 Start Q3 2020, gereed Q3 2020.

 Product: beschrijving verschil huidige legger en legger conform beleidsregel

 Eventueel opdracht aan ‘Data to go’ om data aan te passen.

5. Wat we willen regelen met de verordening, vertalen naar werkingsgebieden: beschrijvend en uitvoerend

 Verordening analyseren en vertalen naar werkingsgebieden, vergelijken met de huidige werkingsgebieden en waar nodig werkingsgebieden laten aanpassen door ’Data to go’. Na oplevering door ‘Data to go’ worden de werkingsgebieden getest en aangeleverd aan de applicatie. Waar nodig wordt de beleidsregel legger aangepast.

 Mogelijke acties voor aanpassen of inwinnen van nieuwe werkingsgebieden is vooraf niet in te schatten, hiervoor zijn dus geen uren ingeschat.

 Start Q3 2020, gereed Q3 2020.

 Product: lijst met wijzigingen in de nieuwe verordening met invloed op werkingsgebieden + eventueel opdracht aan ’Data to go’ om data aan te passen + inlezen nieuwe of aangepaste werkingsgebieden in DEZTA, aanpassing beleidsregel legger.

6. Testen en aanpassen

 Testen werkingsgebieden aan vereiste standaarden. Waar nodig wordt de data van werkingsgebieden aangepast. Aanbieden werkingsgebieden aan regelbeheerapplicatie DEZTA.

 Start Q4 2020, gereed Q4 2020.

 Product: werkingsgebieden kunnen worden in gelezen in applicatie.

4.5.2 Voorbereiding op het DSO

Het doel van deze activiteit is ervoor te zorgen dat technische invoer door het waterschap van de huidige Waterschapsverordening op 1 januari 2021 en vervolgens van de geactualiseerde

Waterschapsverordening op 1 april 2022 kan plaatsvinden. Deze activiteit wordt in nauwe samenwerking uitgevoerd door een Geo-adviseur en een jurist.

Technische invoer huidige Waterschapsverordening op 1 januari 2021 1. Verbeterpunten uit de pilot in de Waterschapsverordening verwerken.

 Reeds opgestelde Waterschapsverordening uit de pilot vervolmaken na veegactie

(17)

 Q2-Q3 2020

 door juridisch adviseur

2. Verwerken van de uitkomsten van de veegactie

 Technisch omzetten naar Waterschapsverordening

 Q3 2020

 door juridisch adviseur

3. Invoeren Waterschapsverordening 2021 in DSO

 Met Geo data uit pilot

 Q4 2020

 door juridisch adviseur in overleg met Geo adviseur

2. Technische invoer geactualiseerde Waterschapsverordening op 1 april 2022 Aanpassen teksten Waterschapsverordening

 schrijven juridische regels en toepasbare regels

 jurist

 Q1-2 2021 Invoer in DSO

 verbeterde Geodata uit ‘Data to go’

 jurist en Geo adviseur

 Q1 2022

4.6 Opleiding, voorlichting en ondersteuning medewerkers

Doelen

Zoals hiervoor belicht, is een belangrijk doel van het project ‘leren en ontwikkelen’. De belangrijkste leervorm is ‘leren door te doen’. Dit vindt vooral plaats door met elkaar te werken aan het verkennen en ontwikkelen van doelgerichte regelgeving, elkaars taal te leren, systemen in te richten en hierin een routine te ontwikkelen en te testen. Hier zijn tal van waterschappers van verschillende

onderdelen bij betrokken. Hiermee ontstaat een stevige basis voor de volgende stap: het organisatiebreed toepassen van de te ontwikkelen routine.

Dit is echter niet voldoende. De overige medewerkers moeten ook gaan beschikken over de kennis en vaardigheden om met deze nieuwe manier van ontwikkelen van regelgeving en de toepassing daarvan te werken. Dat gaat zowel over de ‘zachte kant’ – het nog meer in de geest van de Omgevingswet gaan werken, als over de ‘harde’ kant – het leren omgaan met de systematiek en systemen van de regelgeving.

We starten hier al mee tijdens het proces van ontwikkelen van de regels. De mensen van de

verschillende geledingen worden dus vroegtijdig meegenomen. Ten eerste zodat zij zich tijdig kunnen voorbereiden op de komende veranderingen, ten tweede omdat de nieuwe werkwijze op deze manier ‘getest’ kan worden, waarbij inzichten die naar boven komen, gebruikt kunnen worden bij de ontwikkeling van de regels, systemen en routine. Tot slot ontstaat zicht op de benodigde

(18)

vaardigheden en de mate waarin deze aanwezig zijn bij de waterschappers, zodat indien nodig hierop tijdig aanvullende actie kan worden genomen.

Doelgroepen

De doelgroepen betreffen alle mensen van het waterschap:

- Medewerkers - Management - Directie

- Dagelijks Bestuur - Algemeen Bestuur

Aanpak en activiteiten

In het eerste kwartaal van 2020 zal door het team onder leiding van de projectleider, en in nauw overleg met het management het Leer- en ontwikkelplan worden uitgewerkt. De ‘Routekaart Opleidingen Omgevingswet en Toolbox Waterschappen’ zal hierbij als bron worden gebruikt. Een doelgroep-analyse zal worden uitgevoerd waarna met leden van de doelgroepen en het

management de leerbehoeften in kaart worden gebracht. Daarbij wordt gestreefd naar het

formuleren van zo expliciet mogelijke leervragen – zowel voor de ‘harde’ (technische juridische) als de ‘zachte’ (anders werken) kant van het werken op basis van de Waterschapsverordening. De afzonderlijke activiteiten worden – voor zover dit op ‘geen spijt-basis’ kan, beschreven en ingepland.

Verwacht word dat gaandeweg het project zicht op aanvullende of veranderende leeropgaven ontstaan. Daarop zal zoveel mogelijk flexibel worden ingespeeld.

Het streven is om zoveel mogelijk trainingen door eigen medewerkers (veelal zullen dit leden van het team Waterschapsverordening zijn) te laten verzorgen. Ook kan het een optie zijn, indien sprake is van capaciteitsgebrek of uit oogpunt van kosteneffectiviteit , de activiteit door andere organisaties te laten uitvoeren.

Onderdeel van het leer-en ontwikkelprogramma is generieke interne communicatie via ons intranet en andere interne kanalen over de ontwikkeling en inhoud van de verordening. De doelgroepen, boodschappen, communicatiemiddelen en timing zullen in nauwe samenwerking met onze communicatieadviseurs worden ontwikkeld.

Leervoorkeuren

Als onderdeel van de doelgroep-analyse zal een verkenning worden gemaakt van de verschillende leervoorkeuren. Niet iedereen leert namelijk op dezelfde manier. En niet iedere leeropgave vraagt om een zelfde manier van leren. Een onderscheid kan worden gemaakt in:

 Kunst afkijken – leren van anderen met meer of andere ervaring en kennis en vaardigheden door mee te kijken;

 Participeren – meewerken met collega’s en bijdragen leveren onder supervisie van meer ervaren collega’s;

 Kennis verwerven – cursussen en trainingen;

 Oefenen – meedoen aan pilots, werken met fictieve casussen, rollenspelen of werken met acteurs om vaardigheden te verwerven;

 Ontdekken – inspiratie opdoen, nieuwe ideeën toelaten in je manier van werken, sparren met collega’s over je werk, feedback vragen.

(19)

4.7 Operationele routine en capaciteit om verordening actueel te houden

4.7.1 Operationele routine

Gedurende deze eerste actualisatie van de verordening zal zorgvuldig worden bijgehouden hoe de verschillende stappen worden doorlopen en welke geledingen hierbij zijn betrokken. De wijze waarop dit zal plaatsvinden zal bij gedurende de startfase van het project worden bepaald door de projectleider in nauw overleg met het team. Elementen kunnen zijn:

- Een logboek – in tabelvorm - per maand waarin de project assistent bijhoudt welke activiteiten zijn ondernomen, welke geledingen (ambtelijk en bestuurlijk) waren betrokken en welke capaciteit hiermee gemoeid was;

- Een maandelijkse terugblik tijdens de projectgroep bespreking waarin ‘geleerde lessen’ worden opgehaald;

- Een groeidocument waarin de operationele routine wordt beschreven.

4.7.2 Werkingsgebieden

De werkingsgebieden betreffen zowel de zoneringen in de legger als de huidige keurkaarten waarvan nog geen gegevensbeheer is ingericht. Daarnaast staan hier ook gegevens in vanuit provinciale kaarten. De werkzaamheden worden uitgevoerd door hetzelfde team als het team dat de werkingsgebieden vaststelt (paragraaf 4.5.1)

1. Procesbeschrijving (DSO) opstellen

 Opstellen procesbeschrijving om de werkingsgebieden actueel te houden binnen DSO (zowel intern actueel als extern).

 Start Q3 2020, gereed Q3 2020.

 Product: procesbeschrijving werkingsgebieden verordening actueel houden.

2. Werkinstructie gegevensbeheer werkingsgebieden

 Operationele beschrijving werkzaamheden bijhouden. De werkinstructies worden in nauw overleg met het project ‘Data to go’ opgesteld.

 Start Q3 2020, gereed Q3 2020.

 Product: procesbeschrijving werkingsgebieden verordening actueel houden.

3. Inschatten benodigde capaciteit

 Een deel van de werkingsgebieden is vastgelegd in de legger. Echter, de legger bestaat uit meer dan alleen de werkingsgebieden. Bij het beschrijven van de capaciteit wordt de capaciteit voor het grafisch bijhouden van de legger en van de werkingsgebieden die niet in de legger zijn opgenomen, bepaald. Op basis van afgelopen jaren wordt ingeschat hoeveel mutaties er op jaarbasis plaatsvinden en hoeveel tijd hiermee gemoeid is. Op basis van de procesbeschrijving zijn verschillende rollen benoemd. Voor iedere rol wordt een inschatting qua tijd gemaakt.

 Start Q4 2020, gereed Q4 2020.

 Product: overzicht tijdsbesteding op jaarbasis.

(20)

5 Risico’s en beheersmaatregelen

1. Onvoldoende interne prioriteit en capaciteit

Risico’s

 Onvoldoende prioriteit bij het DB en AB en het hogere management om tijd te investeren in overleg over, en een zorgvuldige besluitvorming van de Waterschapsverordening.

 Onvoldoende capaciteit bij de medewerkers en hun mogelijkheden en bereidheid om prioriteit te geven aan het werk aan de Waterschapsverordening.

Beheersmaatregelen

De projectleider van de Waterschapsverordening en van de Omgevingswet moeten zorgen voor een goede inbedding van het project op de verschillende niveaus in de organisatie: medewerkers, management, directie en bestuur. Het gaat er om dat alle geledingen op de goede momenten beschikken over de juist informatie om hun rol te kunnen spelen. Tijdens het opstellen van dit Plan van Aanpak heeft al regelmatig overleg plaatsgevonden met de verschillende gremia. Hieruit kunnen lessen worden getrokken over een optimale overlegstructuur. Hierover dienen kort na de start van het project, als het DB het Plan van aanpak heeft vastgesteld, afspraken te worden gemaakt.

2. Voortgang landelijke ontwikkeling DSO Risico’s

 De randvoorwaarden die vanuit de ontwikkeling van het DSO worden gesteld;

 De inrichting van de digitale infrastructuur die het DSO wordt aangeleverd.

Beheersmaatregelen

Wat betreft het DSO nemen vertegenwoordigers van het waterschap actief deel aan verschillende landelijk overleggremia en heeft ons waterschap een voortrekkersrol. Dit geeft

beïnvloedingsmogelijkheden, maar de invloed op de besluitvorming moet, vanwege het zeer grote aantal betrokken partijen en de besluitvormingsstructuur, niet worden overschat. Indien de implementatie van het DSO wordt vertraagd, zal de huidige werkwijze nog moeten worden voortgezet. Hieruit vloeien voor ons waterschap geen risico’s uit voort.

3. Prioriteit gebiedspartners Risico

 De prioriteit die andere overheden, bedrijven en belangenorganisaties in het beheergebied geven aan overleg over, en de bereidheid tot afstemming met het waterschap over de waterschapsverordening en hun eigen verordeningen.

Beheersmaatregelen

Het zorgvuldig vormgeven van het overleg over de Waterschapsverordening is de belangrijkste beheermaatregel om te stimuleren dat dit onderwerp voldoende prioriteit krijgt bij de

gebiedspartners. In een vroeg stadium van de verkenning moeten de te betrekken overheden

(21)

worden geïnformeerd en zal de vraag worden gesteld op welke wijze en momenten zij betrokken willen worden.

4. Voortgang ‘Data to go’.

Risico

Het project is in veel aspecten afhankelijk van de voortgang van het project ‘Data to go’. Indien in dit project deadlines niet worden gehaald, is dit direct van invloed op dit project.

Beheersmaatregelen

Het team heeft wekelijks contact met de collega’s van ‘Data to go’ over de voortgang. Zodra de planning in gevaar komt wordt de projectleider DSO en stuurgroep ‘Data to go’ ingelicht om prioriteit te geven aan de verplichte delen voor de Waterschapsverordening.

6 Bijlagen

6.1 Planning

6.2 Capaciteitsplanning

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De gesprekken worden zo opgebouwd dat aan het begin duidelijk is waar wel over gesproken wordt (gereguleerd straat parkeren en garageparkeren) en waar niet over gesproken gaat

En voor fase 2 zijn het bestemmingsplan en ‘Ruimtelijk kader en beeldkwaliteitplan Plan De Keyser fase 2’ op 9 juli 2019 door de gemeenteraad van Beemster vastgesteld.. Fase 2

Het doel is dat professionals zorg, welzijn en sport en vrijwilligers elkaar beter kennen, meer naar elkaar verwijzen en waar mogelijk samenwerken, voor ouderen die thuis

Art. II.1-3.- De interne dienst staat de werkgever, de leden van de hiërarchische lijn en de werknemers bij voor de toepassing van de wettelijke en reglementaire bepalingen

[r]

Opdracht voor het uitwerken van een voorstel voor het elders beleggen van de thema’s die niet terugkomen op de agenda:. • Geef aan waarom dit thema geen plek krijgt in de Agenda van

Welke regels / richtlijnen voor beheer Overzichtelijk datamodel/script Regels voor documentatie in qv applicatie Scripting conventies voor beheer Wat moet worden

 Ventilatiesysteem appartementen: De woning is voorzien van een gebalanceerd ventilatiesysteem bestaande uit een ventilatieunit met warmteterugwinning (WTW), welke wordt geplaatst